Transcript
Page 1: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector

Page 2: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector

Voorwoord

Hierbij bieden wij u de Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (hierna: BBVW) aan. De BBVW is het kader waaraan de jaarverslaggeving van waterschappen dient te voldoen. In de BBVW zijn de verslaggevingsvoorschriften vastgelegd. Met de BBVW is onder andere beoogd iedere doelgroep (algemeen bestuur, dagelijks bestuur en derden) in zijn eigen informatiebehoefte te voorzien. Hiermee bieden de wijzigingen op het punt van de beleidsvoorbereiding en verantwoording mogelijkheden tot het versterken van de positie van het algemeen bestuur als hoogste democratisch gekozen orgaan van de waterschappen. Het Waterschapsbesluit heeft door middel van de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen een nadere invulling gekregen met als doel het voorschrijven van alleen die informatie die echt in de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie van de waterschappen moet voorkomen. In deze regeling zijn richtlijnen opgenomen met betrekking tot de inrichting van de begroting, de jaarverslaggeving, de uitvoeringsinformatie en de informatieverstrekking aan derden. Hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen vormen samen de verslaggevingsvoorschriften van de waterschappen. Wij vertrouwen erop u met deze handleiding te ondersteunen bij een adequate toepassing van de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: drs. A. Doppenberg RA, telefoon 088 407 0669, e-mail: [email protected]. Amsterdam, februari 2012 R. Ellermeijer RA Voorzitter Public Sector Ernst & Young

Page 3: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector

Inhoudsopgave

A  Algemene opmerkingen; handleiding bij gebruik 1 1  Inleiding 1 2  Algemene uitgangspunten BBVW 2 

B  Vragenlijst BBV 4 

Bijlage A Hoofdstukken 1 en 4 Waterschapsbesluit 20 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 20 Hoofdstuk 4. De beleidsvoorbereiding en de verantwoording 21 

Bijlage B Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen 36 

Bijlage 1 43 

Bijlage 2 44 

Toelichting 46 Algemeen 46 1.  Informatiebehoeften van verschillende doelgroepen 47 2.   De uitvoeringsinformatie voor het dagelijks bestuur 49 3.   De informatie die aan derden moet worden verstrekt 50  Artikelsgewijs 53  Onderdeel A: kostensoorten 56 1  Rente en afschrijvingen 56 2  Personeelslasten 57 3  Goederen en diensten van derden 59 4  Bijdragen aan derden 63 5  Toevoegingen voorzieningen/ onvoorzien 64  Onderdeel B: Opbrengstsoorten 65 1  Financiële baten 65 2  Personeelsbaten 65 3  Goederen en diensten aan derden 66 4  Bijdragen van derden 67 5  Waterschapsbelastingen 68 6  Interne verrekeningen 69 

De Public Sector van Ernst & Young 78  Aantekeningen 80

Page 4: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1

A Algemene opmerkingen; handleiding bij gebruik

1 Inleiding Voor de jaarverslaggeving van waterschappen is de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (hierna: BBVW) van toepassing. Om opstellers en gebruikers van begrotingen, meerjarenramingen, uitvoeringsinformatie en jaarverslaggeving van waterschappen in staat te stellen op een eenvoudige en snelle wijze te kunnen beoordelen of voldaan wordt aan de minimumeisen die het BBVW stelt, is een vragenlijst opgesteld. Als aan de minimumeisen, voorzover van toepassing, voldaan wordt, is dat in de kolom ‘ja’ aan te geven. Een aanduiding in de kolom ‘nee’ houdt dus in dat van de voorschriften wordt afgeweken. Als algemene bepaling inzake de begroting, meerjarenraming, uitvoeringsinformatie en de jaarverslaggeving is in artikel 4.3 van het Waterschapsbesluit opgenomen dat deze dienen te voldoen aan de normen die voor waterschappen als aanvaardbaar worden beschouwd en een zodanig inzicht geven dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de ontwikkeling van de netto-kosten (‘inzichtvereiste’). Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot afwijkingen van de bij of krachtens de wet uitgegeven voorschriften om daarmee aan dit ‘inzichtvereiste’ te voldoen. Daar in deze situaties bijzondere overwegingen een rol spelen, kan daarmee in deze handleiding geen rekening worden gehouden. De vragenlijst inzake de minimumvereisten volgens het BBVW is opgenomen in onderdeel B. Bij de vragenlijst is de indeling van het BBVW gevolgd en wordt steeds verwezen naar het betreffende artikel in het BBVW. Indien u over de toepassing van de checklist of over andere aspecten van de voorschriften vragen heeft, kunt u zich wenden tot de deskundigen van de Public Sector van Ernst & Young in uw regio. U kunt hen vinden achter in deze handleiding en op onze website www.ey.nl. Voor specifieke vragen adviseren wij u contact op te nemen met: — drs. A. Doppenberg RA tel. 088 407 0669 — R. Gosselink RA tel. 088 407 6190 Zij zijn graag bereid u te adviseren.

Page 5: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 2

2 Algemene uitgangspunten BBVW Aan de in hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit opgenomen bepalingen liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag (pag. 70 Waterschapsbesluit): a. Uitvoering geven aan de doelstellingen van de Wet modernisering waterschapsbestel ten aanzien van de

cyclus van beleidsvoorbereiding tot en met verantwoording. b. Uitvoering geven aan het nieuwe financieringsstelsel van de Wet modernisering waterschapsbestel, met

name het doen opgaan van de ‘oude kostendragers’ (taken) waterkeringszorg, waterkwantiteitsbeheer en het passief waterkwaliteitbeheer in de ‘nieuwe kostendrager’ watersysteembeheer.

c. Zo veel mogelijk aansluiten bij het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies. d. Zo veel mogelijk in de informatiebehoefte van iedere doelgroep voorzien met eigen documenten en/of

informatie. e. De beleidsinstrumenten moeten naaste een goed inzicht in beleidsvoornemens en uitvoering een goed

inzicht geven in de ontwikkeling van de financiele positie en de netto-kosten. f. Verankeren van het BBP-traject van de waterschappen. g. Bijdragen aan een betere vergelijkbaarheid van de waterschappen. h. Doorvoeren van de wijzigingen die voortvloeien uit nieuwe regelgeving, zoals de Wet Financiering decentrale

overheden en de uit de Economische en Monetaire Unie (EMU) voortvloeiende rapportage verplichtingen. i. Inspelen op ontwikkelingen die in de taakuitoefening van de waterschappen hebben voorgedaan. j. Het verkleinen van het risico van interpretatieverschillen van de regelgeving. Deze uitgangspunten hebben geleid tot de algemene bepalingen die in de paragrafen 4.2 en 4.3 van het Waterschapsbesluit zijn opgenomen. Art. 4.2 lid 1 Voor de meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie wordt het

stelsel van baten en lasten gehanteerd. Art. 4.2 lid 2 De baten en de lasten van het begrotingsjaar worden in de meerjarenraming, de begroting, de

jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie opgenomen, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar leiden, onderscheidenlijk hebben geleid.

Art. 4.2 lid 3 Onder de baten en lasten worden ook begrepen de over het eigen vermogen en de voorzieningen

berekende bespaarde rente. Art. 4.2 lid 4 De kostentoerekening die door het waterschap wordt toegepast vindt plaats op basis van objectieve,

bedrijfseconomische criteria. Art. 4.2 lid 5 Het is niet geoorloofd in de begroting en in de jaarrekening lasten en baten, activa en passiva

alsmede balansmutaties tegen elkaar te laten wegvallen, indien zij krachtens dit besluit in afzonderlijke posten moeten worden opgenomen.

Page 6: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 3

Art. 4.3 lid 1 De meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie geven volgens normen die voor waterschappen als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevolgd over de financiële positie en over de ontwikkeling van de netto-kosten. In het bijzonder het algemeen bestuur moet in staat worden gesteld zich een zodanig oordeel te vormen.

Art. 4.3 lid 2 De meerjarenraming, de begroting, de uitvoeringsinformatie daarbij en de toelichtingen geven

duidelijk en stelselmatig de omvang van de geraamde netto-kosten. De begroting geeft tevens duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie.

Art. 4.3 lid 3 De jaarverslaggeving, de uitvoeringsinformatie en de toelichtingen geven getrouw, duidelijk en

stelselmatig de netto-kosten, de balansmutaties en de omvang van de balansposten van het begrotingsjaar weer. De jaarrekening geeft tevens een getrouw, duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie aan het einde van het begrotingsjaar.

Page 7: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 4

B Vragenlijst BBV

Verwijzing Ja Nee Nvt

1. Inrichting meerjarenraming en toelichting

Art. 4.4 lid 1 Is de indeling van de begroting en de jaarverslaggeving identiek.

Art. 4.4 lid 2 Is de indeling van de meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie identiek aan het voorafgaande begrotingsjaar. Indien nee, worden er in de toelichting de verschillen aangegeven en worden de redenen die tot afwijking hebben geleid uiteengezet.

Artikel 4.5 lid 1 en lid 2 Verbonden partijen zijn niet meegeconsolideerd in de begroting en jaarverslaggeving met uitzondering van rechtspersonen die zijn opgericht ten behoeve van de in artikel 4.42, eerste lid, eerste volzin bedoelde activa waarin het waterschap het volledig financieel belang alsmede de feitelijke zeggenschap heeft.

Artikel 4.6 lid 1 De meerjarenraming bevat het naar programma’s onderscheiden beleid dat door het waterschap zal worden gevoerd en de financiële gevolgen daarvan, waaronder de netto-kosten van het bestaande en het nieuwe beleid, voor het komende begrotingsjaar alsmede tenminste de drie jaren volgend op het komende begrotingsjaar.

Artikel 4.6 lid 2 Bestaat de meerjarenraming per programma ten minste de volgende informatie: A. De doelstellingen, in het bijzonder de beoogde

effecten. B. De wijze waarop er naar gestreefd zal worden die

effecten te bereiken. C. De geraamde netto-kosten.

Artikel 4.7 Besteed de toelichting op de meerjarenraming ten minste afzonderlijke aandacht aan: 1. De externe en interne ontwikkelingen die relevant

zijn voor het beleid van het waterschap. 2. Gehanteerde kwantitatieve uitgangspunten en

normen voor lastenstijgingen, batenstijgingen dan wel lastendalingen of batendalingen die aan de geraamde bedragen ten grondslagen liggen.

3. De lopende en voorgenomen investeringen. 4. De financiering. 5. Het weerstandsvermogen,waarbij wordt ingegaan

op aard, stand en verloop van de algemene reserve en de voorzieningen.

6. De ontwikkeling van de waterschapsbelasting in de komende jaren, mede in relatie tot de stand en het verloop van de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie, als bedoeld in artikel 4.52, eerste

Page 8: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 5

Verwijzing Ja Nee Nvt

lid, onderdeel b.

Artikel 4.8 Bestaat het weerstandsvermogen uit de relatie tussen: A. De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en

mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken.

B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

2. Inrichting begroting en toelichting Ja Nee Nvt

Artikel 4.9 Bestaat de begroting uit: A. Het programmaplan. B. De paragrafen. C. De begroting naar programma’s. D. De begroting naar kostendragers met toelichting. E. De begroting naar kosten- en opbrengstensoorten.

Artikel 4.10 lid 1 Het programmaplan bevat het naar programma’s onderscheiden te realiseren beleid van het waterschap voor het begrotingsjaar.

Artikel 4.10 lid 2 Het programmaplan bevat per programma ten minste de volgende informatie: A. De doelstellingen, in het bijzonder de beoogde

effecten. B. De wijze waarop er naar gestreefd zal worden die

effecten te bereiken. C. De geraamde netto- kosten.

Artikel 4.10 lid 3 Het programmaplan omvat alle baten en lasten van het waterschap.

Artikel 4.11 lid 1 In de begroting worden in afzonderlijke paragrafen vastgelegd de uitgangspunten, de hoofdlijnen van het beleid met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de financiële gevolgen van dat beleid.

Artikel 4.11 lid 2 De begroting bevat ten minste de volgende paragrafen, tenzij het desbetreffende aspect bij het waterschap niet aan de orde is: a. Ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar. b. Uitgangspunten en normen. c. Incidentele baten en lasten. d. Kostentoerekening. e. Onttrekking aan overige bestemmingsreserves en

voorzieningen. f. Waterschapsbelastingen. g. Weerstandsvermogen. h. Financiering. i. Verbonden partijen. j. Bedrijfsvoering. k. EMU-saldo.

Artikel 4.12 In de paragraaf betreffende de ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar wordt ten minste ingegaan op: a. Externe en interne ontwikkelingen die zich sinds

Page 9: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 6

Verwijzing Ja Nee Nvt

het vaststellen van de vorige begroting en de behandeling van de meerjarenraming hebben voorgedaan.

b. Afwijkingen van de uitgangspunten en grondslagen zoals deze voor de vorige begroting en de meerjarenraming zijn gehanteerd.

c. Belangrijke afwijkingen in de cijfers van de meerjarenraming.

Artikel 4.13 In de paragraaf betreffende de uitgangspunten en normen wordt ten minste ingegaan op; a. De autonome salarisontwikkeling die is

verdisconteerd. b. De overige autonome loonkosten waarmee

rekening is gehouden. c. De overige uitgangspunten en de normen die voor

lastenstijgingen en lastendalingen dan wel batenstijgingen en batendalingen zijn gehanteerd en die deels aan de geraamde bedragen ten grondslag liggen.

Artikel 4.14 De paragrafen betreffende de incidentele baten en lasten bevat een overzicht van de baten en lasten die eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren worden beschouwd.

Artikel 4.15 In de paragraaf betreffende de kostentoerekening wordt ingegaan op de principes die zijn gehanteerd bij de toerekening van kosten aan de kostendrager. Deze paragraaf bevat ten minste; a. De wijze waarop uitvoering is gegeven aan de in

artikel 4.2 vierde lid, bedoelde eis. b. De kwantitatieve grondslagen die als onderdeel van

de kostentoerekening zijn gehanteerd.

4.16 In de paragraaf betreffende de onttrekking aan overige bestemmingsreserve en voorzieningen wordt ingegaan op de bedragen die rechtstreeks uit voorzieningen worden onttrokken alsmede op het beroep dat op de overige bestemmingsreserve, bedoeld in artikel 4.52, eerste lid, onderdeel c, wordt gedaan.

4.17 De paragraaf betreffende de waterschapsbelastingen bevat ten minste: a. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse

belastingen. b. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. c. De mate van kostendekkendheid van de diverse

belastingen, waarbij wordt ingegaan op de stand aan het begin, de mutaties en de stand aan het eind van het begrotingsjaar van de bestemmingsreserves voor tariefsegalisatie, bedoeld in artikel 4.52, eerste lid, onderdeel b.

d. De geraamde opbrengsten. e. De tarieven. f. Een aanduiding van de lastendruk die het gevolg is

Page 10: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 7

Verwijzing Ja Nee Nvt

van de waterschapsbelastingen.

4.18 De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille.

4.19 De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: a. Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit,

met daarbij een beschouwing over de stand aan het begin, de mutaties en de stand aan het eind van het begrotingsjaar van de algemene reserves en de voorzieningen.

b. Een inventarisatie van de risico’s. c. Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de

risico’s.

4.20 De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. De visie op verbonden partijen in relatie tot de

realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting.

b. De beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen.

4.21 De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.

4.22 In de paragraaf betreffende het EMU-saldo wordt het EMU-saldo van het waterschap gespecificeerd overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde regels.

4.23 De begroting naar programma’s bevat een overzicht van de netto-kosten van de programma’s die zijn opgenomen in het programmaplan.

4.24 lid 1 De begroting naar kostendragers bevat de volgende kostendragers, tenzij de betreffende kostendrager bij het desbetreffende waterschap niet aan de orde is: a. Watersysteembeheer. b. Zuiveringsbeheer. c. Wegenbeheer.

4.24 lid 3 De begroting naar kostendragers geeft weer per kostendrager: a. De netto-kosten die worden toegerekend. b. Het bedrag voor onvoorzien. c. De gederfde opbrengst als gevolg van

kwijtscheldingen en oninbaarverklaringen. d. De dividenden en overige algemene opbrengsten. e. De verwachte opbrengsten uit belastingheffing

(saldo voorgaande onderdelen). f. De geraamde toevoegingen en onttrekkingen aan

reserves. g. De tarieven van de betreffende

waterschapsbelastingen.

Page 11: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 8

Verwijzing Ja Nee Nvt

4.24 lid 4 Van de in het derde lid genoemde bedragen en tarieven worden zowel het geraamde bedrag van het begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging, als het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar weergegeven.

4.24 lid 5 Indien er een aanmerkelijk verschil is tussen de raming van het begrotingsjaar en die van het vorig begrotingsjaar na wijziging wordt in de toelichting op de begroting naar kostendragers ingegaan op de oorzaken van het verschil.

4.25 lid 1 De begroting naar kosten- en opbrengstsoorten wordt ingedeeld volgens bij ministeriële regeling vast te stellen groepen van kosten- en opbrengstsoorten. (zie bijlage 2 bij de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen elders in deze handleiding)

4.25 lid 2 Van de lasten en baten die in de begroting naar kosten- en opbrengstsoorten worden opgenomen worden zowel het geraamde bedrag van het begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging als het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar weergegeven.

4.26 In een besluit tot wijziging van de begroting wordt in ieder geval aandacht besteed aan de noodzaak voor de wijziging, aan de mutatie en aan het nieuwe geraamde bedrag, alsmede aan de wijze waarop de dekking van het benodigde bedrag dan wel de bestemming van het bedrag dat niet zal worden besteed zal plaats vinden.

3. Jaarstukken Ja Nee Nvt

4.27 lid 1 De jaarverslaggeving bestaat ten minste uit: a. Het jaarverslag. b. De jaarrekening.

4.27 lid 2 Het jaarverslag bestaat uit: a. De programmaverantwoording. b. De paragrafen.

4.27 lid 3 De jaarrekening bestaat uit: a. De exploitatierekening naar programma’s. b. De exploitatierekening naar kostendragers en de

toelichting. c. De exploitatierekening naar kosten- en

opbrengstsoorten. d. De balans en de toelichting.

4.29 lid 1 De programmaverantwoording bevat de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de begroting.

4.29 lid 2 De programmaverantwoording biedt per programma inzicht in: a. De mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd. b. De wijze waarop getracht is de beoogde effecten te

bereiken. c. De gerealiseerde netto- kosten in relatie tot de

Page 12: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 9

Verwijzing Ja Nee Nvt

daarvoor in de begroting opgenomen bedragen. d. Belangrijke afwijkingen tussen de realisatie in de

jaarverslaggeving en de plannen in de begroting, waarbij een analyse plaatsvindt.

4.29 lid 3 De programmaverantwoording omvat het totaal van baten en lasten van het waterschap.

4.30 lid 1 Het jaarverslag bevat ten minste de paragrafen die ingevolge artikel 4.11, in de begroting zijn opgenomen, met dien verstande dat in plaats van onderdeel a van dat artikel een paragraaf betreffende de ontwikkelingen in het vorig begrotingsjaar wordt opgenomen, met uitzondering van de onderdelen b en d, van dat artikel, alsmede een paragraaf betreffende topinkomens. Ze bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen.

4.30 lid 2 In de paragraaf betreffende het EMU-saldo wordt de in artikel 4.22 bedoelde specificatie opgenomen voor het begrotingsjaar en volgens de realisatie van het vorige begrotingsjaar.

4.30 lid 3 In de paragraaf betreffende topinkomens wordt de informatie opgenomen, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.

4.31 De exploitatierekening naar programma’s bevat een overzicht van de gerealiseerde netto- kosten van de programma’s die zijn opgenomen in de programmaverantwoording.

4.32 lid 1 De exploitatierekening naar kostendragers geeft per kostendrager weer: a. De gerealiseerde netto- kosten die zijn

toegerekend. b. De werkelijk kwijtgescholden en oninbaar

verklaarde bedragen. c. De gerealiseerde dividenden en overige algemene

opbrengsten. d. De gerealiseerde belastingopbrengsten. e. Het gerealiseerde resultaat voor bestemming,

volgend uit voorgaande onderdelen. f. Bestemming van het resultaat op basis van

besluiten die zijn genomen tijdens het begrotingsjaar.

g. Nog te bestemmen resultaat, waarbij in geval van een positief saldo een voorstel voor de bestemming hiervan en in geval van een negatief saldo een voorstel voor de wijze waarop dit tekort zal worden gedekt, wordt gedaan.

h. De werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves.

Page 13: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 10

Verwijzing Ja Nee Nvt

4.32 lid 2 De exploitatierekening naar kostendragers bevat van de onderdelen genoemd in het eerste lid ook de ramingen uit de begroting en de begroting na wijziging.

4.33 De toelichting op de exploitatierekening naar kostendragers bevat ten minste voor alle onderdelen van artikel 4.32, eerste lid, een analyse van de afwijkingen tussen de exploitatierekening en de begroting.

4.34 Van de lasten en baten die in de exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten worden opgenomen, worden ook de ramingen uit de begroting en de begroting na wijziging vermeld.

4.37 lid 1 Het bedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt wordt niet in de balans, maar in de toelichting op de balans opgenomen.

4.37 lid 2 In de toelichting op de balans worden de borgstellingen, bedoeld in het eerste lid, gespecificeerd naar de aard van de geldleningen, waarbij per specificatie wordt vermeld: a. Het oorspronkelijk bedrag van de gewaarborgde

geldlening. b. Het percentage van het leningbedrag waarvoor

borgstelling is verleend. c. Het restantbedrag van de lening bij aanvang van

het begrotingsjaar. d. Het restantbedrag van de lening aan het eind van

het begrotingsjaar.

4.37 lid 3 In de toelichting op de balans wordt een specificatie opgenomen van de garantstellingen als bedoeld in het eerste lid.

4.37 lid 4 In de toelichting wordt het totaalbedrag opgenomen van de betalingen die inzake de borg- en garantstelling zijn gedaan tot en met het eind van het begrotingsjaar.

4.37 lid 5 Voor zover dit noodzakelijk is voor het te verschaffen inzicht, wordt in de toelichting op de balans vermeld ten aanzien van welke borgstellingen en garantstellingen, bedoeld in het eerste lid, het waterschap zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren van goederen.

4.60 lid 1 In de toelichting op de balans wordt aangegeven volgens welke methoden en termijnen de afschrijvingen worden berekend en wordt van iedere balanspost vermeld welke waarderingsgrondslag is gehanteerd.

4.60 lid 2 Indien in de loop van het begrotingsjaar wijzigingen zijn aangebracht in de methoden en termijnen volgens welke de afschrijvingen worden berekend, wordt in de toelichting vermeld welke wijzigingen het hier betreft en wordt ingegaan op de redenen die tot wijziging hebben geleid.

Page 14: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 11

Verwijzing Ja Nee Nvt

3.1 Activa

4.38 Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van het waterschap al dan niet duurzaam te dienen.

4.40 Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa.

3.1.1 Vaste activa

4.41 lid 1 In de toelichting op de balans worden de immateriële vaste activa gespecificeerd in: a. Afsluiten geldleningen en het saldo van agio en

disagio. b. Onderzoek en ontwikkeling. c. Bijdragen aan activa in eigendom van:

1. Bedrijven. 2. Overheden. 3. Overigen.

d. Overige immateriële vaste activa.

4.41 lid 2 De post onderzoek en ontwikkeling wordt afzonderlijk toegelicht.

4.63 Inzet van middelen ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling kan worden geactiveerd indien: a. De investering naar verwachting technisch

uitvoerbaar is. b. De investering in de toekomst nut zal genereren. c. De uitgaven die aan de investering zijn toe te

rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

4.42 lid 1 Tot de materiële vaste activa behoren zowel werken die in exploitatie zijn als onderhanden werken. Onder de materiële vaste activa worden mede begrepen activa waarvoor het waterschap financiële leasecontracten is aangegaan en waarbij het economisch eigendom bij het waterschap berust.

4.42 lid 2 In de toelichting op de balans worden de materiële vaste activa gespecificeerd in: a. Gronden en terreinen. b. Vervoermiddelen. c. Machines, apparaten en werktuigen. d. Bedrijfsgebouwen. e. Woonruimten. f. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken. g. Overige materiële vaste activa.

4.42 lid 3 In de toelichting op de balans wordt van de materiële vaste activa aangegeven welke in erfpacht zijn uitgegeven.

4.42 lid 4 In de toelichting op de balans wordt het verloop van de materiële vaste activa gedurende het begrotingsjaar gespecificeerd overeenkomstig het tweede lid, met uitzondering van de werken die aan het einde van het begrotingsjaar nog onderhanden waren, in een sluitend

Page 15: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 12

Verwijzing Ja Nee Nvt

overzicht weergegeven. Daaruit blijkt, voor zover van toepassing: a. De boekwaarde aan het begin van het

begrotingsjaar. b. De investeringen of desinvesteringen. c. De afschrijvingen. d. Bijdragen van derden direct gerelateerd aan een

actief. e. Afwaarderingen wegens duurzame

waardeverminderingen. f. De boekwaarde aan het einde van het

begrotingsjaar.

4.42 lid 5 In het overzicht, bedoeld in het vierde lid, worden de werken die aan het einde van het begrotingsjaar nog onderhanden zijn als één post vermeld.

4.42 lid 6 In de toelichting op de balans wordt een totaaloverzicht gegeven van alle werken die aan het begin van het begrotingsjaar nog onderhanden waren en die lopende het jaar zijn gestart. Voor de werken die aan het einde van het begrotingsjaar nog een restantkrediet hadden, worden de verwachtingen weergegeven over het vervolg van deze werken.

4.42 lid 7 Indien het waterschap voor de materiële vaste activa meerjarige operationele lease-contracten heeft afgesloten, worden de daarmee verband houdende financiële verplichtingen in de toelichting op de balanspost vermeld. Daarbij wordt ten minste weergegeven: a. De looptijd. b. De aard van de verplichting. c. De daarmee gemoeide bedragen. d. Eventuele andere relevante voorwaarden.

4.64 Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd indien: a. Sprake is van een investering door een derde. b. De investering bijdraagt aan de publieke taak. c. De derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk

investeren op een wijze zoals is overeengekomen. d. De bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de

derde in gebreke blijft of het waterschap anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

4.65 lid 1 Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd.

4.65 lid 2 In afwijking van het eerste lid worden bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief op de waardering daarvan in mindering gebracht.

4.66 lid 1 Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, met inachtneming van artikel 4.65, tweede lid.

Page 16: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 13

Verwijzing Ja Nee Nvt

4.66 lid 2 De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten.

4.66 lid 3 De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt opgenomen de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Een redelijk deel van de kosten van ondersteunende diensten van het waterschap kan in de vervaardigingsprijs worden opgenomen.

4.66 lid 4 Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.

4.66 lid 5 Activa waarvoor het waterschap financiële lease-contracten is aangegaan en waarbij het economisch eigendom bij het waterschap berust, worden op basis van de nominale waarde gewaardeerd.

4.66 lid 6 Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen.

4.66 lid 7 Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd alsmede het eigen vermogen.

4.66 lid 8 Bij de waardering van financiële vaste activa, uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar, kortlopende vorderingen en overlopende activa wordt rekening gehouden met oninbaarheid.

4.67 lid 1 De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar.

4.67 lid 2 Slechts wegens gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor de financiële positie en voor de baten en de lasten, aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar.

4.67 lid 3 Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur.

4.67 lid 4 In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 4.41, eerste lid, onderdeel a, maximaal gelijk aan de looptijd van de lening.

4.67 lid 5 In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 4.41, eerste lid, onderdeel b, ten hoogste vijf jaar.

Page 17: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 14

Verwijzing Ja Nee Nvt

4.67 lid 6 In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 4.41, eerste lid, onderdelen c en d, ten hoogste vijf jaar, tenzij gemotiveerd wordt dat een andere periode passender is.

4.68 lid 1 Naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

4.68 lid 3 Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld wordt afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling, indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde.

4.61 De aard en omvang van de aangebrachte dan wel geraamde waardeverminderingen van de leningen en vorderingen, bedoeld in artikel 4.66, achtste lid, van de vaste activa, bedoeld in artikel 4.68, eerste lid, en van de deelnemingen en voorraden, bedoeld in artikel 4.68, tweede lid, worden in de toelichting op de balans opgenomen.

4.43 In de toelichting op de balans worden de financiële vaste activa gespecificeerd in: a. Kapitaalverstrekkingen aan:

1. Bedrijven. 2. Overheden. 3. Overigen.

b. Leningen aan: 1. Ambtenaren. 2. Bedrijven. 3. Overheden. 4. Overigen.

c. Overige uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of langer.

3.1.2 Vlottende activa

4.44 Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen, de kortlopende vorderingen en de overlopende activa.

4.68 lid 2 Voorraden en deelnemingen worden tegen de marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

4.45 In de toelichting op de balans worden onder de voorraden afzonderlijk opgenomen: a. Onderhanden werken voor derden. b. Grond- en hulpstoffen voor eigen gebruik.

4.46 In de toelichting op de balans worden de uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar gespecificeerd in: a. Uitzettingen bij bedrijven. b. Verstrekte kasgeldleningen. c. Overige uitzettingen.

Page 18: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 15

Verwijzing Ja Nee Nvt

4.47 In de balans worden onder de liquide middelen opgenomen de kasmiddelen, cheques en tegoeden op bank- en girorekeningen, waaronder de rekening courant-tegoeden.

4.48 lid 1 In de toelichting op de balans worden de kortlopende vorderingen gespecificeerd in: a. Vorderingen op belastingdebiteuren. b. Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen. c. Overige vorderingen.

4.48 lid 2 In de toelichting op de balans wordt van de kortlopende vorderingen aangegeven welke op de balansdatum direct opeisbaar zijn en welke op de balansdatum niet direct opeisbaar zijn.

4.48 lid 3 Indien bij de waardering van de kortlopende vorderingen rekening is gehouden met oninbaarheid, wordt in de toelichting op de balanspost vermeld wat de invloed hiervan op de waarde is geweest.

4.48 lid 4 In de toelichting op de balanspost kortlopende vorderingen wordt ingegaan op de financiële risico’s die het waterschap ten aanzien van de vorderingen loopt.

4.49 lid 1 In de toelichting op de balans worden onder de overlopende activa afzonderlijk opgenomen: a. De van de Europese Unie, het Rijk of provincies nog

te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen.

b. Overige nog te ontvangen bedragen alsmede de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen.

4.49 lid 2 In de toelichting op de balans wordt per uitkering het verloop gedurende het jaar van de nog te ontvangen voorschotbedragen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, in een overzicht weergegeven. Daaruit blijkt: a. Het saldo aan het begin van het begrotingsjaaR. b. De toevoegingen. c. De ontvangen bedragen. d. Het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

3.2 Passiva

4.39 Op de balans worden de passiva onderscheiden in vaste en vlottende passiva.

4.62 In de toelichting op de balans worden de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld waaraan het waterschap voor toekomstige jaren is verbonden.

3.2.1 Vaste passiva

4.50 Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer.

Page 19: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 16

Verwijzing Ja Nee Nvt

4.51 lid 1 Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het nog te bestemmen resultaat volgend uit de exploitatierekening naar kostendragers.

4.51 lid 2 Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk op de balans opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen.

4.52 lid 1 Op de balans worden de reserves onderscheiden naar: a. Algemene reserves. b. Bestemmingsreserves voor tariefsegalisatie,

waaronder wordt verstaan reserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de belastingtarieven en niet specifiek besteed dienen te worden.

c. Overige bestemmingsreserves.

4.52 lid 2 Onder bestemmingsreserve wordt verstaan: een reserve waaraan het algemeen bestuur een bepaalde bestemming heeft gegeven.

4.53 lid 1 In de toelichting op de balans wordt per reserve het verloop gedurende het begrotingsjaar in een overzicht weergegeven, waaruit blijkt: a. Het saldo aan het begin van het begrotingsjaar. b. Interne vermeerderingen. c. Interne verminderingen. d. Het voorstel voor de toevoegingen of

onttrekkingen via de resultaatbestemming bij de programmarekening.

e. Het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

4.53 lid 2 Per reserve wordt de aard, reden, gewenste omvang, alsmede de in het eerste lid bedoelde toevoegingen en onttrekkingen afzonderlijk toegelicht.

4.54 Voorzieningen worden gevormd wegens: a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op

de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.

b. Op de balansdatum aanwezige risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.

c. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, indien het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

4.55 lid 1 In de toelichting op de balans wordt elke voorziening afzonderlijk vermeld, overeenkomstig de volgende rubricering: a. Voorzieningen voor arbeidsgerelateerde

verplichtingen. b. Voorzieningen voor baggeren en saneren van

waterlopen. c. Voorzieningen voor overige

Page 20: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 17

Verwijzing Ja Nee Nvt

onderhoudswerkzaamheden. d. Voorzieningen sale and lease back-

overeenkomsten. e. Voorzieningen voor claims van ingezetenen en

bedrijven. f. Overige voorzieningen.

4.55 lid 2 Per voorziening wordt het verloop gedurende het begrotingsjaar in een overzicht weergegeven, waaruit blijkt: a. Het saldo aan het begin van het begrotingsjaar. b. Vermeerderingen als gevolg van rentetoevoegin. c. Overige interne vermeerderingen. d. Interne verminderingen. e. Externe verminderingen. f. Saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

4.55 lid 3 Per voorziening wordt de aard, reden en gewenste omvang, alsmede de in het tweede lid bedoelde toevoegingen en onttrekkingen afzonderlijk toegelicht.

4.56 lid 1 In de toelichting op de balans worden de vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer gespecificeerd in: a. Obligatieleningen van:

1. Andere overheden. 2. Overigen.

b. Onderhandse leningen van: 1. Binnenlandse pensioenfondsen en

verzekeringsinstellingen. 2. Binnenlandse banken en overige financiële

instellingen. 3. Binnenlandse bedrijven. 4. Overige binnenlandse sectoren; 5. Buitenlandse instellingen, fondsen, banken,

bedrijven en overige sectoren. c. Door derden belegde gelden. d. Derivaten op vaste schulden. e. Langlopende financiële leaseverplichtingen. f. Waarborgsommen.

4.56 lid 2 In de toelichting op de balans wordt de rentelast voor het begrotingsjaar vermeld van alle in het eerste lid genoemde groepen van vaste schulden.

4.56 lid 3 In de toelichting op de balans wordt aangegeven voor welke schulden zakelijke zekerheid is gesteld en in welke vorm dat is gebeurd.

4.56 lid 4 Voor zover dit noodzakelijk wordt geacht voor het te verschaffen inzicht, wordt in de toelichting op de balans vermeld ten aanzien van welke schulden het waterschap zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren van goederen.

Page 21: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 18

Verwijzing Ja Nee Nvt

3.2.2 Vlottende passiva

4.57 Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto- vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva.

4.58 In de toelichting op de balans worden de netto-vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar gespecificeerd in: a. Kasgeldleningen. b. Derivaten op kortlopende geldleningen. c. Negatieve bank- en girosaldi. d. Schulden aan leveranciers. e. Schulden in verband met te betalen belastingen,

sociale en pensioenpremies. f. Overige kortlopende schulden.

4.59 lid 1 In de toelichting op de balans worden de overlopende passiva gespecificeerd in: a. Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn

opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen.

b. De van de Europese Unie, het Rijk of provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

c. overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen.

4.59 lid 2 In de toelichting op de balans wordt per uitkering het verloop gedurende het jaar van de ontvangen voorschotbedragen, bedoeld in het eerste lid onderdeel b, in een overzicht weergegeven, waaruit blijkt: a. Het saldo aan het begin van het begrotingsjaar. b. De toevoegingen. c. De vrijgevallen bedragen. d. Het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

4. Uitvoeringsinformatie

4.69 De uitvoeringsinformatie wordt door het dagelijks bestuur vastgesteld.

4.70 In de uitvoeringsinformatie met betrekking tot de meerjarenraming worden de volgende gegevens van het begrotingsjaar en ten minste de drie daarop volgende jaren opgenomen: a. De raming van de netto- kosten van

beleidsproducten. b. De netto- investeringsuitgaven ingedeeld naar

beleidsvelden.

4.71 lid 1 De uitvoeringsinformatie met betrekking tot de begroting bestaat uit: a. De raming van baten en lasten naar kosten- en

opbrengstsoorten. b. De raming van netto- kosten naar

beleidsproducten. c. De lijst van verbonden partijen.

Page 22: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 19

Verwijzing Ja Nee Nvt

d. De staat van vaste activa. e. De staat van reserves. f. De staat van voorzieningen. g. De staat van vaste schulden.

4.71 lid 2 In of bij de raming naar de producten worden de principes waarmee de opbrengsten en kosten aan de producten zijn toegerekend weergegeven.

4.71 lid 3 De ramingen van de baten en lasten naar kosten- en opbrengstsoorten en de netto- kosten naar beleidsproducten omvatten alle baten en lasten.

4.71 lid 4 De waterschappen kunnen hun geraamde netto- kosten eenduidig toerekenen aan beheerproducten.

4.72 lid 1 De uitvoeringsinformatie met betrekking tot de jaarverslaggeving bestaat uit: a. De realisatie van baten en lasten naar kosten- en

opbrengstsoorten. b. De realisatie van netto-kosten naar

beleidsproducten. c. De lijst van verbonden partijen. d. De staat van vaste activa. e. De staat van vaste schulden.

4.72 lid 2 De realisaties van de baten en lasten naar kosten- en opbrengstsoorten en van de netto- kosten naar beleidsproducten omvatten alle baten en lasten.

4.72 lid 3 De indeling van de kostentoerekeningsprincipes behorende bij de realisaties van de kosten- en opbrengstsoorten en van de netto- kosten naar beleidsproducten zijn identiek aan die van de raming naar kosten- en opbrengstsoorten respectievelijk naar producten.

4.72 lid 4 De waterschappen kunnen hun gerealiseerde netto- kosten eenduidig toerekenen aan beheerproducten.

Page 23: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 20

Bijlage A Hoofdstukken 1 en 4 Waterschapsbesluit

(Tekst geldend op: 19-06-2011) Besluit van 29 november 2007, houdende regels met betrekking tot de waterschappen (Waterschapsbesluit) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. — Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 15 augustus 2007, nr.

HDJZ/I&O/2007-904, Hoofddirectie Juridische Zaken; — Gelet op de artikelen 18, vierde lid, 19, tweede en derde lid, 20, tweede en vierde lid, 21, eerste en vijfde

lid, 24, tweede en derde lid, 25, 29, eerste lid, 32a, 44, eerste lid, 49, eerste en tweede lid, 98a, eerste en tweede lid, 109, zesde lid, 120, vierde lid, 122g, 122k, tweede lid, en 126a van de Waterschapswet;

— De Raad van State gehoord (advies van 8 oktober 2007, nr. W09.07.0306/IV); — Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 26 november 2007, nr.

HDJZ/WAT/2007-1514, Hoofddirectie Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: — Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat. — Wet: Waterschapswet.

Page 24: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 21

Hoofdstuk 4. De beleidsvoorbereiding en de verantwoording

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 4.1 In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: — begroting na wijziging: de begroting zoals deze luidt na verwerking van alle door het algemeen bestuur

lopende het begrotingsjaar vastgestelde begrotingswijzigingen; — CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek; — deelneming: een participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin het waterschap aandelen

heeft; — EMU: de Economische en Monetaire Unie; — EMU-saldo: het vorderingensaldo op transactiebasis van de gehele sector overheid, met inbegrip van de

centrale overheid, sociale fondsen en lokale overheden; — financieel belang: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien

de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt;

— kosten- en opbrengstsoorten: indeling waarmee de lasten en baten naar hun aard worden gerangschikt; — kostendragers: indeling waarmee de netto-kosten worden gerangschikt naar de taken die in het reglement

aan het waterschap worden opgedragen of door het algemeen bestuur worden onderscheiden en waarvoor een aparte belasting wordt geheven;

— netto-kosten: kosten die aan een bepaald programma, een bepaald product of een bepaalde kostendrager worden toegerekend en waarvan zijn afgetrokken de baten (met uitzondering van de belastingopbrengsten en andere algemene opbrengsten) die aan hetzelfde programma of product danwel dezelfde kostendrager worden toegerekend;

— overheden: Rijk, provincies, gemeenten, andere waterschappen, gemeenschappelijke regelingen, sociale fondsen en entiteiten die worden gefinancierd en gecontroleerd door de overheid;

— programma: een samenhangend geheel van activiteiten; — verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het waterschap een

bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.

Artikel 4.2 1 Voor de meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie wordt het stelsel

van baten en lasten gehanteerd. 2 De baten en de lasten van het begrotingsjaar worden in de meerjarenraming, de begroting, de

jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie opgenomen, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar leiden, onderscheidenlijk hebben geleid.

3 Onder de baten en lasten worden ook begrepen de over het eigen vermogen en de voorzieningen berekende bespaarde rente.

4 De kostentoerekening die door het waterschap wordt toegepast vindt plaats op basis van objectieve, bedrijfseconomische criteria.

5 Het is niet geoorloofd in de begroting en in de jaarrekening lasten en baten, activa en passiva alsmede balansmutaties tegen elkaar te laten wegvallen, indien zij krachtens dit besluit in afzonderlijke posten moeten worden opgenomen.

Page 25: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 22

Artikel 4.3 1 De meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie geven volgens normen

die voor waterschappen als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de ontwikkeling van de netto-kosten. In het bijzonder het algemeen bestuur moet in staat worden gesteld zich een zodanig oordeel te vormen.

2 De meerjarenraming, de begroting, de uitvoeringsinformatie daarbij en de toelichtingen geven duidelijk en stelselmatig de omvang van de geraamde netto-kosten. De begroting geeft tevens duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie.

3 De jaarverslaggeving, de uitvoeringsinformatie en de toelichtingen geven getrouw, duidelijk en stelselmatig de netto-kosten, de balansmutaties en de omvang van de balansposten van het begrotingsjaar weer. De jaarrekening geeft tevens een getrouw, duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie aan het einde van het begrotingsjaar.

Artikel 4.4 1 De indeling van de begroting en de jaarverslaggeving is identiek. 2 Indien de indeling van de meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie

afwijkt van die van het voorafgaande begrotingsjaar worden in de toelichting de verschillen aangegeven en worden de redenen die tot de afwijking hebben geleid uiteengezet.

3 Onderdelen van de meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie die krachtens dit besluit worden onderscheiden, maar die voor een waterschap niet van toepassing zijn, kunnen worden weggelaten.

4 Indien dit noodzakelijk is voor het in artikel 4.3 bedoelde inzicht, kan een waterschap afwijken van de krachtens de paragrafen 3 tot en met 6 van dit hoofdstuk gestelde eisen aan de inrichting. Deze afwijking wordt in de toelichting op het betreffende onderdeel van de meerjarenraming, de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie vermeld.

Artikel 4.5 1 Verbonden partijen worden niet geconsolideerd in de begroting en jaarverslaggeving. 2 Het eerste lid is niet van toepassing op rechtspersonen die zijn opgericht ten behoeve van de in artikel 4.42,

eerste lid, eerste volzin, bedoelde activa en waarin het waterschap het volledige financieel belang alsmede de feitelijke zeggenschap heeft.

§ 2. De meerjarenraming en de toelichting

Artikel 4.6 1 De meerjarenraming bevat het naar programma’s onderscheiden beleid dat door het waterschap zal worden

gevoerd en de financiële gevolgen daarvan, waaronder de netto-kosten van het bestaande en het nieuwe beleid, voor het komende begrotingsjaar alsmede voor tenminste de drie jaren volgend op het komende begrotingsjaar.

2 De meerjarenraming bevat per programma ten minste de volgende informatie: a. de doelstellingen, in het bijzonder de beoogde effecten; b. de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te bereiken; c. de geraamde netto-kosten.

Artikel 4.7 In de toelichting op de meerjarenraming wordt ten minste afzonderlijke aandacht besteed aan: a. de externe en interne ontwikkelingen die relevant zijn voor het beleid van het waterschap; b. gehanteerde kwantitatieve uitgangspunten en normen voor lastenstijgingen, batenstijgingen dan wel

lastendalingen of batendalingen die aan de geraamde bedragen ten grondslag liggen; c. de lopende en voorgenomen investeringen; d. de financiering;

Page 26: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 23

e. het weerstandsvermogen, waarbij wordt ingegaan op aard, stand en verloop van de algemene reserves en de voorzieningen;

f. de ontwikkeling van de waterschapsbelastingen in de komende jaren, mede in relatie tot de stand en het verloop van de bestemmingsreserves voor tariefsegalisatie, als bedoeld in artikel 4.52, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 4.8 Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan

beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie

tot de financiële positie.

§ 3. De begroting en de toelichting

Artikel 4.9 De begroting bestaat ten minste uit: a. het programmaplan; b. de paragrafen; c. de begroting naar programma’s; d. de begroting naar kostendragers met toelichting; e. de begroting naar kosten- en opbrengstsoorten.

Artikel 4.10 1 Het programmaplan bevat het naar programma’s onderscheiden te realiseren beleid van het waterschap

voor het begrotingsjaar. 2 Het programmaplan bevat per programma ten minste de volgende informatie:

a. de doelstellingen, in het bijzonder de beoogde effecten; b. de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te bereiken; c. geraamde netto-kosten.

3 Het programmaplan omvat alle baten en lasten van het waterschap.

Artikel 4.11 1 In de begroting worden in afzonderlijke paragrafen vastgelegd de uitgangspunten, de hoofdlijnen van het

beleid met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de financiële gevolgen van dat beleid. 2 De begroting bevat ten minste de volgende paragrafen, tenzij het desbetreffende aspect bij het waterschap

niet aan de orde is: a. ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar; b. uitgangspunten en normen; c. incidentele baten en lasten; d. kostentoerekening; e. onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen; f. waterschapsbelastingen; g. weerstandsvermogen; h. financiering; i. verbonden partijen; j. bedrijfsvoering; k. EMU-saldo.

Page 27: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 24

Artikel 4.12 In de paragraaf betreffende de ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar wordt ten minste ingegaan op: a. externe en interne ontwikkelingen die zich sinds het vaststellen van de vorige begroting en de behandeling

van de meerjarenraming hebben voorgedaan; b. afwijkingen van de uitgangspunten en grondslagen zoals deze voor de vorige begroting en de

meerjarenraming zijn gehanteerd; c. belangrijke afwijkingen in de cijfers van de meerjarenraming.

Artikel 4.13 In de paragraaf betreffende de uitgangspunten en normen wordt ten minste ingegaan op: a. de autonome salarisontwikkeling die is verdisconteerd; b. de overige autonome loonkosten waarmee rekening is gehouden; c. de overige uitgangspunten en de normen die voor lastenstijgingen en lastendalingen dan wel batenstijgingen

en batendalingen zijn gehanteerd en die deels aan de geraamde bedragen ten grondslag liggen.

Artikel 4.14 De paragraaf betreffende de incidentele baten en lasten bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd.

Artikel 4.15 In de paragraaf betreffende de kostentoerekening wordt ingegaan op de principes die zijn gehanteerd bij de toerekening van kosten aan de kostendragers. Deze paragraaf bevat in ieder geval: a. de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de in artikel 4.2, vierde lid, bedoelde eis; b. de kwantitatieve grondslagen die als onderdeel van de kostentoerekening zijn gehanteerd.

Artikel 4.16 In de paragraaf betreffende de onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen wordt ingegaan op de bedragen die rechtstreeks uit voorzieningen worden onttrokken alsmede op het beroep dat op de overige bestemmingsreserves, bedoeld in artikel 4.52, eerste lid, onderdeel c, wordt gedaan.

Artikel 4.17 De paragraaf betreffende de waterschapsbelastingen bevat ten minste: a. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse belastingen; b. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid; c. de mate van kostendekkendheid van de diverse belastingen, waarbij wordt ingegaan op de stand aan het

begin, de mutaties en de stand aan het eind van het begrotingsjaar van de bestemmingsreserves voor tariefsegalisatie, bedoeld in artikel 4.52, eerste lid, onderdeel b;

d. de geraamde opbrengsten; e. de tarieven; f. een aanduiding van de lastendruk die het gevolg is van de waterschapsbelastingen.

Artikel 4.18 De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille.

Page 28: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 25

Artikel 4.19 De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, met daarbij een beschouwing over de stand aan het begin,

de mutaties en de stand aan het eind van het begrotingsjaar van de algemene reserves en de voorzieningen; b. een inventarisatie van de risico’s; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s.

Artikel 4.20 De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de

begroting; b. de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen.

Artikel 4.21 De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.

Artikel 4.22 In de paragraaf betreffende het EMU-saldo wordt het EMU-saldo van het waterschap gespecificeerd overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde regels.

Artikel 4.23 De begroting naar programma’s bevat een overzicht van de netto-kosten van de programma’s die zijn opgenomen in het programmaplan.

Artikel 4.24 1 De begroting naar kostendragers bevat de volgende kostendragers, tenzij de betreffende kostendrager bij

het desbetreffende waterschap niet aan de orde is: a. watersysteembeheer; b. zuiveringsbeheer; c. wegenbeheer.

2 Een waterschap dat krachtens het provinciaal reglement is belast met een beheertaak die niet in het eerste lid wordt genoemd, kan deze taak als kostendrager in de begroting en de jaarverslaggeving opnemen.

3 De begroting naar kostendragers geeft weer per kostendrager: a. de netto-kosten die worden toegerekend; b. het bedrag voor onvoorzien; c. de gederfde opbrengst als gevolg van kwijtscheldingen en oninbaarverklaringen; d. de dividenden en overige algemene opbrengsten; e. de verwachte opbrengsten uit belastingheffing (saldo voorgaande onderdelen); f. de geraamde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves; g. de tarieven van de betreffende waterschapsbelastingen.

4 Van de in het derde lid genoemde bedragen en tarieven worden zowel het geraamde bedrag van het begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging, als het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar weergegeven.

5 Indien er een aanmerkelijk verschil is tussen de raming van het begrotingsjaar en die van het vorig begrotingsjaar na wijziging wordt in de toelichting op de begroting naar kostendragers ingegaan op de oorzaken van het verschil.

6 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de kostendragers en de toelichting.

Page 29: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 26

Artikel 4.25 1 De begroting naar kosten- en opbrengstsoorten wordt ingedeeld volgens bij ministeriële regeling vast te

stellen groepen van kosten- en opbrengstsoorten. 2 Van de lasten en baten die in de begroting naar kosten- en opbrengstsoorten worden opgenomen worden

zowel het geraamde bedrag van het begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging als het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar weergegeven.

Artikel 4.26 In een besluit tot wijziging van de begroting wordt in ieder geval aandacht besteed aan de noodzaak voor de wijziging, aan de mutatie en aan het nieuwe geraamde bedrag, alsmede aan de wijze waarop de dekking van het benodigde bedrag danwel de bestemming van het bedrag dat niet zal worden besteed zal plaats vinden.

§ 4. De jaarverslaggeving en de toelichting

Artikel 4.27 1 De jaarverslaggeving bestaat ten minste uit:

a. het jaarverslag; b. de jaarrekening.

2 2. Het jaarverslag bestaat uit: a. de programmaverantwoording; b. de paragrafen.

3 3. De jaarrekening bestaat uit: a. de exploitatierekening naar programma’s; b. de exploitatierekening naar kostendragers en de toelichting; c. de exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten; d. de balans en de toelichting.

Artikel 4.28 De jaarverslaggeving wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen omtrent de financiële positie op de balansdatum is gebleken tussen het moment van opmaken van de verslaggeving en het tijdstip van vaststelling daarvan, voor zover deze aanvullende informatie onontbeerlijk is voor het in artikel 4.3 bedoelde inzicht.

Artikel 4.29 1 De programmaverantwoording bevat de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de

begroting. 2 De programmaverantwoording biedt per programma inzicht in:

a. de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd; b. de wijze waarop getracht is de beoogde effecten te bereiken; c. de gerealiseerde netto-kosten in relatie tot de daarvoor in de begroting opgenomen bedragen; d. belangrijke afwijkingen tussen de realisatie in de jaarverslaggeving en de plannen in de begroting,

waarbij een analyse plaatsvindt. 3 De programmaverantwoording omvat het totaal van baten en lasten van het waterschap.

Artikel 4.30 1 Het jaarverslag bevat ten minste de paragrafen die ingevolge artikel 4.11, in de begroting zijn opgenomen,

met dien verstande dat in plaats van onderdeel a van dat artikel een paragraaf betreffende de ontwikkelingen in het vorig begrotingsjaar wordt opgenomen, met uitzondering van de onderdelen b en d, van dat artikel, alsmede een paragraaf betreffende topinkomens. Ze bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen.

Page 30: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 27

2 In de paragraaf betreffende het EMU-saldo wordt de in artikel 4.22 bedoelde specificatie opgenomen voor het begrotingsjaar en volgens de realisatie van het vorige begrotingsjaar.

3 In de paragraaf betreffende topinkomens wordt de informatie opgenomen, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.

Artikel 4.31 De exploitatierekening naar programma’s bevat een overzicht van de gerealiseerde netto-kosten van de programma’s die zijn opgenomen in de programmaverantwoording.

Artikel 4.32 1 De exploitatierekening naar kostendragers geeft per kostendrager weer:

a. de gerealiseerde netto-kosten die zijn toegerekend; b. de werkelijk kwijtgescholden en oninbaarverklaarde bedragen; c. de gerealiseerde dividenden en overige algemene opbrengsten; d. de gerealiseerde belastingopbrengsten; e. het gerealiseerde resultaat voor bestemming, volgend uit voorgaande onderdelen; f. bestemming van het resultaat op basis van besluiten die zijn genomen tijdens het begrotingsjaar; g. nog te bestemmen resultaat, waarbij in geval van een positief saldo een voorstel voor de bestemming

hiervan en in geval van een negatief saldo een voorstel voor de wijze waarop dit tekort zal worden gedekt, wordt gedaan;

h. de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. 2 De exploitatierekening naar kostendragers bevat van de onderdelen genoemd in het eerste lid ook de

ramingen uit de begroting en de begroting na wijziging.

Artikel 4.33 De toelichting op de exploitatierekening naar kostendragers bevat ten minste voor alle onderdelen van artikel 4.32, eerste lid, een analyse van de afwijkingen tussen de exploitatierekening en de begroting.

Artikel 4.34 Van de lasten en baten die in de exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten worden opgenomen, worden ook de ramingen uit de begroting en de begroting na wijziging vermeld.

Artikel 4.35 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de inrichting van de jaarverslaggeving en de toelichting.

§ 5. De balans en de toelichting

Artikel 4.36 1 In de balans worden naast de cijfers per balansdatum tevens de cijfers van de balans van het vorige

begrotingsjaar opgenomen. 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de balans, de posten en de

toelichting.

Artikel 4.37 1 Het bedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt

wordt niet in de balans, maar in de toelichting op de balans opgenomen. 2 In de toelichting op de balans worden de borgstellingen, bedoeld in het eerste lid, gespecificeerd naar de

aard van de geldleningen, waarbij per specificatie wordt vermeld:

Page 31: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 28

a. het oorspronkelijk bedrag van de gewaarborgde geldlening; b. het percentage van het leningbedrag waarvoor borgstelling is verleend; c. het restantbedrag van de lening bij aanvang van het begrotingsjaar; d. het restantbedrag van de lening aan het eind van het begrotingsjaar.

3 In de toelichting op de balans wordt een specificatie opgenomen van de garantstellingen als bedoeld in het eerste lid.

4 In de toelichting wordt het totaalbedrag opgenomen van de betalingen die inzake de borg- en garantstelling zijn gedaan tot en met het eind van het begrotingsjaar.

5 Voor zover dit noodzakelijk is voor het te verschaffen inzicht, wordt in de toelichting op de balans vermeld ten aanzien van welke borgstellingen en garantstellingen, bedoeld in het eerste lid, het waterschap zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren van goederen.

Artikel 4.38 Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van het waterschap al dan niet duurzaam te dienen.

Artikel 4.39 Op de balans worden de passiva onderscheiden in vaste en vlottende passiva.

Artikel 4.40 Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa.

Artikel 4.41 1 In de toelichting op de balans worden de immateriële vaste activa gespecificeerd in:

a. afsluiten geldleningen en het saldo van agio en disagio; b. onderzoek en ontwikkeling; c. bijdragen aan activa in eigendom van:

1. bedrijven; 2. overheden; 3. overigen;

d. overige immateriële vaste activa. 2 De post onderzoek en ontwikkeling wordt afzonderlijk toegelicht.

Artikel 4.42 1 Tot de materiële vaste activa behoren zowel werken die in exploitatie zijn als onderhanden werken. Onder de

materiële vaste activa worden mede begrepen activa waarvoor het waterschap financiële lease-contracten is aangegaan en waarbij het economisch eigendom bij het waterschap berust.

2 In de toelichting op de balans worden de materiële vaste activa gespecificeerd in: a. gronden en terreinen; b. vervoermiddelen; c. machines, apparaten en werktuigen; d. bedrijfsgebouwen; e. woonruimten; f. grond-, weg- en waterbouwkundige werken; g. overige materiële vaste activa.

3 In de toelichting op de balans wordt van de materiële vaste activa aangegeven welke in erfpacht zijn uitgegeven.

4 In de toelichting op de balans wordt het verloop van de materiële vaste activa gedurende het begrotingsjaar gespecificeerd overeenkomstig het tweede lid, met uitzondering van de werken die aan het einde van het begrotingsjaar nog onderhanden waren, in een sluitend overzicht weergegeven. Daaruit blijkt, voor zover van toepassing:

Page 32: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 29

a. de boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; b. de investeringen of desinvesteringen; c. de afschrijvingen; d. bijdragen van derden direct gerelateerd aan een actief; e. afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen; f. de boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar.

5 In het overzicht, bedoeld in het vierde lid, worden de werken die aan het einde van het begrotingsjaar nog onderhanden zijn als één post vermeld.

6 In de toelichting op de balans wordt een totaaloverzicht gegeven van alle werken die aan het begin van het begrotingsjaar nog onderhanden waren en die lopende het jaar zijn gestart. Voor de werken die aan het einde van het begrotingsjaar nog een restantkrediet hadden, worden de verwachtingen weergegeven over het vervolg van deze werken.

7 Indien het waterschap voor de materiële vaste activa meerjarige operationele lease-contracten heeft afgesloten, worden de daarmee verband houdende financiële verplichtingen in de toelichting op de balanspost vermeld. Daarbij wordt ten minste weergegeven: a. de looptijd; b. de aard van de verplichting; c. de daarmee gemoeide bedragen; d. eventuele andere relevante voorwaarden.

Artikel 4.43 In de toelichting op de balans worden de financiële vaste activa gespecificeerd in: a. kapitaalverstrekkingen aan:

1. bedrijven; 2. overheden; 3. overigen;

b. leningen aan: 1. ambtenaren; 2. bedrijven; 3. overheden; 4. overigen;

c. overige uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of langer.

Artikel 4.44 Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen, de kortlopende vorderingen en de overlopende activa.

Artikel 4.45 In de toelichting op de balans worden onder de voorraden afzonderlijk opgenomen: a. onderhanden werken voor derden; b. grond- en hulpstoffen voor eigen gebruik.

Artikel 4.46 In de toelichting op de balans worden de uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar gespecificeerd in: a. uitzettingen bij bedrijven; b. verstrekte kasgeldleningen; c. overige uitzettingen.

Artikel 4.47 In de balans worden onder de liquide middelen opgenomen de kasmiddelen, cheques en tegoeden op bank- en girorekeningen, waaronder de rekening courant-tegoeden.

Page 33: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 30

Artikel 4.48 1 In de toelichting op de balans worden de kortlopende vorderingen gespecificeerd in:

a. vorderingen op belastingdebiteuren; b. vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen; c. overige vorderingen.

2 In de toelichting op de balans wordt van de kortlopende vorderingen aangegeven welke op de balansdatum direct opeisbaar zijn en welke op de balansdatum niet direct opeisbaar zijn.

3 Indien bij de waardering van de kortlopende vorderingen rekening is gehouden met oninbaarheid, wordt in de toelichting op de balanspost vermeld wat de invloed hiervan op de waarde is geweest.

4 In de toelichting op de balanspost kortlopende vorderingen wordt ingegaan op de financiële risico’s die het waterschap ten aanzien van de vorderingen loopt.

Artikel 4.49 1 In de toelichting op de balans worden onder de overlopende activa afzonderlijk opgenomen:

a. de van de Europese Unie, het Rijk of provincies nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen;

b. overige nog te ontvangen bedragen alsmede de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen.

2 In de toelichting op de balans wordt per uitkering het verloop gedurende het jaar van de nog te ontvangen voorschotbedragen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, in een overzicht weergegeven. Daaruit blijkt: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; c. de ontvangen bedragen; d. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

Artikel 4.50 Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer.

Artikel 4.51 1 Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het nog te bestemmen resultaat volgend uit de

exploitatierekening naar kostendragers. 2 Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk op de balans opgenomen als onderdeel van het

eigen vermogen.

Artikel 4.52 1 Op de balans worden de reserves onderscheiden naar:

a. algemene reserves; b. bestemmingsreserves voor tariefsegalisatie, waaronder wordt verstaan reserves die dienen om

ongewenste schommelingen op te vangen in de belastingtarieven en niet specifiek besteed dienen te worden;

c. overige bestemmingsreserves. 2 Onder bestemmingsreserve wordt verstaan: een reserve waaraan het algemeen bestuur een bepaalde

bestemming heeft gegeven.

Page 34: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 31

Artikel 4.53 1 In de toelichting op de balans wordt per reserve het verloop gedurende het begrotingsjaar in een overzicht

weergegeven, waaruit blijkt: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. interne vermeerderingen; c. interne verminderingen; d. het voorstel voor de toevoegingen of onttrekkingen via de resultaatbestemming bij de

programmarekening; e. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

2 Per reserve wordt de aard, reden, gewenste omvang, alsmede de in het eerste lid bedoelde toevoegingen en onttrekkingen afzonderlijk toegelicht.

Artikel 4.54 Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs

te schatten; b. op de balansdatum aanwezige risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of

verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, indien het maken van die kosten

zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

Artikel 4.55 1 In de toelichting op de balans wordt elke voorziening afzonderlijk vermeld, overeenkomstig de volgende

rubricering: a. voorzieningen voor arbeidsgerelateerde verplichtingen; b. voorzieningen voor baggeren en saneren van waterlopen; c. voorzieningen voor overige onderhoudswerkzaamheden; d. voorzieningen sale and lease back-overeenkomsten; e. voorzieningen voor claims van ingezetenen en bedrijven; f. overige voorzieningen.

2 Per voorziening wordt het verloop gedurende het begrotingsjaar in een overzicht weergegeven, waaruit blijkt: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. vermeerderingen als gevolg van rentetoevoeging; c. overige interne vermeerderingen; d. interne verminderingen; e. externe verminderingen; f. saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

3 Per voorziening wordt de aard, reden en gewenste omvang, alsmede de in het tweede lid bedoelde toevoegingen en onttrekkingen afzonderlijk toegelicht.

Artikel 4.56 1 In de toelichting op de balans worden de vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer

gespecificeerd in: a. obligatieleningen van:

1. andere overheden; 2 overigen;

b. onderhandse leningen van:

Page 35: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 32

1. binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen; 2. binnenlandse banken en overige financiële instellingen; 3. binnenlandse bedrijven; 4. overige binnenlandse sectoren; 5. buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren;

c. door derden belegde gelden; d. derivaten op vaste schulden; e. langlopende financiële leaseverplichtingen; f. waarborgsommen.

3 In de toelichting op de balans wordt de rentelast voor het begrotingsjaar vermeld van alle in het eerste lid genoemde groepen van vaste schulden.

4 In de toelichting op de balans wordt aangegeven voor welke schulden zakelijke zekerheid is gesteld en in welke vorm dat is gebeurd.

5 Voor zover dit noodzakelijk wordt geacht voor het te verschaffen inzicht, wordt in de toelichting op de balans vermeld ten aanzien van welke schulden het waterschap zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren van goederen.

Artikel 4.57 Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva.

Artikel 4.58 In de toelichting op de balans worden de netto-vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar gespecificeerd in: a. kasgeldleningen; b. derivaten op kortlopende geldleningen; c. negatieve bank- en girosaldi; d. schulden aan leveranciers; e. schulden in verband met te betalen belastingen, sociale en pensioenpremies; f. overige kortlopende schulden.

Artikel 4.59 1 In de toelichting op de balans worden de overlopende passiva gespecificeerd in:

a. verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen;

b. de van de Europese Unie, het Rijk of provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren;

c. overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen. 2 In de toelichting op de balans wordt per uitkering het verloop gedurende het jaar van de ontvangen

voorschotbedragen, bedoeld in het eerste lid onderdeel b, in een overzicht weergegeven, waaruit blijkt: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; c. de vrijgevallen bedragen; d. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

Artikel 4.60 1 In de toelichting op de balans wordt aangegeven volgens welke methoden en termijnen de afschrijvingen

worden berekend en wordt van iedere balanspost vermeld welke waarderingsgrondslag is gehanteerd. 2 Indien in de loop van het begrotingsjaar wijzigingen zijn aangebracht in de methoden en termijnen volgens

welke de afschrijvingen worden berekend, wordt in de toelichting vermeld welke wijzigingen het hier betreft en wordt ingegaan op de redenen die tot wijziging hebben geleid.

Page 36: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 33

Artikel 4.61 De aard en omvang van de aangebrachte dan wel geraamde waardeverminderingen van de leningen en vorderingen, bedoeld in artikel 4.66, achtste lid, van de vaste activa, bedoeld in artikel 4.68, eerste lid, en van de deelnemingen en voorraden, bedoeld in artikel 4.68, tweede lid, worden in de toelichting op de balans opgenomen.

Artikel 4.62 In de toelichting op de balans worden de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld waaraan het waterschap voor toekomstige jaren is verbonden.

§ 6. Waardering, activeren en afschrijven

Artikel 4.63 Inzet van middelen ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling kan worden geactiveerd indien: a. de investering naar verwachting technisch uitvoerbaar is; b. de investering in de toekomst nut zal genereren; en c. de uitgaven die aan de investering zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

Artikel 4.64 Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd indien: a. sprake is van een investering door een derde; b. de investering bijdraagt aan de publieke taak; c. de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is

overeengekomen; en d. de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of het waterschap

anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Artikel 4.65 1 Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd. 2 In afwijking van het eerste lid worden bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief op de

waardering daarvan in mindering gebracht.

Artikel 4.66 1 Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, met inachtneming van

artikel 4.65, tweede lid. 2 De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. 3 De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige

kosten welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt opgenomen de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Een redelijk deel van de kosten van ondersteunende diensten van het waterschap kan in de vervaardigingsprijs worden opgenomen.

4 Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.

5 Activa waarvoor het waterschap financiële lease-contracten is aangegaan en waarbij het economisch eigendom bij het waterschap berust, worden op basis van de nominale waarde gewaardeerd.

6 Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen.

7 Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd alsmede het eigen vermogen.

8 Bij de waardering van financiële vaste activa, uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar, kortlopende vorderingen en overlopende activa wordt rekening gehouden met oninbaarheid.

Page 37: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 34

Artikel 4.67 1 De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. 2 Slechts wegens gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere grondslagen dan die

welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor de financiële positie en voor de baten en de lasten, aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar.

3 Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur.

4 In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 4.41, eerste lid, onderdeel a, maximaal gelijk aan de looptijd van de lening.

5 In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 4.41, eerste lid, onderdeel b, ten hoogste vijf jaar.

6 In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 4.41, eerste lid, onderdelen c en d, ten hoogste vijf jaar, tenzij gemotiveerd wordt dat een andere periode passender is.

Artikel 4.68 1 Naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat

van het boekjaar in aanmerking genomen. 2 Voorraden en deelnemingen worden tegen de marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde lager is dan

de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 3 Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld wordt afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling,

indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde.

§ 7. De uitvoeringsinformatie

Artikel 4.69 De uitvoeringsinformatie wordt door het dagelijks bestuur vastgesteld.

Artikel 4.70 In de uitvoeringsinformatie met betrekking tot de meerjarenraming worden de volgende gegevens van het begrotingsjaar en ten minste de drie daarop volgende jaren opgenomen: a. de raming van de netto-kosten van beleidsproducten; b. de netto-investeringsuitgaven ingedeeld naar beleidsvelden.

Artikel 4.71 1 De uitvoeringsinformatie met betrekking tot de begroting bestaat uit:

a. de raming van baten en lasten naar kosten- en opbrengstsoorten; b. de raming van netto-kosten naar beleidsproducten; c. de lijst van verbonden partijen; d. de staat van vaste activa; e. de staat van reserves; f. de staat van voorzieningen; g. de staat van vaste schulden.

2 In of bij de raming naar de producten worden de principes waarmee de opbrengsten en kosten aan de producten zijn toegerekend weergegeven.

3 De ramingen van de baten en lasten naar kosten- en opbrengstsoorten en de netto-kosten naar beleidsproducten omvatten alle baten en lasten.

4 De waterschappen kunnen hun geraamde netto-kosten eenduidig toerekenen aan beheerproducten.

Page 38: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 35

Artikel 4.72 1 De uitvoeringsinformatie met betrekking tot de jaarverslaggeving bestaat uit:

a. de realisatie van baten en lasten naar kosten- en opbrengstsoorten; b. de realisatie van netto-kosten naar beleidsproducten; c. de lijst van verbonden partijen; d. de staat van vaste activa; e. de staat van vaste schulden.

2 De realisaties van de baten en lasten naar kosten- en opbrengstsoorten en van de netto-kosten naar beleidsproducten omvatten alle baten en lasten.

3 De indeling van de kostentoerekeningsprincipes behorende bij de realisaties van de kosten- en opbrengstsoorten en van de netto-kosten naar beleidsproducten zijn identiek aan die van de raming naar kosten- en opbrengstsoorten respectievelijk naar producten.

4 De waterschappen kunnen hun gerealiseerde netto-kosten eenduidig toerekenen aan beheerproducten.

Artikel 4.73 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de uitvoeringsinformatie. Deze kunnen mede regels bevatten in het belang van bedrijfsvergelijking.

§ 8. Informatieverstrekking aan derden

Artikel 4.74 1 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het waterschap aan derden, informatie verstrekt volgens bij

deze regeling te stellen regels. 2 In de in het eerste lid bedoelde regeling kan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken

worden bepaald dat de informatie wordt verstrekt aan het CBS. Daarbij kan worden bepaald dat het CBS de plausibiliteit van deze informatie beoordeelt en het dagelijks bestuur verslag doet van zijn bevindingen.

Artikel 4.75 Indien de informatie voor derden niet voldoende inzicht biedt, kan Onze Minister een deelverantwoording als bedoeld in artikel 5.1 van het waterschap vragen.

Page 39: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 36

Bijlage B Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (Tekst geldend op: 11-02-2009)

Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, houdende voorschriften inzake de beleidsvoorbereiding en de verantwoording van waterschappen (Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen)

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken; Gelet op de artikelen 4.22, 4.24, zesde lid, 4.25, eerste lid, 4.36, tweede lid, 4.73 en 4.74, eerste lid, van het Waterschapsbesluit; Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 1 In deze regeling wordt onder Besluit verstaan: Waterschapsbesluit. 2 Indien dit noodzakelijk is voor het inzicht, bedoeld in artikel 4.3 van het Besluit, kan een waterschap van de

in de paragrafen 3 en 4 van deze regeling opgenomen bepalingen afwijken. 3 De reden van de in het tweede lid bedoelde afwijking wordt in de toelichting op het desbetreffende onderdeel

van de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie vermeld.

§ 2. Specificatie van de paragraaf betreffende het EMU-saldo

Artikel 2 1 De paragraaf betreffende het EMU-saldo, bedoeld in artikel 4.22 van het Besluit, wordt gespecificeerd

overeenkomstig de indeling van het schema dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling. 2 In de in het eerste lid bedoelde paragraaf, wordt de specificatie van het EMU-saldo opgenomen volgens de

begroting van het begrotingsjaar en de begroting van het vorige begrotingsjaar.

§ 3. Bijzondere voorschriften ten aanzien van de kostendragers, kosten- en opbrengstsoorten en balansposten

Artikel 3 Onder de in artikel 4.24, eerste lid, van het Besluit, genoemde kostendragers wordt verstaan: a. watersysteembeheer: krachtens artikel 1, tweede lid, van de wet, opgedragen zorg voor het

watersysteem; b. zuiveringsbeheer: krachtens artikel 1, tweede lid, van de wet, opgedragen zorg voor het zuiveren

van voor het zuiveren van afvalwater op de voet van artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

c. wegenbeheer: krachtens de artikelen 15 tot en met 18 van de Wegenwet opgedragen zorg voor wegen.

Page 40: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 37

Artikel 4 De kosten- en opbrengstsoorten, bedoeld in artikel 4.25, eerste lid, artikel 4.71, eerste lid, onderdeel a, en artikel 4.72, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit volgen de indeling die is opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.

§ 4. Voorschriften ten aanzien van de uitvoeringsinformatie

Artikel 5 Voor de toepassing van de artikelen 8, tot en met 13 wordt verstaan onder: a. immateriële vaste activa: activa die niet stoffelijk zijn en evenmin als financiële vaste activa

kunnen worden aangemerkt; b. materiële vaste activa: kapitaaluitgaven aan onderhanden werken en werken in exploitatie waar

tegenover bezittingen staan die niet als financiële vaste activa kunnen worden aangemerkt; c. financiële vaste activa: aan derden beschikbaar gestelde financiële middelen met een

oorspronkelijke looptijd van één jaar en langer; d. uitzettingen: beleggingen met een looptijd korter dan één jaar; e. kortlopende vorderingen: vorderingen van het waterschap op en beschikbaar gestelde financiële

middelen aan derden met een looptijd korter dan één jaar; f. overlopende activa: vooruitbetaalde kosten die ten laste van toekomstige begrotingsjaren komen

en nog te ontvangen bedragen inzake baten die ten gunste van voorgaande perioden zijn verantwoord;

g. algemene reserves: eigen kapitaal en andere delen van het eigen vermogen waaraan door het betreffende algemeen bestuur van het waterschap geen voorafgaande, specifieke bestemming is gegeven;

h. vaste schulden: schulden van het waterschap met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of langer;

i. netto-vlottende schulden: vorderingen van derden op het waterschap met een looptijd korter dan één jaar, en

j. overlopende passiva: verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend jaar tot betaling komen.

Artikel 6 1 De uitvoeringsinformatie, bedoeld in artikel 4.70, onderdeel a, artikel 4.71, eerste lid, onderdeel b, en

artikel 4.72, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit wordt ingedeeld volgens de door de Unie van Waterschappen vastgestelde afspraken voor bedrijfsvergelijking.

2 De uitvoeringsinformatie, bedoeld in artikel 4.70 onderdeel b wordt ingedeeld volgens de door de Unie van Waterschappen vastgestelde afspraken voor bedrijfsvergelijking.

3 De uitvoeringsinformatie, bedoeld in artikel 4.71, vierde lid, en artikel 4.72, vierde lid wordt ingedeeld volgens de door Unie van Waterschappen vastgestelde afspraken voor bedrijfsvergelijking.

4 De in het eerste, tweede en derde lid genoemde door de Unie van Waterschappen vastgestelde afspraken voor bedrijfsvergelijking zijn opgenomen op www.uvw.nl, dossier ‘Verslaggeving waterschappen’. De afspraken voor bedrijfsvergelijking zijn vastgesteld op 26 november 2008. Van wijzigingen van deze afspraken wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 7 1 In de lijst van verbonden partijen, bedoeld in artikel 4.71, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit wordt ten

minste de volgende informatie verstrekt over verbonden partijen: a. de naam, de vestigingsplaats en de rechtsvorm; b. het openbaar belang dat door deelname in de verbonden partijen behartigd wordt, en c. het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin van het

begrotingsjaar.

Page 41: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 38

2 In de lijst van verbonden partijen, bedoeld in artikel 4.72, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit wordt naast de in het eerste lid beschreven informatie de volgende informatie verstrekt over verbonden partijen: a. de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat het

waterschap in de verbonden partij heeft, en b. het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het einde van het

begrotingsjaar.

Artikel 8 1 De staat van vaste activa, bedoeld in artikel 4.71, eerste lid, onderdeel d, en artikel 4.72, eerste lid,

onderdeel d, van het Besluit bevat: a. een overzicht van de immateriële vaste activa; b. een overzicht van de materiële vaste activa, en c. een overzicht van de financiële vaste activa.

2 In het overzicht van de immateriële vaste activa worden de activa onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.41, eerste lid, van het Besluit en worden van deze activa de volgende gegevens vermeld: a. stand begin begrotingsjaar, te onderscheiden in:

1. de aanschafprijs; 2. de cumulatieve verminderingen; en 3. de boekwaarde;

b. de mutaties in het begrotingsjaar te onderscheiden in: 1. externe vermeerderingen; 2. geactiveerde lasten; 3. overige interne vermeerderingen; 4. verkoop; 5. ontvangen subsidies; 6. afschrijvingen, en 7. overige verminderingen;

c. stand einde begrotingsjaar, te onderscheiden in: 1. de aanschafprijs; 2. de cumulatieve verminderingen, en 3. de boekwaarde.

3 In het overzicht van de materiële vaste activa worden de activa onderscheiden naar activa die aan het begin van het begrotingsjaar reeds in exploitatie zijn en activa die op dat moment nog onderhanden zijn.

4 In het overzicht van de materiële vaste activa worden zowel de activa in exploitatie als de activa die onderhanden zijn onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.42, tweede lid, van het Besluit waarbij binnen de post grond-, weg- en waterbouwkundige werken worden onderscheiden: a. waterkeringen; b. watergangen, waterkwantiteitskunstwerken en gemalen; c. zuiveringstechnische werken; zo mogelijk te onderscheiden in:

1. transportsystemen; 2. zuiveringinstallaties, en 3. slibverwerkingsinstallaties;

d. wegen, en e. vaarwegen en havens.

5 Van de in het vierde lid bedoelde activa worden de volgende gegevens weergegeven: a. stand begin begrotingsjaar, te onderscheiden naar:

1. de aanschafprijs; 2. het totaal van de cumulatieve afschrijvingen en bijdragen van reserves; 3. de cumulatieve subsidies die zijn ontvangen; 4. de cumulatieve waardecorrecties, en 5. de boekwaarde.

b. de mutaties in het begrotingsjaar te onderscheiden in:

Page 42: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 39

1. overname; 2. nieuwbouw door derden; 3. geactiveerde lasten; 4. waardecorrectie leidend tot vermeerdering; 5. overboeking onderhanden werk; 6. verkoop; 7. ontvangen subsidies; 8. afschrijvingen, en 9. waardecorrectie leidend tot vermindering;

c. stand einde begrotingsjaar, te onderscheiden in: 1. de aanschafprijs; 2. het totaal van de cumulatieve afschrijvingen; 3. de cumulatieve subsidies die zijn ontvangen; 4. de cumulatieve waardecorrecties, en 5. de boekwaarde.

6 In het overzicht van de financiële vaste activa worden de activa onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.43 van het Besluit, en worden van deze activa de volgende gegevens vermeld: a. stand begin begrotingsjaar, te onderscheiden in:

1. de aanschafprijs; 2. de cumulatieve verminderingen, en 3. de boekwaarde.

b. de mutaties in het begrotingsjaar te onderscheiden in: 1. herwaardering leidend tot vermeerdering; 2. overige vermeerderingen; 3. waardecorrectie leidend tot vermindering, en 4. overige verminderingen;

c. stand einde begrotingsjaar, te onderscheiden in: 1. de aanschafprijs; 2. de cumulatieve verminderingen, en 3. de boekwaarde.

Artikel 9 1 In de staat van reserves, bedoeld in artikel 4.71, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit worden de reserves

van het waterschap onderscheiden in de algemene reserves, de bestemmingsreserves voor tarief egalisatie en de overige bestemmingsreserves, bedoeld in artikel 4.52, eerste lid, van het Besluit en worden van deze reserves de volgende gegevens vermeld: a. stand begin begrotingsjaar; b. de mutaties in het begrotingsjaar, te onderscheiden in:

1. interne vermeerderingen; 2. interne verminderingen, en 3. de verwachte toevoegingen of onttrekkingen als gevolg van het exploitatieresultaat;

c. stand einde begrotingsjaar.

Artikel 10 1 In de staat van voorzieningen, bedoeld in artikel 4.71, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit worden de

voorzieningen van het waterschap onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.55, eerste lid, van het besluit en worden van deze voorzieningen de volgende gegevens vermeld: a. stand begin begrotingsjaar; b. de mutaties in het begrotingsjaar, te onderscheiden in:

1. vermeerderingen als gevolg van rentetoevoeging; 2. overige interne vermeerderingen; 3. interne verminderingen, en

Page 43: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 40

4. externe verminderingen; c. stand einde begrotingsjaar.

2 In de staat van voorzieningen wordt aangegeven welk deel van de over de voorzieningen berekende rente in het begrotingsjaar niet aan die voorzieningen zal worden toegevoegd. Daarbij wordt vermeld op welke post van de begroting het betreffende bedrag is geboekt.

Artikel 11 In de staat van vaste schulden, bedoeld in artikel 4.71, eerste lid, onderdeel g, en artikel 4.72, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit worden de vaste schulden onderscheiden volgens de indeling van artikel 4.56, eerste lid, van het Besluit en worden van deze schulden de volgende gegevens vermeld: a. restant boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; b. de mutaties in het begrotingsjaar, te onderscheiden in:

1. vermeerderingen; 2. verminderingen als gevolg van gewone aflossingen, en 3. verminderingen als gevolg van extra aflossingen;

c. restant boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar; d. de aflossingsverplichting in het volgende begrotingsjaar, en e. de gemiddelde rentevoet en resterende looptijd, die beide als gewogen gemiddelde worden berekend.

§ 5. Bijzondere voorschriften ten aanzien van de informatieverstrekking aan derden

Artikel 12 1 Binnen een maand na afloop van ieder kwartaal verstrekt het dagelijks bestuur van het waterschap de

volgende informatie aan het CBS: a. de gerealiseerde baten en lasten naar de kosten- en opbrengstsoorten in bijlage 2 en

waarbij de opbrengstsoortgroep 5 als één totaalbedrag wordt vermeld; b. de onttrekkingen en toevoegingen aan reserves die plaatsvinden in het kader van de

resultaatsbestemming; c. de bedragen, die oninbaar zijn verklaard; d. de bedragen, die zijn kwijtgescholden; e. de balansmutaties van de immateriële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.41,

eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 8, tweede lid, onderdeel b;

f. de balansmutaties van de materiële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.42, tweede lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 8, vijfde lid, onderdeel b;

g. de balansmutaties van de financiële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.43 van het Besluit en waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 8, zesde lid, onderdeel b;

h. de balansmutaties van de voorraden, naar de indeling van artikel 4.45 van het Besluit onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;

i. de balansmutaties van de uitzettingen, naar de indeling van artikel 4.46 van het Besluit en waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;

j. de balansmutaties van de liquide middelen, bedoeld in artikel 4.47 van het Besluit onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;

k. de balansmutaties van de vorderingen, naar de indeling van artikel 4.48, eerste lid, van het Besluit en waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;

Page 44: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 41

l. de balansmutaties van de overlopende activa, naar de indeling van artikel 4.49, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;

m. de balansmutaties van de reserves, naar de indeling van artikel 4.52, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 9, onderdeel b;

n. de balansmutaties van de voorzieningen, naar de indeling van artikel 4.55, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 10, eerste lid, onderdeel b;

o. de balansmutaties van de vaste schulden, naar de indeling van artikel 4.56, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden conform artikel 11, onderdeel b;

p. de balansmutaties van de netto-vlottende schulden, naar de indeling van artikel 4.58 van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen;

q. de balansmutaties van de overlopende passiva, naar de indeling van artikel 4.59, eerste lid, van het Besluit waarbij de mutaties worden onderscheiden in vermeerderingen en verminderingen, en

r. de stand van zaken aan het begin en het einde van het kwartaal betreffende: 1. de financiële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.43 van het Besluit; 2. de uitzettingen, naar de indeling van artikel 4.46 van het Besluit; 3. de liquide middelen, naar de indeling van artikel 4.47 van het Besluit; 4. de kortlopende vorderingen, naar de indeling van artikel 4.48, eerste lid, van het Besluit; 5. de overlopende activa, naar de indeling van artikel 4.49, eerste lid, van het Besluit; 6. de vaste schulden, naar de indeling van artikel 4.56, eerste lid, van het Besluit; 7. de netto-vlottende schulden, naar de indeling van artikel 4.58 van het Besluit; en 8. de overlopende passiva, naar de indeling van artikel 4.59, eerste lid, van het Besluit.

2 In afwijking van het eerste lid, onderdelen h, i, j en o, kunnen de waterschappen de mutaties van de betreffende balansposten ook netto verantwoorden, waarbij het saldo van de vermeerderingen en verminderingen als ‘vermeerdering’ wordt verantwoord. Het saldo krijgt een positieve waarde als de vermeerderingen groter zijn dan de verminderingen en een negatieve waarde als de vermeerderingen kleiner zijn dan de verminderingen.

3 Het CBS beoordeelt de informatie, bedoeld in het eerste lid, op plausibiliteit en stuurt de bevindingen op naar het betreffende dagelijks bestuur.

Artikel 13 1 Jaarlijks voor 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar verstrekt het dagelijks bestuur van het

waterschap, op basis van de vastgestelde jaarrekening, de volgende informatie aan het CBS: a. de informatie, bedoeld in artikel 12, eerste lid, waarbij de opbrengstsoorten 5.1 tot en met

5.7, opgenomen in bijlage 2 van deze regeling, als afzonderlijke bedragen worden vermeld en waarbij de gegevens, genoemd in artikel 12, eerste lid, onderdeel r, conform de stand van zaken aan het begin en het einde van het begrotingsjaar worden vermeld;

b. de stand van zaken aan het begin en het einde van het begrotingsjaar betreffende de immateriële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.41, eerste lid, van het Besluit;

c. de stand van zaken aan het begin en het einde van het begrotingsjaar betreffende de materiële vaste activa, naar de indeling van artikel 4.42, tweede lid, van het Besluit;

d. de stand van zaken aan het begin en het einde van het begrotingsjaar betreffende de reserves, naar de indeling van artikel 4.52, eerste lid, van het Besluit;

e. de stand van zaken aan het begin en het einde van het begrotingsjaar betreffende de voorzieningen zoals naar de indeling van artikel 4.55, eerste lid, van het Besluit;

f. de realisatie van netto-kosten naar beleidsproducten, bedoeld in artikel 6, eerste lid; g. de ontvangen belastingopbrengsten, oninbaar en kwijtgescholden bedragen ingedeeld naar

de indeling van de opbrengstsoorten 5.1 tot en met 5.7 in bijlage 2 van deze regeling;

Page 45: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 42

h. de ontvangen belastingopbrengsten, oninbaar en kwijtgescholden bedragen ingedeeld naar de belastingen watersysteemheffing, heffing wegenbeheer en de kosten die op grond van artikel 120, eerste lid, tweede volzin, van de wet, rechtstreeks worden toegerekend aan categorieën van belastingplichtigen, en

i. de opbouw van het EMU-saldo volgens de indeling van bijlage 1 van deze regeling. 2 De informatie, bedoeld in artikel 4.27 en artikel 4.71, eerste lid, van het Besluit wordt voor 15 juli van het

jaar volgend op het begrotingsjaar door het betreffende dagelijks bestuur aan het CBS gezonden. 3 Het CBS beoordeelt de informatie, bedoeld in het eerste lid, op plausibiliteit en stuurt de bevindingen op

naar het betreffende dagelijks bestuur.

Artikel 14 1 Jaarlijks voor 1 december van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar verstrekt het dagelijks bestuur

van het waterschap, op basis van de vastgestelde begroting, de volgende informatie aan het CBS: a. de raming van lasten en baten naar kosten- en opbrengstsoorten, bedoeld in artikel 4.71,

eerste lid, onderdeel a, van het Besluit; b. de raming van netto-kosten naar beleidsproducten, bedoeld in artikel 4.71, eerste lid,

onderdeel b, van het Besluit; c. de geraamde bruto-belastingopbrengsten, oninbaar en kwijt te schelden bedragen

ingedeeld naar de opbrengstsoorten 5.1 tot en met 5.7 van bijlage 2 van deze regeling; d. de geraamde bruto-belastingopbrengsten, oninbaar en kwijt te schelden bedragen

ingedeeld naar de belastingen watersysteemheffing, heffing wegenbeheer en de kosten die op grond van artikel 120, eerste lid, tweede volzin, van de wet, rechtstreeks worden toegerekend aan categorieën van belastingplichtigen, en

e. de opbouw van het EMU-saldo, volgens de indeling van bijlage 1 van deze regeling, volgens de begroting voor het komende begrotingsjaar en voor het begrotingsjaar daarna.

2 Het CBS beoordeelt de informatie, bedoeld in het eerste lid, op plausibiliteit en stuurt de bevindingen op naar het betreffende dagelijks bestuur.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 15 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 16 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa

Page 46: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 43

Bijlage 1

Opbouw EMU-saldo (bedragen x € 1000)

1 EMU-exploitatiesaldo: ...............

2 Invloed investeringen (zie staat van vaste activa):

-/- bruto-investeringsuitgaven -/- ...............

+ investeringssubsidies + ...............

+ verkoop van materiële en immateriële vaste activa + ...............

+ afschrijvingen + ...............

3 Invloed voorzieningen (zie staat van voorzieningen)

+ Toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie + ...............

-/- onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie -/- ...............

-/- onttrekkingen rechtstreeks uit voorzieningen -/- ...............

4 Deelnemingen en aandelen:

-/- boekwinst -/- ...............

+ boekverlies + ...............

EMU-saldo ...............

Page 47: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 44

Bijlage 2

Onderdeel A Kostensoorten Wat betreft de kostensoorten luidt de indeling als volgt:

Kostensoortgroepen Kostensoorten

1 Rente en afschrijvingen 1.1 Externe rentelasten

1.2 Interne rentelasten

1.3 Afschrijvingen van activa

1.4 Afschrijvingen van boekverliezen

2 Personeelslasten 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders

2.2 Sociale premies

2.3 Rechtstreekse uitkeringen huidig personeel en bestuur

2.4 Overige personeelslasten

2.5 Personeel van derden

2.6 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders

3 Goederen en diensten van derden 3.1 Duurzame gebruiksgoederen

3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen

3.3 Energie

3.4 Huren en rechten

3.5 Leasebetalingen operational lease

3.6 Pachten en erfpachten

3.7 Verzekeringen

3.8 Belastingen

3.9 Onderhoud door derden

3.10 Overige diensten door derden

4 Bijdragen aan derden 4.1 Bijdragen aan bedrijven

4.2 Bijdragen aan overheden

4.3 Bijdragen aan overigen

5 Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien 5.1 Toevoegingen aan voorzieningen

5.2 Onvoorzien

Page 48: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 45

Onderdeel B Opbrengstsoorten Wat betreft de opbrengstsoorten luidt de indeling als volgt:

Opbrengstsoortgroepen Opbrengstsoorten

1 Financiële baten 1.1 Externe rentebaten

1.2 Interne rentebaten

1.3 Dividenden en bonusuitkeringen

2 Personeelsbaten 2.1 Baten in verband met salarissen en sociale lasten

2.2 Uitlening van personeel

3 Goederen en diensten aan derden 3.1 Verkoop van grond

3.2 Verkoop van duurzame goederen

3.3 Verkoop van overige goederen

3.4 Opbrengst uit grond en water

3.5 Huuropbrengst uit overige eigendommen

3.6 Diensten voor derden

4 Bijdragen van derden 4.1 Bijdragen van overheden

4.2 Bijdragen van overigen

5 Waterschapsbelastingen 5.1 Opbrengst watersysteem- en wegenheffing gebouwd

5.2 Opbrengst watersysteem- en wegenheffing ingezetenen

5.3 Opbrengst watersysteem- en wegenheffing ongebouwd

5.4 Opbrengst watersysteem- en wegenheffing natuur

5.5 Opbrengst verontreinigingsheffing

5.6 Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven

5.7 Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens

6 Interne verrekeningen 6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen

6.2 Geactiveerde lasten

Page 49: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 46

Toelichting

Algemeen In het kader van de Wet modernisering waterschapsbestel zijn nieuwe verslaggevingsvoorschriften voor de waterschappen ontwikkeld. De hoofdlijnen van deze voorschriften zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit. Op basis van het Waterschapsbesluit zijn in de onderhavige regeling de meer gedetailleerde richtlijnen opgenomen met betrekking tot de inrichting van de begroting, de jaarverslaggeving, de uitvoeringsinformatie en de informatieverstrekking aan derden. Het genoemde hoofdstuk van het Waterschapsbesluit en deze regeling vormen samen de verslaggevingsvoorschriften van de waterschappen. Een belangrijk uitgangspunt bij de ontwikkeling van deze regeling was dat deze alleen die informatie zou moeten voorschrijven die echt in de begroting, de jaarverslaggeving en de uitvoeringsinformatie van de waterschappen moet voorkomen. De verplicht op te nemen informatie geeft een goed inzicht in de (financiële) gevolgen van het te voeren (meerjarenraming en begroting) en gevoerde (jaarverslaggeving) beleid en de financiële positie van het waterschap. De in deze regeling geformuleerde eisen sluiten niet uit dat individuele waterschappen op basis van de eigen, specifieke omstandigheden en wensen, bepaalde onderdelen nader uitwerken. Deze verdere uitwerking vindt bij voorkeur plaats door een nadere specificatie aan te brengen van posten die op grond van deze regeling apart moeten worden onderscheiden, zodat ‘buitenstaanders’ de uniforme indeling van deze regeling in de betreffende stukken kunnen herkennen. In het kader van het uitgangspunt van het voorschrijven van alleen de echt noodzakelijke informatie past het ook dat posten die bij een waterschap niet voorkomen, in de beleidsdocumenten mogen worden weggelaten. Hiermee wordt voorkomen dat er overbodige informatie in de stukken wordt opgenomen, wat ten koste zou kunnen gaan van het inzicht in de werkelijk belangrijke informatie. Conform de gebruikelijke praktijk is ook ten aanzien van deze regeling nagegaan wat de financiële gevolgen voor de waterschappen zijn en via welke bekostigingswijze deze financiële gevolgen opgevangen kunnen worden. Het maken van een begroting en jaarverslaggevingsdocumenten is geen nieuwe taak. Ook het ontwikkelen van een nieuwe opzet is dat niet; vernieuwing is immers een continue proces. Met de voorschriften in deze regeling is geprobeerd alleen de minimale generieke informatiebehoefte te verankeren en zo veel mogelijk aan te sluiten bij de huidige praktijk. Wat betreft de uitvoeringsinformatie wordt alleen de inhoud van de informatie voorgeschreven en geen documenten, zodat het waterschap de kosten van vastlegging en verstrekking voor een deel zelf kan beïnvloeden. Daarnaast speelt mee dat een deel van de informatie die thans verplicht is, op grond van de nieuwe verslaggevingsvoorschriften niet meer formeel behoeft te worden verstrekt, zodat er als gevolg van deze regels ook sprake is van lastenverlichting. Wat wel tot beperkte extra kosten kan leiden is het apart genereren van informatie voor derden, maar waterschappen doen dit voor het grootste deel van wat in deze regeling wordt voorgeschreven al sinds 2004 in verband met kwartaal- en jaarcijfers voor de Europese Unie. Samenvattend kan gesteld worden dat de voorschriften zelf geen lastenverzwaring zullen geven. Om deze reden kunnen de waterschappen zelf in de kosten van de overgang naar de nieuwe regels voorzien. Volledigheidshalve kan nog worden genoemd dat deze regeling geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven veroorzaakt, zij is daarom niet aan het Adviescollege Toetsing Administratieve Lasten voorgelegd. In de regeling wordt ingegaan op: — de wijze waarop met de informatieverplichtingen die de regeling geeft moet worden omgegaan; — de wijze waarop het EMU-saldo (zie § 3.3) in de begroting en het jaarverslag moet worden gespecificeerd; — ten opzichte van het Waterschapsbesluit aanvullende voorschriften over de kostendragers, kosten- en

opbrengstsoorten alsmede de posten van de balans; — de eisen waaraan de door het dagelijks bestuur vast te stellen uitvoeringsinformatie moet voldoen;

Page 50: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 47

— de inhoud van de informatie die aan derden moet worden verstrekt. Een toelichting op de eerste twee onderwerpen is opgenomen in het artikelsgewijze deel van deze toelichting. De drie laatste onderwerpen worden hierna in meer algemene zin toegelicht.

1. Informatiebehoeften van verschillende doelgroepen Eén van de uitgangspunten die ten grondslag ligt aan de nieuwe verslaggevingsvoorschriften is dat iedere doelgroep in zijn eigen informatiebehoefte wordt voorzien. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de doelgroepen algemeen bestuur, dagelijks bestuur en derden (zijnde organisaties buiten het waterschap). Wat betreft de in de meerjarenraming, begroting en jaarverslaggeving op te nemen informatie die vooral voor het waterschap zelf is, wordt dus onderscheid gemaakt in informatie voor het algemeen bestuur en voor het dagelijks bestuur. De informatie voor het algemeen bestuur is meer beleidsmatig en van een hoger abstractieniveau, terwijl de informatie voor het dagelijks bestuur op de uitvoering is gericht en daardoor meer beheersmatig van aard en gedetailleerder is. De informatie voor het algemeen en voor het dagelijks bestuur van het waterschap moet op een aantal manieren worden ingedeeld: — in programma’s (alleen voor het algemeen bestuur); — in kostendragers (alleen voor het algemeen bestuur); — in kosten- en opbrengstsoorten; — in producten (alleen voor het dagelijks bestuur). De verslaggevingsvoorschriften gaan er vanuit dat de meerjarenraming die aan het algemeen bestuur wordt aangeboden wordt ingedeeld naar programma’s en dat de begroting en jaarverslaggeving die dit orgaan krijgt op drie manieren wordt gepresenteerd, namelijk programma’s, kostendragers en groepen van kosten- en opbrengstsoorten. De informatie over de beleidsuitvoering, die door (of namens) het dagelijks bestuur wordt vastgesteld, de ‘uitvoeringsinformatie’, omvat in meerjarenperspectief met name informatie over beleidsproducten alsmede investeringen en informatie met betrekking tot het begrotingsjaar (raming en realisatie) over beleidsproducten en over kosten- en opbrengstsoorten. Om de relatie tussen de diverse indelingen aan te geven, is het noodzakelijk te weten wat met de verschillende begrippen wordt bedoeld. Daarom worden deze hieronder nader toegelicht.

Programma Het begrip programma is in het Waterschapsbesluit gedefinieerd als ‘een samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het algemeen bestuur het beleid van het waterschap vaststelt’. De programma’s die door het waterschap worden gehanteerd worden bepaald door het algemeen bestuur. Een bestuur kan als programma’s om het beleid te presenteren kiezen voor thema’s, beleidsvelden, beleidsproducten, reglementaire taken of een andere, zelf gekozen indeling.

Page 51: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 48

Product Een product, in de zin van het Waterschapsbesluit, is een tastbare of niet tastbare zaak die als resultaat van een activiteit of een (bedrijfs)proces door een waterschap of bedrijfsonderdeel daarvan wordt voortgebracht. Conform ontwikkeld in het BBP-traject 1 maken veel waterschappen onderscheid in verschillende niveaus van producten: beleidsvelden, beleidsproducten, beheerproducten en werkplanproducten. Omdat de indeling van programma’s vrij is, kan een waterschap er voor kiezen meerjarenraming, begroting en jaarverslaggeving op basis van producten te gaan inrichten. De indeling in producten zal dan overlappen met de indeling in programma’s: programma’s zijn dan gelijk aan het door het waterschap gekozen productniveau. De voorschriften maken het echter ook mogelijk dat er voor programma- en productenindelingen gekozen wordt die van elkaar afwijken. Dan zullen de producten alleen worden gehanteerd als onderdeel van de uitvoeringsinformatie.

Kostendrager Het Waterschapsbesluit geeft aan dat onder het begrip kostendrager wordt verstaan: indeling van netto-kosten naar de taken die in het provinciaal reglement aan het waterschap zijn toegewezen en waarvoor het waterschap in de regel belasting heft. Zoals de definitie al aangeeft, is deze indeling van netto-kosten vooral van belang omdat zij het vertrekpunt is voor de belastingheffing. De begroting naar kostendragers geeft allereerst aan welke netto-kosten aan een bepaalde taak worden toegerekend. Vervolgens laat de begroting zien in welke mate rekening wordt gehouden met eventuele bedragen voor onvoorziene kosten, kwijt te schelden of oninbaar te verklaren belastingopbrengsten, algemene inkomsten (zoals dividenden) en toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Tot slot maakt de begroting duidelijk welke belastingopbrengst moet worden verkregen om de kosten van de taakuitoefening te dekken. Dit laatste bedrag is het startpunt voor de belastingheffing en -invordering. Vanzelfsprekend wordt met de exploitatierekening naar kostendragers verantwoording afgelegd over de genoemde bedragen. De kostendragers die door de waterschappen moeten worden gehanteerd, worden in het Waterschapsbesluit benoemd, namelijk watersysteembeheer, zuiveringsbeheer en wegenbeheer. In artikel 3 van deze regeling worden de desbetreffende kostendragers van een definitie voorzien, zodat de waterschappen daar een uniforme invulling aan geven.

Kosten- en opbrengstsoorten Het Waterschapsbesluit geeft aan dat onder het begrip kostendrager wordt verstaan: indeling waarmee de lasten en baten naar hun aard worden gerangschikt. Meer specifiek gaat het dan over een rangschikking van lasten en baten naar de verschillende productiemiddelen die door een waterschap bij de realisatie van het beleid worden ingezet. In bijlage 2 bij deze regeling is de indeling van kosten- en opbrengstsoorten opgenomen die door de waterschappen moet worden gehanteerd. Deze regeling gaat er vanuit dat het dagelijks bestuur, of indien gemandateerd een persoon of onderdeel van de organisatie, de informatie over de kosten- en opbrengstsoorten op dit niveau vaststelt. Met deze indeling naar kosten- en opbrengstsoorten wordt ook een belangrijk deel van de Europese rapportageverplichtingen die voortvloeien uit de Economische en Monetaire Unie (EMU) ingevuld. Het algemeen bestuur wordt informatie op een hoog aggregatieniveau verstrekt, namelijk de eveneens in de betreffende bijlage opgenomen groepen van kostensoorten en van opbrengstsoorten.

1 De afkorting BBP staat voor ‘het Beleids- en BeheerProces bij waterschappen’. Het BBP-traject was een door de Unie van Waterschappen

geïnitieerd programma dat liep van 1993 tot en met 2001 en was bedoeld om de waterschappen te ondersteunen bij het invoeren en actueel houden van een moderne besturingsfilosofie en een ondersteunend beleids- en beheerinstrumentarium.

Page 52: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 49

2. De uitvoeringsinformatie voor het dagelijks bestuur Naast de begroting en jaarverslaggeving voor het algemeen bestuur wordt in de verslaggevingsvoorschriften informatie ten behoeve van en dus over de beleidsuitvoering verplicht gesteld. Het dagelijks bestuur is weliswaar verantwoordelijk voor deze beleidsuitvoering, maar de daadwerkelijke realisatie zal door de organisatie gebeuren. Zowel binnen de organisatie als naar het dagelijks bestuur zal informatie over de beleidsuitvoering moeten worden verstrekt. Voor een deel zal deze informatie een verdere uitwerking zijn van de informatie in de begroting en jaarverslaggeving voor het algemeen bestuur, zodat de waterschappen zelf de gewenste indeling kunnen bepalen. Voor een deel hebben waterschappen voor zichzelf, maar ook om anderen goed te kunnen informeren, behoefte aan informatie die op een andere manier is ingedeeld en die bovendien uniform moet zijn. Deze laatste informatie wordt in de regelgeving ‘uitvoeringsinformatie’ genoemd. Bij deze informatie zijn in beperkte mate toelichtingen verplicht. Met de uitwerking van de informatie op programmaniveau uit de meerjarenraming naar producten kan de stap van beleidsmatig niveau naar de beleidsuitvoering en de organisatie van het waterschap worden gemaakt. Deze stap is essentieel om beleid te kunnen formuleren en vaststellen dat zodanig realistisch is dat dit later ook kan worden uitgevoerd. Met een productenraming, dat wil zeggen de informatie die in de begroting is opgenomen weergegeven naar producten, kan worden gebudgetteerd. In een productenraming kan per product behalve de middeleninzet, ook andere informatie worden opgenomen, zoals de te leveren prestaties, het gewenste kwaliteitsniveau en kengetallen. De redenering voor de begroting en de productenraming is ook van toepassing op de jaarverslaggeving en de productenrealisatie. Het document met een goed aggregatieniveau over de beleidsuitvoering is de productenrealisatie. Naast informatie op het niveau van producten geeft de ‘uitvoeringsinformatie’ ook meer inzicht dan de begroting en jaarverslaggeving in de volgende onderwerpen: a. de baten en lasten naar kosten- en opbrengstsoorten; b. de verbonden partijen; c. de immateriële, materiële en financiële vaste activa; d. de reserves en voorzieningen; e. de vaste schulden. Het voorgaande betekent nadrukkelijk niet dat het dagelijks bestuur alleen uitvoeringsinformatie krijgt aangereikt. Dagelijks bestuur en management zijn niet alleen verantwoordelijk voor de doelmatigheid en rechtmatigheid van de beleidsuitvoering, maar ook voor het bereiken van de doelstellingen die door het algemeen bestuur zijn vastgesteld, met andere woorden de doeltreffendheid. Het gevolg hiervan is dat het dagelijks bestuur en het management vanuit de organisatie ook van beleidsinhoudelijke informatie zullen moeten worden voorzien. De uitvoeringsinformatie speelt een rol bij de uitvoering van het door het algemeen bestuur vastgesteldebeleid. Het voorschrijven van de inhoud van deze informatie is een waarborg voor de aanwezigheid van minimaal benodigde informatie. Doel hiervan is dat het dagelijks bestuur, het orgaan dat met de beleidsuitvoering is belast, adequaat wordt geïnstrumenteerd voor zijn taken en verantwoordelijkheden.De genoemde documenten hebben echter ook andere functies. In de eerste plaats geven ze gedetailleerdere informatie dan de meerjarenraming, de begroting en de jaarverslaggeving. Deze gedetailleerdere informatie kan de toezichthouder nodig hebben in geval hij (een deel van) de begroting of jaarverslaggeving nader wil onderzoeken. Ook het algemeen bestuur kan behoefte hebben aan gedetailleerdere informatie van een deel van de begroting of jaarverslaggeving; de productenraming en -realisatie kan worden gezien als naslagwerk voor dit orgaan. Daarbij zij er nadrukkelijk op gewezen dat het algemeen bestuur de productenraming of -realisatie en de andere onderdelen van de uitvoeringsinformatie niet vaststelt, tenzij het waterschap er voor kiest om de programmabegroting op producten te baseren.

Page 53: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 50

In de tweede plaats vormen met name de productenraming en -realisatie alsmede de informatie over lasten en baten naar kosten- en opbrengstsoorten de verbinding tussen de begroting en jaarverslaggeving enerzijds en de informatie voor derden anderzijds. Gezien het belang van de informatie voor derden voor bijvoorbeeld de Europese Unie, is het ook belangrijk dat er voldoende en adequate informatie beschikbaar is bij de levering van de informatie voor derden, zodat bijvoorbeeld het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eventueel verder onderzoek kan doen. Tot slot geldt dat met name de informatie op basis van producten essentieel is ten behoeve van de onderlinge bedrijfsvergelijkingen van de waterschappen. De uitvoeringsinformatie is van belang voor het dagelijks bestuur en het management, omdat het een rol kan spelen bij toezicht, als naslagwerk voor het algemeen bestuur kan dienen en voor het inzicht in de informatie voor derden relevant is en essentieel is voor goede bedrijfsvergelijkingen, is er voor gekozen grote delen daarvan verplicht te stellen. De voorschriften ten aanzien van de informatie zijn zo beperkt mogelijk gehouden.

3. De informatie die aan derden moet worden verstrekt

3.1 Algemeen In het voorgaande onderdeel van deze toelichting is ingegaan op de informatiebehoefte van het algemeen bestuur, van het dagelijks bestuur en van het management van de waterschappen. Daarnaast hebben onder meer de provincies, het Rijk, het CBS en de Europese Unie een informatiebehoefte ten aanzien van de waterschappen. De informatiebehoeften van derden zijn als gevolg van diverse ontwikkelingen in de loop van de jaren steeds groter geworden. De samenleving is complexer geworden, hetgeen zijn weerslag vindt in ontwikkelingen op het gebied van financiering, publiekprivate samenwerking (PPS-constructies) en vormen van vergaande uitbesteding en verzelfstandiging. Voorts hebben waterschappen via decentralisatie meer taken en meer verantwoordelijkheden gekregen. Zowel de waterschappen als externe partijen hechten steeds meer belang aan goede bedrijfsvergelijkingen van waterschappen. Ook bedrijfsvergelijkingen stellen eisen aan de informatie die waterschappen vastleggen. Al deze ontwikkelingen versterken de reden tot het introduceren van het principe ‘iedere doelgroep zijn eigen informatie en documenten’. Immers, de toegenomen, meer specifieke, behoefte aan gegevens van derden en voor bedrijfsvergelijking is niet in alle gevallen identiek aan de informatie die de bestuursorganen en organisatie van het waterschap nodig hebben voor een goede aansturing van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Aan deze diverse behoeften kan steeds makkelijker tegemoet worden gekomen omdat de huidige informatiesystemen het mogelijk maken om gegevens te hergroeperen. Waterschappen kunnen hun administraties zo coderen dat de informatie voor derden en voor bedrijfsvergelijking relatief eenvoudig gegenereerd kunnen worden. Hieronder wordt ingegaan op de gegevensbehoefte van de provincies, het CBS en de Europese Unie in relatie tot deze regeling.

3.2 De provincies Als toezichthouders beoordelen gedeputeerde staten of de begroting en jaarrekening sluiten. De meerjarenraming, begroting en jaarrekening zijn hiervoor van belang. Zoals reeds aangegeven kan het zijn dat de toezichthouder bij de constatering van een onduidelijkheid ook behoefte heeft aan de uitvoeringsinformatie. Deze kan hij dan opvragen. Op basis van deze informatie kan de toezichthouder bijvoorbeeld zien of bepaalde baten of lasten boven- of ondergemiddeld zijn. Dat kan een indicatie geven over de (toekomstige) financiële situatie van het waterschap. De in paragraaf 3.1 genoemde ontwikkelingen tot een grotere informatiebehoefte hebben ook hun weerslag op de toezichthouder. Deze heeft een toegenomen behoefte aan gerichte informatie over financiering, verbonden partijen, risico’s en weerstandscapaciteit. Een belangrijk deel van de informatiebehoefte van de toezichthouder wordt opgevangen door de paragrafen in de begroting en de jaarverslaggeving. In deze paragrafen komen voor het toezicht belangrijke onderwerpen naar voren. De paragrafen spelen daarom ook een rol in het toezicht. Het

Page 54: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 51

ontbreken van een paragraaf of paragrafen van onvoldoende kwaliteit kan door de toezichthouders worden betrokken bij het bepalen van hun oordeel over de sluitendheid van de begroting of jaarrekening.

3.3 CBS, Europese Unie en de EMU-verplichting Het CBS vervult een belangrijke rol als intermediair om andere organisaties die behoefte hebben aan informatie over de waterschappen van deze informatie te voorzien. Dit gebeurt zowel door middel van statistieken die het CBS publiceert als door middel van rapportages die het CBS op basis van informatie van waterschappen opstelt en doorgeleidt naar Nederlandse ministeries en het Europees Statistisch Bureau (ESB). Dit ESB is op zijn beurt vaak weer intermediair richting de Europese Unie (EU) en in het bijzonder, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB). In deze regeling is een aantal bepalingen opgenomen die waarborgt dat het CBS de informatie verstrekt krijgt die hij voor zijn taken nodig heeft. Een groot deel van de informatieverplichtingen in deze regeling zijn vanwege EG regelgeving ingegeven, zoals de verordening (EG) nr. 501/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 (Pb EU L 81) betreffende financiële kwartaalrekeningen van de overheid, de verordening (EG) nr.2223/1996 van de Raad van de Europese Unie van 25 juni 1996 (Pb EG L 310) inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap, de verordening (EG) nr. 1222/2004 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2004 (Pb EU L 233) betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld en de verordening (EG) nr. 3605/1993 van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1993 (Pb EG L 332) betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten. Op deze verplichtingen wordt in het vervolg van deze paragraaf in het bijzonder ingegaan. Hierbij wordt ook aangegeven hoe in de kwaliteitsborging van de te verstrekken gegevens wordt voorzien. De deelname aan de Economische en Monetaire Unie (EMU) brengt met zich mee dat de Nederlandse overheid zich moet houden aan de zogenaamde convergentiecriteria uit het Stabiliteitspact. De bekendste criteria zijn die omtrent het maximaal toegestane ‘begrotingstekort’ (EMU-saldo) en de maximale omvang van de overheidsschuld. De prestaties van de decentrale overheden, en dus ook van de waterschappen, op deze criteria tellen mee in de Nederlandse scores. Om zicht te houden op de ontwikkeling van de scores en indien noodzakelijk tijdig en adequaat te kunnen reageren willen onder meer het Ministerie van Financiën, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank periodiek actuele informatie ontvangen. Deze snellere statistische informatie wordt niet alleen in verband met het Stabiliteitspact gebruikt, maar dient ook voor het voeren van een adequaat economisch en monetair beleid. Ten behoeve van dit laatste doel wordt niet alleen informatie van overheden verzameld, maar van alle sectoren van de economie. In verband met het voorgaande zijn op Europees niveau afspraken over een (verplichte) informatieverstrekking op kwartaal- en jaarbasis gemaakt en zijn eisen opgesteld die gelden voor de te leveren informatie. Deze eisen hebben betrekking op aspecten zoals volledigheid, betrouwbaarheid, consistentie, ‘Europese uniformiteit’ (inhoud), tijdigheid en frequentie. Het voorgaande leverde voor de waterschappen de verplichting op om met ingang van 2004 binnen een maand na afloop van ieder kwartaal vanuit de financiële administratie(s) volgens een vooraf bepaalde standaard gegevens aan het CBS te gaan leveren. Vanaf 2006 dienen de waterschappen op dezelfde wijze ook jaargegevens te verstrekken. Na ontvangst van de gegevens draagt het CBS zorg voor de technische en inhoudelijke standaardisatie alsmede voor de vertaling naar de inhoud en definities van het Europees Systeem van Rekeningen. Ook alle vervolgstappen worden door het CBS gezet. De verplichtingen gelden niet alleen voor de waterschappen zelf, maar ook voor de gemeenschappelijke regelingen en andere organen waarin waterschappen een belangrijke mate van zeggenschap hebben.

Page 55: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 52

In het kader van deze verplichting is in 2003 een convenant tussen het CBS en de waterschappen Gesloten 2. Door de verankering van de verplichting in deze regeling krijgt deze een nog formeler karakter. Naast behoefte aan informatie op realisatiebasis heeft het CBS voor meer eigen statistische doeleinden behoefte aan gegevens op begrotingsbasis. Deze nieuwe informatiebehoefte is ook in deze regeling verankerd. De informatie die moet worden verstrekt, wordt beschreven in het Europees Systeem van Rekeningen (ESR). Bij het uitwerken van de EMU-verplichting voor de waterschappen in 2003 is geconstateerd dat de specificaties in de comptabiliteitsvoorschriften op een aantal punten niet helemaal spoorden met die van het ESR. Bij ieder geconstateerd verschilpunt heeft een afweging plaatsgevonden of, en zo ja op welke wijze, de comptabiliteitsvoorschriften zouden moeten worden aangepast zodat de waterschappen aan de EMU-verplichting zouden voldoen. Tegelijk werd van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele kleine reparaties in de indeling en definiëring van bepaalde posten door te voeren. Dit leverde dus aanpassingen en uitbreidingen van de kosten- en opbrengstsoorten, balansposten en balansmutaties op. Om zoveel mogelijk bij hun toenmalige begrotingen, jaarrekeningen en administraties te blijven aansluiten, hielden de aanpassingen destijds het midden tussen de indelingen die de waterschappen hanteerden op grond van de comptabiliteitsvoorschriften en de indelingen van gemeenten en provincies. Omdat de verslaggeving van gemeenten en provincies in de nieuwe verslaggevingsvoorschriften van de waterschappen zoveel mogelijk is gevolgd, zijn bij de ontwikkeling van deze regeling nieuwe aanpassingen van de kosten- en opbrengstsoorten, balansposten en balansmutaties doorgevoerd. De informatie die aan het CBS moet worden geleverd, kan in twee soorten worden onderscheiden: over de financiële omvang van transacties en over de standen van een aantal balansposten.

Kwaliteitsborging Het is van groot belang dat de kwaliteit van de gegevens die aan het CBS worden verstrekt hoog is. Daarom zijn er in deze regeling en langs andere wegen een aantal instrumenten en mechanismen ingebouwd die de kwaliteit van de te verstrekken informatie moet borgen. In de eerste plaats is er, voor gekozen om de informatie die ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering van de waterschappen wordt voorgeschreven en de informatie die aan het CBS moet worden verstrekt volledig identiek te laten zijn. Hierdoor heeft de informatie voor het CBS dezelfde basisbron als de informatie die de waterschappen ter ondersteuning van de eigen bedrijfsvoering gebruiken. In de tweede plaats wordt een bijdrage aan de kwaliteit van de gegevens geleverd doordat in deze regeling duidelijke omschrijvingen zijn opgenomen van de kosten- en opbrengstsoorten alsmede balansposten. In de derde plaats is in deze regeling opgenomen dat het CBS basiscontroles op de cijfers uitvoert en deze terugkoppelt aan de waterschappen, waardoor zij in staat zijn aan de kwaliteit van de gegevens te werken. In de vierde plaats zijn er de nieuwe bepalingen in artikel 98a van de Waterschapswet die de toezichthouders enkele nieuwe bevoegdheden geven om ervoor te zorgen dat de informatie die aan het CBS wordt verstrekt van behoorlijke kwaliteit is. Deze bevoegdheden bestaan uit het geven van een aanwijzing aan het dagelijks bestuur bij ingebrekeblijving en, bij nalating van het opvolgen van een aanwijzing, het zorgen dat de benodigde informatie alsnog wordt verstrekt op kosten van het desbetreffende waterschap.

2 In juli 2005 hebben CBS en Unie van Waterschappen tot enkele wijzigingen (over het algemeen vereenvoudigingen) en uitbreidingen van het

convenant besloten. Deze zijn door de Unie bij brief van 6 juli 2005 (kenmerk 22502 WSB/RC) aan de waterschappen gecommuniceerd.

Page 56: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 53

Artikelsgewijs

Artikel 1 Dit artikel bevat met name het algemene principe omtrent het toepassen van de bepalingen van deze regeling door waterschappen. In beginsel moet een waterschap zich aan de in deze regeling geformuleerde bepalingen conformeren, maar bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding voor een uitzondering zijn. Er kan zich een situatie voordoen dat een waterschap zich niet aan deze regels houdt of kan houden. Wanneer dit het geval is, moet een waterschap, krachtens het derde lid, in de toelichting op de begroting, jaarverslaggeving of uitvoeringsinformatie aangeven waarom van deze regeling is afgeweken. Nadrukkelijk zij vermeld dat deze mogelijke uitzondering geen betrekking heeft op de informatie die op grond van deze regeling aan derden moet worden verstrekt. Het belang van een inhoudelijke en technisch uniforme aanlevering daarvan door alle waterschappen verhoudt zich niet met een indeling die door het ene waterschap wel en het andere waterschap niet wordt toegepast.

Artikel 2 en bijlage 1 Eén van de de bestuurlijke afspraken die in oktober 2004 tussen kabinet, gemeenten, provincies en waterschappen is gemaakt ter beheersing van het EMU-saldo is dat met ingang van de waterschapsbegroting en jaarverslaggeving over 2006 een bijlage wordt opgenomen waarin het EMU-saldo wordt weergegeven. Bijlage 1 geeft aan welke elementen de waterschappen in de desbetreffende bijlage moeten opnemen en op welke wijze zij de bijlage zouden kunnen vormgeven. De bijlage is gebaseerd op de berekening die de Unie van Waterschappen in overleg met het Ministerie van Financiën en het CBS heeft ontwikkeld en waarmee al enkele malen monitoring van het EMU-saldo op begrotingsbasis heeft plaatsgevonden. Het schema geeft aan hoe het EMU-saldo kan worden benaderd op basis van gegevens uit de begroting en de jaarverslaggeving. De benadering sluit aan op de principes van het stelsel van baten en lasten. De componenten van de berekening sluiten aan op exploitatie- en balansposten alsmede -mutatiesoorten die zijn opgenomen in deze regeling. Hieronder wordt aangegeven wat onder de verschillende componenten van de benadering van het EMU-saldo wordt verstaan en wordt bijlage 1 bij deze regeling toegelicht. 1. EMU-exploitatiesaldo Vertrekpunt is het zogenaamde EMU-exploitatiesaldo van de begroting. Dit is het saldo (baten -/- lasten) van de exploitatiebegroting naar kosten- en opbrengstsoorten dat is geschoond van alle eventuele dotaties en onttrekkingen aan reserves en de opbrengstsoort geactiveerde lasten. Het overzicht geeft aan dat diverse interne stromen, zoals afschrijvingen en gebruik van voorzieningen, voor het EMU-saldo niet relevant zijn en dat er omgekeerd uitgaven en ontvangsten zijn die wel een EMU-effect hebben maar niet via de exploitatie lopen. 2. Invloed investeringsuitgaven

Bruto-investeringenuitgaven Het gaat hier om de bruto-jaarinvesteringen in materiële en immateriële vaste activa die op de balans worden geactiveerd. Het betreft hier de jaarschijf van datgene wat op de balansposten ‘materiële vaste activa’ (inclusief grond) en ‘immateriële vaste activa’ als gevolg van overname en nieuwbouw (aankoop, aanleg e.d.) als vermeerderingen wordt verantwoord. De informatie zal over het algemeen aan de betreffende overzichten van vaste activa kunnen worden ontleend.

Page 57: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 54

Het gaat derhalve niet om: — de investeringen in financiële vaste activa; — interne vermeerderingen als gevolg van activeren van eigen bijdragen (geactiveerde lasten) en

herwaarderen.

Investeringssubsidies Het gaat om de bijdragen die in het betreffende jaar door het Rijk, de provincies, gemeenten, de Europese Unie en overigen inzake de investeringen zullen worden of zijn toegekend en in principe (zullen) leiden tot een vermindering van de balansposten materiële en immateriële vaste activa.

Verkoop van materiële en immateriële vaste activa Het betreft hier de jaarschijf van datgene wat op de balansposten ‘materiële vaste activa’ (inclusief grond) en ‘immateriële vaste activa’ als gevolg van verkoop als vermindering wordt verantwoord (desinvesteringen). De informatie zal over het algemeen aan de betreffende staten van vaste activa kunnen worden ontleend. Het gaat derhalve niet om: — de desinvesteringen in financiële vaste activa; — de verkoopopbrengst, maar wel om de vermindering van de balanspost (uitgangspunt is dat de eventueel

verwachte boekwinst is opgenomen in de exploitatiebegroting); — interne verminderingen als gevolg van afschrijven en bijdragen van reserves.

Afschrijvingen Het gaat om het totaal aan afschrijvingen dus zowel van vaste activa als van eventuele boekverliezen. Het gaat met andere woorden om het totaal van afschrijvingen van activa en boekverliezen zoals bedoeld in bijlage 2, onderdeel A, bij de regeling. 3. Invloed voorzieningen

Toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie Het gaat hier om dotaties aan de post voorzieningen die ten laste van de exploitatie worden gebracht. Dit komt overeen met kostensoort ‘Toevoegingen aan voorzieningen’, bedoeld in bijlage 2, onderdeel A.

Onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie Onttrekkingen uit de post voorzieningen ten bate van de exploitatie. De post komt overeen met opbrengstsoort ‘Onttrekkingen aan voorzieningen’ bedoeld in bijlage 2, onderdeel B. Omdat betalingen uit voorzieningen in principe niet in de exploitatierekening worden verantwoord, bestaat deze post in beginsel alleen uit vrijval van voorzieningen. Het gaat hier niet om de bedragen die rechtstreeks, dat wil zeggen niet via de exploitatierekening, aan voorzieningen zijn onttrokken. Deze bedragen behoren ingevuld te worden op de volgende regel ‘Onttrekkingen rechtstreeks uit voorzieningen’.

Onttrekkingen rechtstreeks uit voorzieningen Conform het Waterschapsbesluitwordt gedoteerd aan voorzieningen ten laste van de exploitatie en rechtstreeks onttrokken aan de voorzieningen. Deze onttrekkingen maken dus geen deel uit van de netto-exploitatiekosten (en het exploitatiesaldo) en moeten op deze regel worden verantwoord.

Page 58: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 55

4. Deelnemingen en aandelen Indien bij deelnemingen of aandelen een boekwinst of -verlies wordt verwacht, moet het betreffende bedrag hier worden vermeld. Boekwinsten en -verliezen zijn namelijk niet relevant is voor het EMU-saldo. In de systematiek die ten grondslag ligt aan het EMU-saldo moet bij verkoop van aandelen eerst de (begin)balanswaarde worden aangepast aan de verkoopwaarde (dus een herwaardering toepassen). Deze herwaardering is een aanpassing in de balansstand zonder dat dit leidt tot een transactie. Bij de feitelijke verkoop wordt dan de (geherwaardeerde) balansstand verlaagd met de verkoopopbrengst met als bijbehorende transacties: vermindering van aandelenkapitaal en vermeerdering van kas/giro. Dit zijn beide financiële transacties die geen effect sorteren op het EMU-saldo. Als in de boekhouding van een waterschap echter de boekwinst of -verlies op de exploitatierekening wordt geboekt (positieve baat of (waarschijnlijk) negatieve baat), is het exploitatiesaldo dus positief dan wel negatief beïnvloed. In het Emu-exploitatiesaldo, bedoeld in bijlage 1, zitten deze bedragen dus inbegrepen. In de afleiding naar het EMU-saldo moet hiervoor dus gecorrigeerd worden, als aftrekpost. Bij een boekwinst wordt dus een positief bedrag van het exploitatiesaldo afgetrokken, waardoor het EMU-saldo dus lager wordt (deze ‘winst’ mag immers niet als inkomsten worden geboekt). Bij een boekverlies wordt dus een negatief bedrag van het exploitatiesaldo afgetrokken waardoor het EMU-saldo dus hoger wordt (immers dit ‘verlies’ mag niet worden meegeteld). In het overzicht moeten uitsluitend ‘positieve waarden’ worden vermeld, zowel bij een winst als een verlies.

Artikel 3 Omdat nagenoeg alle netto-kosten van het waterschap via de opbrengsten van belastingheffing worden gedekt, dienen de netto-kosten aan zogenaamde kostendragers te worden toegerekend. Het is van groot belang dat er een eenduidig beeld bestaat van datgene wat onder een bepaalde kostendrager moet worden verstaan. Vandaar dat in dit artikel definities van de verschillende kostendragers zijn opgenomen en dat de waterschappen verplicht zijn deze definities toe te passen. Hieronder worden de verschillende kostendragers nader toegelicht.

a. Watersysteembeheer Voor de toelichting van watersysteembeheer kan worden verwezen naar de memorie van toelichting van de Wet modernisering waterschapsbestel (Kamerstukken II, 2005/06, 30 601, nr. 3, blz. 10 en 11).

b. Zuiveringsbeheer Het zuiveringsbeheer kan worden onderscheiden in het transport van afvalwater, de zuivering van afvalwater, de lozing van effluent, de verwerking van slib dat tijdens het zuiveringsproces vrijkomt en de door derden voor het waterschap uitgevoerde zuivering.

c. Wegenbeheer De waterschappen ontvangen jaarlijks door tussenkomst van de gemeenten een vergoeding uit het Gemeentefonds ter compensatie van de kosten die zij in het kader van de taak wegenbeheer maken. De kosten die op deze wijze niet worden gedekt zullen via de belastingen van het waterschap moeten worden verhaald. Hierbij heeft het waterschap de keuze om de kosten van het wegenbeheer te dekken met de watersysteemheffing of met een aparte ‘heffing wegenbeheer’. Indien voor de eerste optie wordt gekozen wordt deze kostendrager ‘wegenbeheer’ niet gebruikt. Wanneer een waterschap kiest voor een aparte belasting voor het wegenbeheer wordt deze kostendrager wel gehanteerd. Tot deze kostendragers worden dan alle activiteiten die gericht zijn op de aanleg, de verbetering, het beheer en het onderhoud van wegen gerekend. Ingevolge het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) behoort ook de zorg voor de verkeersveiligheid op deze wegen tot de taak van het waterschap en de lasten en baten die daarmee verband houden worden tot deze kostendrager gerekend.

Page 59: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 56

Artikel 4 en bijlage 2 In bijlage 2 zijn de kosten- en opbrengstsoorten vermeld die door een waterschap moeten worden gehanteerd. De inhoud van de verschillende kosten- en opbrengstsoorten wordt hieronder nader omschreven. In de meeste gevallen begint een omschrijving van een kosten- of opbrengstsoort met een korte, algemene beschrijving. Vervolgens is veelal een opsomming van de elementen opgenomen die tot de kosten- of de opbrengstsoort behoren. In sommige gevallen wordt de toelichting op een onderdeel afgesloten met elementen die niet tot de categorie worden gerekend, waarbij wordt aangegeven tot welke categorie deze wel behoren. Wanneer opsommingen worden gegeven, betreft het geen uitputtend overzicht van elementen die tot een kosten- of opbrengstsoort behoren. Het gaat dan slechts om de elementen die in ieder geval tot het onderdeel gerekend worden. Hieronder zal bijlage 2 worden toegelicht waarin nadere indelingen gegeven worden van de kosten en opbrengstsoorten. Daarbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de toelichting van de ‘Regeling informatie voor derden’ voor de gemeenten en provincies.

Onderdeel A: kostensoorten

1 Rente en afschrijvingen

1.1 Externe rentelasten Deze kostensoort bestaat uit de aan derden verschuldigde rente en omvat bijvoorbeeld: — rente van aangegane langlopende geldleningen, met inbegrip van betaalde premies van premieleningen; — rente van opgenomen kortlopende geldleningen; — rente van in rekening-courant opgenomen gelden; — boeterente bij vervroegde aflossing van leningen; — rente van bij het waterschap gestorte waarborgsommen; — invorderingsrente; — disagio; — rentelasten op grond van financiële lease-overeenkomsten. Hiertoe worden niet gerekend provisie en andere kosten van geldleningen. Deze behoren tot de kostensoort ‘Overige diensten door derden’.

1.2 Interne rentelasten De kostensoort omvat de berekende rente over eigen financieringsmiddelen, al dan niet toegevoegd aan reserves en voorzieningen.

1.3 Afschrijvingen van activa Deze kostensoort omvat de reguliere en eventuele extra of inhaalafschrijvingen van activa. Inhaalafschrijvingen vloeien met name voort uit activa die worden geamoveerd.

1.4 Afschrijvingen van boekverliezen Tot deze kostensoort behoren de incidentele afschrijvingen van boekverliezen bij de verkoop van activa tegen een waarde lager dan de boekwaarde.

Page 60: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 57

2 Personeelslasten

2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders De kostensoort ‘salarissen’ omvat de vergoedingen die door het waterschap worden betaald voor geleverde arbeid waarbij sprake is van een dienstverband met het waterschap. Dit dienstverband geldt vanzelfsprekend voor de medewerkers van het ambtelijk apparaat van het waterschap. Een dienstverband wordt echter ook verondersteld voor de voorzitter, de andere leden van het bestuur en bij de leden van bestuurlijke commissies van het waterschap. Een dienstverband kan naast vast en volledig ook tijdelijk van aard zijn of slechts voor een gedeelte van de werktijd gelden (deeltijdarbeid). Dit laatste kan het geval zijn bij werknemers die te werk zijn gesteld ingevolge bijzondere regelingen, zoals de Regeling Tijdelijke Arbeidsplaatsen, en bij vakantiewerkers, stagiaires en dergelijke. Tot de kostensoort ‘salarissen’ behoren: — salarissen huidig personeel; — vereveningsbijdrage; — overwerkvergoeding huidig personeel; — vakantie-uitkering huidig personeel; — doorbetaling van loon aan huidig personeel in geval van ziekte, invaliditeit en zwangerschap; — vergoedingen aan vakantiewerkers, stagiaires en dergelijke; — wedden, vergoedingen (waaronder presentiegelden) en tegemoetkomingen bestuurders; — vergoedingen aan commissieleden niet zijnde bestuurders; — opkomstvergoeding aan het dijkleger. Voorts worden de volgende toelagen tot de kostensoort ‘salarissen’ gerekend: — waarnemingsvergoedingen; — gratificaties bij jubilea, voor bijzondere prestaties en wegens buitengewone omstandigheden; — onregelmatigheidstoeslagen; — toelagen voor wacht- en continudiensten; — eindejaarsuitkering; — premies in verband met spaarregelingen; — levensloopregeling; — resultatendeling; — vergoeding koopdagen; — vergoedingen voor reiskosten woon-werkverkeer.

2.2 Sociale premies Deze kostensoort omvat de door het waterschap betaalde premies aan pensioenfondsen en sociale verzekeringsinstellingen ten behoeve van het huidig en het voormalig personeel. Tot de kostensoort behoren bijvoorbeeld: — premies en overige bijdragen die aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds betaald worden, alsmede het

verhaal hiervan; — premies sociale verzekeringen, alsmede het verhaal hiervan.

2.3 Rechtstreekse uitkeringen aan huidig personeel en bestuur De kostensoort omvat de rechtstreekse uitkeringen aan het huidige personeel en bestuur alsmede aan hun rechthebbenden met een sociaal karakter.

Page 61: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 58

Tot de kostensoort behoren in ieder geval: — werkgeversaandeel ziektekosten van het personeel; — compensatie premie AOW/AWW over werkgeversaandeel ziektekostenvoorziening; — vergoedingen voor bovenmatige ziektekosten; — uitkeringen bij overlijden; — bijdrage kinderopvang.

2.4 Overige personeelslasten

Tot de ‘overige personeelslasten’ worden alle overige lasten gerekend van het waterschap die verband houden met het eigen personeel en bestuur. Onder de kostensoort vallen in ieder geval: — vergoeding voor het gebruik van werkkleding en gereedschappen; — schadevergoeding bij dienstongevallen; — vergoeding voor telefoonkosten; — kosten van functiewaardering; — studiekosten; — kosten keuzesysteem; — kosten seniorenregeling; — kosten van cursussen en congressen; — kosten voorziening vacatures; — subsidie personeelsvereniging; — aandeel in exploitatiekosten personeelskantines; — vorming en ontspanning personeel; — beloning aan inzenders ideeënbus; — bijdragen aan verenigingen en stichtingen ten behoeve van het personeel; — kosten geneeskundige dienst; — kosten van het georganiseerd overleg.

2.5 Personeel van derden De kostensoort ‘personeel van derden’ omvat de kosten van ingehuurd personeel, die onder een gezagsverhouding van het waterschap werken. Tot dit personeel worden met name gerekend het personeel van uitzendbureaus en het personeel van software-bureaus dat op tijdelijke basis door het waterschap wordt ingehuurd alsmede het personeel dat door andere overheden beschikbaar wordt gesteld.

2.6 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Deze kostensoort omvat alle uitkeringen aan voormalige personeels- en bestuursleden van het waterschap, alsmede aan hun weduwen en wezen, die binnen het begrotingsjaar worden afgedaan en waarvoor geen voorziening wordt gevormd. Tot de kostensoort behoren: — wachtgelden, pensioenen en andere uitkeringen (waaronder functioneel leeftijdsontslag) aan voormalige

personeelsleden; — wachtgelden, pensioenen en andere uitkeringen aan voormalige bestuurders; — onverplichte uitkeringen aan voormalige personeels- en bestuursleden van het waterschap, alsmede aan hun

weduwen en wezen.

Page 62: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 59

Ter nadere toelichting het volgende. De meeste uitkeringen die waterschappen aan hun voormalige bestuurs- en personeelsleden doen vloeien voort uit verplichtingen waar deze recht op hebben op het moment waarop hun bestuurlijke relatie respectievelijk actief dienstverband eindigt. Als gevolg hiervan zal het waterschap hiervoor in de regel een voorziening vormen. De dotaties worden niet op deze kostensoort verantwoord, maar op kostensoort 5.1. Deze kostensoort omvat wel alle eventuele uitkeringen aan voormalige personeels- en bestuursleden van het waterschap, alsmede aan hun weduwen en wezen, die binnen het jaar worden afgewikkeld en dus de jaargrens niet overschrijden of de uitkeringen die geen verplicht karakter hebben.

3 Goederen en diensten van derden

3.1 Duurzame gebruiksgoederen Gebruiksgoederen die bestemd zijn voor gebruik gedurende één jaar of langer, behoren in beginsel niet in de exploitatierekening te worden verantwoord, maar te worden geactiveerd. Indien met de stichting of aankoop hiervan slechts een relatief gering bedrag gemoeid is, komt het echter in de praktijk voor dat de betreffende uitgaven niet worden geactiveerd, maar in één keer ten laste van de exploitatierekening worden gebracht. Deze verantwoording gebeurt op deze kostensoort. De kostensoort omvat dan ook de aanschaf van goederen met een economische levensduur van één jaar of langer die in de exploitatierekening worden verantwoord. De kostensoort omvat ook alle bijkomende kosten, zoals omzetbelasting, transportkosten en eventuele invoerrechten. Tot de kostensoort moeten in ieder geval worden gerekend de aanschaf en uitbestede ontwikkeling van computerapparatuur en -programmatuur, de aankoop van meubilair, dienstauto’s, voer- en werktuigen, tenzij deze worden geactiveerd.

3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen De kostensoort omvat alle kosten die samenhangen met de aankoop van goederen die bestemd zijn voor gebruik en verbruik binnen de productieprocessen en minder dan een jaar ten dienste van het waterschap staan (en geen brandstoffen zijn). De kostensoort omvat ook alle bijkomende kosten, zoals omzetbelasting, transportkosten en eventuele invoerrechten. Gebruiksgoederen die bestemd zijn voor gebruik gedurende één jaar of langer en die in de exploitatierekening worden verantwoord, worden niet tot deze kostensoort gerekend, maar tot de kostensoort ‘Duurzame gebruiksgoederen’. Voorbeelden van goederen die tot de kostensoort ‘Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen’ gerekend kunnen worden zijn: — kleine gereedschappen; — dienst-, werkkleding en -uitrusting; — servies- en glaswerk en andere gebruiksgoederen die tot de inventaris van kantines en laboratoria behoren; — meubilair voor wegen (onder andere verkeersborden); — dijkbewakingsmateriaal; — onderdelen, hulpstukken en andere benodigdheden voor vervoermiddelen, vaartuigen, werktuigen,

machines, installaties, apparatuur, instrumenten, gereedschappen enz.; — schrijf-, teken- en bureaubehoeften; — materialen voor post- en archiefzaken; — reprografie door derden; — druk- en bindwerken; — boeken; — periodieken, tijdschriften en dagbladen; — losbladige uitgaven; — staatsbladen en kamerstukken; — kaarten; — bloemen en planten;

Page 63: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 60

— overige zaken ter verfraaiing van dienstvertrekken; — voedingsmiddelen en dranken; — geschenken, prijzen en medailles; — genees- en verbandmiddelen; — reinigings- en ontsmettingsmiddelen en toiletbenodigdheden; — smeermiddelen; — chemicaliën; — water; — strooizand en -zout; — materialen voor fotokopieerwerk, gegevensverwerking en laboratoriumwerkzaamheden; — bouwmaterialen (ook al worden deze dadelijk ter beschikking van een aannemer gesteld).

3.3 Energie Deze kostensoort heeft betrekking op het energieverbruik van het waterschap, alsmede op de aankoop van energiedragers. De kostensoort betreft derhalve: — elektriciteit; — (aard)gas; — benzine, diesel, LPG (motorbrandstof); — huisbrandolie; — steenkool, propaan, butaan, petroleum, lichte en zware stookolie en LPG (overige); — vliegtuigbenzine.

3.4 Huren en rechten Deze kostensoort omvat de betaalde huren alsmede de betaalde recognities, precariobelasting, licentie-, auteurs-, repro- en octrooirechten en alle andere betaalde rechten.’’ De huren kunnen betrekking hebben op: — onroerende goederen zoals gebouwen, (dienst)woningen en opstallen, maar niet op grond (terreinen),

binnenwateren en rivieren; — roerende goederen zoals vervoermiddelen, rollend en varend materieel, machines, werktuigen,

gereedschappen, apparatuur, instrumenten en kantoormachines.

3.5 Leasebetalingen operational lease De kostensoort omvat de jaarlijkse vergoedingen die verband houden met door het waterschap afgesloten operationallease-overeenkomsten

3.6 Pachten en erfpachten De kostensoort bevat alle betalingen aan eigenaren van grond, binnenwateren en rivieren in de vorm van pachten, erfpachten of anderszins.

3.7 Verzekeringen Tot de kostensoort ‘verzekeringen’ worden gerekend de door het verzekeringswezen verrichte diensten, met uitzondering van de diensten van sociale verzekeringsinstellingen (deze worden tot de kostensoort ‘sociale lasten’ gerekend).

Page 64: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 61

Tot de kostensoort behoren bijvoorbeeld: — brand-, inbraak- en stormschadeverzekering; — glasschadeverzekering; — verzekering wettelijke aansprakelijkheid; — schadeverzekering roerende en onroerende goederen; — verzekering van onderhoudswerkzaamheden; — transportverzekering; — fraude- en geldwaardeverzekering; — reconstructieverzekering; — collectieve ongevallenverzekering. Ook de kosten van door het waterschap afgesloten verzekeringen van individuele personeelsleden worden tot deze kostensoort gerekend.

3.8 Belastingen Tot de ‘belastingen’ worden gerekend de kostprijsverhogende belastingen die door derden aan het waterschap worden opgelegd. Hieronder vallen: — rijksbelastingen, zoals de rijksheffing (verontreinigingsheffing Rijk) en de motorrijtuigenbelasting; — gemeentelijke belastingen, zoals de onroerendezaakbelasting en rioolbelasting; — waterschapsbelastingen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. Tot de kostensoort worden niet gerekend de bij levering van goederen en diensten verschuldigde belastingen zoals omzetbelasting, invoerrechten, accijnzen en assurantiebelasting. Deze laatste belastingen worden gerekend tot de kostensoort waartoe de betreffende levering van goederen of diensten behoort; ook in de gevallen waarin die belastingen afzonderlijk worden betaald. Ook de gemeentelijke reinigingsrechten vallen niet onder deze kostensoort, maar worden gerekend tot de kostensoort ‘Overige diensten door derden’.

3.9 Onderhoud door derden ‘Onderhoud door derden’ omvat de door het waterschap aan derden uitbestede werkzaamheden die tot doel hebben een bepaald object in stand te houden. Tot deze kostensoort behoort ook het groot onderhoud, dat nodig is om een verwaarloosd object weer in goede staat te brengen, mits de uitgaven voor dit onderhoud niet worden geactiveerd. Indien in de aan derden te betalen vergoeding ook een bedrag voor verbruikt materiaal is opgenomen, wordt dit ook op deze kostensoort geboekt. Tot het ‘onderhoud door derden’ behoren onder meer: — onderhoud werkplaatsen, magazijnen en laboratoria, alsmede van de daarin aanwezige inventaris en de

daartoe behorende installaties; — onderhoud rijdend en varend materieel; — onderhoud waterkeringen; — onderhoud watergangen en kunstwerken; — onderhoud zuiveringsinstallaties, transportsystemen en slibverwerkingsinstallaties; — onderhoud wegen, wegbermen en wegsloten; — onderhoud vaarwegen en havens; — schoonmaakwerkzaamheden, wassen van gordijnen, linnengoed en dienstkleding — onderhoud kantoorgebouwen en dienstwoningen en daarbij behorende tuinen, alsmede van de in de

gebouwen aanwezige inventaris en de daartoe behorende installaties; — onderhoud kantoormachines zoals kopieermachines, computers en randapparatuur; — onderhoud van software;

Page 65: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 62

3.10 Overige diensten door derden Tot deze kostensoort behoren de door het waterschap aan derden uitbestede werkzaamheden en de door derden geleverde diensten voorzover deze niet behoren tot één van de voorgaande kostensoorten en waarvoor geldt dat er een rechtstreeks verband is tussen de geleverde dienst en de bijbehorende lasten. Tot de ‘overige diensten door derden’ worden onder andere gerekend: — reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen van personeelsleden, bestuursleden en commissieleden

niet-zijnde bestuursleden; — juridische, financiële, technische en overige adviezen door derden; — contributies en bijdragen aan verenigingen en stichtingen die prestaties leveren ten behoeve van het

functioneren van het waterschap (Unie van Waterschappen, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Waterschapshuis, provinciale waterschapsbond enz.);

— kosten van inschrijving van vervoermiddelen bij de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie en de Stichting Inschrijving Eigen Vervoer;

— diensten van taxateurs, notarissen, makelaars en andere tussenpersonen; — proces- en gerechtskosten; — honoraria van accountants, artsen en anderen met een vrij beroep; — controle op geldelijk beheer, boekhouding en jaarrekening; — diensten van het bankwezen; — advertentie- en reclamekosten; — telefoon-, mobilofoon-, email-/internet, en telefaxkosten; — portokosten; — perceptiekosten bij uitbestede belastingheffing; — incassokosten; — dienstverleningen computerservicebureaus (externe gegevensverwerking); — bewaking en beveiliging; — kaartvervaardiging en luchtkartering; — vergunningen (inclusief leges); — opdrachten aan externe onderzoeksbureaus; — bijdragen aan de publicatie van brochures, boeken enz.; — aan derden uitbetaalde vergoedingen (zoals boetes en claims) die voortvloeien uit het niet nakomen van

contractuele verplichtingen; — gegevensverstrekking door derden (onder andere Kadaster en gemeenten); — afvoer van afval, vuil en reststoffen (bijvoorbeeld van zuiveringsinstallaties en kantoorgebouwen); — gemeentelijk reinigingsrechten; — slibverwerking en -afvoer door derden; — betalingen aan Rijk, provincies, gemeenten, andere waterschappen, overige publiekrechtelijke organen en

particulieren voor door hen uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de exploitatie (een voorbeeld is de aan een ander waterschap betaalde vergoeding voor de zuivering van grensoverschrijdend afvalwater).

Page 66: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 63

4 Bijdragen aan derden3

4.1 Bijdragen aan bedrijven De kostensoort omvat de betalingen van het waterschap aan bedrijven waartegenover geen direct aanwijsbare prestatie staat. Het gaat voornamelijk om bijdragen in de exploitatiekosten van bedrijven in de vorm van subsidies. Waterschappen kennen diverse subsidieregelingen waar bedrijven aanspraak op kunnen maken, zoals de anti-afhaakregeling, de subsidieregeling voor sanering van lozingen en de subsidieregeling voor afkoppeling verhard oppervlak. Ook uitkeringen aan bedrijven voor schades die het gevolg zijn van tekortkomingen in de taakuitoefening of van de uitvoering van werkzaamheden door het waterschap (planschaden) die niet als onderdeel van de projectkosten worden geactiveerd behoren tot deze kostensoort. Ter nadere toelichting op het laatste aspect het volgende. Een waterschap kan vanwege verschillende redenen genoodzaakt zijn schade-uitkeringen te doen. Als de uitvoering van een investeringsproject schade voor burgers, bedrijven of andere organisaties met zich meebrengt wordt hiermee in de regel reeds in het investeringsbudget rekening gehouden, zodat het betreffende bedrag meestal onderdeel uitmaakt van de materiële vaste activa. Overige schade-uitkeringen zullen vaak voortvloeien uit onderhoudswerkzaamheden, waarbij beschadigingen aan roerende of onroerende zaken worden toegebracht. Voorzover deze schades niet verzekerd zijn, zullen de kosten op deze kostensoort worden verantwoord. Tot slot is er de categorie schade-uitkeringen die voortvloeien uit tekortkomingen in de taakuitoefening, die, zoals al aangegeven, ook tot verantwoording op deze kostensoort leiden.

4.2 Bijdragen aan overheden Tot de kostensoort worden gerekend de betalingen van het waterschap aan andere overheden waartegenover geen direct aanwijsbare prestatie staat. Het gaat voornamelijk om bijdragen in de exploitatiekosten in de vorm van subsidies. Waterschappen kennen diverse subsidieregelingen waar andere overheden aanspraak op kunnen maken. Voorbeelden zijn: subsidieregeling voor sanering van lozingen en de subsidieregeling voor afkoppeling verhard oppervlak. Tot de overheden worden gerekend: Rijk, provincies, gemeenten, (andere) waterschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen die worden gefinancierd en gecontroleerd door de overheid. Ook uitkeringen aan overheden voor schades die het gevolg zijn van tekortkomingen in de taakuitoefening of van de uitvoering van werkzaamheden door het waterschap (planschaden) die niet als onderdeel van de projectkosten worden geactiveerd behoren tot deze kostensoort. Voor een nadere toelichting op dit aspect wordt verwezen naar de laatste alinea van de toelichting op kostensoort 4.1.

3 Indien waterschappen niet in staat zijn de bedragen die zij op grond van diverse regelingen en besluiten uitbetalen naar de kostensoorten 4.1

t/m 4.3 uit te splitsen, kunnen zij hun diverse subsidieregelingen eventueel naar zwaartepunt aan één van de kostensoorten 4.1, 4.2 of 4.3 toerekenen. Ter verduidelijking: als van een bepaalde regeling mag worden verwacht dat met name andere overheden daarvan gebruik zullen maken, wordt deze aan kostensoort 4.2 toegerekend en worden de betalingen op deze

kostensoort geregistreerd.

Page 67: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 64

4.3 Bijdragen aan overigen De kostensoort omvat de betalingen van het waterschap waartegenover geen direct aanwijsbare prestatie staat aan particulieren (anders dan het eigen huidige en voormalig personeel en bestuur) en instanties die niet onder de twee voorgaande categorieën vallen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan subsidies en bijdragen aan: — studiefondsen, -beurzen en -toelagen bestemd voor personen niet-zijnde (huidige en voormalige)

personeelsleden/bestuursleden van het waterschap; — instellingen zonder winstoogmerk, zoals onder andere de Molenvereniging, de Vereniging tot behoud van de

Waddenzee en de IJsselmeervereniging. Ook uitkeringen aan ‘overigen’ voor schades die het gevolg zijn van tekortkomingen in de taakuitoefening of van de uitvoering van werkzaamheden door het waterschap (planschaden) die niet als onderdeel van de projectkosten worden geactiveerd behoren tot deze kostensoort. Voor een nadere toelichting op dit aspect wordt verwezen naar de laatste alinea van de toelichting op kostensoort 4.1.

5 Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien

5.1 Toevoegingen aan voorzieningen Voorzieningen, de middelen bedoeld in 4.54 van het Waterschapsbesluit, hebben een specifieke bestemming, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. In de waterschapswereld worden voorzieningen veelal gevormd om een gelijkmatige kostenverdeling tot stand te brengen van kosten die incidenteel worden gemaakt, maar een meerjarig nut hebben. Een voorbeeld de voorziening die dient om de kosten van groot onderhoud over een aantal jaren te spreiden. Als de kosten van het groot onderhoud alleen ten laste van het jaar zouden worden gebracht waarin het onderhoud plaatsvindt, zou er een piek in de kosten optreden. Door het vormen van een voorziening worden de kosten gelijkmatig over de jaren gespreid. Er kan in dit soort gevallen slechts een voorziening ten laste van het begrotingsjaar gevormd worden, indien de in de toekomst te maken kosten mede hun nut hebben in het begrotingsjaar. Tot de kostensoort ‘toevoegingen aan voorzieningen’ behoren de bedragen die in het begrotingsjaar aan de voorzieningen zullen worden of zijn toegevoegd.

5.2 Onvoorzien Tot ‘onvoorzien’ behoren de op de begroting te ramen bedragen die dienen om onvoorziene lasten te kunnen dekken. Uiteraard worden op kostensoort 5.2 geen bedragen verantwoord.

Page 68: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 65

Onderdeel B: Opbrengstsoorten

1 Financiële baten

1.1 Externe rentebaten Deze opbrengstsoort heeft betrekking op de door derden aan het waterschap betaalde vergoedingen in verband met vorderingen en verstrekte leningen en omvat: — rente van rekening-courant tegoeden; — rente van belegde overtollige kasmiddelen; — rente van bij derden gestorte waarborgsommen; — rente van verstrekte kortlopende geldleningen; — rente van verstrekte langlopende geldleningen; — rente van obligaties en grootboekinschrijvingen; — invorderingsrente; — rente bij uitstel van betalingen.

1.2 Interne rentebaten De opbrengstsoort omvat de tegenboeking van de berekende, bespaarde rente over eigen financieringsmiddelen.

1.3 Dividenden en bonusuitkeringen De opbrengstsoort ‘dividenden en bonusuitkeringen’ omvat de door bedrijven uitgekeerde opbrengsten uit bedrijfsvoeringen wegens kapitaaldeelneming van het waterschap in de vorm van aandelen of anderszins. Zo omvat de opbrengstsoort: — aandelen in voordelige exploitatiesaldi van bedrijven en regelingen in de overheidssfeer waarin het

waterschap deelneemt; — dividenden, winstaandelen, rente-aandelen en bonusuitkeringen uit de private sector, zoals de bonus-

uitkering van de Nederlandse Waterschapsbank; — de boekwinst die waterschappen behalen bij de verkoop van aandelen tegen een waarde hoger dan de

boekwaarde.

2 Personeelsbaten

2.1 Baten in verband met salarissen en sociale lasten Deze opbrengstsoort omvat onder andere: — uitkeringen ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Ziektewet; — uitkeringen bij ongevallen ingevolge de Verhaalswet ongevallen ambtenaren; — werkgelegenheidssubsidies.

2.2 Uitlening van personeel De opbrengstsoort heeft betrekking op de vergoeding die het waterschap ontvangt indien het personeel aan derden beschikbaar stelt.

Page 69: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 66

3 Goederen en diensten aan derden

3.1 Verkoop van grond Deze opbrengstsoort bestaat uit dat deel van de opbrengst uit de verkoop alsmede de eenmalige afkoop van erfpacht van grond en water dat in de exploitatierekening wordt verantwoord. Wanneer de grond of het water dat wordt verkocht nog een boekwaarde heeft kan sprake zijn van verkoop tegen boekwaarde, van een zogenaamde boekwinst (als het object wordt verkocht tegen een hogere waarde dan waarvoor dit op de balans staat) of van een boekverlies (als het object wordt verkocht tegen een waarde lager dan de boekwaarde). In alle drie gevallen moet de boekwaarde worden verantwoord op de balanspost ‘materiële vaste activa’. In geval van boekwinst moet het verschil tussen de totale opbrengst en de boekwaarde ten gunste van de exploitatierekening komen en verantwoord worden op deze opbrengstsoort. In geval van boekverlies moet het verschil tussen de boekwaarde en de opbrengst ten laste van de exploitatierekening komen en worden verantwoord op de kostensoort 1.4 ‘afschrijvingen van boekverliezen’. Indien het object geen boekwaarde heeft moet de totale opbrengst op deze opbrengstsoort in de exploitatierekening worden verantwoord. Gegeven hun specifieke investeringen zijn waterschappen nogal eens betrokken bij grondruil, dat wil zeggen gronden verwerven door een ruiltransactie. In die gevallen moeten de gronden tegen reële waarde worden gewaardeerd, hetgeen betekent dat de grond die als onderdeel van het project in het bezit wordt verkregen tegen de reële waarde (taxatiewaarde) moet worden gewaardeerd. Deze waarde wordt afgezet tegen de boekwaarde van de ruilgrond die in het bezit van het waterschap was en dat leidt in de regel tot een boekwinst of een boekverlies, die, zoals zojuist aangegeven, rechtstreeks ten gunste of ten laste van de exploitatie moet worden gebracht. Een bijzondere situatie doet zich voor als de grondruil als onderdeel van een project wordt gezien. Uit bedrijfseconomische overwegingen wordt geadviseerd in die gevallen de boekwinst of het boekverlies als onderdeel van het projectbudget te beschouwen als de ruilgrond specifiek ten behoeve van het betreffende project wordt verkregen. Als dat niet het geval is dient het boekwinst//verlies als boven omschreven rechtstreeks ten gunste of ten laste van de exploitatie te worden gebracht.

3.2 Verkoop van duurzame goederen De opbrengstsoort bestaat uit dat deel van de opbrengst uit de verkoop van duurzame goederen dat in de in de exploitatierekening wordt verantwoord. Tot de opbrengstsoort behoort in ieder geval ook de verkoop van computerapparatuur en -programmatuur waarvan aanschaf en uitbestede ontwikkeling niet was geactiveerd. Net zoals bij de vorige opbrengstsoort is aangegeven dient alleen de zogenaamde boekwinst op deze opbrengstsoort te worden verantwoord. Volledigheidshalve wordt vermeld dat de boekwinst die op aandelen en deelnemingen wordt behaald tot opbrengstsoort ‘Dividenden en bonusuitkeringen’ moet worden gerekend.

3.3 Verkoop van overige goederen Tot deze opbrengstsoort behoren de opbrengsten uit de verkoop van goederen en materialen van het waterschap die een economische levensduur korter dan een jaar hebben (met andere woorden, niet duurzaam zijn). Tot deze opbrengstsoort worden bijvoorbeeld gerekend: — opbrengsten in verband met verkoop van buiten gebruik gestelde gebruiksgoederen en van overtollige

materialen; — opbrengsten in verband met verkoop van gewassen, zoals hakhout, gras en riet; — opbrengsten in verband met verkoop van de bij afbraak van onroerende goederen vrijgekomenmaterialen.

Page 70: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 67

3.4 Opbrengst uit grond en water Tot de opbrengstsoort behoren de opbrengsten die samenhangen met het gebruik door derden van de gronden en wateren die het waterschap in eigendom heeft. Het gaat in ieder geval om: — van derden ontvangen huren, pachten en erfpachten voor gebruik van water en gronden (terreinen); — ontvangen precario-, opstal-, lig-, jacht- en visrechten die met dezelfde eigendommen te maken hebben. Tot de opbrengstsoort wordt niet de eenmalige afkoop van erfpacht gerekend. De opbrengsten die hiermee samenhangen worden op opbrengstsoort 3.1 verantwoord.

3.5 Opbrengst uit overige eigendommen De opbrengstsoort bestaat uit de baten die voortvloeien uit het door derden gebruiken van alle andere eigendommen van het waterschap dan gronden en wateren. Tot de opbrengstsoort behoort in ieder geval: — verhuur van gebouwen en (dienst)woningen (inclusief eventueel in rekening gebracht verbruik van gas,

water, elektriciteit etc.); — ontvangen huren van roerende goederen, zoals machines, vaar- en werktuigen, auto’s, gereedschappen en

kantoormachines (inclusief eventueel in rekening gebracht verbruik van brandstoffen).

3.6 Diensten voor derden Tot deze opbrengstsoort behoren alle baten van voor derden verrichte werkzaamheden en aan derden geleverde diensten waarbij er een direct verband is tussen de baat en de voor de betaler verrichte prestatie en voorzover deze niet behoren tot de opbrengstsoorten 2.2, 3.1, 3.2 en 3.3. Deze opbrengstsoort omvat onder meer: — scheepvaartrechten; — haven-, brug- en sluisgelden; — leges bij afgifte van vergunningen, rapporten, begrotingen, jaarrekeningen e.d.; — baten in verband met teruggave van porto-, telefoon-, vervolgings- en incassokosten; — vergoeding voor koffie- en theeverstrekking en voor andere consumpties; — baten ingevolge de uitvoering van bestuursdwang; — baten in verband met uitgevoerde onderhoudswerken; — betalingen van Rijk, provincie, gemeenten, andere waterschappen, overige publiekrechtelijke lichamen en

particulieren die verband houden met voor deze organisaties uitgevoerde werkzaamheden (zoals de bijdrage die wordt ontvangen voor de zuivering van grensoverschrijdend afvalwater van een ander waterschap);

— baten in verband met de voor derden uitgevoerde belastingheffing; — opbrengsten in verband met voor derden uitgevoerde invorderingsactiviteiten; — opbrengsten in verband met voor derden uitgevoerde laboratoriumwerkzaamheden. Tot de opbrengstsoort behoren tevens eventuele boetes, alsmede de eventuele bijkomende kosten van inning.

4 Bijdragen van derden

4.1 Bijdragen van overheden De ‘bijdragen van overheden’ omvatten alle bijdragen van andere overheden aan het waterschap waarbij geen rechtstreeks verband is tussen de bijdrage en een door het waterschap verrichte dienst of uitgevoerd werk. Tot overheden worden gerekend: Rijk, provincies, gemeenten, (andere) waterschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen die worden gefinancierd en gecontroleerd door de overheid. De opbrengstsoort omvat onder meer: — Rijksbijdragen die in het kader van wettelijke regelingen worden verleend; — de uitkering uit het Gemeentefonds voor de wegenbeherende waterschappen; — subsidies van andere overheden zoals de ‘bijdrageregeling muskusrattenbestrijding’, die van de provincies

wordt ontvangen.

Page 71: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 68

Bepalend voor de indeling van een bijdrage in deze of de volgende opbrengstsoort is de organisatie die het bedrag uitbetaalt. Indien bijvoorbeeld: — een Rijkssubsidieregeling door SenterNovem wordt uitgevoerd en betaald, wordt het bedrag tot de volgende

opbrengstsoort gerekend; — de provincie als uitvoerings- en betalingsloket voor een EU-subsidieregeling fungeert, wordt het bedrag tot

deze opbrengstsoort gerekend.

4.2 Bijdragen van overigen Deze opbrengstsoort heeft betrekking op alle bijdragen van niet-overheidsorganisaties aan het waterschap waarbij geen rechtstreeks verband is tussen de bijdrage en een door het waterschap voor de betaler verrichte dienst of uitgevoerd werk. De opbrengstsoort omvat onder meer: — schadevergoedingen van verzekeringsmaatschappijen en uitkeringen ingevolge wettelijke aansprakelijkheid; — subsidies die van andere organisaties dan overheden worden ontvangen, zoals de Europese Unie en

SenterNovem; — ontvangen boetes bij overtreding van door het waterschap te handhaven wettelijke voorschriften; — onverplichte bijdragen aan het waterschap, zoals legaten en schenkingen.

5 Waterschapsbelastingen4

5.1 Opbrengst watersysteem- en wegenheffing gebouwd De opbrengstsoort heeft betrekking op de opbrengst van de belastingen die door het waterschap op grond van artikel 117, onderdeel d, en artikel 122a, onderdeel d, van de Waterschapswet kunnen worden geheven inclusief eventuele fiscale boetes en in rekening gebrachte, bijkomende kosten van inning, echter verminderd met de restitutie van belasting bij onrechtmatige inning.

5.2 Opbrengst watersysteem- en wegenheffing ingezetenen De opbrengstsoort heeft betrekking op de opbrengst van de belastingen die door het waterschap op grond van artikel 117, onderdeel a, en artikel 122a, onderdeel a, van de Waterschapswet kunnen worden geheven inclusief eventuele fiscale boetes en in rekening gebrachte, bijkomende kosten van inning, echter verminderd met de restitutie van belasting bij onrechtmatige inning.

5.3 Opbrengst watersysteem- en wegenheffing ongebouwd De opbrengstsoort heeft betrekking op de opbrengst van de belastingen die door het waterschap op grond van artikel 117, onderdeel b, en artikel 122a, onderdeel b, van de Waterschapswet kunnen worden geheven inclusief eventuele fiscale boetes en in rekening gebrachte, bijkomende kosten van inning, maar verminderd met de restitutie van belasting bij onrechtmatige inning.

5.4 Opbrengst watersysteem- en wegenheffingnatuur De opbrengstsoort heeft betrekking op de opbrengst van de belastingen die door het waterschap op grond van artikel 117, onderdeel c, en artikel 122a, onderdeel c, van de Waterschapswet kunnen worden geheven inclusief eventuele fiscale boetes en in rekening gebrachte, bijkomende kosten van inning, maar verminderd met de restitutie van belasting bij onrechtmatige inning.

4 Het gaat zowel op begrotings– als realisatiebasis om bruto–bedragen, dat wil zeggen om het bedrag dat feitelijk wordt opgelegd resp. het bedrag

dat feitelijk is binnengekomen. Hierbij is dus rekening gehouden met kwijtscheldingen en oninbaarverklaringen.

Page 72: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 69

5.5 Opbrengst verontreinigingsheffing De opbrengstsoort heeft betrekking op de opbrengst van de belasting die door het waterschap op grond van artikel 18 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren kan worden geheven inclusief eventuele fiscale boetes en in rekening gebrachte, bijkomende kosten van inning, maar verminderd met de restitutie van belasting bij onrechtmatige inning.

5.6 Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven De opbrengstsoort heeft betrekking op de opbrengst van de belasting die door het waterschap op grond van artikel 122d van de Waterschapswet kan worden geheven en voor zover deze betrekking heeft op afvalwater van bedrijven. De opbrengstsoort omvat ook eventuele fiscale boetes en in rekening gebrachte, bijkomende kosten van inning. Indien restitutie van belasting wordt gegeven bij onrechtmatige inning moet de opbrengstsoort met het betreffende bedrag worden verminderd.

5.7 Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens De opbrengstsoort heeft betrekking op de opbrengst van de belasting die door het waterschap op grond van artikel 122d van de Waterschapswet kan worden geheven en voorzover deze betrekking heeft op huishoudelijke vervuilers. De opbrengstsoort omvat ook eventuele fiscale boetes en in rekening gebrachte, bijkomende kosten van inning. Indien restitutie van belasting wordt gegeven bij onrechtmatige inning moet de opbrengstsoort met het betreffende bedrag worden verminderd.

6 Interne verrekeningen

6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen Voor een beschrijving van het begrip ‘voorzieningen’ wordt verwezen naar artikel 52 van deze regeling en naar de omschrijving van de kostensoort ‘toevoegingen aan voorzieningen’ in deze bijlage. Indien een voorziening wordt aangewend voor het doel waarvoor deze is gevormd, worden de benodigde bedragen rechtstreeks aan de voorziening onttrokken en derhalve niet op deze opbrengstsoort verantwoord. Deze opbrengstsoort heeft alleen betrekking op de ‘vrijval van bedragen’ in situaties dat voorzieningen te omvangrijk zijn in relatie tot het doel waarvoor zij zijn gevormd of in het geheel niet meer nodig zijn.

6.2 Geactiveerde lasten Indien een waterschap een eigen bijdrage aan investeringen levert, bijvoorbeeld door het inzetten van eigen personeel en machines, dan zal het waterschap de kosten hiervan (de zogenaamde eigen kosten), wanneer deze in de exploitatierekening zijn verantwoord (en dus integraal onderdeel van de exploitatierekening uitmaken), ingevolge het stelsel van lasten en baten moeten activeren en aan de betreffende investering moeten doorberekenen. Tot de eigen kosten worden in dit kader in ieder geval gerekend de lasten van een investering die aan de kostensoorten 1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 2.3, 2,4 en 2.6 worden toegerekend. De opbrengstsoort ‘geactiveerde lasten’ wordt geïntroduceerd om dit activeren mogelijk te maken. De te activeren eigen kosten worden op de betreffende kostensoorten geboekt en er wordt een even zo grote tegenboeking gedaan op de opbrengstsoort ‘geactiveerde lasten’.

Page 73: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 70

Artikel 5 Wanneer waterschappen de specificatie toepassen die in het Waterschapsbesluit ten aanzien van de balans wordt voorgeschreven, komen op de balans de volgende posten voor.

Activa Passiva

Vaste activa: Vaste passiva:

— immateriële vaste activa — eigen vermogen

— materiële vaste activa — algemene reserves

— financiële vaste activa — bestemmingsreserves tariefsegalisatie

— overige bestemmingsreserves

— nog te bestemmen resultaat

— voorzieningen

— vaste schulden

Vlottende activa: Vlottende passiva:

— voorraden — netto vlottende schulden

— uitzettingen looptijd < 1 jaar — overlopende passiva

— liquide middelen

— kortlopende vorderingen

— effecten

— overlopende activa

Een aantal definities van balansposten is opgenomen in hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en voor de toepassing van deze regeling zijn de overige balansposten opgenomen in artikel 5. De balansposten die in artikel 5 worden genoemd worden hieronder nader omschreven.

Onderdeel a: Immateriële vaste activa Tot de immateriële vaste activa worden onder meer gerekend: — computersoftware tenzij deze een integraal onderdeel is van hardware (indien software onderdeel is van de

hardware, dan wordt de software behandeld als materiële vaste activa); — uitgaven in verband met het afsluiten van geldleningen; — het saldo van agio en disagio; — uitgaven in verband met onderzoek en ontwikkeling; — uitgaven die verband houden met de verkiezingen voor de leden van het algemeen bestuur; — goodwill (voornamelijk uitgaven in verband met de overname van werken van derden, waarbij een actief

zonder waarde overgaat); — aan derden betaalde afkoopsommen bij overdracht van werken (bijvoorbeeld overdracht van wegen aan

gemeenten); — aan derden verstrekte subsidies en bijdragen (bijvoorbeeld in verband met sanering van lozingen). Het hierboven genoemde (dis)agio is het verschil tussen het bedrag waarvoor een lening wordt aangegaan en het lagere bedrag dat aan de geldnemer wordt uitgekeerd.

Page 74: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 71

Onderdeel b: Materiële vaste activa Tot de materiële vaste activa behoren onder andere: — gronden; — vervoermiddelen en werktuigen; — overige duurzame bedrijfsmiddelen; — kantoren, dienstwoningen en centrale werkplaatsen; — waterkeringen; — watergangen, kunstwerken en gemalen die ten behoeve van het watersysteembeheer worden ingezet; — zuiveringstechnische werken; — wegen; — vaarwegen en havens. Voorts geldt dat artikel 4.42 van het Waterschapsbesluit aangeeft dat de balanspost bestaat uit de zogenaamde onderhanden werken van het waterschap, dat wil zeggen de werken waarvan de bouw op balansdatum reeds begonnen is maar die nog niet in exploitatie zijn genomen, en de ‘werken die al in exploitatie zijn genomen’. Hetzelfde artikel van het Waterschapsbesluit geeft aan dat indien een waterschap wat betreft de materiële vaste activa zogenaamde financiële lease-contracten heeft afgesloten waarbij het economisch eigendom bij het waterschap berust, de betreffende activa eveneens tot deze balanspost moeten worden gerekend. Financiële leasing is de vorm van financiering waarbij: — de leasemaatschappij (de ‘lessor’) een roerend of onroerend bedrijfsmiddel in eigendom verwerft en dit

afstaat aan de gebruiker (de ‘lessee’) voor een periode ten hoogste gelijk aan de economische levensduur van dit goed, waartegenover de lessee zich verplicht de aankoopsom vermeerderd met kosten en winst aan de lessor te betalen;

— de overeenkomst van gebruik onopzegbaar is, zodat de lessee het economisch risico (waardeveranderingsrisico) draagt;

— de lessee het goed in zijn balans activeert onder gelijktijdige vermelding van de desbetreffende schuld; — de lessee na afloop van de overeenkomst het goed kan teruggeven aan de lessor, respectievelijk dit kan

kopen tegen een vooraf in de overeenkomst bepaald gering bedrag of de lease op nader overeen te komen voorwaarden kan continueren.

Een andere leasevorm is ‘operationele leasing’. Dit is de vorm van dienstverlening waarbij: — de leasemaatschappij een roerend of onroerend bedrijfsmiddel koopt en afstaat aan de gebruiker voor een

periode korter, dan wel ten hoogste gelijk aan de economische levensduur van dit goed, waartegenover de lessee zich verplicht tot betaling aan de lessor van een periodieke vergoeding;

— het economisch risico van het goed (waardeveranderingsrisico) ten laste komt van de lessor, hetzij omdat de overeenkomst van de zijde van de lessee opzegbaar is, hetzij omdat de duur van de overeenkomst korter is dan de economische levensduur van het goed;

— de lessor het goed in zijn balans activeert; — de lessee na afloop van de overeenkomst het goed aan de lessor dient terug te geven, tenzij hij het koopt op

grond van een hem verleende koopoptie voor een reëel, substantieel bedrag.

Onderdeel c: Financiële vaste activa Wat betreft de balanspost ‘financiële vaste activa’ gaat het met name om: — de aan derden verstrekte, langlopende geldleningen, dat wil zeggen leningen met een looptijd van één jaar

of langer; — de langlopende deelnemingen van het waterschap, dat wil zeggen deelnemingen met een looptijd van één

jaar of langer (waaronder de aandelen van de Nederlandse Waterschapsbank N.V.).

Page 75: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 72

Onderdeel d: Uitzettingen Voorbeelden van uitzettingen zijn: aandelen, certificaten van aandelen, overige effecten en andere vormen van kortlopende deelneming van het waterschap.

Onderdeel e: Kortlopende vorderingen Tot de post ‘kortlopende vorderingen’ behoren bijvoorbeeld: — de vorderingen van het waterschap op belastingdebiteuren; — de overige vorderingen van het waterschap op debiteuren, voor zover niet gerekend tot de financiële vaste

activa; — aan derden verstrekte geldleningen, voor zover geen financiële vaste activa; — rekening courant-tegoeden met niet-financiële instellingen.

Onderdeel f: Overlopende activa Tot de overlopende activa behoren bijvoorbeeld: — de van EU, Rijk of provincies nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op

specifieke uitkeringen; — overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende

begrotingsjaren komen.

Onderdeel g: Algemene reserves De algemene reserves van het waterschap fungeren als een soort algemeen weerstandsvermogen van het waterschap en hebben geen specifieke bestemming. De algemene reserves dienen dan ook vooral om eventuele toekomstige tegenvallers van algemene aard te kunnen opvangen en om een niet sluitende begroting in evenwicht te kunnen brengen. Het bij sommige waterschappen aanwezige ‘eigen kapitaal’ maakt onderdeel uit van de balanspost ‘algemene reserves’. Verder kan nog ten overvloede worden vermeld dat, in tegenstelling tot de algemene reserves, bestemmingsreserves afgezonderde delen van het eigen vermogen zijn die een vooraf bepaalde bestemming hebben en die niet behoren tot de reserves voor tariefsegalisatie. Hiervoor kan verwezen worden naar artikel 4.52 van het Waterschapsbesluit en artikel 9 van deze regeling,

Onderdeel h: Vaste schulden Tot deze langlopende schulden behoren bijvoorbeeld: — de onderhandse geldleningen met een looptijd van één jaar of langer; — obligatieleningen met een looptijd van één jaar of langer; — de langlopende financiële lease-verplichtingen die door het waterschap zijn aangegaan (voor een toelichting

op het begrip financiële lease wordt verwezen naar de omschrijving in een eerder gedeelte van de toelichting op artikel 5);

— derivaten op langlopende schulden; — de bij het waterschap gestorte, langlopende waarborgsommen. Een lening of verplichting die eenmaal tot de balanspost ‘vaste schulden’ is gerekend, blijft deel van deze balanspost uitmaken, ook al wordt de resterende looptijd op een gegeven moment korter dan één jaar.

Page 76: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 73

Onderdeel i: Netto-vlottende schulden Tot deze balanspost behoren onder meer: — kortlopende geldleningen (waaronder kasgeldleningen); — derivaten op kortlopende geldleningen; — negatieve bank- en girosaldi (waaronder rekening-courantsaldi); — schulden aan leveranciers; — schulden in verband met te betalen belastingen, sociale premies en pensioen-premies.

Onderdeel j: Overlopende passiva Tot deze balanspost worden onder andere gerekend: — verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling

komen; — de van EU, Rijk of provincies ontvangen voorschotbedragen voor specifieke uitkeringen die dienen ter

dekking van lasten van volgende begrotingsjaren; — overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen.

Artikel 6 Zoals ook al in de toelichting op het Waterschapsbesluit is aangegeven, zijn zowel de waterschappen zelf als andere belanghebbende partijen de afgelopen jaren een steeds grotere waarde gaan hechten aan bedrijfsvergelijking. Bedrijfsvergelijking is een instrument dat een bijdrage kan leveren aan transparantie, verantwoording en verbetering van de bedrijfsvoering. Een goede bedrijfsvergelijking is alleen mogelijk als er vooraf heldere afspraken zijn over de grootheden waarop wordt vergeleken, als de deelnemers deze afspraken toepassen (dat wil zeggen dat vanuit de eigen organisatie en administratie van de waterschappen de vertaalslag kan worden gemaakt naar de bedoelde grootheden en de afspraken ook daadwerkelijk in bedrijfsvergelijkingen worden toegepast). Met deze achtergrond heeft de Unie van Waterschappen het afgelopen decennium twee series afspraken gepubliceerd met als basisdoel om de bedrijfsvergelijkingen van waterschappen te ondersteunen. De laatst gepubliceerde afsprakenset, de ‘BBP-afspraken5’, bestaat met name uit: — de BBP-productenstructuur, bestaande uit beleidsvelden, beleidsproducten, primaire en ondersteunende

beheerproducten en (binnen twee ‘beheerproducten waterkeringen’) werkplanproducten; — definities van alle beleids-, beheer- en werkplanproducten; — basisgegevens, prestatie-indicatoren, kengetallen en kwaliteitskenmerken van alle beleids-, beheer- en

werkplanproducten en beleidsaspecten van alle beleidsproducten; — een op bedrijfseconomische principes gebaseerde kostentoerekeningssystematiek om de integrale kosten

van beheerproducten (alsmede beleidsproducten en beleidsvelden) te bepalen; — een filosofie hoe in relatie tot de BBP-productenstructuur met bestuurlijke thema’s kan worden omgegaan. Belangrijke uitgangspunten voor bedrijfsvergelijkingen, die als basis bij de ontwikkeling van de BBP-afspraken hebben gefungeerd, waren: — efficiëntievergelijking kan het beste plaatsvinden op het niveau van de primaire beheerproducten omdat

waterschappen op dat niveau het beste vergelijkbaar zijn (hetgeen betekent dat op dat niveau alle kosten van het waterschap moeten worden verzameld);

— beleidsproducten zijn dermate heterogeen, dat op dat niveau waarschijnlijk geen efficiëntievergelijking kan plaatsvinden;

— beleidsproducten en beleidsvelden zijn geschikt voor een beleidsmatige vergelijking, met name omtrent effectiviteit.

5 Een toelichting op het begrip BBP is opgenomen is paragraaf 1 van het algemene gedeelte van deze toelichting.

Page 77: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 74

Op basis van ervaringen in bedrijfsvergelijkingen is vanuit de waterschappen een sterke behoefte naar voren gekomen om enkele essentiële onderdelen voor de bedrijfsvergelijkingen te verankeren in de verslaggevingsvoorschriften. Met deze achtergrond is in het Waterschapsbesluit de verplichting voor de waterschappen opgenomen om als onderdeel van de uitvoeringsinformatie meerjaren- en begrotingsramingscijfers alsmede realisatiegegevens naar beleidsproducten te publiceren en desgevraagd informatie naar beheerproducten op te leveren. De structuur van de beleidsvelden, beleids- en beheerproducten alsmede de definities van de beleids- en beheerproducten zijn overigens niet in deze regeling verankerd; hier wordt ‘slechts’ bepaald dat waterschappen de door de Unie van Waterschappen vastgestelde indelingen en definities moeten hanteren. Dit betekent dat de waterschappen in staat moeten zijn om hun prestaties, activiteiten en middeleninzet toe te rekenen naar de beleidsproducten en de beheerproducten die zijn opgenomen in de door de Unie vastgestelde productindeling. Naast producten is ook de wijze van kostentoerekening essentieel voor bedrijfsvergelijkingen. Vandaar dat in de BBP-afspraken van de Unie ook het nodige omtrent kostentoerekening is opgenomen. Het is de verwachting dat wanneer de Unie met nieuwe BBP-afspraken komt, in deze regeling ook meer regels omtrent kostentoerekening zullen worden verankerd, omdat daarmee, zo is de algemene verwachting, bedrijfsvergelijking naar nog hoger niveau kan worden getild. Van een wijziging van de afspraken voor bedrijfsvergelijking wordt melding gemaakt in de Staatscourant.Volgend jaar zal deze melding elektronisch verschijnen in het kader van de Wet elektronische bekendmaking. De meest recente afspraken zijn op 26 november 2008 vastgesteld. Van deze afspraken wordt in deze regeling uitgegaan.

Artikel 7 In de uitvoeringsinformatie bij zowel de begroting als de jaarverslaggeving wordt een lijst van verbonden partijen gevoegd. Het hebben en bijhouden van deze lijst is van groot belang. Gezien de stijging van het aantal verbonden partijen is er soms gebrek aan inzicht in welke relaties het waterschap heeft met welke verbonden partijen. In de paragraaf verbonden partijen wordt aan de informatiebehoefte van het algemeen bestuur tegemoet gekomen. In de uitvoeringsinformatie wordt een volledig overzicht van verbonden partijen op zijn plaats geacht. Als van verbonden partijen bij het vaststellen van de uitvoeringsinformatie bij de jaarverslaggeving (tweede lid) nog geen definitieve cijfers over het relevante boekjaar ter beschikking zijn, worden voorlopige cijfers gehanteerd.

Artikel 8 In de uitvoeringsinformatie bij zowel de begroting als de jaarverslaggeving moet een ’staat van vaste activa’ worden opgenomen. Deze staat is vergelijkbaar met de bijlage die op grond van de comptabiliteitsvoorschriften verplicht in de begroting en jaarrekening voor het algemeen bestuur moest worden opgenomen. Op deze staat moeten de vaste activa die aan het begin of het einde van het begrotingsjaar nog een boekwaarde hebben worden vermeld. Voor de wijze waarop de begrippen immateriële, materiële en financiële vaste activa moeten worden geïnterpreteerd, wordt verwezen naar de toelichting op artikel 5 van deze regeling. Uit het oogpunt van overzichtelijkheid moet de staat van vaste activa worden gesplitst in drie substaten, namelijk: — het overzicht van immateriële vaste activa; — het overzicht van materiële vaste activa; — het overzicht van financiële vaste activa. Het doel is het geven van een overzicht van de standgegevens met betrekking tot de situatie aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar en van de belangrijkste mutaties die zich in de loop van het begrotingsjaar wat betreft een aantal belangrijke activumposten zullen voordoen of hebben voorgedaan. In de verschillende overzichten behoeven alleen totaalbedragen van de te onderscheiden soorten vaste activa te worden vermeld. Wanneer waterschappen daar echter behoefte aan hebben, kunnen die totaalbedragen worden uitgesplitst door tussenvoeging van regels waarop afzonderlijke activa of groepen van activa vermeld worden.

Page 78: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 75

Vanaf het tweede lid geeft dit artikel de specificaties weer van de standgegevens en de mutaties die zich in de loop van het begrotingsjaar zullen voordoen of hebben voorgedaan ten aanzien van de drie verschillende soorten vaste activa. De aan te brengen specificaties spreken voor zich. Wel worden nog enkele opmerkingen gemaakt over het overzicht van materiële vaste activa. In dit overzicht moet een tweedeling moet worden aangebracht in ‘werken in exploitatie’ en ‘onderhanden werken’. Indien een onderhanden werk in de loop van een bepaald begrotingsjaar gereed komt en in gebruik wordt genomen, moet (de boekwaarde van) dit actief worden overgebracht van het onderdeel ‘onderhanden werken’ naar het onderdeel ‘werken in exploitatie’ van het overzicht. In het vierde lid is opgenomen dat waterschappen de post ‘zuiveringstechnische werken’, zo mogelijk moeten onderscheiden in transportsystemen, zuiveringsinstallaties en slibverwerkingsinstallaties. Deze bepaling is opgenomen omdat bekend is dat de onderverdeling van de boekwaarde van al in exploitatie genomen, geïntegreerde zuiveringstechnische werken een lastig proces kan zijn. Tot de standgegevens van het begin en het einde van het begrotingsjaar behoren ook de ‘cumulatieve bijdragen van reserves’. Zoals ook eerder in deze toelichting is aangegeven, is het met het van kracht worden van deze regeling niet langer toegestaan reserves op investeringsbedragen in mindering te brengen. De hier genoemde bijdragen van reserves hebben dan ook alleen betrekking op bijdragen die voor 1-1-2009 in mindering zijn gebracht. Tot de mutatiesoort ‘nieuwbouw door derden’, die in het vijfde lid wordt genoemd, wordt niet alleen de bouw, maar ook de aanschaf van materiële vaste activa, zoals computers, vervoermiddelen e.d. gerekend.

Artikel 9 Alleen in de uitvoeringsinformatie bij de begroting behoeft informatie over standen en verloop van de reserves te worden opgenomen. Wat betreft de jaarverslaggeving is deze informatie immers al in de toelichting op de balans opgenomen.

Artikel 10 Het doel van de ‘staat van voorzieningen’ is het geven van een overzicht van de stand aan het begin en het eind van het begrotingsjaar en van de mutaties die zich in de loop van het begrotingsjaar met betrekking tot de voorzieningen van het waterschap zullen voordoen of hebben voorgedaan. Daarnaast moet de staat aangeven welk deel van de over de voorzieningen berekende rente, daar in het begrotingsjaar niet aan zal worden of is toegevoegd, waarbij moet worden vermeld op welke post van de begroting of de jaarrekening het desbetreffende bedrag is geboekt. Met de in het tweede lid onder d opgenomen ínterne verminderingen worden de bedragen bedoeld die ten gunste van de exploitatierekening vrijvallen als blijkt dat een voorziening te omvangrijk of in het geheel niet meer noodzakelijk is. Met externe verminderingen worden bedoeld de onttrekkingen rechtstreeks aan de voorzieningen. Net zoals voor de staat van reserves geldt ook voor deze staat dat deze alleen in de uitvoeringsinformatie bij de begroting behoeft te worden opgenomen, omdat deze informatie in de toelichting op de balans en dus reeds in de jaarverslaggeving is opgenomen.

Artikel 11 De staat van vaste schulden wordt in de uitvoeringsinformatie bij zowel de begroting als de jaarverslaggeving opgenomen. Op de staat behoeven alleen totaalbedragen per soort lening en per categorie geldgevers te worden vermeld. Wanneer waterschappen daar echter behoefte aan hebben, kunnen die totaalbedragen worden uitgesplitst door tussenvoeging van regels voor afzonderlijke leningen of groepen van leningen.

Page 79: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 76

Artikel 12 In de toelichting op het Waterschapsbesluit is aangegeven dat derden een informatiebehoefte omtrent de waterschappen hebben die niet gedekt wordt met de informatie die in de reguliere ramings- en verslaggevingsdocumenten is opgenomen. Daarom is in het nieuwe artikel 98a van de Waterschapswet een grondslag opgenomen voor de verplichting dat waterschappen gegevens aan derden moeten verstrekken. In artikel 4.74 van het Waterschapsbesluit is vervolgens bepaald dat daarover in deze regeling nadere regels kunnen worden gesteld. Deze nadere regels zijn in de artikelen 12 tot en met 14 opgenomen. De artikelen bevatten de eisen waaraan de informatie die aan derden moet worden verstrekt moet voldoen. De informatie bestaat uit drie soorten, namelijk financiële informatie op realisatiebasis per kwartaal (artikel 12) en per jaar (artikel 13) alsmede ramingsinformatie op begrotingsbasis (artikel 14). Er is uitsluitend voorgeschreven wat door de Europese Unie wordt gevraagd, of wat het CBS nodig heeft om aan de eisen van de Europese Unie en nationale informatiebehoefte te voldoen. De indeling van de informatie is zoveel mogelijk toegesneden op voor waterschappen bekende eenheden. Het CBS draagt zorg voor een omzetting van de aangeleverde cijfers naar de voor Europa benodigde eenheden. De waterschappen zijn al sinds 2004 gewend om dit soort informatie te verstrekken. Tot de inwerkingtreding van deze regeling gebeurde dat echter op basis van een convenant met het CBS. Bij de ontwikkeling van de nieuwe verslaggevingsvoorschriften zijn wijzigingen aangebracht in de indeling die waterschappen in de rapportages over de begrotingsjaren tot en met 2008 moesten toepassen. Nieuw ten opzichte van de periode van het convenant is dat waterschappen nu ook informatie op begrotingsbasis aan het CBS moeten verstrekken. Het eerste lid van artikel 12 schrijft voor dat waterschappen de volgende kwartaalcijfers dienen samen te stellen: — lasten en baten op basis van de indeling in kosten- en opbrengstsoorten alsmede de bedragen die zijn

kwijtgescholden en oninbaar zijn verklaard; — balansmutaties volgens enerzijds de indeling in balansposten en -subposten en anderzijds de mutatiesoorten

die elders in deze regeling zijn opgenomen; — de standen van de balansposten van begin en einde het kwartaal van de ‘financiële balans’ volgens dezelfde

indeling in balansposten en -subposten. Deze informatie moet binnen één maand na afloop van het kwartaal door het dagelijks bestuur worden verstuurd. De termijn houdt verband met de vereisten van de Europese Unie; het CBS dient de cijfers binnen drie maanden na afloop van het kwartaal aan te leveren. Gezien de benodigde bewerkingsslag en aggregatie is de bepaling opgenomen dat waterschappen de cijfers binnen één maand na afloop van het kwartaal opsturen. Interne verrekeningen en toerekeningen (zoals bespaarde rente, doorbelasting van kostenplaatsen, doorbelasting van kapitaallasten, interne mutaties van reserves en voorzieningen, verschuivingen van bedragen tussen reserves, activering van bouwrente en van personeelslasten alsmede de bestemming van het jaarrekeningresultaat) zijn voor de EMU-verplichting niet van belang. Om de aansluiting bij de administraties van de waterschappen te waarborgen, vraagt het CBS echter informatie over alle transacties met derden, interne verrekeningen en toerekeningen op. Zodoende kunnen zowel de waterschappen als het CBS volledigheid en consistentie toetsen. Reeds onder de werking van het convenant is gebleken dat het voor sommige waterschappen voor sommige balansposten lastig was de vermeerderingen en verminderingen bruto te verantwoorden. Om deze reden biedt het tweede lid waterschappen de mogelijkheid de mutaties van vier balansposten netto te rapporteren. Ten behoeve van een eenduidige gegevensverstrekking bepaalt het lid wel de wijze waarop in dat geval moet worden gerapporteerd. In het derde lid is opgenomen dat het CBS een plausibliteitstoets uitvoert en de resultaten daarvan terugkoppelt aan het dagelijks bestuur. Dit met als doel dat waterschappen gefaciliteerd worden de kwaliteit van hun gegevens te verbeteren.

Page 80: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 77

Artikel 13 Het eerste lid van dit artikel geeft aan waar de informatie voor derden op basis van de vastgestelde jaarrekening uit dient te bestaan. Het gaat om dezelfde informatie als op kwartaalbasis en om aanvullende informatie. De aanvullende informatie heeft betrekking op: — de specificatie van de belastingopbrengsten naar de opbrengstsoorten 5.1 tot en met 5.7; — de standen van begin en einde het kwartaal van de balansposten die niet behoren tot de ‘financiële balans’

volgens enerzijds de indeling in balansposten en -subposten en anderzijds de mutatiesoorten die elders in deze regeling zijn opgenomen;

— de netto-kosten naar beleidsproducten; — de samenstelling van de belastingopbrengsten alsmede kwijtgescholden en oninbaarverklaarde bedragen; — het EMU-saldo. Deze informatie moet, ingevolge het tweede lid, samen met de jaarrekening, het jaarverslag en de uitvoeringsinformatie bij de jaarrekening, voor 15 juli door het dagelijks bestuur aan het CBS worden gestuurd. Het derde lid bepaalt dat het CBS een plausibliteitstoets uitvoert en de resultaten daarvan terugkoppelt aan het dagelijks bestuur. Dit met als doel dat waterschappen gefaciliteerd worden bij het verbeteren van de kwaliteit van hun gegevens.

Artikel 14 De informatie die op grond van het eerste lid van dit artikel op begrotingsbasis moet worden verstrekt is een beperkte deelverzameling van de informatie die op realisatiebasis moet worden gegenereerd. Het gaat om: — lasten en baten op basis van de indeling in kosten- en opbrengstsoorten alsmede de bedragen die zijn

kwijtgescholden en oninbaar zijn verklaard; — de netto-kosten naar beleidsproducten; — de samenstelling van de bruto-belastingopbrengsten alsmede de bedragen die naar verwachting zullen

worden kwijtgescholden en oninbaar verklaard; — het EMU-saldo. Met de onder c van het eerste lid genoemde bruto-belastingopbrengsten worden de bedragen bedoeld die daadwerkelijk zullen worden opgelegd en waarbij dus geen rekening is gehouden met kwijtscheldingen en oninbaarverklaringen. Het eerste lid bepaald ook dat de informatie uiterlijk op 30 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar aan het CBS wordt gezonden. Formeel is het pas mogelijk de gevraagde informatie voor derden vast te stellen nadat de begroting is vastgesteld. Het is echter voor de hand liggend en logisch dat de informatie wel al grotendeels is opgesteld als de begroting door het algemeen bestuur wordt vastgesteld. Zoals in het tweede lid is opgenomen, brengt het CBS ook ten aanzien van deze informatie een plausibiliteitsrapport aan het waterschap uit. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa.

Page 81: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 78

De Public Sector van Ernst & Young

De Public Sector van Ernst & Young is al ruim 20 jaar de specialist voor de lokale overheid en maakt onderdeel uit van de (inter)nationale Government Public Sector & Not-for-Profit van Ernst & Young. Wij bundelen alle kennis die van belang is om gemeenten, provincies, politie, brandweer, waterschappen, sociale werkvoorzieningen en gemeenschappelijke regelingen optimaal van dienst te zijn. Vernieuwend en innovatief spelen wij continu in op nieuwe ontwikkelingen waar lokale overheden mee te maken hebben. Als partner ondersteunen wij u graag op gebieden die te maken hebben met: regie, zekerheid, transparantie, verantwoording en doelmatigheid. Onze accountants, adviseurs, EDP-auditors, belastingadviseurs en juristen leveren controle, onderzoek en advies van topkwaliteit op basis van geïntegreerde kennis en ervaring. Wij ondersteunen gemeenten op het gebied van accountancy, EDP-auditing, intergemeentelijke samenwerking, bedrijfsvoering, werk inkomen en zorg, integriteit, rekenkameronderzoek en fiscale, juridische en subsidieadviezen. Zo dragen wij samen met u bij aan de ontwikkeling van organisaties en aan een transparante, betrouwbare en doelmatige lokale overheid. Het accent ligt daarbij op het bieden van zekerheid en praktische oplossingen door vernieuwing en kennisoverdracht. Voor meer informatie over de praktische toepassing en de mogelijkheden van onze dienstverlening kunt u contact opnemen met de volgende contactpersonen:

Landelijk bestuur Public Sector

Accountancy R. (Rob) Ellermeijer RA. Tel. (088) 407 12 67, sectorvoorzitter

Belastingadvisering R. (Ruud) Prinsen. Tel. (088) 407 61 00

Edp Audit G. (Guill) van den Boom. Tel. (088) 407 41 43

Advisering Drs. J.W. (Jan Willem) Pauw. Tel. (088) 407 31 45

Page 82: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 79

Contactpersonen

Noord-Nederland R. (Rob) Bouman RA. Tel. 088 407 26 00

Midden en Oost-Nederland Drs. J. (John) Drost RA. Tel. 088 407 61 80

Randstad-Zuid Drs. M. (Marianne) E. Westerhout-van Kimmenade RA MGA. Tel. 088 407 39 77

Zuid Drs. M. (Marita) de Hair RA. Tel. 088 407 46 93

Randstad-Noord R. (Rob) Ellermeijer RA. Tel. 088 407 12 67 Wanneer u meer informatie wenst over onze dienstverlening en/of over de brochures die de Public Sector regelmatig publiceert, kunt u contact opnemen met: Ernst & Young Public Sector Postbus 7883 1008 AB Amsterdam Tel. (088) 407 1274 www.ey.nl

Page 83: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 80

Aantekeningen

Page 84: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 81

Page 85: Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording …€¦ · Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 1 A Algemene opmerkingen; handleiding

Handleiding Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Public Sector 82


Top Related