dossier eerlijke kleding

15
Journalistiek Dossier eerlijke kleding Bachelorproef Sarah Deschuyter Arteveldehogeschool Gent 2013-2014

Upload: sarah-deschuyter

Post on 24-Jul-2016

229 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Eerlijke kleding - een jaar na Rana Plaza

TRANSCRIPT

Page 1: Dossier eerlijke kleding

Journalistiek

Dossiereerlijkekleding

Bachelorproef

Sarah DeschuyterArteveldehogeschool Gent2013-2014

Page 2: Dossier eerlijke kleding

2

Page 3: Dossier eerlijke kleding

INHOUD

Mijn interesse voor mode gaat zo ver terug als ik mij kan herinneren. En ondanks mijn schamele studentenbudget hoef ik tegenwoordig geen enkele catwalk-trend aan me voorbij te laten gaan. Lang leve de budgetketens. Nooit had ik ook maar enig vermoeden dat mijn honger naar goedkope, trendy kleding me ooit een wrange nasmaak zou bezorgen. Tot ik op 24 april vorig jaar de krant opensloeg en een foto zag. Een foto die op mijn netvlies gebrand zou blijven staan. Het was een foto van twee Bengaalse textielarbeiders, in een laatste omhelzing bedolven onder het puin. De fabriek waar het drama zich afspeelde heette Rana Plaza. 1.138 mensen vonden er de dood.

Een jaar later stel ik me volgende vragen: wat is er veranderd? Heeft het drama iets op gang gebracht? Wat zijn de alternatieven? Er zijn steeds meer bedrijven die termen als “eerlijk”, “duurzaam” of “ethisch verantwoord” gebruiken in hun communi-catie. Steeds meer voorlopers zetten zich in voor een eerlijke kledingindustrie, al is het door middel van een vakbond, een solidariteitsorganisatie, een eigen zaak of een blog. In deze artikelenreeks breng ik verhalen van experten en initiatiefnemers.

Allemaal proberen zij, elk op hun eigen manier, een steentje bij te dragen aan een eerlijke kledingindustrie.

Fair fashion bestaat uit een mix van ecologische en sociale normen. De sociale normen staan centraal in mijn dossier. Ze houden in dat fundamentele basis-rechten gerespecteerd worden, zoals die omschreven staan in de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Het gaat over recht op organisatie, geen gedwongen arbeid, geen kinder-arbeid en geen discriminatie. De Schone Kleren Campagne, net zoals veel andere arbeidsorganisaties, voegt daaraan toe: het recht op redelijke werkuren, veilige en gezonde arbeidsomstandig heden en een leefbaar loon. Elke vooruitgang op dit gebied heeft een positieve invloed op de levens van miljoenen textiel-arbeiders. Wij dragen de kleren die zij maken. Daarom wil ik dit onderwerp onder de aandacht brengen. Mijn streefdoel is bereikt als ik met deze artikelenreeks kan informeren, tot inzicht brengen of inspireren.

Sarah DeschuyterStudente journalistiek

Arteveldehogeschool Gent

Eerlijke kleding

DoelgroepIk richt mij voornamelijk tot actieve vrouwen tussen de 25 en 55 jaar uit de sociale groepen 2 tot 4. Mijn lezer volgt de brede actualiteit en schenkt extra aandacht aan lifestylegerelateerde onderwerpen als mode, beauty, shopping, relaties en gezondheid.

AchtergrondverhaalRana Plaza Bangladesh: een stand van zaken

Achtergrond- interviewSahrab Ali over vakbondswerk in Bangladesh

M/V achter het merkCandice Nuyttens

Portret2 ecobloggers over eerlijke kleding

4 7 9 12 14

© D

omin

ique

De

Vlie

ger

© Je

f Van

Hec

ken

© S

arah

Des

chuy

ter

© S

arah

Des

chuy

ter

© S

arah

Des

chuy

ter

3

Page 4: Dossier eerlijke kleding

Terugblik op de ramp

Op 24 april 2013 stortte in Savar, een stadje zo’n dertig kilometer ten noord­westen van de Bengaalse hoofdstad Dhaka, het acht verdiepingen tellende fabriekspand Rana Plaza in. Op dat moment waren meer dan drieduizend

mensen er aan het werk in vijf kleding­fabrieken, verspreid over de derde tot de zevende verdieping. In een race tegen de klok zochten reddingswerkers in de dagen die volgden naar overlevenden van wat de grootste industriële ramp ooit in de kledingsector zou blijken. 1.138 mensen kwamen om en meer dan 2.000 mensen raakten gewond. Be­drijfsongevallen zijn schering en inslag in Bangladesh. Amper vijf maanden eerder kwamen 112 kledingarbeiders om in de in brand gevlogen Tazreen Fashion Factory. Naast de onveilige fabrieken zijn hongerlonen, gedwongen overwerk, discriminatie en kinderarbeid dagelijkse kost in de Bengaalse kledingindustrie.

Kledingketen moet transparanter

Na de ramp kwamen enkele westerse kledingmerken in nauwe schoentjes toen bekend raakte dat de arbeiders hun T­shirts in elkaar stikten. Onder meer Benetton, Mango en Primark gaven toe dat ze bestellingen hadden geplaatst in de fabrieken van Rana Plaza. Een hand­vol andere kledingbedrijven beschul­digen hun onderaannemers van

ongeautoriseerde uitbesteding, zo staat te lezen in het rapport Still Waiting dat de Schone Kleren Campagne (CCC) en het Internationale Arbeidsrechtenforum (ILRF) zes maanden na de ramp publiceerde.

De Schone Kleren Campagne is een internationaal netwerk van ngo’s, vak­bonden en ontwikkelingsorganisaties uit zestien Europese landen die zich inzet­ten voor betere arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. In Vlaanderen wordt de campagne geleid door de ngo Wereldsolidariteit. Sara Ceustermans, coördinator van de Vlaamse Schone Kleren Campagne (SKC): ‘De meeste kledingbedrijven plaatsen niet langer rechtstreeks orders, maar werken met agenten of aankoopplatforms die alle onderhandelingen voor hun rekening nemen. Jammer genoeg zien de kle­dingbedrijven dat als reden om zich niet verantwoordelijk te voelen als iets mis­gaat. Daarom streeft de SKC ervoor dat kledingbedrijven in eerste instantie hun lijst van toeleveranciers openbaar ma­ken. Grote kledingmerken als H&M hebben dat inmiddels gedaan. Bij klei­nere merken blijft dat een heikel punt omdat ze vrezen voor hun concur­rentiepositie.’

Slachtoffers wachten op schadevergoedingOp 24 april 2013 stortte de Bengaalse kledingfabriek Rana Plaza in. 1.138 arbeiders kwamen daarbij om het leven. Iedereen is het erover eens, het moet gedaan zijn met de uitbuiting van kledingarbeiders. Toch springen lang niet alle westerse modebedrijven op de kar als het gaat over schadevergoeding en veiligheidsakkoorden. Hebben die maatregelen een jaar na dato überhaupt iets veranderd aan de arbeidsomstandigheden van de Bengaalse kledingarbeiders?

tekst Sarah Deschuyter foto’s Sofie Hendrickx en Jef Van Hecken

De Bengaalse kleding- industrie in cijfers

• TweedegrootstekledingproducentnaChina

• 5.000fabrieken• Meerdan4miljoenmensenwerken

indekledingindustrie,voornamelijkvrouwen

• Kledingindustriezorgtvoor76%vandeexport

• Meerdan2.000dodenbijbrandeneninstortingensinds2005

• LaagsteloneninAzië:minimumloon50euro/maand,vakbondeneisen81euro

Bron:Wereldsolidariteit

Een jaar na Rana Plaza: hoe “schoon” zijn onze kleren? Sara Ceustermans en Jef Van Hecken geven een stand van zaken.

24 april 2014 werd omgedoopt tot Fashion Revolution Day. In een winkel van Mango overhandigt Sara Ceustermans (tweede van links) paaseitjes om hen te bedanken voor de ondertekening van het veiligheidsakkoord en de storting in het Donor Trust Fund. © Sofie Hendrickx

4

Page 5: Dossier eerlijke kleding

Fair Wear Foundation werkt aan betere arbeidsomstandigheden

De tweede stap is dat kledingbedrijven gezamenlijk druk zetten op de fabrieks­eigenaars voor betere arbeidsomstan­digheden. Dat doen ze volgens Ceuster­mans best door lid te worden van multi­stakeholderinitiatieven zoals de Fair Wear Foundation (FWF), een or­ganisatie die samenwerkt met lokale ar­beidsorganisaties en vakbonden en een gedragscode opstelde over onder andere leefbaar loon en vakbondsvrijheid. Aangesloten merken moeten ervoor zor­gen dat die code toegepast wordt in de fabrieken van hun toeleveranciers én lat­en de naleving ervan onafhankelijk controleren. ‘Wereldwijd zijn meer dan negentig bedrijven lid van FWF. In het lijstje staan onder meer Acne, Filippa K en McGregor. Momenteel zijn nog maar vier Belgische bedrijven lid: Mayerline, Stanley & Stella, Cotton Group/B&C en ACP. Dat kan beter’, aldus Ceustermans.

Meer dan 160 modebedrijven ondertekenen veiligheidsakkoord

Het originele bouwplan voor Rana Plaza telde zes verdiepingen, geen negen. Bovendien was het niet ontworpen om fabrieken met zware machines te huis­vesten. De fabrieksbaas negeerde de

scheuren in de muren, met alle catastro­fale gevolgen van dien. De SKC werkt al sinds 2005 aan het zogenaamde brand­ en gebouwveiligheidsakkoord voor Bangladesh. Met Rana Plaza in het achterhoofd hebben ondertussen meer dan 160 westerse modebedrijven, waar­onder H&M en Primark, het akkoord ondertekend. In het rijtje staan zes Belgische namen, de bekendste zijn JBC en C&A.

De onderteke­naars engageren zich om mee te betalen voor de inspectie en reno­vatie van meer dan 1.600 Ben­gaalse kledingfabrieken. Uniek aan dit akkoord is dat het juridisch bindend is gedurende vijf jaar. ‘De eerste tien fab­rieken werden reeds geïnspecteerd, daarvan moesten er acht tijdelijk sluiten. Dit akkoord kan levens redden. Helaas is de uitvoering ervan een tijdrovend pro­ces dat jaren in beslag zal nemen’, vertelt Ceustermans.

Vakbondswerk blijft huzaren stukje

In Bangladesh zijn heel wat parlements­leden zelf fabriekseigenaar. Daardoor worden vakbonden ernstig bedreigd in hun organisatievrijheid. Voor Rana Plaza maakte de overheid de regelgeving zo­danig complex, dat slechts drie vakbonden erin slaagden om officiële erkenning te krijgen. Maar ze krijgen ook weerwerk: de Europese Unie en De Verenigde Staten dreigen ermee dat ze de invoer rechten zullen verhogen als de werkomstandig­heden in het land niet verbeteren.

Jef Van Hecken, Wereldsolidariteit­ medewerker in Bangladesh: ‘Op dit moment zijn er 143 vakbonden erkend. Dat lijkt veel, maar is nog lang niet genoeg om verandering te brengen in de 5.000 kle­dingfabrieken.’ Bovendien blijft de Ben­gaalse overheid roet in het eten strooien. ‘Een nieuwe arbeidswet maakt een vak­bondsaanvraag pas mogelijk indien men

minstens 30 pro­cent van zijn col­lega’s kan mobili­seren. Probeer maar eens in een fabriek met 1.500 werknemers 450 mensen te orga­niseren achter de rug van het ma­nagement. Dat is

geen sinecure. Vakbondsmensen worden nog steeds geïntimideerd of ontslagen. Het is hoog tijd dat er een klik komt in de hoof­den van de Bengaalse politici. Daarom is het van cruciaal belang dat de internatio­nale gemeenschap drukt blijft uitoefenen.’

Minimumloon is geen leefbaar loon

Slechts 5 procent van de winkelprijs van een kledingstuk gaat naar de naaister in Bangladesh. Ten tijde van de fabrieks­instorting lag hun loon al drie jaar vast op 3.000 taka (28 euro) per maand. Dat ter wijl de gemiddelde kost voor levensonderhoud 8.114 taka (76 euro) bedraagt. Honger­lonen zorgen ervoor dat de Bengaalse textielindustrie blijft groeien, en dat weet de overheid maar al te goed.

Na massaal straatprotest eind vorig jaar werd het minimumloon opgetrokken tot 5.600 taka (52 euro). ‘Dat is nog steeds een hongerloon. Veel Bengalen leven met hun

Het veiligheidsakkoord bevat volgende elementen:• Onafhankelijkeentransparante

fabrieksinspecties,waarbijderapportenwordengepubliceerd(www.bangladeshaccord.org/inspection-reports)

• Verplichtedoorvoeringvanverbeteringenbijgebrekenaandegebouwen

• Toegangvoorvakbondenindefabrieken

• Oprichtingvangezondheids-enveiligheidscomitésvoordewerknemers

• Hetrechtvoorwerknemersomonveiligwerkteweigeren

• Financiëleondersteuningdoorkledingbedrijvenomdefabriekenveiligtemaken

Bron:Wereldsolidariteit

‘Er moet een klik komen in de hoofden van de Bengaalse politici, en

daarvoor is internationale druk nodig’ – Jef Van Hecken

5

Page 6: Dossier eerlijke kleding

hele gezin in een krot van enkele vier­kante meter, waarvoor ze gemiddeld 25 euro huur betalen. Om rond te komen moeten de kledingarbeiders heel wat overuren presteren. Werkdagen van 16 uur zijn geen uitzondering, met ondervoeding en gezondheidsproble­men tot gevolg. Wanneer de kostwinner zonder werk valt, belandt het hele gezin op straat’, vertelt Ceustermans. ‘Kled­ingbedrijven moeten gezamenlijk lob­byen bij de plaatselijke regeringen voor een leefbaar minimumloon. Zoals een aantal grote concerns, waaronder H&M en GAP, dat gedaan hebben in Cambod­ja. In een brief aan de Cambodjaanse premier Hun Sen verzekerden ze dat ze blijven investeren in Cambodja, ook als de lonen stijgen.’

Schadevergoeding laat op zich wachten

De gewonden die het drama overleefd hebben kampen met zowel fysische als psychische problemen. De meesten van hen kunnen niet meer gaan werken. Ondertussen stapelen de medische kos­ten zich op. ‘De Bengaalse regering ver­goedde enkel de begrafeniskosten en ziekenhuiskosten voor eerste hulp. Wie medicatie en nabehandelingen nodig heeft, is aangewezen op ngo’s ter plaatse voor nazorg. Het is maar de vraag of zij iedereen kunnen bereiken’, vertelt Ceus­termans.

De CCC en haar partnerorganisaties berekenden dat een bedrag van ten min­ste 40 miljoen dollar nodig is om een eer lijke schadevergoeding te kunnen bieden. De schadevergoeding is een

gedeelde verantwoordelijkheid van de 29 kledingbedrijven die inkochten in Rana Plaza, de fabrieksbaas, de werk­geversorganisatie (BGMEA) en de Ben­gaalse overheid. Om dit in goede banen te leiden werd het Donor Trust Fund op­gericht, een compensatiefonds dat onder toezicht staat van de Internationale

Arbeidsorganisatie (ILO). Op dit mo­ment bedraagt het ingezamelde bedrag 17 miljoen dollar.

‘Vanaf 24 maart van dit jaar konden de slachtoffers schadeclaims indienen. Tot op heden hebben de slachtoffers slechts 800 euro schadevergoeding gekregen’, vertelt Van Hecken. De internatio nale politiek moet er samen

met de ngo’s op blijven aandringen dat het fonds zo snel mogelijk wordt volstort. Een twintigtal modebedrijven, waaronder Primark en C&A, hebben al een bijdrage ge stort. Maar er zijn er nog te veel die hun verantwoorde lijk ­ heid ontlopen, zoals Benneton en Carrefour.’

Internationale druk blijft nodig

Het veiligheidsakkoord voor Bangladesh is een voorzichtige stap in de goede richting, maar dekt voorlopig slechts 1.600 van de 5.000 Bengaalse textielfa­brieken. Honderden sweatshops (krotten waar textielarbeiders in erbarmelijke omstandigheden werken) ontsnappen aan de controles. De kans dat onze T­shirts door kinderhanden worden ge­maakt is nog altijd even groot. En van een leefbaar loon is geen sprake. ‘Op dit moment zijn de vakbonden gedoemd hun acties op straat te voeren. We moet­en op korte termijn evolueren naar een vakbond die op de werkvloer actief is en waarvan de militanten leren hoe ze moeten onderhandelen en compromis­sen sluiten. Er is nog veel werk aan de winkel. De kledingarbeiders kunnen dit niet alleen, ze hebben hiervoor de steun van de internationale gemeenschap nodig’, aldus Van Hecken.

Ondertussen weet iedereen dat fast fashion, het systeem van wegwerpmode, moeilijk verenigbaar is met een eerlijke kledingproductie. Toch is een boycot vol­gens Ceustermans geen goed idee. ‘De budgetketens uit de wereld verbannen is in ons huidig economisch model een utopie. Bovendien doen wij liever aan positief activisme. Daarom raad ik consu­menten aan om vragen te stellen over de herkomst van hun kledingstukken. Durf de winkeldame vragen of haar werkgever het veiligheidsakkoord heeft ondertek­end, of lid is van FWF. Teken petities en laat uw stem horen. Bedrijven zijn wel de­gelijk gevoelig voor imagoschade.’

Wereldsolidariteit-medewerker Jef Van Hecken woonde en werkte in Dhaka ten tijde van de fabrieksinstorting. Momenteel reist hij door Vlaanderen om consumenten te sensibiliseren. ©Jef Van Hecken

• Eenoverzichtvandemerkendiehetbrand-engebouwveiligheidsakkoordondertekendenvindjeopwww.bangladeshaccord.org/signatories

• EenoverzichtvandemerkendielidzijnvandeFairWearFoundationvindjeopwww.fairwear.org/36/brands

• Eenoverzichtvandemerkendieschadevergoedingbetalenvindjeopwww.ranaplaza-arrangement.org/fund/donors

• MaakeeneigenonlineprotestT-shirtopwww.wijwillenschonekleren.be• DevijfT-shirtsdieop15juni2014hetmeestestemmenhebbengehaald,worden

inhetechtgemaaktenopgestuurdnaardewinnendeontwerpers.

‘Teken petities en laat uw stem horen. Bedrijven zijn gevoelig voor imago-schade’ – Sara Ceustermans

6

Page 7: Dossier eerlijke kleding

Bangladesh ligt in het zuiden van Azië en grenst voor het grootste deel aan India en voor een klein stuk aan Myanmar. Met 164 miljoen inwoners is het een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Meer dan 10 procent van de in­

woners woont in de hoofdstad, Dhaka. Vijftig jaar geleden stond Bangladesh bekend voor zijn overstromingen, maar de laatste jaren waren het vooral de vele bedrijfsongevallen in de textielindustrie die het nieuws haalden.

Kan je iets meer vertellen over de geschiedenis van de Bengaalse textielindustrie?‘Na onze afhankelijkheid van Pakistan in 1971 schoten de textielfabrieken als pad­denstoelen uit de grond. De kleding­arbeiders werden de draaiende motor van onze economie. Bangladesh is na China het tweede grootste exportland van kleding en blijft haar externe mark­ten uitbreiden. We produceren niet meer alleen voor Europa en Amerika, maar ook steeds meer voor andere regio’s zoals Australië. Die groei hebben we te danken aan onredelijk lage lonen en ge­brekkige werknemersrechten, die mo­gelijk gemaakt worden door de overheid. Een overheid die heel weinig eisen stelt aan de fabriekseigenaars.’Is daar na Rana Plaza verandering in gekomen?‘Rana Plaza bracht de problematiek wereldwijd onder de aandacht en dat heeft inderdaad voor verandering ge­zorgd. Met de steun van de internatio­nale gemeenschap zijn de vakbonden erin geslaagd om een hoger minimum­loon af te dwingen. De werkgevers wilden aanvankelijk niet verder gaan dan 3.600 taka (33 euro), maar de vak­bonden slaagden erin om daar 5.600 taka (52 euro) van te maken. Een ver­wezenlijking die vóór Rana Plaza ondenkbaar was. Ook het veiligheids­akkoord vormt een stevig fundament voor veiligere fabrieken, maar je moet weten dat al deze onderhandelingen op hoog internationaal niveau plaatsvonden en dat daar het afgelopen jaar nog niet veel van te zien was op de werkvloer. De veiligheidsinspecties zijn pas begin dit jaar op gang gekomen. We staan dus nog maar aan het begin.’De Bengaalse textielsector stelt voornamelijk vrouwen tewerk, hoe ziet het leven van een naaister eruit?‘Het leven van de naaisters is nog altijd even hard. Huishoudelijke taken doen ze

‘Een massale consumentenvraag naar eerlijk textiel dwingt de kledingbedrijven tot actie’Ondanks zijn drukke agenda – hij toert momenteel in België met de Schone Kleren Tour – neemt Sohrab Ali de tijd om te vertellen over zijn geboorte­land Bangladesh, Rana Plaza en vakbondswerk. Sohrab Ali is vakbondsactivist van de Bangladesh Sanjukta Sramik Federation (BSSF) en strijdt al meer dan twintig jaar voor een rechtvaardigere kledingindustrie.

tekst Sarah Deschuyter foto’s Jef Van Hecken

Sohrab Ali streeft naar internationale solidariteit

‘De veiligheidsinspecties zijn pas begin dit jaar op gang gekomen. We staan dus nog maar aan het begin’, zegt Sohrab Ali. © Jef Van Hecken

7

Page 8: Dossier eerlijke kleding

ergens tussen 4 en 7 uur in de ochtend. Daarna geven ze hun kinderen te eten en vertrekken ze naar de fabriek. Hun werkdag start doorgaans rond 8 uur. Wie een minuut te laat komt, verliest een dag loon. Normaal gezien werken ze tot 20 uur, maar vaak loopt de werkdag uit tot 22 uur. Ze krijgen een uur middag­pauze om hun maaltijd te nuttigen: wat rijst en groene pepers die ze van thuis hebben meegebracht. Vlees, vis of eieren eten ze hooguit drie keer per jaar omdat deze voedingsmiddelen te duur zijn. De wekelijkse rustdag, die in Bangladesh op vrijdag valt, wordt dikwijls overgeslagen.’‘Wanneer je een naaister in de ogen kijkt schat je haar tien jaar ouder dan ze wer­kelijk is. Velen onder hen gaan vóór het begin van hun werkdag langs bij de apotheker om pijnstillers te kopen. Ze zijn bang dat de fabrieksbaas zal merken dat ze moeite hebben om hun productie­quota te halen. Als er kleine foutjes op­gemerkt worden verliezen ze een dag loon. Het is een stress die bijna on­draaglijk is. Er is een immense toe­stroom van vrouwen op de arbeidsmarkt en er is niemand die hen inlicht over arbeidsrechten. De fabriekseigenaars maken daar massaal misbruik van.’Er zijn ondertussen 143 vak-bonden geregistreerd, kunnen zij soelaas brengen?‘Het blijft moeilijk. Om de arbeiders te kunnen organiseren moet je ze kunnen

bereiken en er zijn heel wat obstakels. De fabrieken waar werknemers en werk­gevers constructief in dialoog kunnen gaan zijn op een hand te tellen. Er heerst gewoonweg een stilzwijgend akkoord tussen de regering en de bedrijfswereld dat vakbondswerk niet toegestaan wordt. Wie syndicaal actief is loop nog steeds het risico om ontslagen te worden. De fabriekseigenaars leggen grof geld op tafel om de overheid en de politie om te kopen.’

‘We hebben sterke vakbonden nodig die op de cruciale momenten bescherming kunnen bieden aan de kledingarbeiders. Niemand wilde op die bewuste ochtend het Rana Plaza­gebouw betreden om­wille van de scheuren in de muren. De fabriekseigenaar dwong zijn werknemers met slagen naar binnen. Na de ramp in­terviewde ik verschillende slachtoffers. Een van hen herinnerde zich de woorden van de fabriekseigenaar: “Sterven zal je op een dag toch.” Hij dreigde ermee haar hele maandloon in te houden, dus ging ze toch aan het werk.’

Heeft de impact van het drama een mentaliteitswijziging teweeg gebracht bij de fabriekseigenaars?‘De fabriekseigenaars zijn er zich van be­wust dat alle ogen op hen zijn gericht. Maar druk van de internationale ge­meenschap aan het adres van de over­heid en de kledingbedrijven blijft nodig. Westerse budgetketens boycotten is geen goed idee, deelt u die mening?‘Als je een boycotactie doet dan geef je de onderhandelingen op. Een respectvolle dialoog waarbij alle partijen betrokken zijn is efficiënter.’Wat kunnen de Belgische en Europese consumenten doen?‘Consumenten willen steeds de beste kledij voor de laagst mogelijke prijs. Ik hoop dat ze zich bewust worden van het feit dat kledingarbeiders uitgebuit worden voor die kleren. Kledingmerken spelen in op de vraag van de klant. Een massale consumentenvraag naar eerlijk textiel is de beste garantie dat kle­dingbedrijven actie zullen ondernemen.’

‘Het leven van de naaisters is nog altijd even hard’ – Sohrab Ali

Sohrab Ali: ‘Het blijft moeilijk voor de naaisters om op te komen voor hun rechten.’ © Jef Van Hecken 

8

Page 9: Dossier eerlijke kleding

Ik ontmoet Candice rond het middag­uur op een zonnige woensdag in haar winkel in Gent. ‘Een koffietje?’ vraagt ze, terwijl ze al multitaskend het per­fecte jurkje voor haar klant uit de rek­ken vist. Een marineblauw exemplaar met zwaluwprint, van het merk Armed­Angels, gemaakt van honderd procent organisch fairtradekatoen. Alle merken die Candice verkoopt hebben een eco lo­gisch en ethisch engagement. Ze staan voor mode met een minimale impact op het milieu, geen kinder­ of slavenarbeid, een waardig loon en geen discriminatie. Candice heeft met alle fabrikanten per­soonlijk contact en kent van elk merk de geschiedenis. Ecologie en ethiek zijn voor steeds meer mensen belang rijk en dat merkt Candice aan haar verkoop­cijfers. Of haar verschijning in Koppen daar een rol in heeft gespeeld? ‘Mis­schien, maar een stormloop heeft het zeker niet teweeggebracht. Het is niet zo dat ik met deze winkel op een goud mijn zit. Toch merk ik dat almaar meer mensen op zoek zijn naar een alter­natief. Toen ik startte in 2008 moest ik met handen en voeten uitleggen wat mijn concept precies inhield. “Ecolo gi­sche schoenen, vallen die dan na een jaar uit elkaar?” kreeg ik als vraag. Het was echt pioniers werk.’

Vanwaar het idee om een winkel met ecologische fairtradekleding te starten? ‘Duurzame kleding ligt in het verlengde van mijn levensstijl. Ik at al biologisch, werd vegetariër en voor ik het wist be­gon ik na te denken over mijn algemene consumptiegedrag. Ik kon een aankoop niet langer verantwoorden tegenover mijzelf als ik wist dat de maker uitgebuit werd. Met die gedachte in het achter­hoofd wilde ik me bewuster gaan kleden. Maar in mijn zoektocht naar ethisch ver­antwoorde kleren stuitte ik steeds op winkels met een te hoog hippiegehalte. Tweedehands winkelen is ook een optie, maar nog steeds uitgesteld leed. Ik wilde het probleem bij de bron aanpak­ken. Daarom begon ik mij te verdiepen in ecologie en mode. Ongeveer een jaar lang deed ik research naar ecologische fairtrademerken. Uiteindelijk kwam ik uit bij een vijftiental Europese leve­ranciers, zoals Nudie Jeans in Zweden, Kuyichi in Nederland, ArmedAngels in Duitsland en Brako in België. Allemaal kleine fabrikanten die correcte lonen betalen en de impact op het milieu zo beperkt mogelijk houden door bijvoor­beeld organisch katoen en natuurlijke verfsoorten te gebruiken. Een filosofie waar ik mij helemaal in kan vinden.

Ik stelde een bedrijfsplan op, nam con­tact op met de merken, en in september 2008 was de winkel een feit.’Net op het moment dat de financiële crisis losbarstte, hoe heb je dat ervaren?‘In het begin heb ik vaak lopen nagel­bijten. Mijn concept kwam maar niet van de grond en mijn winkel bevond zich ook niet echt op een toplocatie. Pas toen ik na anderhalf jaar naar de Nationale straat verhuisde, het modehart van Antwerpen, begon het tij te keren. Naast mijn vast cliënteel kreeg ik steeds meer toevallige voorbijgangers over de vloer. Ook de beslissing om ecocheques te aanvaarden werd enorm gewaardeerd. Vier jaar later opende ik een tweede fi liaal in Gent. Een schot in de roos, want Gentenaars zijn in België kop lopers als het aankomt op duurzaamheid. Ze waren niet voor niks de eersten die Donderdag Veggiedag invoerden op school. In Antwerpen is zoiets minder evident. Op dat gebied hinken ze daar een beetje achterop. Toch hebben beide steden hun charme. Antwerpen blinkt uit in vormgeving en Gent in inhoud.’Ben je altijd met mode bezig geweest? ‘Ik herinner me dat ik als klein meisje mijn kleren verknipte om ze vervolgens anders opnieuw in elkaar te naaien. Ik denk dat daar de kiem gelegd is. Onder­tussen ben ik dagelijks met mode bezig, maar op een alternatieve manier. Het is absoluut niet zo dat ik wekelijks alle modebaden verslind. En als ik er al eens een doorblader, word ik daar vooral op­standig van. Fast fashion laat ik volledig aan mij voorbij gaan. Ik koop kwali­tatieve basisstukken van natuurlijke materialen die ik koester. En ik merk dat ik niet de enige ben. Vroeger werden mensen echt gegijzeld door de mode, en wilde iedereen in zijn. Nu leven we in

‘Today is a good day! is het platform waarop ik al mijn lusten kan botvieren’Candice Nuyttens

Zes jaar geleden opende Candice Nuyttens de concept store Today is a good day!. Candice verkoopt kleding, schoenen en accessoires die gemaakt werden met respect voor mens en milieu. Fair trade met een ruig kantje, een combinatie waarmee ze een steeds breder publiek weet te charmeren.

tekst en foto’s Sarah Deschuyter

m/v achterHET MERK

9

Page 10: Dossier eerlijke kleding

een tijdperk waarin mensen houden van diversiteit. ’Hoe denk je dat het consumenten gedrag de komende jaren zal evolueren?‘Ik ben ervan overtuigd dat we meer en meer rekening zullen houden met de afkomst en samenstelling van onze con­sumptiegoederen. Met wat goed is voor ons lichaam en onze omgeving. Zelf ga ik daar redelijk ver in. Mijn chemische schoonmaakmiddelen heb ik op een be­paald moment allemaal de deur uit ge­gooid en vervangen door azijn en baking soda. Niet dat alles “geitenwollensokken” is bij ons, maar we leven wel minimalis­tisch. Te veel rommel in mijn leven geeft me een beklemmend gevoel. In mijn appartement had ik ooit een wandkast vol met kunstboeken die ik in de loop van de jaren verzameld had. Ik noemde het mijn identiteitskast. Maar eigenlijk was het iets dat enkel nog diende als ijsbreker wanneer er bezoek over de vloer kwam. Zelf had ik de meeste boeken in geen jaar meer opengeslagen. Op een gegeven moment heb ik met dat criterium, een jaar niet meer opengeslagen, alles gesorteerd. Mijn favorieten zijn gebleven, al de rest heb ik verkocht op de rommel­markt. Dat gaf zo’n intens gevoel van rust dat we er een jaarlijkse traditie van gemaakt hebben. Op dit moment staat er opnieuw een doos in de gang voor de kringloopwinkel, waar de kinderen ook van alles mogen ingooien dat ze niet meer gebruiken. Ze vinden dat wel leuk.

Ze fantaseren dan wel eens over de kinderen die ze blij maken met hun oud speelgoed. Ik wil ze leren dat je weinig nodig hebt om gelukkig te zijn. En dat niemand beter wordt van over­consumptie.’ ‘Ik ben er sowieso van overtuigd dat onze nakomelingen vol verbazing zullen terugblikken op “de tijd dat kinder arbeid in lageloonlanden nog bestond”, want de ontwikkelingslanden zullen op een gegeven moment ook in een stroom­versnelling raken. China is een goed voorbeeld van een land waar alles in functie van het geheel wordt gedaan, ten koste van de le venskwaliteit. Heb je de zelfmoord cijfers van dat land al eens bekeken? Dat kan niet blijven duren, ooit zal er globaal meer evenwicht moeten komen. Ik hoop dat het ooit niet meer de moeite zal lonen om alles van ver te importeren. Het slaat op niks dat kleding de wereld rond moet reizen, terwijl we zoveel talent van eigen bodem hebben.’Waar gaat het volgens jou de komende jaren heen in de kle dingindustrie?‘Ik denk dat er een grote toekomst is weg gelegd voor 3D­printing. De kle ding ­winkel van de toekomst zal er helemaal anders uitzien. Je zal er volgens mij kun­

nen kiezen uit een reeks voorbeelden die vervolgens gecustomized worden naar jouw wensen. Je kiest de kleur, de materialen, voert je maten in, en je kledingstuk wordt à la minute geprint. De 3D­printtechnologie is vanuit ecolo­gisch oogpunt ook niet slecht, want overstock behoort dan tot de verleden tijd.’Betrap je jezelf soms op eco-activisme?‘Ik ben niet iemand die op de barricaden mijn mening zal gaan schreeuwen. Ik hou niet van moraliserende praat. Dan word je al snel in dat ‘hippie, groen, socialistisch’­vakje geduwd en daar hoor

ik niet thuis. Ik wil inspireren en vrolijk­ heid breng en. Mijn winkel is een plek waar je tot rust kan komen in een aangenaam, eer lijk kader. Veel van mijn klanten ken ik dankzij de toffe verhalen die naar

boven komen bij een kop koffie of thee. Daarom maak ik er een prioriteit van om minstens twee dagen in de week zelf in de winkel te staan. Dat persoonlijk contact vind ik heel waardevol.’Was het jouw droom om een eigen zaak te beginnen? ‘Van jongs af aan was verkoop mijn grootste passie. Op dat gebied ben ik een echte rot in het vak: designwinkels,

Wie is Candice Nuyttens?• Wordt geboren in 1976 in Antwerpen.• Behaalt via de examencommissie en volwas-

senenonderwijs de diploma’s Bedrijfsbeheer, Beeldende Vorming en Bijzondere Jeugdzorg.

• Studeert Fotografie aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.

• Opent in 2008 in de Antwerpse Nationalestraat Today is a good day!, een concept store met zestien ecologische fairtrademerken onder één dak. Aanvankelijk verkocht ze enkel schoenen, maar al snel volgden kleding en accessoires.

• Opent in 2012 een tweede filiaal, in Gent. • Haar webwinkel wordt door de bezoekers van

EcoGoodies.nl verkozen tot Eco Webshop van het Jaar 2012.

• Ontwerpt een eigen T-shirtlijn, gemaakt uit bamboe en organisch katoen, die exclusief online en in de winkel wordt verkocht.

• Woont samen met haar vriend in Antwerpen en heeft twee kinderen uit een vorige relatie, Sven (8) en Lisa (5).

‘Fast fashion laat ik volledig aan mij voorbij gaan, en ik

merk dat ik niet de enige ben’– Candice Nuyttens

10

Page 11: Dossier eerlijke kleding

Ze gaat uit• Caffènation in Antwerpen: koffiebar avant la lettre.

www.caffenation.be

Ze eet• Little Buddha in Antwerpen: uitstekende Thaise

keuken. www.littlebuddha-antwerp.com

Ze winkelt • Today is a good day!: hip zonder oppervlakkig te

zijn. www.todayisagoodday.be• Rosier 41 in Antwerpen: vintage designermerken

tegen een zacht prijsje. www.rosier41.be

Lievelingslabel• Kuyichi: hippe fairtradekleding van hoge kwaliteit.

www.kuyichi.com

chocolatiers, kledingwinkels, viswinkels, you name it, ik heb echt van alles gedaan. Het is een sector waarin ik mijzelf echt goed heb leren kennen. Ik heb vooral ervaren dat ik variatie en uitdagingen nodig heb. Als je iets te lang tegen je zin doet, is het tijd voor iets nieuws. Vandaar de waslijst aan opleidingen in mijn cv. Ik ben me blijven bijscholen, vooral in sociale en creatieve studies. Die kennis, gecombineerd met mijn ervaring in de verkoop, kan ik nu goed gebruiken als zelfstandige. Today is a good day! is het ideale platform waarop ik al mijn lusten kan botvieren.’ Twee winkels én een webwinkel, kun je dat nog bolwerken? ‘Het liefst zou ik mezelf klonen in drie­voud. Ik ben iemand die graag de touw­tjes in handen heeft. Wanneer ik niet in de zaak sta, ben ik achter de schermen

bezig met administratie, fotoshoots, collec ties inkopen, de webwinkel up­graden, pakjes op de post doen of plan­ningen maken. Onbewust neem ik de zaak overal met me mee. Wanneer ik in mijn vrije uurtjes aan het fotograferen ben, borrelen er spontaan ideeën in me op voor mijn T­shirtlijn. Het is vooral een oefening in loslaten. Ik heb me door de jaren omringd met de juiste mensen en dat is cruciaal voor het groeiproces. Ik heb geen personeel, ik heb mede­werkers. Zes jobstudenten om precies te zijn, waarvan er zopas een vast is aan­genomen. De meesten onder hen heb­ben een achtergrond in de communicatie­wetenschappen. Waar ik tekort schiet, vullen zij aan. We zijn een echt team, en daar ben ik trots op.’ Wat wil je graag nog bereiken?‘Mijn eerste prioriteit is de webwinkel

verder uitbouwen. Ik wil die graag ver­talen en naar andere landen brengen. Verder droom ik ervan om een eigen broekenlijn te lanceren. Het idee zit mo­menteel nog in de researchfase dus ik kan nog niet met zekerheid zeggen wan­neer de lijn er zal komen. Maar het mod­el kan ik wel al verklappen. Het wordt een bootcut jeans met een hoge taille die tot op de knieën aansluitend zit en naar beneden toe iets breder valt, zodat ze mooi over de laarzen valt. Een basisstuk dat elke vrouw in haar garderobe zou moeten hebben. Op termijn wil ik er ook graag een derde filiaal bij. Qua locatie twijfel ik nog tussen Leuven of Brussel. De voorwaarde is wel dat ik nog steeds mijn eigenheid en persoons gerichte aanpak kan bewaren. Misschien zal ik mijzelf dan toch ooit nog in drie voud moeten klonen (lacht).’

ArmedAngels People Tree Sarah C Today is a good day! Braco

11

Page 12: Dossier eerlijke kleding

De blog

‘Het idee om een website te maken bor-relde vijf jaar geleden in me op. Ik had vijftien jaar als consultant gewerkt in een ICT-bedrijf en ik voelde dat het tijd was voor iets nieuws. Het onderwerp ecolo-gie boeide me enorm en in de loop van de jaren ontdekte ik heel wat leuke initiatieven die ik graag wilde delen met anderen. In eerste instantie besloot ik om al mijn favoriete adresjes te verza-melen op één plek, in de vorm van een online ecogids. Maar gaandeweg voelde ik de drang om meer verhalen te brengen. Daarom nam ik freelance copywriter en goede vriendin Wendy Kegels onder de arm. Samen vormen we het duo achter de I love eco blog.’

‘We bloggen over alles wat ons inspireert en ons hart verwarmt. Dat kan een ge-passioneerde bioboer zijn, maar ook een chefkok die met biologische en seizoens-gebonden producten werkt, of een mode ontwerpster die gerecycleerd textiel gebruikt. Kortom: gewone mensen met buitengewone verhalen. Daarnaast hebben we enkele rubrieken waarin we onze creativiteit de vrije loop laten. Zoals de rubriek “on the road”, waarin we verschillende steden aandoen op zoek naar toffe ecoplekjes. Of “do it yourself ” waarin we samen met cos-metoloog Iris natuurlijke verzorging-sproducten maken.’

‘I love eco heeft een gevarieerd lezers-publiek, daarom gaan we heel breed qua content. Onze blog is misschien niet de meest “donkergroene”, maar biedt wel een goed evenwicht tussen wat mooi is en wat goed is voor het milieu en de mens. Gemiddeld trekt onze website vierduizend bezoekers per maand.’

‘Ondertussen is bloggen mijn fulltime job geworden. Inkomsten haal ik uit partnerships met bedrijven en sponsors. De carrièreswitch was een sprong in het duister maar ik heb er nog geen moment spijt van gehad. “Kies een baan waarvan je houdt en je zult nooit een dag in je leven hoeven te werken”, zei de Chinese denker Confucius ooit.’

Eerlijke kleding

‘Koop ik iets nieuws, dan stel ik mezelf drie vragen: is het gemaakt van natuur-lijke materialen? Is het gemaakt in goede arbeidsomstandigheden? Ga ik het vol-gende maand nog mooi vinden? Ik koop liever wat minder zodat ik meer geld kan besteden aan een duurzaam kle-dingstuk dat langer meegaat. Ik geef toe, het blijft een zoek-tocht. Voor elke eco-logische fairtrade-winkel zijn er duizend niet-duur-zame ondernemingen, waardoor je al snel in de verleiding wordt gebracht. Zeker voor wie trouw wil blijven aan zijn of haar stijl, is het niet evident.’

‘Er beweegt iets in de modesector en daar ben ik blij om. Geleidelijk aan vind ik meer milieuvriendelijke stoffen in de grote modeketens en ook rond arbeids-rechten worden er meer en meer inspan-ningen gedaan. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Zelf winkel ik meestal online omdat het aanbod van ecologische fair-tradekleding er veel uitgebreider is. Al mijn favoriete (web)winkels deel ik trouw met mijn lezers. Ik vind het geweldig dat ik op die manier de

pioniers een hart onder de riem kan steken. Wat ik vooral met de website wil aantonen is dat het tijdperk van de geitenwollensokken echt verleden tijd is. Eco kan best fris zijn en het loont echt de moeite om verder te durven kijken dan de traditionele winkelstraten.’

De outfit

‘Voor mijn outfits zoek ik inspiratie op Pinterest -een sociaalnetwerksite die fungeert als prikbord- en modeblogs. In het voorjaar draag ik graag kleurrijke kleding. Mijn jasje heeft een print met palmbladeren, kolibries en tropische bloemen. Het geeft me een instant vro-lijk gevoel. Bovendien is het gemaakt uit tencel. Dat is een zijdezachte stof, ge-maakt uit cellulose van eucalyptus-bomen. Mijn T-shirt bestaat uit GOTS gecertificeerd biokatoen. Beide zijn van ArmedAngels, een fairtrademerk dat

milieuvriendelijke materialen gebruikt. Mijn espadrilles van TOMS zijn geïnspireerd op de palmbomen van Zuid-Californië. Deze schoenen zijn v e g a n i s t i s c h . TOMS werkt bo-vendien met de

One for One-formule. Voor elk paar ver-kochte schoenen geven ze een paar weg aan kinderen die nieuw schoeisel kun-nen gebruiken. Mijn broek is van Kuyichi, een fairtrademerk dat werkt met organisch katoen, hennep, tencel en gerecycleerde petflessen. Deze jeans werd niet gezandstraald, maar door middel van manuele technieken (stone-washing, schuurpapier of laser) afgewas-sen. Mijn houten oorbellen zijn handge-maakt door de Belgische ontwerpster Sophie Volt. De armband heb ik jaren geleden gekocht in Amerika, ook deze is fair trade.’

www.iloveeco.be

De stijl van ecobloggersIn de afgelopen jaren vulden ecobloggers Kelly en Steffi hun garderobe met eerlijk en groen textiel. Twee Belgische dames met verschillende blogs maar eenzelfde drijfveer, hullen zich in hun favoriete outfit.

Steffi De Bie (39) woont met haar man en twee kinderen in het Oost-Vlaamse Tielrode, bij Temse. Ze is oprichtster van I love eco, een blog over bewust en duurzaam leven.

tekst en foto’s Sarah Deschuyter

‘Er beweegt iets in de modesector en daar ben ik blij om’–

Steffi De Bie

12

Page 13: Dossier eerlijke kleding

T-SHIRT ArmedAngels 39,90 euro (Supergoods, Mechelen)JASJE ArmedAngels 119,90 euro (Supergoods, Mechelen)JEANS Kuyichi 110 euro (Today is a good day, Antwerpen)

ESPADRILLES Toms 49,95 euro (Supergoods, Mechelen)OORBELLEN Madame Volt 15,90 euro (Made by Hand, Antwerpen)ARMBAND Far Fetched 13 euro (www.accessoryfoundry.com)

13

Page 14: Dossier eerlijke kleding

De blog

‘Ma vie en vert is vijf jaar geleden ontstaan als een uitlaatklep voor al mijn creatieve hersenspinsels. Ik was in mijn privéleven door een moeilijke periode gegaan en schrijven was voor mij een vorm van therapie. Ik heb altijd gehou-den van de natuur, maar naarmate ik ouder werd merkte ik dat groen meer en meer uit het straatbeeld verdween. Op een bepaald moment werd Steven Vromman, beter bekend als Low Impact Man, mijn grote voorbeeld. In het gelijk-namige televisieprogramma op Canvas ging hij de uitdaging aan om milieu-bewust te leven en een ecologische voetafdruk van 1,6 hectare te behalen. Mijn interesse was gewekt. Sindsdien probeer ik op alle vlakken mijn leven een beetje te verduurzamen.’

‘Ma vie en vert is een lifestyleblog waarin ik mijn lezer meeneem in dat groene proces. De rode draad in mijn content is het hoge “do it yourself ”-gehalte. Ik schrijf onder andere over geupcyclede interieurspullen, recykleedjes (kleedjes uit gerecycleerde materialen), zelf-gemaakte shampoo en vegetarisch kokerellen.’

‘Mijn “zelfmaakob-sessie” begon acht jaar geleden toen ik een eigen naaimachine kocht. Sindsdien maak ik allerhande gebruiks voorwerpen zoals kleedjes, hand-tassen en brillen-hoesjes. De sto� en die ik gebruik zijn tweedehands of biologisch. Daarvoor doe ik beroep op Georgette.be, mijn fa-voriete Belgische sto� enwebwinkel. Alle sto� en die deze groene dame verkoopt zijn in het bezit van het GOTS-label. Dit keurmerk garandeert dat een pro-duct vanaf het katoenzaadje tot en met het volledig afgewerkt product voor 100 procent “proper” gehouden is.’

‘Mijn doel is om mensen te inspireren. Ik heb niks uitgevonden en mijn doe-het-zelfprojecten zijn heel laag-drempelig, maar toch krijg ik overwel-digende, positieve reacties. Dat vind ik fantastisch. In het verlengde van mijn

blog verschijnt eind deze maand mijn eerste boek “Art d’Eco”. Een boek over upcycling en ander zelfmaakplezier. Het boek is voor mij een bekroning op het jarenlange bloggen. Ik ben er best trots op.’

Eerlijke kleding

‘Al meer dan tien jaar koop ik uitsluitend tweedehandse of biologische kleding. Ik doopte het om tot “project 100 procent groene kleerkast”. Na de instorting van de kledingfabriek in Bangladesh kwam daar nog een vereiste bij: de kleren moet-en in goede arbeidsomstandigheden ge-maakt zijn. Geen goedkoop, oneerlijk textiel meer voor mij. Mijn oogkleppen liggen in de vuilnisbak.’

‘Sinds het drama doe ik af en toe out� t-posts. Ik moet er nog wat aan wennen – het lijkt al snel een reclamepraatje – maar ik doe het uit onvervalste liefde voor het delen. Ik word er niet voor ge-sponsord. Kledingmerken met een visie en waarden mogen van mij gerust op een pedestal geplaatst worden. Slow fashion past bovendien helemaal in mijn slow living-gedachtegoed.’

De outfi t

‘In rokjes en jurkjes voel ik mij het aller-best. Mijn jurkje is de ‘Kelly Tunic’ van Komodo, op mijn lijf geschreven dus. Het is gemaakt van ten-cel. Tencel is enorm

zacht, licht en kreukt nauwelijks. Mijn sandalen zijn gemaakt van chroomvrij, plantaardig gelooid leder. Chroom is een zwaar metaal dat zeer belastend is voor het milieu maar nog steeds op grote schaal wordt gebruikt om leder te looien. Deze sandaaltjes zijn ambachtelijk ge-maakt in Spanje. Mijn favoriete oorbellen zijn gemaakt door een Britse juwelen-ontwerpster. Mijn kleurrijke hand tas is gemaakt door een Franse ontwerpster die werkt met croûte de vache-leder, een stuk van het leder dat minder gegeerd is bij ontwerpers. Alles is uiteraard ook fair trade!’

www.gedachtesprongetjes.blogspot.be

Kelly Eeckhaut (26) woont samen met haar vriend in het Oost-Vlaamse Erembodegem, bij Aalst. Ze is administratief bediende en oprichtster van Ma vie en vert, een persoonlijke blog over ecologie.

‘Mijn oogkleppen liggen in

de vuilnisbak’ –

Kelly Eeckhaut

Kelly’s tips voor een schonere kleerkast

• Gooi niet plots alle niet-duurzame kleding uit je kleerkast weg. Start je revolutie door op zoek te gaan naar duurzame alternatieven. Als je nieuw koopt, koop dan eco en fair.

• Als je een bepaald kledingstuk niet meer kan dragen, repareer het, recykleer het, breng het naar de Kringwinkel, geef het aan een vriendin of ruil het.

• Koop minder en bewuster. Check de labels, check de merken, onderzoek en leer.

• Koop tweedehands. Hou ook je armen open voor kleding uit de kleerkasten van vriendinnen en familie, gratis tweedehandskleding!

• Maak je kleren zelf of laat ze maken door iemand (die met ecostoffen werkt).

• Ga naar een ecofestival, waar meerdere (web)winkels met een groen hart verzameld zijn. Heel handig om je aankopen op een dag en op een plaats te doen. Voorbeeldjes in België: Fair Festival in Gent of Handmade in Belgium in Genk.

• Verleng de leeftijd van je kleding. Jeans hoeft echt niet vaak gewassen te w orden.

Bron: www.gedachtesprongetjes.blogspot.be

14

Page 15: Dossier eerlijke kleding

JURKJE Komodo 63,99 euro (Today is a good day!, Antwerpen)RIEM Bluette 20 euro (Mme Bovary, Antwerpen)OORBELLEN Layla Amber 9,50 euro (Made by Hand, Antwerpen)HANDTAS Mme Bovary 75 euro (Mme Bovary, Antwerpen)SANDALEN Gold Button 134,99 euro (Today is a good day!, Antwerpen)

15