e-magazine april

16
JANUARI 2014 Achttien dikke deuren. Vakn hout, van staal. Kleur: beige, vuilwit. Deuren die in het verleden een hoop ellende hebben gezien. E-MAGAZINE VOOR DE TOTALE GGZ APRIL 2014

Upload: ggztotaal

Post on 13-Mar-2016

234 views

Category:

Documents


6 download

DESCRIPTION

Voor iedereen die betrokken is bij de GGZ. Kijk ook op onze website: www.ggztotaal.nl

TRANSCRIPT

Page 1: e-magazine april

JANUARI 2014

Achttien dikke deuren. Vakn hout, van staal. Kleur: beige, vuilwit. Deuren die in het verleden een hoop ellende hebben gezien.

E-M

AGAZ

INE

VOOR

DE

TOTA

LE G

GZ

APRI

L 201

4

Page 2: e-magazine april

INHOUDSOPGAVE

14.Column Vaste klant

Niki Stoker

3.Interview Met Rogier Hoenders

José Hoekstra De integrale psychiatrie:

‘het beste van twee werelden’

INHO

UD

- 2-

10.Buitenland De Jellinek op Papoea Nieuw Guinea en de

Salomonseilanden Willem Gotink

“Jullie kwamen met je hart en stonden naast ons.”

6.Artikel Statement tegen de dichte deur

Bart Vuijk Eenzaam opsluiten van patiënten niet meer van deze tijd

13. Boekbespreking De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ

Johan Atsma

!De inhoud van dit nummer weerspiegelt de roerige tijden waarin de GGZ zich, niet voor het eerst, bevindt. Aan alle kanten wordt getrokken, geduwd, bezuinigd, veranderd. Dat roept irritatie en kritiek op. Bijvoorbeeld van Ron Weber, die zich boos maakt over het voorstel van de minister rondom het hoofdbehandelaarschap. Maar ook van Jim van Os, die de DSM-5 fileert in zijn nieuwste boek ‘de DSM voorbij’. Johan Atsma las het voor u en noemt vast de alternatieven die van Os geeft.Maar er gebeurt ook veel goeds, ondanks alle druk die op de GGZ ligt. Daarover berichten we vooral in deze GGZTotaal. Het mensonwaardige separeren neemt af, zowel in hoeveelheid als in mensonwaardigheid. We laten GGZ Breburg aan het woord als lichtend voorbeeld. Onze verslavingszorg blijkt dusdanig goed bekend te staan dat de Rotaryclub onlangs de Jellinek uitnodigde om de verslavingszorg op Papoea Nieuw Guinea vooruit te helpen. U leest het verslag. En Rogier Hoenders haalde zich de woede op de hals van de Vereniging tegen de Kwakzalverij met zijn proefschrift over de integrale psychiatrie. Wij interviewen Hoenders in het openingsartikel. Tot slot een hartverscheurende en tegelijkertijd tragikomische column van Niki Stoker, die zich als vaste klant van de GGZ de ‘Queen of the GGZ 2013’-prijs ziet winnen. Begin alstublieft met die column. En lees hem nog een keer als u de rest heeft gehad. !We kunnen het niet nalaten er nog op te wijzen dat wij afhankelijk zijn van adverteerders, sponsoren en donoren. Leest u daarom ook nog: www.ggztotaal.nl/ggztotaal/Adverteren.html

15. Ingezonden artikel De SPV staat op de tocht…

Ron Weber ‘Sorry mevrouw, de Sociaal Psychiatrisch

Verpleegkundige komt niet meer’

Page 3: e-magazine april

INTE

RVIE

W

- 3-

“De reguliere psychiatrie is een mooi vak en kan veel betekenen voor patiënten. Maar niet iedereen wordt beter en door ons enthousiasme voor wetenschappelijk onderzoek, onze focus op protocollen en zorgpaden en een ‘one size fits all aanpak’ lopen we het risico het perspectief van en contact met de cliënt te verliezen. Integrale psychiatrie zoekt naar een oplossing hiervoor door het beste van twee werelden, de reguliere en de alternatieve, te verenigen op basis van wetenschappelijk onderzoek, vanuit een individuele patiënt-gerichte houding. Integrale psychiatrie is gebaseerd op vier zuilen. De eerste zuil focust op een herwaardering van

de therapeutische relatie. De tweede omvat het holistisch mensbeeld, het kijken naar de hele mens. De vierde gaat over het focussen op krachten, meer dan op klachten. De derde zuil: het toepassen van effectieve en veilige alternatieve en complementaire geneeswijzen, is het meest controversieel en onderscheidend ten opzichte van de reguliere psychiatrie. Het gaat hierbij om het toepassen van kruiden (zoals Sint Janskruid) en voedingssupplementen (vitamines, SAMe), hartcoherentie, mindfulness en leefstijlveranderingen (voeding, beweging en ontspanning).

De integrale psychiatrie: ‘het beste van twee werelden’ Door José Hoekstra

In januari promoveerde psychiater Rogier Hoenders in Groningen op de effectiviteit en toepassing van de integrale psychiatrie, die hij in Nederland op de kaart zette. De integrale psychiatrie combineert de beste behandelingen uit de reguliere geneeskunde met die uit de complementaire geneeskunde, die vooral een holistisch mensbeeld heeft. De promotie van Hoenders ging gepaard met oplaaiende kritiek vanuit de hoek van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, maar ook met de nodige weerstand en vragen vanuit de reguliere psychiatrie. De integrale geneeskunde is inmiddels geen kleine beweging meer. In Noord Amerika zijn er al 58 medisch academische centra die “Integrative Medicine” toepassen en onderwijzen. In Nederland vestigde Hoenders als eerste een afdeling integrale psychiatrie bij Lentis in Groningen, inmiddels is er ook een CIP voor jongeren bij Lentis en zijn er gevorderde plannen bij andere GGZ instellingen in het midden en zuiden van het land. Hoenders licht in dit interview de integrale aanpak toe.

„Het echte verschil zit hem in de derde zuil, een open houding ten opzichte van andere geneeswijzen.”

Page 4: e-magazine april

Kwakzalverij? Reguliere psychiaters vragen wel eens: wat is er nu wezenlijk anders? Inderdaad zijn de verschillen vaak gradueel, zeker wanneer je kijkt naar drie van de vier zuilen van de integrale psychiatrie. Het echte verschil zit hem in de derde zuil, een open houding ten opzichte van andere geneeswijzen. Bij alternatieve geneeswijzen gaat het om heel andere verklaringsmechanismen en denkt men vaak in termen van energetische verschijnselen, nadi’s of meridianen, of het werken met intentie. Het gaat echt om een fundamenteel andere manier van kijken, een basisfilosofie die nog niet onderbouwd is door de huidige stand van zaken in onze wetenschap. Deze geneeswijzen passen wij niet toe, maar we wijzen patiënten wel op kwaliteitscriteria om problemen te voorkomen. Hiervoor hebben we een protocol geschreven, dat is gepubliceerd. !De Vereniging tegen de Kwakzalverij vervult mijns inziens een belangrijke rol omdat ze een soort waakhond zijn op het gebied van de alternatieve geneeswijzen, ze zijn heel alert. In de praktijk stellen ze echter alle alternatieve geneeswijzen gelijk aan bedrog, en dat gaat echt een stap te ver. Het is goed dat ze kritisch zijn, maar te stellen dat alle niet-reguliere geneeswijzen onzin en bedrog zijn, is in feite anti-wetenschappelijk. Dat is het kind met het badwater weggooien. Bovendien, naar behandelwijzen waar tientallen procenten van de bevolking gebruik van maakt moet je juist onderzoek doen. !!!!!!!!!!

Complementair en alternatiefBinnen de integrale psychiatrie werken we wel met complementaire geneeswijzen, maar niet met alternatieve. Onder complementaire geneeswijzen verstaan we die geneeswijzen die niet regulier zijn, maar wel een verklaringsmodel hebben dat overeenstemt met het reguliere denken en met een redelijk goede bewijsvoering. St. Janskruid bijvoorbeeld, dat is al goed onderzocht. Maar het groeit gewoon langs de weg, dus kun je er geen patent op aanvragen. Ook SAM-e, een voedingssupplement dat goed werkt bij depressie is inmiddels goed onderzocht. !Alternatieve geneeswijzen waarbij nog veel twijfel is over de bewijsvoering, en die gebaseerd zijn op aannames die niet overeenstemmen met het reguliere denken zoals healing en paranormale geneeswijzen bijvoorbeeld, vallen niet onder de integrale psychiatrie. Ook homeopathie, waar nog steeds veel controverse over is, valt er niet onder. Maar mensen die bij ons komen en gebruik willen maken van dergelijke geneeswijzen verwijzen we wel door naar betrouwbare therapeuten, die aan vastgestelde kwaliteitseisen voldoen, om problemen te voorkomen. Behandelaren moeten bijvoorbeeld lid zijn van een beroepsvereniging en goed dossier voeren, en mogen mensen niet aanraden om te stoppen met hun reguliere behandeling. Zo kunnen we voorkomen dat cliënten terechtkomen bij malafide therapeuten die extreem veel geld vragen, slechte zorg bieden of grenzen overschrijden in de behandeling, dat komt helaas soms voor. We doen ook onderzoek naar de effecten van integrale psychiatrie (onder andere door routine outcome monitoring) en naar complementaire geneeswijzen, zoals mindfulness, hartcoherentie, yoga en kruiden/supplementen, en we publiceren daarover.(zie www.centrumintegralepsychiatrie.nl ).

Page 5: e-magazine april

!Kwaliteit leveren Eigenlijk zijn er twee denkwijzen of paradigma’s waar we mee te maken hebben, twee verschillende werelden: de westerse, en de oosterse. In het westen zijn we gericht op activiteit, op doen, is er meer individualisme en denken we meestal in termen van materie. In het oosten ligt de nadruk meer op zijn, en op het collectief en denkt men vaak in termen van energie. Ik ben grootgebracht in de westerse wereld en dat is ook mijn werkterrein, dus is dat het vertrekpunt van de integrale psychiatrie. We werken immers ook binnen de reguliere GGz. Maar in het centrum integrale psychiatrie zijn we ook geïnteresseerd in andere paradigma’s en geneeskundige systemen en in culturen en met andere zienswijzen. !Ik denk niet dat wij in het westen de enigen zijn die in staat zijn om een geneeskundig systeem voort te brengen. Maar ik denk wel dat het terecht is dat we naar een bepaalde systematiek en onderbouwing streven en op zoek gaan naar goede bewijsvoering voordat we andere geneeswijzen gaan toepassen. Op die manier kunnen we in de toekomst een zo breed mogelijk scala aan behandelingen aanbieden, van goede kwaliteit, waarin we aan kunnen sluiten bij de wensen van de patiënt.”

- 5-

„Het gaat echt om een fundamenteel andere manier van kijken…” Rogier Hoenders

Page 6: e-magazine april

Statement tegen de dichte deur- Bart Vuijk

ARTI

KEL

- 6-

GGZ-instellingen hebben zich gecommitteerd om het gebruik van isoleer- of separeercellen in de Nederlandse psychiatrie terug te dringen. Patiënten die vroeger zonder pardon en zonder uitzicht op vrijlating in zo’n kale cel werden opgesloten, hebben rechten gekregen. Maar het loopt nog niet erg hard. De GGZ in Nederland heeft het behoorlijk moeilijk met de grote omslag om de ‘isoleer’ echt tot het verleden te laten behoren. Er zijn echter ook instellingen die voorop lopen. Een inventarisatie.

Achttien dikke deuren. Van hout, van staal. Kleur: beige, vuilwit. Deuren die in het verleden een hoop ellende hebben gezien. Het zijn deuren van afgebroken isoleercellen in de psychiatrische klinieken in Tilburg en Breda. Ooit waren ze hermetisch gesloten, straks kun je er gewoon omheen lopen. Een kunstenaar zet ze rechtop, als dominostenen, achter elkaar. Steeds iets verder ‘open’. Ex-patiënten, die zelf ooit als een hoopje ellende achter die deuren hebben gezeten, mogen ze straks versieren en verven. Met dit kunstproject maakt GGz Breburg een statement. Het is afgelopen met het automatisch separeren, isoleren, afzonderen of apart zetten van patiënten. Behalve als het niet anders kan, en dan is het regel dat er eerst een hulpverlener meegaat achter die dichte deur.

Page 7: e-magazine april

De aanpak van GGz Breburg om het aantal isoleercellen daadwerkelijk terug te dringen door ze echt af te breken, is nog geen gemeengoed. Het vergt een cultuuromslag. Die moet op alle niveaus worden gevoeld en gedragen. GGz Breburg heeft er een speciale projectleider voor aangesteld: Jurgen van der Meijs. In een werkgebied met zo’n 900.000 mensen helpt GGz Breburg jaarlijks zo’n 18.000 patiënten. De instelling, met vestigingen in o.a. Tilburg en Breda, had in het verleden 28 goedbezette isoleercellen. Maar nu zijn daar nog maar tien van over, en er wordt al sinds 2006 gestreefd naar een steeds lagere ‘bezetting’ ervan. !!!!!!

De cultuuromslag van separeren naar HIC, high-intensive care, werd ingezet door de raad van bestuur, de directie en daarna de afdelingen. Alle medewerkers werden ervan doordrongen dat eenzaam opsluiten van patiënten niet meer van deze tijd is. “Het is zeer divers wat wij hebben gedaan om het separeren te verminderen. We hebben eerst ingezet op scholing van medewerkers. Trainingen en coaching ‘on the job’ heeft ertoe geleid dat wij nu inzetten op alternatieven. Vroegsignalering van problemen is belangrijk, en we hebben ‘comfortzones’. Naar zo’n zone wordt een patiënt meegenomen als hij beter even niet in de groep kan zijn.” En dan gaat er een hulpverlener mee. De patiënt wordt niet alleen gelaten in een zeer moeilijke fase in zijn leven. Een belangrijke verbetering, aldus Van der Meijs.

Statement tegen de dichte deur- Bart Vuijk

Page 8: e-magazine april

- 8-

Foltering Nederland wordt als ‘koploper separaties’ in de

GGZ internationaal in de gaten gehouden. De Speciale Rapporteur tegen Foltering van de Verenigde Naties heeft Nederland in oktober vorig jaar schriftelijk gewaarschuwd over het afzonderen van patiënten in psychiatrische instellingen. De brief is samen geschreven met de Speciale Rapporteur voor het recht van iedereen om de hoogst haalbare standaard van fysiek en mentale gezondheid te genieten. De Nederlandse regering is verzocht om vragen te beantwoorden over de behandeling van Jolijn Santegoeds, die in de jaren negentig als zestienjarige langdurig achter de deuren van een isoleercel belandde. Inmiddels heeft de Nederlandse gezant bij de VN geantwoord dat de regering deze zaak niet van belang vindt, omdat hij te lang geleden is, en omdat de Inspectie voor de Gezondheidszorg de GGZ-klinieken inmiddels stevig in de gaten zou houden op dit gebied. Ook wordt gewezen op de wet BOPZ, en de aankomende wetswijziging die patiënten meer rechten zou geven. Santegoeds reageert teleurgesteld, maar blijft hoop houden dat de Verenigde Naties een verandering in het Nederlandse beleid kunnen bewerkstelligen.

Statement tegen de dichte deur- Bart Vuijk

Maar gaat de deur dicht? ”Soms wel”, meldt Van der Meijs. Maar niet standaard. “Als iemand in handboeien door de politie wordt afgeleverd, komt die niet meer automatisch in de separeerruimte terecht. In 95 procent van de gevallen blijkt dat helemaal niet nodig te zijn. De betrokken patiënt is vaak ontregeld. Wij maken eerst contact met ze. We nemen ze serieus, luisteren naar hun verhaal, en beoordelen ze niet aan de hand van hun voorgeschiedenis. Die methodiek hebben wij in 2009 geïmplementeerd en het is een succesverhaal gebleken.” Toch zijn comfortzones, comfortkamers en ook nog altijd die tien separeercellen af en toe nodig. Als patiënten echt onhandelbaar zijn en zichzelf of medewerkers in gevaar brengen, gaat de deur dicht. Totdat ze weer aanspreekbaar zijn. Dan maken de hulpverleners zo snel mogelijk weer contact. !Fruit De gang van zaken bij GGz Breburg is nog lang geen gemeengoed in Nederland. Uit de Argusregistratie blijkt dat het streven van GGZ Nederland om het isoleren van patiënten met tien procent per jaar te verminderen, op geen stukken na wordt gehaald. Bij instellingen die er net mee beginnen, zie je vaak het aantal uren ‘separatie’ aanvankelijk snel dalen, waarna het weer stokt. “Laaghangend fruit plukken”, noemt woordvoerster Welmoed van Rijs dit. Het wordt snel bereikt doordat medewerkers in een instelling die zich tot verandering heeft gecommitteerd, eerst even nadenken voordat ze de deur achter een patiënt in het slot gooien. Dat leidt dan al snel tot een daling. Maar op een gegeven moment lijkt het niet verder te kunnen dalen. Wat overigens ook bij GGz Breburg is gebeurd; daar steeg – na een daling van zestig procent in één jaar - op een gegeven moment het aantal separaties weer een beetje. Wat te maken kan hebben met zeer individuele gevallen. Kan een GGZ-instelling dan echt niet zonder separeren, al is het dan ook in kamers die er wat vriendelijker uitzien dan de witte kale cellen van

voorheen? Jolijn Santegoeds, van actiegroep Tekeer tegen de Isoleer, is van mening dat dit wel moet kunnen. “Isoleren van patiënten staat gelijk met systematische mishandeling, zelfs marteling. Zeker als het structureel gebeurt, zoals in Nederland.” Ze maakt zich zorgen over komende wetswijzigingen op dit gebied, waardoor de GGZ-instellingen naar haar mening juist weer meer ruimte krijgen om patiënten te separeren. Een tegendraadse beweging, want die wet zou juist bedoeld moeten zijn om dit terug te dringen. “GGZ Nederland had de ambitie om het isoleren met tien procent per jaar te verminderen. Toen de overheidssubsidie op was, is dit project gestopt zonder dat de doelstellingen zijn gerealiseerd. Het grootste probleem van de toepassing van dit soort dwangmaatregelen is de onmacht van de hulpverleners. Zij hebben een zeer beperkte tijd te besteden aan iemand die in een crisis verkeert. Er zitten maar twee tot vier personeelsleden op een groep van tien tot vijftien cliënten. Het ligt aan het systeem.”

Page 9: e-magazine april

Eigen kracht Santegoeds ziet goede kansen in de zogeheten Eigen Kracht Conferenties om crises in een vroeg stadium op te lossen. Dan wordt de omgeving van de patiënt bij elkaar geroepen. Vader, moeder, zussen, broers, vrienden, buren. Zij gaan met de patiënt, de hulpverlener en met hulp van een onafhankelijke Eigen Kracht-coördinator in gesprek en proberen zo samen een plan van aanpak te bedenken om de problemen op te lossen. Zo voelt ook de omgeving zich betrokken bij het herstel van de patiënt. Die kan met deze hulp in zijn eigen omgeving herstellen, zonder (gedwongen) opname. Laat staan een verblijf in een isoleercel. In Noord-Holland draaien de Eigen Kracht Conferenties al dertien jaar succesvol. Hilleke Crum, regiomanager van de Eigen Kracht Centrale Noord-Holland, verzuchtte onlangs in het Noordhollands Dagblad dat er nog te weinig aandacht is voor deze oplossing. “Ik baal er wel eens van als ik bedenk hoe veel gedwongen opnames of

uithuisplaatsingen misschien voorkomen hadden kunnen worden”, zegt ze in de krant. !Voorbeeldinstellingen Over enkele weken komt het rapport Zes Jaar Argus uit, waarin ditmaal vrijwel de hele GGZ in Nederland heeft deelgenomen. Het rapport bevat registraties van separaties in 53 GGZ-instellingen en loopt tot eind 2012. Over de cijfers in Zes Jaar Argus wil onderzoeker en mede-opsteller Eric Noorthoorn nog geen uitspraken doen. Maar hij laat wel doorschemeren dat de tien procent-doelstelling nog niet door iedere instelling wordt gehaald. Dat wordt ook erkend door GGZ Nederland. Woordvoerder Welmoed van Rijs: “De aantallen en uren dalen echter nog steeds. Weliswaar minder dan tien procent, maar ze dalen. Dit is ook nog een gemiddelde waarin een groep zit die tot de koplopers mag worden gerekend. Deze instellingen gelden als voorbeeldinstellingen en halen de ambitie 10% ruimschoots.” •

- 9-

Statement tegen de dichte deur- Bart Vuijk

Eind 2011 telden de opstellers van Vijf Jaar Argus bij 23 GGZ-instellingen 6604 separaties. Daarvan duurden 22 langer dan drie maanden, 97 langer dan zes weken en 307 langer dan twee weken. Twaalf instellingen haalden de doelstelling om het aantal separaties met tien procent of meer terug te dringen, de rest zat eronder. Landelijk daalde het aantal separaties in 2011, vergeleken met 2010, met 3,4%.

Page 10: e-magazine april

Begin 2013 vroeg de Australische Rotaryclub Nederland om hulp bij de verslavingsproblematiek op Papoea-Nieuw-Guinea en de Salomonseilanden. Het resulteerde in een werkbezoek van zes weken door vijf deskundigen: drie van de Jellinek (Mariette de Brouwer, psycholoog; Ria Lochtenberg, maatschappelijk werkster; Trudi Beelen, verslavingsarts), één van Veldwerk Amsterdam (Simon van Bockel) en Iris van der Reijden als teamleider van Rotary Club Amsterdam-West. Maar wat kan je doen in een regio waar in sommige gemeenschappen 60% van de mensen verslaafd is aan alcohol, cannabis, of allebei; waar de werkeloosheid kan oplopen tot 100% en de infrastructuur van de verslavingszorg en de geestelijke gezondheidszorg weinig tot niets voorstelt? !!!!!!!!!!!!“Van tevoren hebben we natuurlijk zoveel mogelijk informatie verzameld”, vertelt Trudi Beelen, verslavingsarts en lid van het team, “maar heel veel was er niet te vinden. !!!!

!!!!Wel hadden we contact met een Nederlandse arts van Artsen zonder Grenzen die daar was geweest voor een project rond huiselijk geweld. Zij adviseerde ons vooral aansluiting te zoeken bij kerken en andere bestaande instellingen. Via de Rotary en een voormalig Parlementslid hadden we daar onze eerste contacten. !We zijn begonnen met iedereen bij elkaar te roepen die iets met de zorg te maken had. Vertegenwoordigers van kerken, de narcotica-politie, plaatselijke politici. In die startbijeenkomsten hebben we voorlichting gegeven over de laatste stand van zaken met betrekking tot de verslavingszorg. We lieten een film zien over de Amsterdamse Zeedijk, in de jaren ’80 een no go-area, totdat de bewoners zelf initiatieven namen in plaats van op de gemeente te gaan wachten. Voor die film was veel belangstelling.

“Jullie kwamen met je hart en stonden naast ons.”- Willem Gotink

- 10-

BIJZ

OND

ER

Nederlandse verslavingszorg traint trainers in Papoea Nieuw Guinea en de Salomonseilanden

Het team vlnr: Trudi Beelen, Iris van der Reijden, Simon van Bockel, Ria Lochtenberg, Mariette de Brouwer.

Enthousiaste mensen tijdens de voorlichtingsbijeenkomst

Page 11: e-magazine april

Papoea Nieuw Guinea en de Salomonseilanden liggen enkele honderden kilometers noordoostelijk van de Australische kust. Papoea Nieuw Guinea is ruim tien keer zo groot als Nederland en telt ongeveer 6,5 miljoen inwoners. Net als de Salomonseilanden valt het onder het Britse Gemene Best en heeft een parlementaire democratie. Volgens de Verenigde Naties leeft 37,5% van de bevolking onder de armoedegrens. Officiële cijfers over verslaving zijn er niet.

De Salomonseilanden vormen sinds 1978 een onafhankelijk staat. Het landoppervlak is twee derde van Nederland, het inwonersaantal 600 000. Tot het begin van deze eeuw woedde er etnische conflicten, waarbij volgens schattingen driekwart van de bevolking een trauma opliep door verkrachting, bedreiging of intimidatie, dood van familieleden of vernieling van de woning. De verslavingsproblematiek vindt hier deels een oorzaak, naast armoede.

- 11-

Opvallend bij die bijeenkomsten was, dat mensen elkaar ook niet bleken te kennen, dus we hebben ze in kleinere groepjes laten kennismaken met elkaar. Dat op zich was al winst. !Later, in de kleinere gemeenschappen op de Salomonseilanden, hebben we de voorlichting laten doen door de mensen zelf. Wij gaven de voorlichting aan de politie en de hulpverleners, die op hun beurt voorlichtingsbijeenkomsten gaven aan de bewoners. Dat is een wereld van verschil, wat je dan ziet. Je ziet mensen opeens in een heel andere rol als ze zelf zo’n verhaal houden. Steviger. Ook al omdat het in de eigen taal is. !Maar het blijft roeien met de riemen die je hebt. Iemand vroeg me hoe hij dan het beste kon stoppen met drinken. In Nederland zou het advies zijn om, zo nodig onder medische begeleiding, helemaal te stoppen. Maar dat is daar gewoon een slecht advies. Mocht iemand delirant worden, dan is de vereiste kennis om te behandelen niet aanwezig, evenmin als de noodzakelijke medicatie en de kans bestaat dat zo iemand dan afreist naar het enige psychiatrische ziekenhuis in de regio: een oude gevangenis, zonder matrassen, waar het eten door de tralies wordt aangereikt. Dus ik heb geadviseerd om in plaats van alleen bier te drinken, af te wisselen met water, na een paar dagen twee keer water, één keer bier, enzovoorts”. Niet echt ‘state of the art’, maar in die situatie een haalbaar advies.

Trotse bezitters van het diploma!

Page 12: e-magazine april

Alcohol en cannabis zijn in feite de enige serieuze middelen van verslaving op Papoea Nieuw Guinea. Daarnaast wordt er veel op betelnut gekauwd, een minder schadelijk middel, waar de gebruiker wel een rode mond van krijgt. Veel plekken in de stad zijn besmeurd met rode plekken; uitgespuugd speeksel als gevolg van het gebruik van betelnut. Eén van de redenen om het gebruik in te dammen.Het tegengaan van alcoholgebruik wordt bemoeilijkt doordat veel mensen zelf alcohol stoken, het zogenaamde Kwaso, met hoge percentages alcohol, vaak verontreinigd met methanol. Daarbij missen veel bewoners, net als Aboriginals en Indianen, het enzym dat ervoor zorgt dat alcohol eenvoudig tot onschuldige stoffen wordt afgebroken.

- 12-

“Het lijkt soms onbegonnen werk”

Het lijkt soms inderdaad onbegonnen werk. Dan stonden we in zo’n lokale gemeenschap, werden we voorgesteld door de dominee. Die vroeg wie er verslaafd was aan alcohol of drugs. Dan gaat twee derde van de handen omhoog. “Wie heeft er werk?” Niemand. “Wie heeft er wel eens werk gehad?” Een enkeling. Eén of twee. De armoede is dan ook gigantisch, al wordt dat op veel plekken weer gecompenseerd doordat het eten letterlijk voor het oprapen ligt: fruit in de bomen, vis, wild, er is voldoende. Maar de volstrekt niet toereikende infrastructuur van de gezondheidszorg, de werkeloosheid, het huiselijk geweld, op sommige plekken de naweeën van het etnische conflict en de daaraan gekoppelde trauma’s, het maakt dat je heel basaal moet denken en doen. Achteraf bleek, dat mensen in eerste instantie erg bang waren dat we kwamen vertellen hoe het moest. Toen ze merkten dat we vooral wilden aansluiten bij wat er al was, werden ze veel toegankelijker. “Jullie kwamen met je hart en stonden naast ons.” Een groter compliment hadden ze ons niet kunnen geven. !Het is de bekende druppel, die je komt brengen, een begin. Politie en hulpverleners waren erg geïnteresseerd in de trainingen Motiverende Gespreksvoering, die Ria en Mariette gaven. En de Rotaryclub is bereid gevonden om de opgeleide teams verder vorm te geven en te ondersteunen, bijvoorbeeld met laptops en beamers. Dingen die er gewoon niet zijn op dit moment.”

Wilt u reageren op dit artikel of op een ander artikel in het

magazine?

Dat kan! Stuur een mail met u reactie naar

[email protected]

Wij zorgen ervoor dat uw reactie onder het artikel op de website komt te staan!

Page 13: e-magazine april

“Het voorstel daarom is dat de diagnosticerende hulpverlener zich vragend opstelt, zonder preconcepties, en dat het diagnostisch proces aldus wordt gereduceerd van 400 DSM-diagnosen tot vier vragen, (....)”. Die vragen zijn: Wat is er met je gebeurd? Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid? Waar wil je naartoe? Wat heb je nodig?”

In ‘De DSM-5 voorbij’ komt Jim van Os na een grondig betoog tot een voorstel voor een sterk gewijzigde vorm van diagnostiek: “Een GGZ die een reflectie is van de DSM ondervindt problemen; bij een nieuw diagnostisch systeem moet de GGZ mee veranderen”.

Het nieuwe diagnostisch systeem dat van Os introduceert in het boek wordt voorafgegaan door een grondig betoog dat uit een aantal onderdelen bestaat. Hij beschrijft het ontstaan en de positie van de DSM in de huidige psychiatrische wereld die gedomineerd wordt door “de reductionistische hersenwetenschap van de invloedrijke Noord-Amerikaanse academische psychiatrie”. Hij schrijft uitgebreid over de Nederlandse GGZ die sterk beïnvloed wordt door het ingevoerde marktdenken waarin de DSM wordt ingezet als gereedschap om te snoeien. Dat hoofdstuk geeft een zorgwekkende kijk op de huidige praktijk met daarin een bedenkelijke rol weggelegd voor de zorgverzekeraars.

Ook geeft van Os een genuanceerd beeld van de wereld van commercie en wetenschap die beiden toch vooral hun eigen belangen vertegenwoordigen. Vooral is hij zeer kritisch over de biologische psychiatrie. De “harde feiten” die daar worden gepresenteerd worden door van Os, zelf afkomstig uit de wetenschap, grondig gefileerd. Hij verzucht ergens: “Wat in de praktijk nogal

eens vergeten wordt: de DSM-diagnosen zijn praktische labels, geen ziekten die bestaan in de natuur.” Steeds komt van Os met een ontnuchterende kijk op wat we nu eigenlijk weten over psychiatrische ziekten, oorzaken en medicatie. De argumenten die hij gebruikt met schizofrenie als voorbeeld, zijn grondig uitgewerkt en overtuigend.

Van Os laat niet na ons er meermalen op te wijzen dat het hem er niet om gaat aan modieus “DSM-bashing” te doen. Het gaat hem om gedegen argumenten. Daarin overtuigt hij. Maar ook klinkt in alles een grote zorg en ook wel ingehouden woede door. Van Os ziet de cliënt slecht gediend in het huidige zorgmodel dat wordt bepaald door het DSM denken.

Het diagnostisch model waar van Os uiteindelijk mee komt, wil niet uitgaan van denken in DSM hokjes. De diagnosticerende hulpverlener moet zich vragend opstellen, zonder preconcepties. Hij laat in dit boek zien dat de psychiatrisch patiënt in al zijn menselijke variaties opnieuw centraal moet komen te staan, niet de diagnose. Een pleidooi voor een veranderende attitude!

Voor de professional in de GGZ is het lezen van dit boek een must. Het zet je aan het denken en helpt mee je visie op de zorg aan psychiatrische patiënten aan te scherpen. De belangstellende leek leest een helder betoog dat een interessante inkijk geeft in het hedendaagse denken over psychiatrische stoornissen. Een aanrader! De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ. Diagnosis uitgevers; 224 pagina’s € 30,00, ISBN: 978-94-91969-00-3.

Maandelijks bespreekt

GGZTotaal een recent

uitgegeven boek, dat

betrekking heeft op de GGZ.

Onderstaande recensie is

van Johan Atsma, docent/

coach MBO verpleegkunde.

Dr. Jim van Os: De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ

BOEK

BESP

REKI

NG

Boekbespreking - Johan Atsma

- 13-

Page 14: e-magazine april

Een aantal weken geleden won ik de prijs ‘Queen of the GGZ 2013’. Een strenge jury heeft onderzocht wie in dat jaar het meest gebruik heeft gemaakt van hun voorzieningen. Met trots kan ik zeggen dat ik er met kop en schouders bovenuit stak. Ik kreeg een grote bos bloemen en een waardecheck voor een therapie naar keuze. !

Hoe is dat zo gekomen? Ik heb al jaren standaard gesprekken en medicijnadvies van een psychiater. Enkele jaren geleden kreeg ik daarbij een schat van een SPV’ster cadeau, voor frequentere gesprekken en begeleiding. Vorig jaar februari begon mijn heftigste manie ooit toen ik met mijn man in Afrika was. We waren er voor de zesde keer. Toen we een oude vriend bezochten, die een grote, mooie en sterke man was geworden, schoot ik van het ene op het andere moment naar grote hoogte. !!!!!!!!!Opeens viel alles op z’n plek. Dit land was mijn eindbestemming en deze zwarte meneer mijn toekomstige man. Met hem zou ik oud worden en vanuit zijn compound de hele wereld verbeteren. Ik wist dat ik daarvoor alles zou doen wat in mijn vermogen lag. Het was een vreemde vakantie. Een week later vertrok ik met mijn man terug naar Nederland. Deze liefste man van de wereld had het al een tijdje benauwd. Een paar dagen na aankomst bleek in het ziekenhuis dat hij heel ziek !

was. Drie dagen daarna overleed hij. Ik heb knalmanisch naast zijn bed gezeten tot hij dood ging. !In mijn eentje heb ik een afscheidsfeest in een kroeg georganiseerd. In mijn speech heb ik verteld over mijn missie in Afrika en dat ik vier dagen later zou vertrekken. Dat riep veel verzet

op, waardoor mijn sociale leven in kwade stukjes uiteen viel. Na afloop heb ik mijn rots in de branding in een oude Rolls Royce naar het crematorium begeleid. !Na drieënhalve maand high in the sky begon mijn stemming te veranderen. Na vier maanden Afrika moest ik zwaar depressief naar huis. Vooral om een opname te voorkomen begon ik de deur plat te lopen bij Altrecht. Zo kreeg ik zes weken lang elke dag intensieve thuistherapie van verschillende SPITS-medewerkers. Ik heb zo’n drie maanden rouwverwerkingstherapie bij een psychologe gevolgd. In de tussentijd bezocht ik zeer regelmatig mijn SPV’ster en ook mijn psychiater zag ik vaker dan normaal. Twee keer heb ik een spoed-crisisoverleg gehad omdat ik wel heel erg graag dood wilde. Tot slot was ik ook nog welkom bij de dagbehandeling. Heel lief, maar dat heb ik weten te voorkomen. !Na zeven maanden deep down rondgescharreld te hebben ben ik inmiddels een jaar verder en heb ik een aantal cruciale zaken beter op een rijtje gekregen. Ik heb weer wat bodem onder mijn voeten en een aantal contacten is toch nog hersteld. En dan nu deze prijs. Wat heb ik goed voor mezelf gezorgd en bovenal: wat geweldig dat dat kon. Dank je wel, GGZ. Ik ga een fijne therapie uitzoeken.

- 14-

COLU

MN

Column - Niki Stoker

Mijn sociale leven viel in kwade stukjes uiteen.

Vaste klant

Page 15: e-magazine april

De SPV staat op de tocht…. Onlangs besloot minister Schippers van VWS dat Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen (SPV) geen hoofdbehandelaar meer mogen zijn. Hierdoor en door nieuwe budget-regels van de zorgverzekeraars die hierop inspelen, zie je een ontslaggolf onder SPV of dat hun inhoudelijke taken worden uitgekleed. De SPV-‘n wordt hierin in wezen onevenredig hard getroffen en deze bijzondere beroepsgroep staat hierdoor flink op de tocht. !Minder tijd en zorg voor de cliënt Veel cliënten krijgen noodgedwongen tweedelijns ambulante zorg thuis. GGZ instellingen hebben al jaren geen budget meer om deze zorg als zodanig aan te bieden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de vergoeding van de reiskosten voor de huisbezoeken aan cliënten. Die zijn al langer weggevallen en worden in feite opgevangen door minder contacttijd te bieden. Het wordt nog gekker, de ‘nieuwe hoofdbehandelaar’ waar de SPV onder gaat vallen, moet de cliënt minimaal twee keer per jaar hebben gezien. Gaat deze mee op huisbezoek of nodigt die de cliënt uit? Door de nieuwe afspraken met zorgverzekeraars zijn er budgets vastgesteld voor de zorg. De zorgverzekeraars geven hierbij aan dat hierin alle contacttijd moet plaats vinden. Contact met een extra hoofdbehandelaar leidt impliciet tot hogere kosten en tot minder contacttijd met de cliënt. De overheid stuurt aan op een zuinige en efficiënte GGZ, de paradox is dat de zorg eerder duurder wordt en ontoegankelijker voor de cliënt.

!Mag straks de, in de basis ook HBO opgeleide, fysiotherapeut ook alleen werken met boven zich een medische specialist als hoofdbehandelaar? De Sociaal Psychiatrische Verpleegkundigen zijn van oudsher specialist in de sociale psychiatrie en hebben inmiddels hun strepen verdiend met hun ‘body of knowledge’. Hun domein dient eerder te worden versterkt dan afgezwakt. Als de minister en de politiek dit zou inzien, dan wordt de zorg goedkoper en toegankelijker voor cliënten. !Betekent het dat de nieuwe hoofdbehandelaars zoals de GGZ-psycholoog, Klinisch psycholoog en Verpleegkundig specialist naar school gaan om les te krijgen in de sociale psychiatrie? Of krijgen we een goedkopere variant hiervan die alsnog de cliënt ook thuis kan bezoeken? Inmiddels speelt ook nog het probleem dat er landelijk onvoldoende capaciteit is aan hoofdbehandelaars en dat dat de komende jaren niet minder zal worden. Het plan van de minister is dus, behalve onwenselijk, ook niet uitvoerbaar. !De zorg voor de cliënt wordt in de nieuwe structuur minder toegankelijk, er komen minder contact-uren en er komen meer hoofdbehandelaars. Dat de GGZ goedkoper en anders ingericht moet worden is bekend, maar met deze maatregelen is de cliënt de dupe. Behalve de cliënt die het kan betalen: die zoekt zijn heil bij één van de in aantal groeiende particuliere initiatieven. Dat is het verschuiven van het probleem. Wordt de politiek ergens wakker?

ING

EZO

NDEN

Ingezonden artikel - Ron Weber

GGZ zorg wordt duurder en ontoegankelijker voor de cliënt. Zorg aan cliënten staat onder druk. Veel cliënten zijn gewend dat ze thuis behandeling of ondersteuning krijgen door een Sociaal Psychiatrische Verpleegkundige (SPV). Denk hierbij aan mensen die lijden aan angststoornissen, verslavingsproblemen, psychose maar ook aan de landelijk vooruit geschoven acute dienst. Met de huidige verandering in de zorg en budget onderhandelingen met verzekeraars valt die SPV buiten de boot. Uiteindelijk betaalt de cliënt hiervoor de rekening met minder zorg. Deze zorg is niet op te vangen met de veranderingen in de WMO of de uitgestelde bezuiniging en hervormingen in de AWBZ. Huisartsen trokken eerder al aan de bel omdat mensen met schulden of een laag inkomen opzien tegen de 350 euro die ze moeten betalen aan eigen bijdrage in de GGZ en zo onbedoeld blijven hangen in de ‘nuldelijn’. Die eigen bijdrage is teruggedraaid. Dan de SPV maar skippen?

‘Sorry mevrouw, de Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige komt niet meer’

- 15-

Page 16: e-magazine april

Kijk voor meer informatie op onze website: www.ggztotaal.nl

ontw

erp

e-m

agaz

ine:

Ingr

id H

uism

ans

A

PRIL

2014