chemie magazine juli/augustus 2011

56
Lean Six Sigma-methode dringt afvalstroom terug Hoog veiligheids- niveau SABIC Young Professionals Netwerk heeft bestuur Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 07/08 24 augustus 2011 ONDERZOEK VNCI HEEFT DE CHEMIE TOEKOMST? Magazine

Upload: vnci

Post on 23-Mar-2016

236 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

Maandblad van de VNCI

TRANSCRIPT

Page 1: Chemie magazine juli/augustus 2011

Lean Six Sigma-methode dringt afvalstroom terug

Hoog veiligheids-niveau SABIC

Young Professionals Netwerk heeft bestuur

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 07/08 • 24 augustus 2011

ONDERZOEK VNCI

HEEFT DE CHEMIE TOEKOMST?

Magazine

CM1107-8_covert.indd 2 18-08-11 09:20

Page 2: Chemie magazine juli/augustus 2011

Andus Construction

HSM Steel Structures

Intersteel Slovakia

Lengkeek Staalbouw

P&K Rail

RijnDijk Construction

Andus Oil & Gas

HSM Offshore

Andus Process

Asselbergs Ventilatoren

FIB Industries

Andus Refractories

Gouda Refractories

Gouda Vuurvast Services

Gouda Vuurvast Belgium

Gouda Feuerfest

GFD Services

ANDUS Group BV

Beukenlaan 117

5616 VC Eindhoven

Tel. +31 (0)40 - 211 58 00

[email protected]

Serving the industryOns kernwoord: klanttevredenheid. Onze kerncompetenties: vuurvaste bekledingen, grootschalige

industriële staalgerelateerde projecten, sluizen en bruggen, olie- en gasplatforms, drukvaten,

warmtewisselaars, opslagtanks, kelderbierinstallaties, systemen voor filtratie en separatie,

luchttechniek, bovenleidingsystemen voor het spoor, service en onderhoud. Nationaal en

internationaal gecertificeerd, werkend volgens de hoogste veiligheidsnormen.

Kennismaken? Graag. Belt u even of kijk op www.andusgroup.com.

Page 3: Chemie magazine juli/augustus 2011

INTERVIEW

Wel of niet scheikunde studeren? Wat kan er worden gedaan om scheikunde populair te maken? Een aantal jonge bèta-talenten geeft hierop hun visie.18

‘ Kennelijk bestaat er meer behoefte aan netwerken dan aan paintballen’

34

07/08 24 augustus 2011

juli/augustus 2011 Chemie magazine 3

INHOUD

CM1107-8_inhoud.indd 3 18-08-11 09:21

Page 4: Chemie magazine juli/augustus 2011

Het rendement van uw bedrijf komt de komende jaren stevig onder druk te staan. Bestaand

personeel vergrijst en nieuwe vakmensen worden schaarser. Dat dit geen vergezocht

doemscenario meer is blijkt uit de onafhankelijke onderzoeken in deze Vapro-fi le. Maar wij

stellen niet alleen de harde realiteit aan de orde, wij geven ook een praktische oplossing.

U kunt de fi le gratis aanvragen via www.vapro.nl/fi le of bel 070 301 10 86.

Binnen drie jaar bent u makkelijker te vervangen

dan uw vakmensen.

7422-1_Vapro advertentie management wt01jm.indd 1 16-06-11 15:00

Page 5: Chemie magazine juli/augustus 2011

verder...Inhoud

VNCI: Veiligheid moet gewaarborgd zijn

Redenen octrooi-aanvragen ver-schillen

Procesintensifica-tie levert substan-tiële bijdrage aan duurzame ontwik-keling chemische industrie

13

28

38

opinie‘Welke uitdagingen biedt de chemische sector in 2030?’ vraagt VNCI-directeur Colette Alma zich af 7Agenda 7

TRENDS Wetenswaardig 8Hybride HybSi-membraanInnovatie 11Super Heated Steam voor vorming functionele vezelActueel 17Kwartaalcijfers chemiereuzen baren analisten zorgen

ACHTERGROND uitgelicht 22Nieuwe bedrijfskleding door Studenten Hogeschool voor Kunsten duurzaamheid 24Lean Six Sigma-methode bespaart 40 procent afvalVeiligheid 30SABIC handhaaft hoog veiligheidsniveauVisie 44VNCI en Deloitte brengen chemietoekomst in kaartEvenement 47Internationaal Jaar van de Chemie

FEITEN EN VISIES discussie 49Benadert de pers de chemische industrie per definitie negatief?Groene ondernemer 51Waste2Chemical zet organisch afval om in hoogwaardige chemicaliën

Column hoofdredacteur 53Bedrijven 53Mensen 54VnCI online 54Volgende maand 54

07/08 24 augustus 2011

42 Met Human Factor Analysis minder menselijke fouten

juli/augustus 2011 Chemie magazine 5

CM1107-8_inhoud.indd 5 18-08-11 09:21

Page 6: Chemie magazine juli/augustus 2011

SPIEeen gezamenlijke ambitie

Technology

BuildingSystem

s

ControlecEngineering

Industry

Infra

Met het oog op de toekomstEen onderneming kan in de 21e eeuw pas echt succesvol zijn als deze ookduurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingendie werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend,maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen vanopdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedteen compleet pakketmultitechnische diensten aan de industriële, commerciëleen institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onzespecialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infra-structuur, industry en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan.

De bundeling van onze krachtenMet het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specia-listen en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook eenberoep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.

SPIE-TechnologyAdvies over en realisatie van de hoogst mogelijkeeconomische waarde van productiefaciliteitenvoor eigenaars en gebruikers.

SPIE-Building SystemsAdvies, ontwerp, realisatie en onderhoud vanelektrotechnische en werktuigbouwkundigeinstallaties.

SPIE-Controlec EngineeringAdvies en onafhankelijke, technische, multidisci-plinaire oplossingen op het gebied van engineering& design, procurement, project -en constructionmanagement.

SPIE-IndustryAdvies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud,projectmanagement, processautomatisering eninspectie op het gebied van mechanische technie-ken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek,meet- en regeltechniek en analysersystemen.

SPIE-InfraOntwerp, realisatie, inspectie, service en onder-houd op de terreinen: energie, verkeer en vervoer,network solutions en hoogspanningslijnen.

SPIE NEDERLANDHuifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Bredatel. +31 (0)76 544 54 44 • [email protected] • www.spie-nl.com

20110450_SPIE_CORPORATE_A4:210x297 15-06-2011 11:28 Pagina 1

Page 7: Chemie magazine juli/augustus 2011

AGENDA

n zijn hang naar vooruitgang is de mens gefascineerd door alles wat het predikaat “nieuw” draagt. Want het nieuwe brengt onze toekomst dich-terbij. In de chemie worden we wat dat betreft op onze wenken bediend. Het project “Visie 2030-2050” (zie p. 44 van deze Chemie magazine) vor-dert gestaag. Gegevens uit literatuurstudies en input van velen uit workshops en interviews komen samen en maken de contouren van de

toekomst in al hun facetten langzaam zichtbaar. En als vanzelf zoomen we dan in op wat nieuw lijkt. Zoals de vergezichten van ongedachte producten, de nieuwe mogelijkheden van het inzetten van biomassa, afvalhergebruik, kunstmatige fotosynthese.

Toch is het de moeite waard om de blik ook te richten op de toekomst van de dingen die ons momenteel bezighouden in de chemie. Neem de recente dis-cussie over veiligheid. Al doen de berichten over incidenten soms anders geloven, de sector maakt nog steeds grote vooruitgang op dit gebied, zo laten de artikelen over SABIC en over procesintensifi catie (p. 30 en 38) zien. Als we deze ontwikkelingen met dezelfde inzet doorzetten, en gebruikma-ken van de nieuwe technologieën die eraan komen, wat belooft dat dan voor de toekomst? Hoe veilig zijn we in 2030? Of is veiligheid dan helemaal geen issue meer?

En lees het interview met het kersverse bestuur van het Young Professio-nals Network (p. 34): de young professionals zijn de toekomst van onze sec-tor. Voor hen en door hen worden de banen geschapen die de sector in de toekomst te bieden heeft. Voor hen maken we de sector concurrerender, veiliger, duurzamer en energie-effi ciënter. Hoe zien hun banen er straks uit? Is er dan opnieuw sprake van een generatiekloof? Welke uitdagingen biedt de sector aan de young professionals in 2030? Welke aantrekkings-kracht heeft de chemie op hen? Dit soort vragen zijn niet nieuw, maar bepa-len wel de toekomst van de chemische industrie, of hoe de sector tegen die tijd ook mag heten. p

NIEUW? I

10 septemberChemieloopTerneuzen

14 septemberSu sChem Brokerage EventHotel BLOOM, Brussel

VNCI

6 septemberBG InnovatieNovotel, Breda 

7 septemberBG Veiligheid, Gezondheid en Milieu Locatie nog niet bekend 

8 september WG Arbeidshygiëne SABIC IP, Bergen op Zoom

9 september BG Communicatie VNCI, Den Haag 

13 september WG Logistieke Veiligheid VNCI, Den Haag

13 septemberWG Responsible Care Global CharterVNCI, Den Haag

15 septemberBG Energie en Klimaat Air Liquide, Rozen 

20 septemberWG ProcesveiligheidLocatie nog niet bekend

21 septemberVergadering Dagelijks BestuurVNCI, Den Haag

22 septemberRegiegroep ChemieAcademiegebouw, Utrecht 

22 septemberWG Milieuzorg VNCI, Den Haag

23 septemberWG StoffenbeleidVNCI, Den Haag

VNCI-directeur Colette Alma

Agenda / Voorwoord

juli/augustus 2011 Chemie magazine 7

CM1107-8_B_voorwoord.indd 7 18-08-11 09:19

Page 8: Chemie magazine juli/augustus 2011

8 Chemie magazine juli/augustus 2011

Nanozeef kan

petajoule 6666666Nanozeef Nanozeef

66Nanozeef kan66kan

petajoule petajoule 66petajoule

De verschillende moleculaire uitvoe-ringen van het membraan laten steeds een andere component uit het mengsel ‘ontsnappen’

CM1107-8_D_wetenswaardig.indd 8 18-08-11 09:21

Page 9: Chemie magazine juli/augustus 2011

juli/augustus 2011 Chemie magazine 9

Wetenswaardig

In juni zette Advanced Functi-onal Materials Nederlands onderzoek in de schijnwer-pers. Het tijdschrift publi-ceerde een artikel van wetenschappers van de Universiteiten van Amster-dam en Twente en het Ener-gieonderzoekscentrum ECN, die laten zien hoe ze hun hybride HybSi-mem-braan kunnen ‘tunen’ voor een breed scala aan toepas-singen. De ‘nanozeef’ is zeer geschikt voor pervaporatie.Tekst: Harm Ikink

De ontwikkeling van het veel-belovende membraan begon aan het begin van deze eeuw in een project van de Techno-logiestichting STW. ECN vroeg vijf jaar geleden patent aan en maakt het membraan nu samen met de ontwikke-laars geschikt voor industri-ele toepassing. Inmiddels is de eerste licentie verleend aan het Nederlandse bedrijf Pervatech, dat de membra-nen wil gebruiken voor de ontwatering van organische oplosmiddelen via pervapo-ratie, een energiezuinig scheidingsproces gebaseerd op selectieve verdamping: alleen de te verwijderen stof gaat – via het membraan –in de dampfase. Dit isenergiezuiniger dan destil-latie, waarbij het complete mengsel grotendeels ver-dampt wordt.

ProcesindustrieBrede toepassing in de pro-cesindustrie zou, zo rekende ECN uit, 6 petajoule energie per jaar kunnen besparen, te vergelijken met het jaarlijkse verbruik van een gemeente als Eindhoven. Eerder dit jaar ging een onderzoek van start in de nieuwe testfaciliteit Plant One, dat moet uitwijzen hoe de membranen zich gedragen in processen op industriële schaal. De vooruitzichten op toepas-sing in de procesindustrie zijn goed omdat het mem-

braan bestand is tegen rela-tief hoge temperaturen en agressieve chemicaliën zoals zuren en oplosmiddelen. Die bijzondere kwaliteiten zijn te danken aan de hybride mole-culaire structuur. Het is een soort kruising tussen kera-miek en kunststof, waarin moleculaire ‘bruggen’ tussen siliciumatomen de hoofdrol spelen. Silicium brengt het keramiek-aspect in het hybridemateriaal, de brug-gen worden gevormd door koolwaterstofmoleculen.

IllustratieMet het onderzoek laten de onderzoekers zien hoe met slechts vijf verschillende brugmoleculen een breed scala aan scheidingen moge-lijk wordt. In de illustratie zijn met respectievelijk geel, rood en blauw verschillende scheidingsregimes aange-duid. De kortste brugmole-culen maken van het mem-braan een moleculaire zeef waarbij alleen de grootte bepaalt of een molecuul er wel of niet door kan. Dat speelt een rol bij het verwij-deren van water uit oplos-middelen of uit reactiemeng-sels met organische verbindingen. Bij de langere bruggen worden de poriën groter en wordt de interactie met het materiaal belangrijk. Zo kan bijvoorbeeld CO2 gescheiden worden van waterstof, terwijl juist CO2 het grotere molecuul is. p

Hessel L. Castricum, Goulven G. Paradis, Marjo C. Mittel-meijer-Hazeleger, Robert Krei-ter, Jaap F. Vente en Johan E. ten Elshof: ‘Tailoring the Sepa-ration Behavior of Hybrid Orga-nosilica Membranes by Adjus-ting the Structure of the Organic Bridging Group’, Advanced Functional Materials 21 (2011), pagina 2318–2329.

Meer informatie: www.hybsi.com, www.pervatech.com

ILLU

STR

ATI

E: D

IRK

GIL

LIS

SE

N

CM1107-8_D_wetenswaardig.indd 9 18-08-11 09:21

Page 10: Chemie magazine juli/augustus 2011

Het nieuwste online systeem van Linde Gas heet ACCURA® Cilinder Management.

Een naam die wáár maakt wat hij belooft. Want wordt het geen tijd dat u 24 uur per

dag kunt zien waar de gascilinders in uw bedrijf staan?

Uit overwegingen van kosteninzicht, efficiency, veiligheid, kwaliteit

of traceerbaarheid?

Nu is het er.

Een abonnement waarmee u zelf voortdurend alle cilinderbewegingen, standtijden,

gebruiksrapportages, keurdata en wat al niet meer heel precies kunt inzien en

omzetten in spreadsheet-overzichten.

Minder cilinders, minder administratie, minder kosten én veiliger!

ACCURA®. Zo nauwkeurig kan gas management zijn.

Linde Gas – ideas become solutions.

Wat wilt u exact weten over het gascilinder-gebruik in uw bedrijf?ACCURA® van Linde vertelt het u allemaal…

Linde Gas Benelux B.V. Linde Gas Belgium NV

Havenstraat 1, 3115 HC Schiedam Westvaartdijk 85, 1850 Grimbergen Tel. 088 262 62 62, fax 010 246 15 06 Tel. +32 2890 95 10, fax +32 2890 95 [email protected], www.linde-gas.nl [email protected], www.linde-gas.be

Bekijk alle vacatures op www.checkmark.nl t e l : 0182 590 210

Explore your Talent Recruitmentspecialist in chemie & life sciences

Zeer binnenkort start binnen Crucell Leiden een uniek project: de verhuizing van een grootdeel van de Pharmaceutical and Analytical Development (PAD) laboratoria naar een gloednieuwin te richten laboratorium in een nabijgelegen pand. Dit ‘Laboratory Transfer Project’ omvat het inrichtenen oplijnen van een compleet nieuw laboratorium.

Wij zoeken per direct meerdere:

Lab Transfer Validatie AnalistenDeze functie biedt je de unieke kans om een grootschalige verhuizing van dichtbij mee te maken en hierin een belangrijke rol te spelen. Je draait mee in de zeer uiteenlopende analyses / assays die op de diverse afdelingen worden uitgevoerd en krijgt de kans om te werken met state-of-the-art hightech equipment. Hierbij kun je denken aan: HPLC, Massaspectrometrie, IEF, SDS-PAGE, ELISA, ICS, Q-PCR, Elispot, Cell-based Assays, DNA extractie technieken, etc. Afhankelijk van jouw kennis/ervaring word je ook ingezet op validatie, troubleshooting en andere projecten.

Functie-eisen• HLO / WO analytische chemie, biochemie of moleculaire biologie

òf MLO met minstens 2-5 jaar relevante werkervaring.• Werkervaring in relevante technieken en een vergelijkbare (GMP) omgeving is een grote pré.

Crucell en CheckMark bieden je de kans deel uit maken van een dynamische, zeer snel groeiende R&D organisatie.Heb jij interesse deze unieke kans? Ga voor meer informatie naar onze website www.checkmark.nl en solliciteer direct!Of bel met Kathryn Sisson 0182 590 218Of bel met Kathryn Sisson 0182 590 218Of bel met Kathryn Sisson 0182 590 218

Crucell is een biotechnologiebedrijf dat zich richt op het ontwikkelen, produceren en wereldwijd verkopen van vaccins en antistoffen ter preventie en bestrijding van infectieziekten. Met de huidige portfolio van vaccins richt Crucell zich onder andere op hepatitis A/B, pediatrische en respiratore infectieziekten en reizigersziekten. Crucell richt zich op het ontwikkelen van geneesmiddelen voor ziekten waar nu nog geen of onvoldoende remedie tegen bestaat.

CheckMark_Adv_0811.indd 1 8/16/11 10:32:05 AM

ADV_Pag_Chemie.indd 10 19-08-11 15:45

Page 11: Chemie magazine juli/augustus 2011

Super Heated Steam verandert biomassa in goedkopere en groene grondstoffenTNO heeft een octrooi ingediend en gepubliceerd voor een procedé waar met Super Heated Steam ligno-cellulose efficiënt wordt ontsloten uit biomassa op een dusdanige manier dat een functionele vezel overblijft. Voor het procedé komen bijvoorbeeld in aanmerking tarwestro,(berm)grassen, bagasse, maïsstengels en andere soorten agro-rest-stromen waar ligno-cellulose in zit. Het procedé gebruikt veel minder chemicaliën en energie dan standaard procedés en is daarmee veel goedkoper en minder belastend voor het milieu.

Het koolhydraat cellulose wordt door nagenoeg alle planten en bomen gemaakt. Cellulose geeft, in combinatie met lignine, stevig-heid aan de plant. TNO heeft nu een (kosten)efficiënte en schone

manier gevonden om met Super Heated Steam de ligno-cellulose verbin-ding open te breken op een dusdanige manier dat een functionele vezel overblijft. De verkregen cellulose kan naar verwachting gedeeltelijk in plaats van bomenpulp worden verwerkt in traditionele toepassingen van cellulose zoals in papier, maar ook worden gebruikt voor het produceren van traditionele cellulose-gebaseerde bindmiddelen voor onder andere cosmetica, verf, voedsel, asfalt en beton. Een ander product dat uit ligno-cellulose vrijkomt, is lignine. Lignine wordt al toegepast als niet-fossiele brandstof voor energiecentrales of energie-intensieve industrie en is daarmee een duurzaam alternatief voor steenkool. p

Cellulose, door nagenoeg alle planten en bomen gemaakt, geeft in combinatie met lignine stevig-

heid aan de plant. Met Super Heated Steam heeft TNO nu een

(kosten)efficiënte en schone manier gevonden om de ligno-

cellulose verbinding open te breken

MagnetiScHe koelingDe Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) en BASF starten weer een gezamenlijk onderzoeksprogramma over magnetocalorische materialen. Deze nieuwe generatie koelmaterialen zijn veelbelovend om toekomstige koelsystemen efficiënter en stiller te maken. Dit is het tweede onderzoek van FOM en BASF samen en heeft een looptijd van vier jaar. ‘We willen de fundamentele magnetocalorische basisprincipes beter begrijpen. Dat helpt ons om nieuwe materialen te ontwikkelen om de beste routes voor productie op grote schaal te bepalen,’ aldus programmaleider prof.dr. Ekkes Brück van de TU Delft.

FOM en BASF begonnen hun samenwerking in 2008. Het eerste onderzoeksprogramma heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de natuurkunde

van het giant magnetocaloric effect. BASF werkt samen met haar industriële partners aan de marktintroductie van de eerste magnetocalorische apparaten. Magneto-calorische materialen warmen op in een magneetveld en als ze er vervolgens uit worden getrokken, daalt hun temperatuur weer. Hierdoor is een warmtepomp geba-seerd op magnetocalorische materialen een goed alternatief voor traditionele koelsystemen, die gebruikmaken van gascompressie en condensatie.

Veelbelovend Magnetische koeling is een veelbelovende techniek waarmee energieverbruik gereduceerd kan worden. ‘Op basis van de theorie kan er maximaal 50 procent bespaard worden,’ zegt directeur van BASF Future Business GmbH dr. Thomas Weber. ‘Een bijkomend voordeel is dat koelelementen gebaseerd op een mag-netische koelcyclus relatief klein zijn. Hierdoor zijn ze zeer geschikt voor de koeling van zeer verschillende apparaten, van kleine elektronische componenten tot koelkasten en airconditioners.’ Koelgassen zijn dan niet nodig. Daardoor is deze vorm van koeling stilleren produceert minder trillingen dan de huidige koel-systemen.

industriële ambitiesFOM en BASF werken samen binnen een zogenoemd Industrial Partnership Programme (IPP). IPP’s zijn onderzoeksprogramma’s waarin FOM academische kennis aan industriële ambities koppelt, door gere-nommeerd fundamenteel natuurkundig onderzoek in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven uit te voe-ren. Bedrijven financieren ten minste 50 procent. Dit onderzoek wordt uitgevoerd aan de TU Delft, de Rad-boud Universiteit Nijmegen en in de laboratoria van BASF in De Meern en Ludwigshafen.BASF Future Business GmbH, een 100 procent doch-termaatschappij van BASF, werd opgericht in 2001. Het doel is om veelbelovende bedrijvigheid op te zetten in gebieden die tot dan toe buiten de lopende activiteiten van BASF liggen. Het bedrijf richt zich vanuit de chemie op nieuwe materialen, technologieën en systeemop-lossingen. FOM bevordert, coördineert en financiert fundamenteel natuurkundig onderzoek in Nederland. Het is een autonome stichting die verantwoordelijk is voor het gebied Natuurkunde van de NWO. p

juli/augustus 2011 Chemie magazine 11

Innovatie

CM1107-8_K-actueel.indd 11 18-08-11 09:21

Page 12: Chemie magazine juli/augustus 2011

Project1:Opmaak 1 12-11-10 8:36 Pagina 2

Page 13: Chemie magazine juli/augustus 2011

KRITIEK OP OPHEFFING AGSOndanks kritiek van SP, GroenLinks, PvdA en de VNCI, heeft de Tweede Kamer ingestemd met het voorstel de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS) af te schaffen. Advies over gevaarlijke stoffen moet voortaan uit de nieuw op te richten Raad voor de Leef-omgeving komen.

 De VNCI vindt dat veilig-heid een grote prioriteit verdient en dat de AGS

daarin een onafhankelijke en kundige rol vervult. Staats-secretaris Atsma (Infrastruc-tuur en Milieu) heeft toege-zegd dat de expertise van de AGS in de nieuwe brede Raad wordt geborgd. De VNCI zal de nieuwe Raad positiefkri-tisch gaan volgen, stelt VNCI-beleidsmedewerker Macco Korteweg Maris. ‘De behan-deling van de brand bijChemie-Pack in Moerdijk zal daarbij een belangrijke test-case worden.’ p

VNCI: VEILIGHEID MOET GEWAARBORGD ZIJN De VNCI is bezorgd over de gegevens die staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu half juli naar buiten heeft gebracht over de veiligheidsprestaties van BRZO- en PGS-15-bedrijven. Hierin komt naar voren dat 51 bedrijven (waaronder vijf VNCI-leden) nog ondermaats presteren. Tekst: Inge Janse

In zijn brief aan de Tweede Kamer noemt Atsma de namen van 27 BRZO-bedrijven die bij eerdere inspecties tweemaal

‘slecht’ scoorden en van 24 PGS-15-bedrijven waar onvoldoende voortgang wordt gemaakt in de (administratieve) borging van de(brand)veiligheid. Van deze bedrijven zijn er vijf lid van de VNCI. De VNCI heeft contact met hen opgenomen. Hieruit bleek dat veel verbeterpunten inmiddels door de bedrijven zijn aangepakt.De VNCI stelt voorop dat bedrijven de veilig-heid geborgd moeten hebben. De tekortko-mingen uit de inspecties, waarbij het met name ging om borging van het veiligheidsma-nagementsysteem, moeten door de bedrijven aangepakt worden. Samen met VNO-NCW en een aantal andere brancheorganisaties werkt de VNCI momenteel aan een actieplan voor BRZO-bedrijven, ‘Veiligheid Voorop’ genaamd. Hierin staan de kernelementen van een solide veiligheidscultuur centraal: betrokken leiderschap, excellente uitvoering van het veiligheidsbeheerssys teem, actieve veiligheidsnetwerken voor betere veilig-heidsprestaties en het in de keten alleen zaken doen met veilige bedrijven. Brancheor-ganisaties zullen met hun leden kijken naar mogelijkheden om de veiligheid in de bran-ches verder te verbeteren. Daarbij speelt

transparantie over de veiligheidspres-tatie een grote rol. Na de zomer

wordt het plan formeel naar bui-ten gebracht.

RUD’sDe VNCI pleit er daarnaast

voor dat de regionale uit-voeringsdiensten (RUD’s) landelijk aangestuurd wor-

den. Deze diensten verzor-gen de vergunningverlening, het toezicht en de handha-

ving in een regio voor BRZO-bedrijven. De

VNCI vindt dat de ver-antwoordelijkheid voor BRZO-bedrijven bij hooguit vier regio-nale diensten neerge-legd moet worden. Hierdoor is elk van die vier RUD’s auto-matisch verant-woordelijk voor voldoende te con-

troleren BRZO-bedrijven, waar-

door een adequaat deskundigheidsniveau van de dienst geborgd kan worden.

Bevoegd gezagDe VNCI is kritisch over de lijst met PGS-15-bedrijven (opslagbedrijven van verpakte gevaarlijke stoffen) die volgens de overheid een risico vormen. De vereniging vindt het teleurstellend dat alleen de bedrijven worden genoemd als oorzaak van de tekortkoming, terwijl in veel gevallen het bevoegd gezag nalatig is geweest. Op de lijst worden twee bedrijven genoemd die lid zijn van de VNCI. Volgens VNCI-beleidsmedewerker Macco Korteweg Maris zijn deze twee al maanden tot meer dan een halfjaar bezig om het zoge-noemde uitgangspuntendocument (UPD) beoordeeld te krijgen door dit bevoegd gezag. Hierin specifi ceren bedrijven welke brandbe-veiligingsmaatregelen zij getroffen hebben, met specifi eke aandacht voor de installatie. ‘Sommige PGS-15-bedrijven zijn bij gebrek aan een goedgekeurd UPD op de zwarte lijst van de VROM-inspectie beland, ook al heb-ben zij hun brandbeveiligingsinstallatie ade-quaat onderhouden en is er een inspectierap-port over het doelmatig functioneren van de blusinstallatie,’ stelt Korteweg Maris. ‘Ook het bevoegd gezag vormt daarom een oor-zaak voor de opgetekende tekortkomingen.’ Een ander punt van kritiek is de manier waarop naming & shaming is aangepakt. Kor-teweg Maris: ‘Dit instrument verlangt een zorgvuldig afweging, waarbij ook de bedrij-ven moeten worden gehoord. Dat proces heeft niet plaatsgevonden: de VROM-inspec-tie is alleen afgegaan op de informatie van de bevoegde gezagen en heeft nagelaten voor elk van de bedrijven een toelichting te geven.’

Certifi ceringDe VNCI is wél tevreden met de conclusie van de VROM-inspectie dat het systeem van cer-tifi cering voor brandbeveiligingsinstallaties niet altijd duidelijk is. Hierdoor kan verwar-ring ontstaan of een installatie wel of niet voldoet aan de eisen. Om dit probleem op te lossen, is de VNCI samen met werkgevers-vereniging VNO-NCW in onderhandeling met het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) om de systematiek van certi-fi cering te veranderen. In de toekomst zou inspectie teruggebracht moeten worden naar adequaat toezicht op erkende installateurs en onderhoudsbedrijven, die op hun beurt verantwoordelijk zijn voor de installaties bij bedrijven. p

Staatssecretaris Atsma

juli/augustus 2011 Chemie magazine 13

Veiligheid

ches verder te verbeteren. Daarbij speelt transparantie over de veiligheidspres-

tatie een grote rol. Na de zomer wordt het plan formeel naar bui-ten gebracht.

RUD’sDe VNCI pleit er daarnaast

voor dat de regionale uit-voeringsdiensten (RUD’s) landelijk aangestuurd wor-

den. Deze diensten verzor-gen de vergunningverlening, het toezicht en de handha-

ving in een regio voor BRZO-bedrijven. De

VNCI vindt dat de ver-antwoordelijkheid voor BRZO-bedrijven bij hooguit vier regio-nale diensten neerge-legd moet worden. Hierdoor is elk van die vier RUD’s auto-matisch verant-woordelijk voor voldoende te con-

troleren BRZO-

Staatssecretaris Atsma

CM1107-8_K-actueel.indd 13 18-08-11 09:21

Page 14: Chemie magazine juli/augustus 2011

AutomatischefficiëntFocus : Optimaal voeden van mengers en processen

Verzeker uw voorsprongBetrouwbare en economischeoplossingen voor de automatiseringvan uw grondstoffen en processen:

www.azo.beAZO N.V.Katwilgweg 15B-2050 AntwerpenTel.: +32-3-250 16 00Fax : +32-3-252 90 [email protected]

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

ADV_Pag_Chemie.indd 14 19-08-11 15:45

Page 15: Chemie magazine juli/augustus 2011

Afgelopen maart en april voerden gedurende zes weken ruim duizend medewerkers en contractors zo’n 2500 onderhoudsklussen uit aan naftakraker LHC-1 op het terrein van Dow in Terneuzen

dow benelux behaalt goed milieu- en veilig-heidsresultaat over 2010Dow Benelux wist in 2010 een behoorlijke milieuwinst te boeken door de uitstoot van gevaarlijke stoffen in de atmosfeer met 24 procent terug tebrengen ten opzichte van 2009. Op het gebied van persoonlijke veiligheid was 2010 het op één na beste jaar in de Benelux. Dit blijkt uit het Duurzaamheidsverslag 2010 van Dow.

In 2010 manifesteerde de transformatie van Dow als bedrijf zich zichtbaar in de

Benelux. Zo’n 15 procent van de medewerkers ging over naar Styron, de nieuwe eige-naar van vijf fabrieken in Terneuzen en één in Tessen-derlo in de styreen-, poly-styreen-, ABS- en latex-keten. De activiteiten van Dow Halterman in het Belgi-sche Kallo werden verkocht aan het Amerikaanse Monu-ment Chemicals.

officiële startIn februari 2010 ging het Europees services centrum - BPSC Terneuzen - officieel van start, met een gunstige invloed op de werkgelegen-

heid: in 2010 groeide het aantal banen van 150 naar 255 en inmiddels is die groei doorgezet tot 300. Voor de fabrieken in Terneuzen zijn tot 2015 driehonderd nieuwe werknemers nodig, vooral ter vervanging van mede-werkers die met pensioen gaan en omdat een activitei-tengroei wordt verwacht.

MilieuwinstBelangrijke milieuwinst werd in 2010 geboekt op het punt van stoffen waarvan de uitstoot met voorkeur moet worden teruggedrongen, zoals ethyleenoxide en ben-zeen. Ten opzichte van 2009 werd de uitstoot met 24 pro-cent verminderd. Ten opzichte van 2005 is een beperking van 55 procent gerealiseerd, waarmee de doelstelling die Dow zich voor 2015 heeft gesteld, is gehaald. Wat betreft per-soonlijke veiligheid was 2010 een bijzonder goed jaar. Op het terrein in Terneuzen deden zich vier ongevallen voor, het één na laagste aan-tal ooit. Alleen in 2009 was het aantal nog lager, name-lijk drie. p

Meer internetconSultatieSHet kabinet heeft besloten structureel meer gebruik te maken van internetconsultaties, waarbij iedereen rechtsreeks op wetsvoorstellen kan reageren. Uit een proef is gebleken dat dit tot meer transparantie en tot betere wetgeving leidt.

Bij de proef werden gedurende twee jaar 105 wets-voorstellen en besluiten via internet ter commen-taar aangeboden. Gebleken is dat het weliswaar

extra tijd en capaciteit kost, maar dat het voor de trans-parantie, de publieke participatie en de kwaliteit van wetgeving een nuttig instrument is. Vooral bij wetsvoor-stellen met grotere gevolgen zou internetconsultatie effectief zijn. Met een nieuw Integraal Afwegingskader (IAK) zal in het vervolg de vraag worden gesteld of internetconsultatie zinvol kan zijn. Het IAK is een online-systeem met zeven vragen over de voorgenomen wetgeving die beantwoord moeten worden door de betreffende ambtenaren. Ook zijn voorwaarden geformuleerd voor de internetcon-sultatie: de termijn is minstens vier weken, doel en gevolgen van het voorstel moeten helder zijn, men wordt zo goed mogelijk op de inspraakmogelijkheid geatten-deerd en de resultaten worden weergegeven. p

Gratis abonneren op de internetconsultaties (per onderwerp) kan via:http://internetconsultatie.nl/voorkeurabonnement

juli/augustus 2011 Chemie magazine 15

Actueel

CM1107-8_K-actueel.indd 15 19-08-11 16:22

Page 16: Chemie magazine juli/augustus 2011

De naftakrakers Nak3 en Nak4 staan op het industrieterrein Chemelot

oktober kenniSMaandOktober kennismaand 2011 heeft als thema ‘Actie Reactie!’. Het thema is geïnspireerd op het Internationaal Jaar van de Chemie én op 25 jaar internet. Oktober Kennismaand is het grootste landelijke festival rond weten-schap en technologie voor een breed publiek.

Heel oktober zal in het teken staan van activiteiten, bij allerlei organisaties en instellingen in het hele land. Op het

programma staan onder meer een rondlei-ding door de haven voor jong & oud, een kijk-operatie in een ziekenhuis voor scholieren en spannende workshops voor kinderen, robot-races en excursies. Gepland staan ook de tweede editie van Night of the Nerds op 8 oktober in NEMO, en Kennis op zondag op 9

oktober in het Museon. Ook deze zullen onderdeel uitmaken van het programma.

25ste editieIn 2010 vond de 25ste editie van het festival plaats. 300.000 bezoekers van alle leeftijden bezochten zo’n 900 door 152 instellingen aangeboden activiteiten, waaronder proefjes, theater, kinderuniversiteiten, workshops, rondleidingen, excursies, festivals, lezingen, debatten en experimenten. De meeste activi-teiten waren gratis. Het festival wordt geor-ganiseerd door het Projectbureau Oktober Kennismaand onder auspiciën van stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie (NCWT). p

Agenda: www.ScienceOut.nl

grote ambities sabicSABIC gaat 100 miljoen euro inves-teren in de naftakraker ‘Nak4’ op industrieterrein Chemelot in Sit-tard-Geleen. De naftakrakers Nak3 en Nak4 zetten olieproducten om in etheen en propeen, waarmee andere fabrieken op Chemelot plastics produceren.

Huub Meessen, de topman van SABIC in Europa, vindt Che-melot een van de beste che-

mielocaties in Europa, met een goede ligging. Nabij Chemelot komt een nieuw rangeerterrein voor wagons met gevaarlijke stoffen. Het bedrijf heeft al een vergunning om het lpg-transport uit te breiden van 5556 naar 10.000 wagons per jaar, maar wil in 2015 15.900 lpg-wagons laten rijden.

Forse groeiSinds het bedrijf in 2002 de petro-chemiefabrieken van DSM kocht, is het fors gegroeid in dit werelddeel. In 2006 is Huntsman in Engeland overgenomen en in 2007 GE Plastics in Bergen op Zoom. Het concern uit Saudi-Arabië is nu in omzet het zesde chemiebedrijf ter wereld, maar neemt daar geen genoegen mee. ‘In 2020 willen we leidend zijn,’ aldus Meessen. p

advertentie

CM1107-8_K-actueel.indd 16 19-08-11 16:22

Page 17: Chemie magazine juli/augustus 2011

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).

www

kritiek op frans plan voor registratie nanodeeltjes Het plan van de Franse overheid om bedrij-ven te verplichten het gebruik van nanoma-terialen in Frankrijk te registreren, stuit op weerstand van zowel de Nederlandse over-heid als de Europese belangenvereniging Cefic. Beide zijn van mening dat nationale initiatieven op het gebied van stoffenregi-stratie zorgen voor bureaucratische romp-slomp in Europa.

Het plan van Frankrijk komt erop neer dat het land bedrijven wil verplichten

om melding te maken van de productie, import of distribu-tie van nanomaterialen in dit land. Het gaat hierbij om nanomaterialen als individuele stof, onderdeel van een mengsel (zonder gebonden te zijn) of mate-rialen die als eigenschap hebben dat ze nanodeeltjes loslaten. Frankrijk wil als defi-nitie voor nanomaterialen een grootte tussen 1 en 100 nanometer hanteren, ongeacht welke definitie de Europese Unie deze zomer publiceert. In reactie op de Franse plannen laat Cefic weten vooral bang te zijn voor de uitvoerbaarheid van het plan en de impact hiervan op de (chemische) industrie. Volgens de organisatie is zo’n apart register niet nodig, aangezien via bestaande regelgeving

(zoals REACH en CLP) alle informatie over de productie en het gebruik van nanomaterialen al beschikbaar is.

tegenstanderVolgens Dirk van Well, beleidsmedewerker stoffen bij de VNCI, is ook de Nederlandse overheid een tegenstander van het Franse initiatief. ‘De Nederlandse overheid heeft 16

juni de Europese Commissie opgeroepen juist haast te maken met het ontwik-

kelen van risicobeleid voor nano-materialen. In de Milieuraad heeft Nederland gewezen op het belang van een gemeenschap-pelijke aanpak.’ In de reactie van de Nederlandse

overheid stelt zij dat als de EU geen actie onderneemt, lidstaten

individueel tot actie overgaan. ‘De industrie kan dan geconfronteerd worden

met verschillende niet-geharmoniseerde definities van nanomaterialen, verschillende stoffenregisters, extra administratieve kos-ten en mogelijke marktbeperkingen voor bepaalde materialen en producten,’ waar-schuwt Nederland in haar reactie. ‘Aan de andere kant: als de Europese Unie niet zelf maatregelen treft, dan zijn initiatieven van lidstaten mogelijk verplicht om de gezond-heid en het milieu te beschermen.’ p

MELDPLICHT ONGE-WONE VOORVALLEN OP DE SCHOP

De regeling voor het melden van ongewone voorvallen wordt gewijzigd. Met dit kabi-netsvoorstel heeft de Tweede Kamer eind juni ingestemd. Voor (chemie)bedrijven bete-kent dit minder administra-tieve rompslomp bij het door-geven van kleine incidenten. De VNCI hoopt dat de nieuwe regeling snel in gebruik wordt genomen.

De nieuwe regeling maakt het bedrijven mogelijk om voorvallen met ver-

waarloosbare gevolgen voor het milieu niet meer zo spoe-dig mogelijk, maar binnen een bepaalde termijn te melden. Ook wordt het mogelijk dat die incidenten alleen worden geregistreerd in plaats van gemeld. Wel is het zo dat bedrijven deze alternatieve meldingen alleen kunnen maken als dat in de milieuver-gunning is toegestaan.

HandleidingBedrijven die dit maatwerk willen gebruiken, kunnen hierom vragen bij het bevoegd gezag van de milieuvergun-ning. Om ze daarbij te helpen, geeft de overheid een handlei-ding uit die aangeeft wanneer maatwerk mogelijk is. Voor bedrijven zonder aparte ver-gunning komt een vergelijk-bare mogelijkheid in hetActiviteitenbesluit.

blijDe VNCI is blij met de regeling, aangezien deze in de praktijk al regelmatig werd gebruikt maar door de rechter op grond van de wet werd afgewezen. Hierdoor moesten bedrijven alsnog elk voorval melden.De VNCI hoopt daarom opeen spoedige behandelingen goedkeuring door deEerste Kamer. p

kwartaalcijFerS cHeMiereuzen baren analiSten zorgen De onlangs verschenen kwartaalcijfers van chemiereuzen BASF, Bayer en Solvay bena-drukken de zorgen die er bestaan over een wereldwijde vertraging van de economische groei. Dat zeggen analisten tegen persbu-reau Reuters in reactie op de cijfers. Aan de basis van het probleem voor chemiebedrij-ven liggen volgens de deskundigen de zwakke vraag uit de markt en de stijgende grondstofprijzen.

Bij de presentatie van de kwartaalcijfers gaven de drie chemiebedrijven aan nog geen verbetering te zien in de grond-

stofprijzen. Hierdoor zien zij zichzelf verplicht hun producten ook duurder te verkopen. Daarnaast wijst hun waakzame houding wat betreft prognoses volgens de analisten erop dat de omzetgroei niet gegarandeerd blijft toenemen. De chemische industrie is vanwege haar rol vooraan de productieketen erg gevoelig voor fluctuaties in de economische groei. Volgens ING-analist Fabian Smeets houden niet

alleen consumenten de hand nog altijd op de knip, maar zijn ook de bouw en de auto- industrie nog altijd zwakke sectoren. Het effect hiervan zou daardoor snel merkbaar zijn in de chemie.

negatief beursklimaat‘Consumenten zijn nog altijd voorzichtig,’ waarschuwt Smeets. ‘Iedere keer dat prijzen te hard of te snel stijgen, gaan consumenten juist minder uitgeven. Chemische bedrijven kunnen misschien nog één of twee kwartalen prijsverhogingen doorvoeren, maar dangaan consumenten minder uitgeven. We vrezen daarom voor een negatief beurskli-maat in 2012.’ Onderzoeksbureau Markit kwam daarnaast op 3 augustus met cijfers die ook wijzen op stagnatie van de economie. Zo zou de groei van de economische activiteit in de eurozone in juli op het laagste niveau in bijna twee jaar tijd zijn beland. Belangrijkste redenen hier-voor zijn de terugloop van nieuwe orders en de afnemende groei van de export. p

juli/augustus 2011 Chemie magazine 17

Actueel

CM1107-8_K-actueel.indd 17 19-08-11 16:22

Page 18: Chemie magazine juli/augustus 2011

A

De chemie heeft het moeilijk om jongeren voor de sector te winnen en te behouden. Hoe komt dat?

Chemie magazine vroeg aan een aantal jonge bèta­talenten hoe ze tegen chemie aankijken, waarom ze dit wel of niet zijn gaan studeren, en wat er volgens

hen moet gebeuren om scheikunde populair te maken. Tekst: Emma van Laar

an het woord komen twee winnaars van de Nationale Scheikunde­olympiade 2011 en twee van de beste bèta’s tijdens het Centraal

Eindexamen van 2010 (die de VNCI Stimuleringsprijs hebben gekregen). Wat veroorzaakt hun passie voor bèta? Waarom ging een van hen toch geen schei­kunde studeren? En hoe kwam het dat er twee mogelijk naar het buitenland vertrekken voor hun studie?

EconomieDe winnaar van de nationale olympiade, Jacob van Hengst, begint in september met de stu­die Molecular Science and Techno-logy (MST), een samenwerking tussen de TU Delft en de Univer­siteit Leiden. ‘Het mooie aan deze studie vind ik dat zowel de fundamentele als de technologi­sche kant van de chemie belicht wordt,’ zegt Jacob. ‘Ik heb tussen veel verschillende studies getwijfeld, waaronder ook eco­nomie en geneeskunde. Maar uiteindelijk was ik er wel uit dat het een bètastudie zou worden. Ik heb vooral tussen scheikunde en wis­ en natuurkunde getwij­feld. In eerste instantie had wis­ en natuurkunde mijn voorkeur,

SCHEIKUNDE STUDEREN:

JA NEE

omdat dat op het vwo net wat breder en uitdagender is.’Elmar Bijlsma was een van de andere drie prijswinnaars tijdens de Nationale Scheikundeolympi­ade en tevens deelnemers aan de Internationale Chemieolympi­ade. Toch heeft hij niet voor scheikunde gekozen. ‘Ik ga in Nijmegen natuur­ en sterren­kunde en wiskunde studeren,’ vertelt Elmar. ‘Ik heb het hele afgelopen jaar tussen veel ver­schillende studies getwijfeld. Scheikunde zat daar eerlijk gezegd niet bij. Hoewel ik schei­kunde erg leuk vind en er goed in ben, heb ik natuurkunde altijd leuker gevonden en daarom is scheikunde het niet geworden.’

Periodiek systeemDaar denkt Alex Blokhuis, win­naar van de Nationale Chemie­olympiade in 2010, heel anders over. Alex was meteen verkocht toen hij in de derde voor het eerst het periodiek systeem zag. ‘Ik vond het enorm fascinerend om te zien dat het systeem alles omvatte wat ik om me heen zag. Al snel besefte ik dat chemie was wat ik wilde doen. Nu studeer ik scheikundige technologie aan de Technische Universiteit Eindho­ven en doe daarnaast Technische Natuurkunde.’ In de toekomst

Jacob

‘ Uiteindelijk was ik er wel uit dat het een bèta-studie zou worden’

ziet Alex een academische car­rière voor zichzelf. ‘Ik zou graag op het lab willen werken en uit­eindelijk professor worden. Op welk gebied binnen de chemieik terechtkom, weet ik nog niet. Organische chemie, maar ook thermodynamica spreken me erg aan,’ vertelt de oud­olympia­dewinnaar. Zelf zou Alex een avontuur in het buitenland best zien zitten. ‘Met name Frankrijk, Engeland of de Verenigde Staten zijn landen waar ik mijn chemi­sche kennis wel zou willen uit­breiden. Misschien is dit wel mogelijk tijdens een minor of straks tijdens een master. Nuis het tijdens mijn dubbele bachelor lastig.’

CambridgeDaan van Kleef heeft geen ere­metaal van de Chemieolympiade thuishangen. Wel ontving hij in 2010 een stimuleringsprijs van de VNCI omdat hij bij het Centraal Eindexamen bij de beste drie leerlingen zat voor bètavakken. Net als Alex heeft hij het eerste jaar scheikundige technologie aan de TU/e erop zitten. ‘Ik was in eerste instantie geïnteres­seerd in geneeskunde, schei­kunde, scheikundige technologie en technische natuurkunde,’ vertelt Daan. ‘Ik wist vrij snel dat

18 Chemie magazine juli/augustus 201118 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_O_olympiade.indd 18 18-08-11 09:23

Page 19: Chemie magazine juli/augustus 2011

e

ik een technische studie wilde doen. Het is scheikundige tech­nologie geworden omdat ik scheikunde erg gaaf vind. Ik heb ST boven scheikunde verkozen, omdat ik juist de toepassingen van scheikunde erg belangrijk vind. Het procestechnologische aspect en het feit dat de studie meer gericht is op het bedrijfsle­ven spraken me aan.’ Na de zomer zal Daan in Cam­bridge aan Chemical Engineering beginnen. ‘Ik heb hiervoor geko­zen omdat Cambridge een top­universiteit is en omdat de sfeer van zo’n oude Engelse universi­teit en de onderwijsvorm met veel persoonlijke begeleiding me aanspreken. Of ik terugkom naar Nederland weet ik niet. Dat zal ook liggen aan wat voor een baan ik krijg,’ legt Daan uit. ‘Ik zie mezelf later werken bij een groot e

Alex

Ik zou graag op het lab willen werken en uit-eindelijk profes-sor worden’

juli/augustus 2011 Chemie magazine 19

Onderwijs

CM1107-8_O_olympiade.indd 19 18-08-11 09:23

Page 20: Chemie magazine juli/augustus 2011

chemisch bedrijf. Er is voor afge­studeerde chemici een breed scala aan mogelijke banen. Het doen van fundamenteel onder­zoek, je bezighouden met toege­paste chemie maar bijvoorbeeld ook werken bij milieuorganisa­ties of de overheid behoren tot de opties.’

Breed ingezetDat Elmar geen scheikunde gaat studeren, weerhoudt hem er niet van om positief over chemie te zijn. Op de vraag waar hij bij chemie aan denkt, antwoordt hij: ‘Aan tal van dingen; alles is chemie. Chemie is een kern van de samenleving. Afgestudeerde chemici kunnen heel breed ingezet worden. Er zijn tal van chemische bedrijven die de che­mie op veel verschillende manieren inzetten om zo, naast geld te verdienen, de wereld te verbeteren. Chemie speelt een grote rol in de samenleving en zal in de toekomst, nu de tech­nologie de laatste jaren expo­nentieel toeneemt, een nog veel grotere rol gaan spelen.’Ook Jacob onderschrijft direct het belang van scheikunde. ‘Het leven is niet mogelijk zonder chemie, kijk maar naar alle che­mie in het menselijk lichaam. En de rol van de chemie zal alleen nog maar groter worden door de immer groeiende vraag naar bijvoorbeeld duurzame energie, betere medicijnen en sterkere materialen.’Daan valt hem daarin bij: ‘De chemie speelt een belangrijke rol in de maatschappij omdat het goederen produceert die onmisbaar zijn voor onze samenleving en daarnaast ook oplossingen bieden voor proble­men die vandaag de dag spelen. Scheikunde zou een aantrekke­lijke studie moeten zijn doorde zowel theoretische als prak­tische aspecten en de veletoepassingen.’

Slecht imagoVeel lovende woorden dus van de talenten. Toch heeft scheikunde onder jongeren een slecht imago. Volgens Elmar geldt niet alleen voor scheikunde, maar ook voor natuurkunde en wiskunde. ‘Er zijn maar weinig jongeren die zien dat dit ontzettend belang­rijke vakgebieden zijn. Op een of andere manier moeten deze theoretische vakgebieden in Nederland een stuk aantrekkelij­ker gemaakt worden, ook om te zorgen dat bètatalenten in Nederland blijven.’ Het vertrek van Daan naar Cam­bridge bewijst dat gevaar. Zelf denkt hij dat er überhaupt weinig aanwas is bij scheikundestudies vanwege het slechte imago van de chemie.’Veel mensen denken dat je met een opleiding in de chemie als laborant eindigt om tot het einde der dagen in een lab te werken. Daarnaast blijft che­mie natuurlijk een bètastudie en is daardoor voor veel mensen niet aantrekkelijk,’ stelt hij. Ook Jacob denkt er zo over. ‘Veel van mijn klasgenoten vinden chemie best interessant maar ook te moeilijk. Blijkbaar is de moeilijk­heidsgraad een reden om niet voor een chemische studie te kiezen. Een andere reden zouhet imagoprobleem kunnen zijn. Sommige mensen associëren chemie met stinkende, vervui­lende fabrieken, met lekkende boorplatformen of met gevaar­lijke stoffen zonder stil te staan bij het mooie wat de chemie ons brengt.’

CijferigAlex heeft het idee dat slimme mensen meer geïnteresseerd zijn in natuurkunde en wiskunde dan in scheikunde. ‘Misschien omdat deze vakken meer cijferig zijn. Daarnaast laat de presenta­tie van scheikunde op school te wensen over. De spannende din­gen worden eruit gehaald en de

NatioNale ScheikuNdeolympiadeVan 3 tot en met 10 juni werd de 32ste Nationale Scheikunde­olympiade (NSO) gehouden bij AkzoNobel in Sassenheim. Aan de voorrondes deden meer dan 3000 leerlingen mee, waarvan de beste twintig deelnamen aan de intensieve olympiadeweek. Uit­eindelijk won Jacob van Hengst van het Johan de Witt Gymna­sium in Dordrecht. Naast Jacob vielen nog drie andere deelne­mers in de prijzen: Elmar Bijlsma (Staring College, Lochem), Daan van de Weem (Stedelijk Gymnasium Nijmegen) en Huaiping Yuan (OSG Bataafse Kamp, Hengelo). Dit viertal heeft Nederland van 9 tot en met 18 juli vertegenwoordigd op de 43ste Internatio­nale Chemieolympiade in Ankara. En niet zonder succes, Jacob en Daan wisten een bronzen medaille in de wacht te slepen. Van de twintig olympiërs kiest dit jaar driekwart voor een bètastudie. Toch kiezen er slechts vijf zeker voor scheikunde of een andere chemische studie, een aantal overweegt het nog.Het meedoen aan de Internationale Chemieolympiade was vol­gens Elmar een geweldige ervaring. ‘Ik had van tevoren nooit gedacht dat het zo leuk zou zijn. Om met rond de driehonderd like­minded mensen tien dagen door te brengen, die als vakantie voelden, was een onvergetelijke ervaring. Zo’n internationale olympiade kan ik iedereen aanraden!’ Voor Jacob was hetevenement vooral een grote verrassing. ‘Dankzij de olympiade heb ik gezien dat chemie ook een boeiend, breed en uitdagend vakgebied is.’

VNci StimuleriNgSprijSDe VNCI beloont scholieren die uitzonderlijk presteren bij het vak scheikunde tijdens hun examen of bij de Chemieolympiade. De drie beste leerlingen op het Centraal Eindexamen die chemie gaan studeren, ontvangen €2500,­ als een soort studiebeurs. Twee van de beste scholieren van 2010 kozen voor scheikundige technologie (ST).

stof wordt makkelijk gemaakt. Hierdoor missen scholieren veel leuke stof en is het moeilijk om begrip en overzicht te creëren. Om scheikunde als studie aan­trekkelijker te maken, moeten jongeren ten eerste van tevoren meer weten over scheikunde. Nu weten jongeren maar in beperkte mate wat er allemaal bij schei­kunde komt kijken en wat je ermee kunt. Dat is zonde, zeker omdat de nieuwe chemie jonge­ren veel te bieden heeft en er volop mogelijkheden zijn om mee te doen en een bijdrage te leve­ren aan dit boeiende veld.’ p

Daan

‘ Ik zie mezelf later werken bij een groot chemisch bedrijf’

Elmar

‘ Ik heb het heleafgelopen jaar tussen veel verschillendestudies getwijfeld’

20 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_O_olympiade.indd 20 18-08-11 09:23

Page 21: Chemie magazine juli/augustus 2011
Page 22: Chemie magazine juli/augustus 2011

Mod

ieus

, vei

lig

en c

omfo

rtab

el

Stud

ente

n H

oges

choo

l voo

r Ku

nste

n ve

rnie

uwen

bed

rijfs

kled

ing

22 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_N_uitgelicht.indd 22 18-08-11 09:23

Page 23: Chemie magazine juli/augustus 2011

FOTO: CASPER RILA

Een

groe

p st

uden

ten

van

de H

oges

choo

l voo

r de

Kun

sten

U

trec

ht h

eeft

zic

h ve

rdie

pt in

een

voo

r he

n ni

euw

geb

ied:

de

che

mie

. In

het k

ader

van

Hum

an C

apita

l Che

mie

heb

ben

zij e

en p

rom

otie

plan

ges

chre

ven

en b

edri

jfskl

edin

g on

t-w

orpe

n, m

et a

ls d

oel h

et p

rom

oten

van

de

chem

iese

ctor

. A

an h

et p

roje

ct M

ake

your

mov

e w

erkt

en m

ee: V

APR

O,

DuP

ont,

bank

etpr

oduc

ent M

aîtr

e Pa

ul e

n pr

oduc

ent v

an

veili

ghei

dskl

edin

g PW

G. T

ekst

: Em

ma

van

Laar

Een

deel

van

de

stud

ente

n - w

erkg

roep

‘kle

ding

’ - h

eeft

zic

h to

egel

egd

op h

et o

ntw

erpe

n va

n be

drijf

skle

ding

die

aan

slui

t bi

j de

huid

ige

tijds

gees

t en

tren

ds in

de

mod

e. Z

ij w

illen

via

de

kle

ding

aan

tone

n da

t de

chem

ie e

en in

nova

tieve

en

voor

-ui

tstr

even

de s

ecto

r is.

Het

bes

taan

de b

eeld

van

rui

mva

l-le

nde

en v

oorn

amel

ijk p

rakt

isch

e kl

edin

g w

illen

zij

dan

ook

graa

g ve

rand

eren

doo

r te

late

n zi

en d

at b

edri

jfskl

edin

g bi

j de

hui

dige

tren

ds k

an a

ansl

uite

n en

toch

vol

doet

aan

de

eise

n va

n ve

iligh

eid

en c

omfo

rt.

Eers

t heb

ben

de s

tude

nten

zic

h ve

rdie

pt in

hun

opd

rach

tge-

vers

Maî

tre

Paul

en

DuP

ont.

Er w

erd

ook

een

enqu

ête

geho

uden

naa

r de

wen

sen

van

wer

knem

ers,

waa

rmee

rek

e-ni

ng w

erd

geho

uden

bij

het o

ntw

erpe

n va

n de

kle

ding

. Er

wer

d bi

jvoo

rbee

ld v

aak

gevr

aagd

om

ext

ra z

akke

n. D

e gr

oots

te u

itdag

ing

voor

de

stud

ente

n w

as o

m d

e tr

ends

en

mod

ieuz

e as

pect

en te

ver

wer

ken

in d

raag

bare

en

func

tio-

nele

kle

ding

die

aan

de

wet

telij

ke e

isen

vol

doet

.

Koks

uits

tral

ing

Voor

Maî

tre

Paul

is o

p ba

sis

van

de u

itstr

alin

g va

n he

t mer

k ge

koze

n vo

or d

e ja

ren

vijft

ig a

ls th

ema.

Bij

de k

ledi

ng, d

ie

een

koks

uits

tral

ing

heef

t, is

ook

aan

pra

ktis

che

ding

en

geda

cht z

oals

het

weg

late

n va

n kn

open

, om

te v

oork

omen

da

t die

in d

e ta

arte

n va

llen.

Voo

r DuP

ont w

erd

als

uitg

angs

-pu

nt fu

turi

sme

geko

zen.

Com

fort

is m

eege

nom

en in

de

ont-

wer

pen

van

zow

el p

roce

s- a

ls la

bkle

ding

; zo

zijn

kni

elap

pen

en v

erst

elba

re m

ouw

en to

egev

oegd

. Daa

rnaa

st z

ijn d

e kl

eu-

ren

en d

e hu

isst

ijl m

eege

nom

en. U

itera

ard

is o

ok a

an d

e ve

iligh

eid

geda

cht:

er w

ordt

gew

erkt

met

bra

ndw

eren

d m

ater

iaal

. Zo

wel

de

opdr

acht

geve

rs a

ls d

e st

uden

ten

zijn

er

g te

vred

en o

ver h

et r

esul

taat

. Van

de

kled

ing

zijn

pro

ef-

mod

elle

n ge

maa

kt d

ie v

oor p

rom

otie

doel

eind

en w

orde

n ge

brui

kt. D

aarn

aast

wor

den

de p

atro

nen

digi

taal

gem

aakt

en

bes

chik

baar

ges

teld

aan

geï

nter

esse

erde

bed

rijv

en. p

Mee

r inf

orm

atie

: m.d

.gro

ot@

vapr

o.nl

juli/augustus 2011 Chemie magazine 23

Uitgelicht

CM1107-8_N_uitgelicht.indd 23 18-08-11 09:23

Page 24: Chemie magazine juli/augustus 2011

A

‘ Het mes snijdt aan twee kanten’Vorig jaar februari begon bedrijfsonderdeel ChlorAlkali van AkzoNobel Industrial Chemicals met een analyse van de mogelijkheden om de hoeveelheid afval op eco-efficiënte wijze met minstens een kwart te verminderen. Teams van het bedrijf gingen met de Lean Six Sigma-methode aan de slag. Langs deze weg zijn ze erin geslaagd de hoeveelheid afval binnen een jaar met 40 procent terug te dringen. Over enkele jaren zal de vermindering zelfs 60 procent zijn. Tekst: Erik te Roller

AkzoNobel vermindert afvalstroom in chloorketen met 40 procent

kzoNobel wil in 2015 duur-zamer produceren en meer producten maken die bijdra-gen aan de beperking van het energiegebruik en de CO2-uitstoot in het alge-

meen. In dit kader kijken alle business units van het concern naar de mogelijkheden om nog energie-effi-ciënter te produceren, de CO2-uitstoot verder te beperken en nog minder

afval te produceren. ‘Bij AkzoNobel Industrial Chemicals hebben we vorig jaar met alle managementteams om de tafel gezeten om na te gaan wat we aan verschillende afvalstromen heb-ben en om taken te stellen voor de vermindering daarvan. ChlorAlkali heeft weliswaar binnen AkzoNobel niet het meeste, maar wel veel afval,’ verklaart Edwin de Roij, manager Envi-ronmental & Regulatory Affairs van

24 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_Q_duurzaamheid.indd 24 19-08-11 16:37

Page 25: Chemie magazine juli/augustus 2011

e

AkzoNobel Industrial Chemicals. Het verminderen van de afvalstromen van processen van de diverse fabrie-ken is een complexe zaak, volgens Sergio Vieira, manager van het afval-reductieproject bij de chloorfabrieken van AkzoNobel. ‘Met de Lean Six Sigma-methode kun je zo’n complexe zaak echter gestructureerd benade-ren. Deze methode leent zich vooral voor projecten met een looptijd van negen maanden tot één jaar. Daarbij werk je met een taskforce aan con-crete verbeteringen die haalbaar zijn en die binnen je bereik liggen. Voor verbeteringen op lange termijn is de methode minder geschikt. Daarvoor moet je vaak eerst meer kennis ver-zamelen door middel van researchen ontwikkeling.’

JuridischBij het zoeken naar mogelijkheden voor het verminderen van de afval-stromen in de verschillende bedrijfs-onderdelen hebben de teams niet alleen vanuit technisch perspectief, maar ook vanuit juridisch, weten-schappelijk en commercieel perspec-tief gekeken. Vieira: ‘Dat levert vaak out-of-the-box oplossingen, waar je met een groep operators en ingeni-eurs alleen niet op zou komen. We hebben onder andere gesproken over de mogelijkheden van procesverbete-ring, investeringen, procesinnovatie, alternatieve bestemmingen van afval en herclassificatie van afval tot bijpro-ducten. De voorwaarde dat oplossin-gen ook eco-efficiënt moeten zijn, helpt om uit een reeks oplossingen de beste te kiezen. Afvalreductie is

namelijk niet in alle gevallen eco-efficiënt.’Bij de eco-efficiency-analyse kijkt het bedrijf naar de input (materialen en energie) en output (product, bijpro-ducten, afval, energie en emissies) in verschillende fasen van de productie-keten en daarnaast naar veiligheidsri-sico’s, toxiciteit en landgebruik.Eerst zijn de afvalstromen van Akzo-Nobel Industrial Chemicals ChlorAl-kali in zijn geheel bekeken en is gesproken over de mogelijkheden van procesverbeteringen. Daarna is inge-zoomed op de twee grootste chloorfa-brieken in respectievelijk Rotterdam en Frankfurt, omdat bleek dat daar de meeste afvalreductie te behalen viel. In Rotterdam kwamen voorheen forse hoeveelheden zwavelzuur en alfacel-lulose vrij. De Roij: ‘Alfacellulose is een hulpstof in de chloorproductie. We kopen dit zuiver in. Na gebruik bevat de alfacellulose verontreinigingen van ijzer- en chloorverbindingen. Dit afval laten we tegen betaling verbranden. Er loopt nu een test om te kijken of het ook gebruikt kan worden als grond-stof voor pallets. Uiteraard moet dat uit oogpunt van veiligheid en milieu verantwoord zijn. Toepassen in pallets is in elk geval eco-efficiënter dan ver-branden. Als het lukt, brengt de alfa-cellulose ook nog geld op. Het is dan geen afval meer, maar een bijproduct.’

DroogmiddelVerder gebruikt AkzoNobel in Rotter-dam geconcentreerd zwavelzuur met een sterkte van 98 procent als droog-middel. Na enkele malen gebruik blijft zwavelzuur van 76 procent (dus met

24 procent water) over, dat een klant al jaren voor zijn eigen proces gebruikt. Het bedrijf heeft de klant gevraagd of zwavelzuur van een lagere concentratie ook acceptabel is, waarop de klant heeft laten weten dat zwavelzuur met een lagere concen-tratie tot 71 procent geen probleem is. ‘Hierdoor kunnen we het zwavelzuur nog een aantal cycli gebruiken als droogmiddel en hebben daardoor 24 procent minder zwavelzuur nodig.Dat leidt tot 20 procent minder afval,’ aldus De Roij. Inmiddels heeft Akzo-Nobel het proces aangepast en meet-apparatuur geïnstalleerd om aan te tonen dat de 20 procent afvalreductie inderdaad gehaald wordt. Voordeel van het werken met lagere concen-traties zwavelzuur is ook dat de roest-vorming in de installaties langzamer gaat.

TetraIn Frankfurt had AkzoNobel bij de chlorering van methaan tot koolstof-tetrachloride (“tetra”, een nichepro-duct) de nodige problemen met ver-stoppingen in de destillatiekolom, veroorzaakt door corrosie. Hierdoor moest de kolom telkens geopend en van binnen schoongemaakt worden. Dit leverde elke keer afval op. ‘We hebben ons gericht op de zogenoemde Operational Equipment Efficiency van de laatste destillatiestap. Daaruit is naar voren gekomen dat zich minder pro-blemen voordoen als we minder water aan de kolom toevoegen, de druk aan het begin van de kolom verhogen en de druk aan het eind van de kolom verlagen en meer preventief onder-

‘ Als we als concern duurzamer willen produceren, moeten we ook consequent zijn en op alle fronten duurzamer opereren’

Chloorfabriek van AkzoNobel in Rotterdam

juli/augustus 2011 Chemie magazine 25

Duurzaamheid

CM1107-8_Q_duurzaamheid.indd 25 19-08-11 16:37

Page 26: Chemie magazine juli/augustus 2011

houd doen. Inmiddels draait de destil-latie-eenheid beter: er komt meer product uit en minder afval. Na enkele maanden kunnen we constateren dat we hiermee de hoeveelheid afval met 8 procent hebben verminderd en meer tetra verkopen,’ aldus Vieira.De doelstelling van het concern is de afvalstroom voor 2015 te verminderen met 25 procent ten opzichte van 2009. ‘Door een mix van oplossingen hebben

we de afvalstromen in Rotterdam en Frankfurt al na een jaar met 40 pro-cent weten te verminderen.’

InvesteringIn juni heeft AkzoNobel besloten de chloorfabriek in Frankfurt te vernieu-wen. Het bedrijf investeert 140 miljoen euro in moderne membraanelektroly-setechnologie, waardoor de produc-tiecapaciteit met 50 procent zal toene-

men. De nieuwe fabriek komt in het vierde kwartaal van 2013 in bedrijf. Ook de methaanchlorering wordt gemoderniseerd. ‘Door de investering in Frankfurt komen we met de totale afvalreductie in Rotterdam en Frank-furt eind 2013 uit op 60 procent,’ aldus Vieira. Door de afvalreductie bespaart het bedrijf nu al 400.000 euro per jaar en met de investering in Frankfurt erbij zal dit bedrag verdubbelen. De Roij erkent dat dit vergeleken met de totale kosten van de productie geen hoog bedrag is. ‘Maar als je dit betrekt op de kosten die we maken met het verwijderen van afval gaat het toch om een flinke besparing. Ook levert het meer eco-efficiency op. Als we als concern duurzamer willen produce-ren, moeten we ook consequent zijn en op alle fronten duurzamer opere-ren. Bij afvalreductie snijdt het mes overigens aan twee kanten, want hier-bij levert elke ton grondstof zowel meer product als minder afval op.’‘Eco-efficiënt werken is niet alleen in het belang van duurzame ontwikke-ling, maar levert dus ook geld op,’ aldus Vieira. p

‘Afvalreductie is niet in alle gevallen eco-efficiënt’

Lean Six Sigma Lean Six Sigma is een combinatie van Lean Manufacturing en Six Sigma. Beide zijn methoden om de kwaliteit in de productie te verbete-ren. Lean Manufacturing is door autofabrikant Toyota ontwikkeld en is erop gericht zaken die geen waarde toevoegen voor de klant te elimineren. Het gaat om zaken als defecten, wachten, opslag, onno-dige verplaatsingen, maar ook om onbenutte creativiteit en opslag. Het is echter vooral gericht op het verbeteren van een product.Six Sigma is in de jaren tachtig opge-komen bij elektronicafabrikant Motorola en is gericht op het oplos-sen van problemen met product-kwaliteit. Het draait om het sym-bool sigma dat in de statistiek de spreiding van een variabele aan-duidt, bijvoorbeeld het aantal defec-ten van een product. Bij sigma-niveau 1 bijvoorbeeld is maar 31 procent van de producten goed, bij sigma-niveau 6 zijn, op 3,4 per mil-joen na, alle producten goed.De Lean Six Sigma-methode omvat volgens Sergio Vieira van AkzoNo-bel vijf stappen:- Definieer het probleem, de scope en het belang uit oogpunt van eco-efficiency. Dit helpt met het kiezen van de zaken die het eerste aange-pakt dienen te worden.- Meet de prestaties van het huidige proces. Dit is een soort nulmeting. Gaat het bij bestaande metingen om cijfers per jaar, maand of dag? Is de meetmethode correct? Zo niet, verbeter dan de meetmethode. Een goede meetmethode is essentieel om tot een goed oordeel over de prestatie van het huidige proces en het verbeterde proces te komen.- Analyseer het probleem. Waarom wordt een bepaalde waarde niet gehaald? Bekijk dit vanuit verschil-lende invalshoeken (technisch,

commercieel, juridisch, vanuit per-spectief van de klant, et cetera). Probeer achter de grondoorzaak te komen, want die biedt een handvat om het probleem bij de wortel aan te pakken.- Verbeter het proces door eerst met brainstormsessies tot oplos-singen voor het grondprobleem te komen en selecteer daaruit in een volgende stap de beste oplossingen. Het benaderen van het probleem vanuit verschillende invalshoeken leidt vaak tot verrassende oplossin-gen, die eerder niet zijn opgekomen.- Controleer of alles geïmplemen-teerd is en de verbeteringen geborgd zijn. Zo niet, stel de zaken dan bij. Bij afvalstromen gaat het erom vast te stellen welke zaken het ontstaan van afval veroorzaken en in welke mate. Als er meer afval ontstaat dan verwacht, hoe komt dat dan? ‘Als je daar de hand op kunt leggen, heb je een aanknopingspunt voor het beter beheersen van het pro-ces,’ aldus Edwin de Roij van Akzo-Nobel.De Lean Six Sigma-methode leent zich goed voor verbeteringen op de korte termijn met projecten van negen maanden tot een jaar. ‘We willen echter niet kansen op wat langere termijn mislopen. Daarom voeren we daarnaast ook research-projecten uit, die zijn opgenomen in ons Multi Generation Project Plan (MGPP),’ aldus Vieira. Het gaat om opeenvolgende aan elkaar verbon-den projecten met als doel de afval-stroom verder te verminderen. De eerste generatie betreft het zoeken naar een andere bestemming voor het afval, de tweede het toepassen van nieuwe technologie uit de markt en het derde het oppakken van ideeën en toepassingen die nog niet rijp zijn en meer onderzoek vragen.

26 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_Q_duurzaamheid.indd 26 19-08-11 16:37

Page 27: Chemie magazine juli/augustus 2011
Page 28: Chemie magazine juli/augustus 2011

NederlaNd octrooilaNd

In Nederland worden veel octrooien aangevraagd. Shell is met een vierde plaats in de top tien koploper voor de (petro)chemische industrie. Andere chemiebedrijven in de

top tien zijn DSM, SABIC Plastics en AkzoNobel. Octrooien kunnen bijdragen aan het innovatievermogen van een bedrijf en de samenwerking in onderzoek versoepelen.

Hoewel het octrooi populair blijft, zijn er soms ook redenen om geen octrooi te willen.Tekst: Loes Elshof

Redenen om een patent aan te vragen verschillen

ederland staat op de wereld-ranglijst op de achtste plaats wat betreft het aanvragen van octrooien, zo blijkt uit gegevens van de World Intel-

lectual Property Organization (WIPO). De top octrooiaanvrager in Nederland is Philips met 30 procent van de aanvra-gen. De chemiebedrijven in de top tien zijn Shell (4de plaats), DSM (5), SABIC Plastics (9) en AkzoNobel (10) (de ran-king is gebaseerd op de periode tussen 2003 en 2007). Op verzoek van Chemie magazine voerde het NL Octrooicentrum een nadere analyse uit op de (openbare) data van bedrijven in de chemie/olie en gaswinning. Hieruit blijkt dat het aan-tal octrooiaanvragen sinds 2000 min of meer gelijk blijft of iets afneemt. De

N meerderheid van de octrooien heeft betrekking op farmaceutische/medi-sche vindingen, chemische vindingen (anorganische en organische chemie maar ook gentechnologie), vervolgens innovaties in de procestechnologie en meet- en regeltechniek/besturings-systemen.

CoatingsNL Octrooicentrum becijfert dat Shell vanaf het begin vanuit Nederland al bijna 53.000 octrooien heeft aange-vraagd en AkzoNobel bijna 25.000. ‘Onze octrooien hebben betrekking op een breed scala aan coatings en che-mische producten, processen en toe-passingen,’ licht Loek Penders, direc-teur Intellectual Property van AkzoNobel toe. Ook bij Shell gaat het

om ‘een verscheidenheid aan produc-ten en technologieën,’ vertelt Roelof Heezen, Vice President R&D down-stream technologies bij Shell. ´Van onze octrooiaanvragen komt 50 procent uit upstream technologies, de opsporing en winning van olie en gas. De andere 50 procent komt uit de downstream tech-nologies, de verwerking en verkoop van olie- en chemieproducten.

Vrijheid van handelenEr zijn verschillende redenen om een patent aan te vragen, vertelt Robert Matthezing, Associate general counsel patents & agreements oil products bij de afdeling Intellectual Property van Shell. In de eerste plaats vanwege de exclu-

siviteit van je product of proces. Neem onze fabriek Pearl GTL in Qatar, waar wij binnenkort vloeibaar aardgas omzetten in vloeibare koolwaterstof. Wij wilden deze fabriek kunnen bou-wen zonder last te hebben van octrooien van derden, dus zorgen we dat we zelf de octrooiposities hebben. Het geeft ons grotere vrijheid van han-delen. Daarnaast is in de loop van jaren ook de manier van onderzoek veranderd. Er is veel meer sprake van open innovatie, waarbij je samenwerkt met andere bedrijven en kennisinstel-lingen aan nieuwe technologieën. Je ziet dat octrooien daarbij kunnen hel-pen. Je maakt gewoon afspraken met

BedrijfsgeheimAkzoNobel vraagt niet voor alle onderzoeksresultaten octrooi aan. ‘In de regel geldt dat de octrooien de innovaties dekken, die waar mogelijk worden geëxploiteerd, door eigen gebruik of licenties,’ zegt Loek Penders. Maar innovaties kunnen ook worden beschermd als bedrijfsge-heim. ‘Regelmatig worden verfformules niet geoctrooieerd. Het is vergelijkbaar met formules voor coca cola, wijn of parfum. Een verf bestaat uit bepaalde bestanddelen die worden gemengd. De keuze en kwaliteit van de bestanddelen en hun verhoudingen zijn bepalend voor de prestatie van de verf. Een ander voorbeeld zijn onze procesinnovaties, bedoeld om producten kostenef-ficiënter of met minder afval te maken.’ Ook Shell maakt een afweging: ‘Wij vragen soms bewust geen octrooien aan op innovaties, omdat die enkel binnen het bedrijf gebruikt worden, bijvoor-beeld voor seismiek-software. Die houden we dan gewoon geheim,’ aldus Matthezing.

28 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_S_octrooien2.indd 28 19-08-11 16:38

Page 29: Chemie magazine juli/augustus 2011

van een land bij een innovatie. Waar wordt geproduceerd? Wat zijn onze belangrijkste afzetmarkten? Waar zitten onze concurrenten?’De octrooiaanvragen van Shell betref-fen ook innovaties die in andere landen zijn ontwikkeld, vertelt Heezen. ‘Bij-voorbeeld in Bangalore of Houston. Dat zijn dan innovaties waarmee Shell de Europese markt op wil.’ Zo wordt Nederlandse technologie van Shell ook toegepast in de nieuwe GTL-fabriek in Qatar voor de productie van gas to liquids (zie kader).

Niet direct exploiterenHet komt voor dat geoctrooieerde innovaties niet direct worden geëxploi-teerd. Penders (AkzoNobel): ‘Stel, wij vinden een hars met bepaalde hech-tingskwaliteiten uit die we gebruiken in onze verven. Misschien is de hars ook goed bruikbaar in lijmen. Mogelijk zullen wij deze hars octrooieren voor toepassing in verven én in lijmen.’ Ook Shell laat octrooien die geen waarde toevoegen vervallen of biedt ze aan voor licentie of overdracht.

DevaluerenVolgens Matthezing zijn er wereldwijd verschillende octrooiraden, die niet allemaal dezelfde kwaliteitsstandaar-den hebben. ‘Soms worden octrooien verleend op vindingen waar wij van

elkaar: het ene bedrijf vraagt octrooien aan op een smeermiddel en een ander op de bijbehorende additieven. Dat helpt later om eventuele problemen te voorkomen.Ook kunnen octrooien behulpzaam zijn bij het verlenen van licenties op tech-nologie. ´Stel dat je een partnerschap aangaat met de overheid in een land over de bouw van een fabriek. Dan wordt bijvoorbeeld gezegd: we willen wel dat je de laatste technologie mee-neemt. Zonder octrooibescherming is het lastiger de gevraagde knowhow te leveren. Verder gebruiken wij octrooien voor marketingdoeleinden. Als je een octrooi hebt op een benzine, waarbij je claimt dat je er 1 liter op een volle tank zuiniger mee rijdt, dan moet dat kloppen. Tot slot helpt het octrooi bij het vasthouden van de exclusiviteit van het product.

ConcurrentenDe multinationals DSM, SABIC Plas-tics en AkzoNobel en in iets mindere mate Shell vragen veruit de meeste octrooien vanuit Nederland aan. ´Dit zegt wel iets over het belang van de Nederlandse vestigingen, meent Dik van Harte van het NL Octrooicentrum. AkzoNobel maakt een bewuste afwe-ging bij het bepalen in welk land een octrooiaanvraag zal worden ingediend. Penders: ´Wij kijken naar het belang

Voor het complexe productiepro-ces van de GTL-fabriek in Qatar

zijn 3500 octrooien aangevraagd, vooral uit Nederland

vinden dat ze het papier niet waard zijn. Deze zogenaamde uitvindingen devalueren het octrooi. We zijn er voor dat er vooraf een serieuze review plaatsvindt naar de kwaliteit van de vinding. Bij zittingen van het Europese octrooibureau verschijnt de octrooige-machtigde van het bedrijf, soms samen met een inhoudelijke expert. Bij opposities is een concurrent aanwezig en dan volgt een debat over het innova-tieve karakter van de technologie. In sommige gevallen wordt een octrooi niet verleend. p

iNNovatiesShell• GTL-fabriek voor de productie van gas to liquids in

Qatar. Het betreft een groot en complex productie-proces, waarvoor in totaal 3500 octrooien zijn aan-gevraagd op technologieën, vooral afkomstig uit Nederland. Deze variëren van zuivering van aardgas en smeeroliebereiding tot watermanagement.

• OMEGA technologie. Het Amsterdamse lab ontwik-kelde een technologie, die efficiënter mono-ethy-leenglycol produceert.

AkzoNobel• Rediset WMX, een product voor de wegenbouw.

Door toevoeging van het middel kan de mix van hete stenen en bitumen bij een lagere temperatuur ver-werken. Dit scheelt 20 procent op de energiekosten. Door de lagere temperatuur komen minder dampen vrij bij de verwerking. Ook draagt het product bij aan de kwaliteit van het wegdek.

• Intersleek 900, een zeer gladde coating voor sche-pen en tankers. Organismen hechten zich niet aan deze coating, gebaseerd op een ‘fluoropolymer foul release’. Hierdoor is minder onderhoud nodig op zee.

fo

to: s

he

ll

juli/augustus 2011 Chemie magazine 29

Innovatie

CM1107-8_S_octrooien2.indd 29 19-08-11 16:38

Page 30: Chemie magazine juli/augustus 2011

ABIC heeft de overtuiging dat uiteindelijk alle ongevallen kunnen worden voorkomen. ‘Ons doel in Bergen op Zoom is 5 x 0 incidenten: niemand gewond, iedereen gezond,

niets in de lucht, het water of de grond, dus geen ongevallen, brand, explosies of morsingen,’ zegt Paul Tock, Environmental, Health and Safety Leader van SABIC IP in Bergen op Zoom. Geleen streeft met “Mr. Zero” hetzelfde doel na, vult Olaf Derkx, QESH-manager van SABIC in Geleen, aan: ‘Een veilige werkplek waar nie-mand gewond raakt. Dat is een con-creet doel dat iedereen in de organi-satie aanspreekt.’De veiligheidsaanpak in Bergen op Zoom bestaat uit drie onderdelen. Ten eerste heeft SABIC IP negen jaar geleden, toen nog General Electric Plastics geheten, een geïntegreerd

veiligheidsbeheerssysteem inge-voerd. ‘We passen dit heel rigide toe,’ vertelt Tock. ‘Als iets voor 99 procent goed is, dan is het nog niet oké. We zoeken net zo lang tot we de grond-oorzaak van een probleem hebben gevonden. We stellen de zaken tot op detailniveau bij en krijgen het huis op die manier helemaal op orde.’Ten tweede heeft het management bij het bedrijf specifieke missies en taken op veiligheidsgebied en wordt daarop beoordeeld en beloond. Het gaat om de locatiedirecteur, de plant-managers en de coaches (leiders van de ploegen). Van hen wordt ‘gepassio-neerd leiderschap’ verwacht. Een derde element in de aanpak is het sterk betrekken van medewerkers bij het oplossen van veiligheidsproble-men en het beheersen van de veilig-heidsrisico’s. Tock: ‘De mensen kun-nen zelf ideeën voor verbeteringen

S

5x 0 incidentenIn de chemische industrie valt SABIC op vanwege zijn hoge veiligheidsniveau. Hoe slaagt het bedrijf erin dit te handhaven? Een belangrijk hulpmiddel om ongevallen te voorkomen, is een geïntegreerd SHE-managementsysteem, dat enkele jaren geleden is ingevoerd. ‘Inmiddels zijn we al een heel eind op weg naar een situatie zonder ongevallen.’ Tekst: Erik te Roller

SABIC verbetert veiligheid tot op detailniveau

aandragen. Ook voeren ze taak-risico-analyses uit, kijken naar ergo-nomie, doen veiligheidsstudies, voe-ren incidentenonderzoek uit, et cetera. Op die manier zijn ze inherent met veiligheid bezig en dat helpt ze volledig vertrouwd te raken met het veiligheidsbeheerssysteem. Er hoe-ven geen aparte cultuurslagen gemaakt te worden.’

VBS-elementenHet veiligheidsbeheerssysteem van SABIC IP bestaat uit 21 zogenoemde VBS-elementen. In elke fabriek is er iemand verantwoordelijk voor één van deze elementen. In totaal zijn zo’n 200 mensen actief bij de continu-verbete-ring betrokken. ‘Op deze manier begrijpen de mensen ook beter waarom ze bepaalde procedures stipt moeten volgen, namelijk om de veilig-heid bij hun handelingen te waarbor-gen,’ aldus Tock. In Geleen pakt SABIC het op vergelijkbare manier aan met een SHE-managementsys-teem, waarin eveneens verschillende VBS-elementen zijn geïntegreerd. Met deze aanpak is het SABIC gelukt het aantal ongevallen op beide loca-ties terug te dringen. Enkele jaren geleden was per 200.000 werkuren nog sprake van 0,7 gevallen met medische behandeling. Inmiddels gaat het om 0,2 à 0,3 ongevallen per 200.000 werkuren (komt ruwweg overeen met het aantal uren van 100 fulltime medewerkers gedurende één jaar). Zowel in Geleen en Bergen op

Installatie van de ‘pigging robot’ ter controle van de

pijpleiding

30 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_L_Sabic.indd 30 19-08-11 16:39

Page 31: Chemie magazine juli/augustus 2011

e

tankwagons te huren die van crash-buffers zijn voorzien.

InspecteursChemiebedrijven zoals SABIC, die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken, vallen onder het Besluit risico zware ongevallen 1999 (BRZO). Die moeten over een veilig-heidsbeheerssysteem beschikken met acht zogenoemde VBS-elemen-ten. Sluit SABIC IP daar met zijn 21 VBS-elementen op aan? Tock: ‘De acht VBS-elementen van de overheid zijn opgenomen in ons systeem. Met behulp van tabellen kunnen we de inspecteurs naar onze corresponde-rende VBS-elementen verwijzen.’Bij de laatste BRZO-inspectie in mei 2011 waren de inspecteurs tevreden over de veiligheid bij SABIC IP. ‘Als de Arbeidsinspectie met een bevinding

Zoom als wereldwijd drukt SABIC de veiligheidsprestaties uit in de zoge-noemde SHE-rate. In de teller van de breuk staan 200.000 gewerkte uren, inclusief die van contractorpersoneel. In de noemer staan de verzuimuren. Als iemand een kleine wond oploopt en na een korte medische behande-ling weer kan doorwerken, telt dat eenmaal mee. Als iemand vanwege een verwonding of kneuzing tijdelijk aangepast werk moet doen, telt dat vijfmaal mee. Maar als iemand blij-vend letsel oploopt, dan telt dit vijftig maal mee. Een paar jaar geleden nam het aantal incidenten met verwondin-gen in Geleen ineens weer toe, maar na de start van een veiligheidspro-gramma voor de werkplek is er weer sprake van een dalende trend. ‘Of dat met dit programma te maken heeft, weet ik niet, maar ik vermoed van wel,’ aldus Derkx. Op beide locaties besteedt SABIC ook ruim aandacht aan onderzoek naar bijna-ongevallen. Hiervan valt veel te leren, verzekeren Derkx en Tock.

Pakket eisenDe veiligheidsprogramma’s van SABIC in Geleen en Bergen op Zoom staan niet op zichzelf. Beide locaties moeten aan het wereldwijde manage-mentsysteem voor veiligheid, gezond-heid en milieu (SHEM) voldoen. SABIC in Geleen, dat voorheen geen geïnte-greerd SHE-managementsysteem had, heeft dit onverkort ingevoerd. SABIC IP in Bergen op Zoom, dat in

2007 in handen is gekomen van SABIC, past zijn systeem er nog op aan. ‘We hoeven onze werkwijze niet te veranderen, maar wel het verband te leggen met SHEM,’ verklaart Tock.SHEM bestaat in feite uit een pakket eisen (requirements). ‘Hoe je die invult, is aan jou, maar je moet wel goed beschrijven op welke manier je aan die eisen voldoet,’ aldus Derkx. Een belangrijk onderdeel van SHEM vormen de inspecties (audits). Het eerste jaar licht de SABIC-vestiging een fabriek zelf door. Het tweede jaar voeren collega-deskundigen van andere locaties van SABIC in Europa een audit uit en het derde jaar des-kundigen van het moederbedrijf of van een extern onafhankelijk bureau. Het jaar daarop begint de cyclus opnieuw met weer een eigen inspec-tie. Op verscheidene punten gaan de interne eisen van SHEM verder dan die van de overheid. Maar altijd geldt dat alleen de strengste norm telt. Zo verlangt de overheid dat mensen die werken in een omgeving met lawaai van meer dan 90 decibel regelmatig een gehoortest moeten ondergaan. Volgens SHEM moet dit al vanaf 85 decibel gebeuren.’SABIC in Geleen besteedt ook aan-dacht aan veiligheid bij transport. Zo controleert het bedrijf met helikop-ters pijpleidingen op beschadigingen, en ook met robots die door de pijplei-dingen gaan. Onlangs heeft het bedrijf de Responsible Care-prijs gewonnen vanwege zijn beleid om alleen nog

‘Als iets voor 99 procent goed is, dan is het nog

niet oké’

juli/augustus 2011 Chemie magazine 31

Veiligheid

CM1107-8_L_Sabic.indd 31 19-08-11 16:39

Page 32: Chemie magazine juli/augustus 2011

komt, betekent dit niet meteen dat we onveilig bezig zijn,’ zegt Tock. ‘Twee jaar geleden hebben we bijvoorbeeld discussie gehad over de vraag in hoe-verre SABIC IP de veiligheid bij derde partijen op het terrein moet controle-ren. Wij stelden dat gerespecteerde bedrijven zoals Air Liquide hun risi-co’s uitstekend zelf kunnen beheer-sen, maar de inspecteurs vinden dat je daar niet van uit kunt gaan. Hun aanbeveling hebben we inmiddels opgevolgd. Overigens hebben we in Bergen op Zoom noch in Geleen ooit een boete gehad voor het niet ade-quaat oppakken van actiepunten van de inspectie.’Volgens Tock en Derkx hebben de inspecteurs na het invoeren van de veiligheidsbeheerssystemen veel tijd gestoken in het nalopen ervan. Derkx: ‘De inspecteurs weten inmiddels hoe onze veiligheidsbeheerssystemen in elkaar zitten en brengen nu weer 90 procent van hun tijd in het veld door om te controleren of we de juiste maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van preventief onderhoud, hebben genomen.’SABIC ervaart het toezicht van de overheid niet als last. ‘Het is goed als eens iemand anders je vlees keurt. Daar word je alleen maar beter van,’ aldus Tock. ‘Bij systeemtoezicht erva-ren we dat de discussie veel con-structiever is dan bij de klassieke inspectie. Je kunt bijvoorbeeld over-leggen over hoe je iets het beste kunt borgen en hoe je een nieuwe Euro-pese richtlijn het beste kunt interpre-teren,’ aldus Derkx.

MasterclassIs een geïntegreerd managementsys-teem ook handig voor een middel-groot of klein bedrijf om mee te wer-ken? ‘Belangrijk is vooral de uitwisseling van kennis over veilig-heid tussen verschillende chemiebe-drijven. We doen dat binnen de veilig-heidsnetwerken van de Masterclass Zuidwest-Nederland en de Master-class Limburg,’ aldus Derkx.‘Los daarvan is een managementsys-teem geen doel maar een middel. Dat moet voorzien in een duidelijke behoefte van een bedrijf. Als dat niet het geval is, heeft het ook geen zin om het in te voeren.’Volgens Tock helpt een management-systeem een bedrijf de veiligheid te borgen en de gevolgen te beperken

mocht er toch wat misgaan. ‘Een managementsysteem is niet magisch: het is een middel om nieuwe wetge-ving of eisen te vertalen naar maat-regelen met als doel incidenten te voorkomen.’Tock is niet ontevreden over de veilig-heidscultuur in Bergen op Zoom, die hij onder andere met het programma Hearts & Minds in de gaten houdt. In Geleen heeft het bedrijf nog wat hob-bels moeten nemen. Derkx: ‘In 2007 zijn we een cultuurprogramma gestart waarvan we nu de vruchten plukken. De mensen praten nu meer met elkaar in plaats van over elkaar. Elkaar feedback geven op veiligheids-gedrag is al min of meer vanzelfspre-kend geworden. Ook accepteren ze dat ze procedures stipt moeten opvol-gen. In het verleden was dat nog wel eens anders. Vanuit de mijntijd stamde de gewoonte dat medewer-kers die gepokt en gemazzeld zijn zich niet meer aan alles hoeven te houden. Dat kan onveilige situaties in de hand werken, dus dat gedrag kunnen we niet accepteren. In Europa hebben we bij SABIC overigens een standaard-methode om de veiligheidscultuur te meten en zo nodig te interveniëren.’ SABIC doet het op veiligheidsgebied steeds beter, stellen Tock en Derkx. ’Daardoor valt er alleen nog op detail-niveau iets te verbeteren, en daar zijn we vooral mee bezig.’ p

SAOEDISCH MOEDERBEDRIJFOp de vraag of het Saoedische moederbedrijf strengere eisen stelt, zegt Derkx: ‘Ja en nee. De eisen in SHEM’s komen van de Royal Com-mision met vertegenwoordigers van het bevoegd gezag in het koninkrijk Saoedi-Arabië. Bij die eisen zitten een paar requirements die niet relevant zijn voor Nederland, zoals het aanbrengen van peilbuizen rondom iedere fabriek om het grondwater te controleren.Op de locatie in Jubail in Saoedi-Arabië bevindt het grondwater zich twee tot drie meter onder de oppervlakte. Onzichtbare lekkages merk je daar meteen op door verontreiniging van het grondwater.In Geleen bevindt de grondwaterspiegel zich echter op twintig meter diepte. Tegen de tijd dat je verontreinigingen in het grondwater consta-teert, is er al sprake van een bodemverontrei-niging. Beter is om dit te voorkomen.Daarom werken we onder andere met vloei-stofdichte vloeren. En als er al stoffen zijn weg-gelekt, ruimen we die meteen op. Hiermee voldoen we weliswaar niet aan de SHEM-eisen, maar wel aan de SHEM-intenties. Het moeder-bedrijf staat toe dat we geen peilbuizen om iedere fabriek gebruiken onder de strikte voor-waarde dat we een goed werkend systeem hebben om bodemverontreiniging te voorko-men met de goedkeuring van de Nederlandse overheid. Overigens steken rondom de locatie Chemelot, waar SABIC en andere bedrijven zijn gevestigd, wel peilbuizen in het grondwater.’

Billboard dat SABIC inzet om medewerkers te

triggeren alert te zijn

‘ Het is goed als eens iemand anders je vlees keurt. Daar word je alleen maar beter van’

32 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_L_Sabic.indd 32 19-08-11 16:39

Page 33: Chemie magazine juli/augustus 2011

Peter, 33Senior operator

Bescherming

Draagcomfort

Duurzaam

Visitekaartje voor bedrijf

Havep moet je hebben... TEL MAAR OP!

Visitekaartje Visitekaartje voor bedrijf

Voor ons is er geen twijfel mogelijk.

Wij werken er elke dag in, dus we

weten waar we het over hebben. Als je

alle kwaliteiten van HAVEP bij elkaar

optelt en je kijkt ook naar prijs,

service en levering, kom je tot maar

één conclusie: HAVEP moet je hebben.

Thomas, 35Shiftleader

T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E [email protected]

Kijk voor meer informatie op www.havep.com/chemie

Page 34: Chemie magazine juli/augustus 2011

Steun van werkgever cruciaal voor SucceS

Young Professionals Netwerk doet oproep aan bedrijven

34 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_M_interview.indd 34 19-08-11 16:33

Page 35: Chemie magazine juli/augustus 2011

instromers zoeken naar mogelijkhe-den om die kloof te dichten. Het YPN is daarvoor een geëigend middel. Tij-dens de jaarvergadering van de VNCI in juni 2010 werd het platform offi cieel gepresenteerd, tijdens de jaarverga-dering in juni 2011 werden ver-volgstappen gezet. Vanaf nu moet het hard gaan en concreet worden, vinden Hesselink en Lathouwers.

Hoe staan de zaken er voor, ruim een jaar na de presentatie met het netwerk?Lathouwers: ‘Er is veel contact tussen de leden onderling over allerlei zaken waarmee ze in de praktijk worden geconfronteerd. Tot nu toe hoofdzake-lijk via de telefoon of per e-mail, maar het ligt in de bedoeling vaker netwerk-bijeenkomsten te organiseren.’

Op welke wijze gaan jullie dat concretiseren?Lathouwers: ‘De VNCI heeft alle potentiële leden gevraagd waarnaar e

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

k zie het niet als een belangen-vereniging voor jonge mensen. Dat hebben we helemaal niet nodig. Het is ook geen gezellig-heidsvereniging, al mag het contact best aangenaam zijn.

Voor mij is het Young Professionals Netwerk een platform om jonge men-sen in de chemie bij elkaar te brengen en ze te helpen in hun ontwikkeling. Helaas blijkt in de praktijk dat oudere managers niet altijd gelegenheid heb-ben om jonge mensen bij te staan in hun groei, zeker niet in een groei waar de onderste regionen zich net zo hard ontwikkelen als de top. Een netwerk, waarin we elkaar ontmoeten en erva-ringen uitwisselen, is daarvoor een goed alternatief.’Marco Hesselink (38) is manager pur­chasing & procurement bij chemiebe-drijf Elementis in Delden. Samen met Wim Lathouwers (27), accountmana-ger Nederland bij Indaver (Total Waste Management specialist voor de phar-

machem industrie en actief in inzame-ling, verwerking en recycling van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval) deelt hij het voorzitterschap van het acht man tellende bestuur van het Young Professionals Netwerk (YPN). Beiden zien de stagnerende over-dracht van kennis tussen de genera-ties als probleem en het netwerk als deel van de oplossing. ‘Het lijkt soms wel of ouderen niet alles wíllen vertel-len,’ vermoedt Hesselink zelfs. ‘Er zit een angst die ik niet goed begrijp. Twintig jaar ervaring kan een jongere niet inhalen, ook al heeft hij dezelfde kennis als zijn oudere collega.’ Het feit dat jonge werknemers misschien beter zijn opgeleid speelt geen rol, is de ervaring van Lathouwers. ‘Ik heb daar in elk geval geen aanwijzingen voor.’ Hesselink: ‘Het enige is dat wij misschien beter gebruikmaken van netwerken en nieuwe media.’ Het is duidelijk: ook in de chemie is sprake van een generatiekloof en de jonge

‘I

In juni 2010 werd het Young Professionals Netwerk van de VNCI for-meel gepresenteerd als platform voor jonge, veelbelovende, ambiti-euze werknemers uit de branche. Het biedt ze de mogelijkheid zich te ontwikkelen via workshops, bedrijfsbezoeken, lezingen en netwerkbij-eenkomsten. De groep telt inmiddels meer dan honderd leden, een bestuur en een agenda met plannen. Voorzitters Wim Lathouwers en Marco Hesselink vertellen er enthousiast over. Tekst: Jos de Gruiter

Marco Hesselink (l.) en Wim Lathouwers delen het voorzit-

terschap van het acht man tellende bestuur van het

Young Professionals Netwerk

juli/augustus 2011 Chemie magazine 35

Vereniging

CM1107-8_M_interview.indd 35 19-08-11 16:33

Page 36: Chemie magazine juli/augustus 2011

onze voorkeur uitging en veel young professionals lieten weten dat bedrijfsbezoeken voor hen een hoge prioriteit hebben. Voor oudere werk-nemers is dat misschien minder inte-ressant; maar wij vinden het interes-sant om bij een ander bedrijf in de keuken te kijken.’

Gaat het dan om het bedrijfsbezoek, het “kijkje in de keuken“, of vooral om het netwerken?Hesselink: ‘Ik ben betrokken bij een groep jonge commerciële mensen in de chemie. Voor onderlinge contacten organiseerden wij leuke dingen als paintballen. We merkten dat de opkomst bij die gelegenheden niet groot was. Als we een bedrijfsbezoek organiseerden, was de opkomst veel hoger. Daar hebben we van geleerd. Kennelijk bestaat er meer behoefte aan netwerken dan aan paintballen. Bovendien geven werk gevers eerder gelegenheid om een bijeenkomst te bezoeken als die gekoppeld is aan een bedrijfsbezoek. Paintballen doe je maar in je eigen tijd, redeneren ze. En dat is niet eens een gekke redenering. Ik geloof in netwerken. Ik zeg altijd: ik kan niet zo veel, maar ik weet wel iemand te vinden die het wél kan. Dat is de functie van een netwerk. Daar

hebben zowel individuele werknemers als bedrijven baat bij.’

Zijn chemiebedrijven voldoende ruim­hartig om jonge werknemers naar net­werkbijeenkomsten te laten gaan?Lathouwers: Indaver steunt me hierin. Van een bedrijf als Dow hoor ik ook dat het initiatief wordt gesteund. Maar ik spreek ook jonge mensen die lang moeten argumenteren om een halve dag op bedrijfsbezoek te mogen gaan. Als ik een boodschap zou mogen uitsturen naar de VNCI, dan zou die luiden: motiveer uw leden om young professionals elkaar te laten ontmoe-ten. De steun die wij van onze werkge-ver krijgen om deel te nemen, is cruci-aal voor het succes van het netwerk.’Hesselink: ‘Sommige bedrijven ver-bieden zelfs hun medewerkers om deel te nemen, heb ik gehoord. Mis-schien uit angst dat ze worden weg-gelokt naar andere bedrijven, maar omgekeerd biedt het bedrijven ook de mogelijkheid om anderen voor zich te interesseren.’Lathouwers: ‘Het is niet de bedoeling dat de netwerkbijeenkomsten worden benut om mensen van elkaar af te vangen. In elk geval zijn recruiters en headhunters er niet welkom.’

Hoe zien de plannen er buiten de bedrijfsbezoeken uit?Lathouwers: ‘We streven ernaar min-stens één keer per jaar een lezing te organiseren, waarvoor we een politi-cus of een topper uit de chemie willen uitnodigen. We denken dan aan onder-werpen die misschien wat minder sexy zijn, maar waarmee iedereen wel

Young ProfeSSionalS netwerkLid van het Young Professionals Netwerk (YPN) van de VNCI kunnen worden: alle jongeren (tussen 25 en 40) die werkzaam zijn in Nederlandse chemie, ongeacht de functie die zij uitoefenen (ingenieurs, onderzoekers, juristen, commerciële mensen, financiële mensen et cetera).

De ambities van het YPN zijn:1. Zo veel mogelijk kennisuitwisseling stimuleren onder de young professionals (YP’s) die werkzaam zijn bij verschillende bedrijven. Dit zal gebeuren op basis van twee bedrijfsbezoeken en één voordracht per jaar. 2. Een netwerk creëren van enthousiaste, gemotiveerde jongeren, die trots zijn op de sector waarin zij werken. Zij moeten als het ware de superpromotoren worden van de chemie en zullen op die manier het imago van de chemie mede opkrikken. 3. De uitstekende wisselwerking met de VNCI verder uitbouwen.4. De leden laten kennismaken met het breder kader waarbinnen de Nederlandse chemie zich begeeft (bedrijfsbezoeken bij andere sectoren, voordrachten over natio-naal beleid et cetera).

cv‘Ik had mijn havo-diploma op zak en lag lekker uit te slapen toen mijn vader mij wakker maakte. Ik zeg: “Pa, ik heb zomervakantie.” Hij zegt: “Zo, ga je dan doorleren?” Ik zeg: “Nee.” Hij zegt: “Mooi, dan heb je geen zomervakan-tie.” En zo werd ik aan het werk geschopt.’Marco Hesselink startte zijn loopbaan in 1991 in de chemie. Hij vervulde diverse commerciële functies in Nederland en Duitsland, had zes jaar een eigen adviesbureau en vond uiteinde-lijk “de baan van zijn leven” als inkoper bij Ele-mentis.wim lathouwers komt uit België en studeerde bio-ingenieur milieutechnologie aangevuld met een master in bedrijfseconomie. Hij startte zijn werkzame leven bij een adviesbureau, maar zocht een functie die beter aansloot bij zijn opleiding. Die vond hij zo’n drie jaar geleden in een technisch-commerciële functie bij Indaver. Hij wil actief blijven in de chemische industrie, maar denkt op termijn iets meer in de richting van de techniek te verschuiven.

Marco Hesselink:

‘ Ik kan niet zo veel, maar ik weet altijd wel iemand te vinden die het wél kan’

36 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_M_interview.indd 36 19-08-11 16:33

Page 37: Chemie magazine juli/augustus 2011

in aanraking komt, zoals REACH. En we koppelen de lezingen altijd aan een gelegenheid om te netwerken.’

De chemische industrie is momenteel erg bezig met de toekomst. Young pro­fessionals zullen die toekomst vormge­ven en voor een belangrijk deel ook gaan meemaken. Wat is jullie visie?Lathouwers: ‘Tijdens de VNCI-jaar-vergadering heb ik met verschillende mensen gesproken, onder wie enkele leden van het topteam Chemie.Er wordt stevig ingezet op biobased en dat lijkt mij een juiste richting.Ik zet wel vraagtekens bij de ambities zoals die met name in Nederland worden geformuleerd. De ontwikke-lingen zullen evolueren naar duur-zaam, maar ik vraag me af of alle doelstellingen gerealiseerd kunnen zijn in 2050. Voorlopig worden we nog geconfronteerd met veel technische en handelspolitieke belemmeringen. Ik verwacht dat fossiele en biogrond-stoffen in 2050 naast elkaar zullen bestaan, wat energie betreft aange-vuld met nucleaire energie. En mis-schien kan genetische modificering bijdragen aan ver groting van de opbrengst van biogrondstoffen.’Hesselink: ‘Ik verwacht dat het in elk geval dynamischer wordt. Er zullen vaker snelle wisselingen zijn. Dat de productie voor een belangrijk deel blijvend naar Azië zal verhuizen, geloof ik niet. Chinezen gaan ook meer verdienen en de kennisvoor-sprong die wij in West-Europa heb-ben, haalt niemand zomaar in.Ik denk dat een groot deel uiteindelijk terugkomt.’

Denk je dat het draagvlak in de Neder­landse samenleving voldoende zal blij­ven om de chemische industrie een welkome thuisbasis te bieden?Recent onderzoek van de VNCI laat zien dat Nederlanders de chemische indus­trie en de producten die dankzij chemie worden geproduceerd erg belangrijk vinden, maar weinig mensen zien de chemie als een aantrekkelijke werkge­ver en veel mensen zien de chemie als een vervuilende industrie.Hesselink: ‘Ik ben natuurlijk niet objectief, maar ik ervaar de chemie als een fantastische werkomgeving. Het is veelomvattend en er zijn altijd interessante ontwikkelingen. Ik ben bij toeval in een commerciële functie in de chemie terechtgekomen, maar ik heb het er geweldig naar mijn zin. Het grote probleem van de chemie is het verkeerde imago. We verkopen ons echt heel slecht en we laten veel te weinig ons maatschappelijk belang zien. Ik vertel wel eens iets op de school van mijn zoon en sta dan voor een klas waar iedereen chemie vies vindt. Dan vraag ik: wie houdt er van tomatenketchup? Allemaal vingers natuurlijk. En dan leg ik uit dat jezonder chemie geen tomatenketchup kunt maken.’Lathouwers: ‘De chemische industrie is vaak onvoldoende transparant. We moeten minder koudwatervrees heb-ben en ons openstellen, ook voor kriti-sche vragen. Een voorbeeld: Indaver heeft in Ierland een verbrandingsin-stallatie gebouwd. We zijn alles bij elkaar tien jaar in discussie geweest met de autoriteiten en de bevolking. Iedereen was bang voor uitstoot, van

dioxine en andere stoffen. Men zag het als een vervuilende installatie. Echter, dankzij deze verbrandingsinstallatie – die overigens voldoet aan de streng-ste Europese emissienormen – is er voor het eerst een mogelijkheid in Ierland om het storten van afval te gaan afbouwen! Bovendien komt er bij het verbranden van het afval energie vrij waarmee 20 000 gezinnen van energie kunnen worden voorzien. De omgeving zou er dus in alle opzichten beter van worden.’

De omwonenden vertrouwden het niet?Lathouwers: ‘Kennelijk niet. Toch blijft communicatie de enige manier om dingen duidelijk te maken. En uit-eindelijk moet je in de praktijk je gelijk bewijzen.’Hesselink: ‘Wantrouwen komt altijd op hetzelfde neer. Mensen geloven niet in de goede bedoelingen van bedrijven, ze gaan er van uit dat elk bedrijf alleen geïnteresseerd is in geld verdienen. Maar je moet inderdaad blijven uitleggen. We dachten dat het een probleem zou zijn bij de Dag van de Chemie. Bezoekers konden vroe-ger ongehinderd ons terrein op lopen, nu moesten ze hun paspoort laten zien en vooraf een veiligheidsfilm bekijken. We vreesden dat bezoekers dat als bedreigend zouden ervaren, maar nadat we hadden uitgelegd dat het voor hun eigen veiligheid was, begrepen ze het. Ik geloof heilig in transparantie, ook als je een fout maakt. Geef het toe, zeg wat je er van hebt geleerd en hoe je het een vol-gende keer voorkomt. Dat schept dui-delijkheid en vertrouwen.’ p

Wim Lathouwers:

‘ De chemische industrie is vaak onvoldoende transparant en onbekend voor de gewone burger. We moeten minder koud-watervrees hebben en open communiceren, ook bij kritische vragen’

juli/augustus 2011 Chemie magazine 37

Vereniging

CM1107-8_M_interview.indd 37 19-08-11 16:33

Page 38: Chemie magazine juli/augustus 2011

e procesindustrie staat steeds voor nieuwe uitdagingen, zoals het effi ciënter omgaan met grondstoffen en energie en het vermijden van veilig­heidsrisico’s.

Procesintensifi catie (PI) is geen pana­cee voor alle kwalen, maar levert wel een substantiële bijdrage aan het tegengaan van verspilling en verbete­ren van de veiligheid, kortom, aan de duurzame ontwikkeling van de chemi­sche industrie. In 1984 kwam door een uit de hand gelopen reactie veertig ton van het zeer giftige methylisocyanaat (MIC) uit de opslagtanks van de Union Carbide­ fabriek in Bhopal, India. Wat volgde was de grootste ramp in de geschie­denis van de chemie. Er vielen vele duizenden doden en een half miljoen mensen raakten gewond, waarvan 50.000 permanent invalide raakten. Andrzej Stankiewicz, hoogleraar in Delft en de Nederlandse ‘paus’ van de procesintensifi catie, haalt Bhopal regelmatig aan om te laten zien wat het belang van procesintensifi catie is. ‘Bij een effi ciënt ingericht proces had

D

vIEr bEDrIJvEN LAtEN vErDIEPINgSSCAN uItvOErEN

‘Procesintensifi catie maakt het mogelijk om fl inke stappen te

zetten bij het effi ciënter omgaan met grondstoffen en energie,’

zegt Frank van der Pas, adviseur bij AgentschapNL. Daarmee biedt procesintensifi catie in

potentie een belangrijke bijdrage aan de doelstelling de CO2­

uitstoot te halveren en de bijdrage van de chemie aan het

BBP te verdubbelen. Tekst: Joost van Kasteren

PROCESINTENSIFICATIE NUTTIG INSTRUMENT VOOR DUURZAME ONTWIKKELING

de tussenvoorraad MIC geen veertig ton hoeven te zijn, maar slechts tien kilo. Dan waren de gevolgen veel min­der ernstig geweest,’ zo liet hij onlangs optekenen in dagblad Trouw.

RoutekaartVerminderen van de veiligheidsrisico’s is echter maar een deel van het ver­haal. ‘Procesintensifi catie maakt het mogelijk om fl inke stappen te zetten bij het effi ciënter omgaan met grond­stoffen en energie,’ zegt Frank van der Pas, adviseur van AgentschapNL voor de meerjarenafspraken over energie­verbruik en ­effi ciency, kortweg MJA­3 en MEE. Daarmee biedt PI in potentie een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen om de CO2­uitstoot te halveren en de bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product te verdub­belen, zoals die zijn geformuleerd in de voorstudie naar de routekaart voor de chemiesector. Een bekend voorbeeld is de vervan­ging van een geroerde batchreactor door een continuous oscillatory baffl ed reactor bij de fi rma James Robinson. Het reactorvolume en de reactietijd

38 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_R_procesintensificatie.indd 38 18-08-11 09:24

Page 39: Chemie magazine juli/augustus 2011

vIEr bEDrIJvEN LAtEN vErDIEPINgSSCAN uItvOErEN

e

zijn met een factor van meer dan twin­tig verkleind, terwijl de opbrengst is vergroot van 83 naar 89 procent. Een ander voorbeeld is de fabriek van Eastman Chemicals voor de productie van methylacetaat, een oplosmiddel voor onder meer verf, inkt en nagel­lak. Op de klassieke manier – het aan elkaar koppelen van standaard bewerkingen (unit operations) – zouden daarvoor 28 apparaten nodig zijn geweest. Door het combineren van functies kon worden volstaan met vier apparaten. Door slim gebruik te maken van de warmte die bij sommige reacties vrijkomt, kon het energiever­bruik met 80 procent worden geredu­ceerd. ‘Zo veel zal niet altijd mogelijk zijn,’ zegt Van der Pas. ‘Maar de erva­ring leert dat in veel gevallen een energiebesparing van 30 procent haalbaar is. Bovendien kun je door het opnieuw inrichten van processen soms wel miljoenen besparen op investerings­ en bedrijfskosten.’

AarzelingDat bedrijven niet meteen hun proces­sen omgooien, heeft verschillende

ALbEMArLE‘Procesintensifi catie is voor ons niets nieuws,’ zegt Edwin Berends, die bij Albemarle Catalysts Company wereldwijd verantwoordelijk is voor technologieontwikkeling. ‘Het verkleinen van onze ecologische voetafdruk door het effi ciënter maken van processen is een cen­traal thema in onderzoek en ont­wikkeling.’ Juist vanwege de conti­nue aandacht voor proces ­intensifi catie was Albemarle, dat op zijn locatie in Amsterdam­Noord katalysatoren produceert voor de olie­ en gasindustrie en de bulkchemie, zeer geïnteresseerd in het laten uitvoeren van een QuickScan. Berends: ‘Op basis van de blokschema’s die we aanlever­den, hebben de experts een ana­lyse gemaakt en verbeterpunten aangegeven.’ Tijdens de QuickScan bleek echter dat voor een diepgravende analyse gedetailleerde informatie nodig is. Berends: ‘We zouden onze bedrijfsgeheimen moeten openba­ren en dat willen we niet. We twij­felen niet aan de integriteit van de onderzoekers, maar in een uiterst concurrerende markt als waarin wij opereren, houden we onze kroonjuwelen liever achter slot en grendel.’ Daarmee wil Berends niet gezegd hebben dat de QuickScan zinloos is geweest. ‘Integendeel, we heb­ben er veel van kunnen leren. En we gaan er ook mee door. Alleen niet in de vorm van een Verdie­pingsscan, maar op onze eigen manier.’

CHEMturA‘De QuickScan heeft voor ons heel goed uitgepakt,’ zegt Gerard Peere­boom, directeur van ChemturaNetherlands bv in Amsterdam.Bij dit bedrijf, dat gewasbescher­mingsmiddelen maakt, zijn drie QuickScans uitgevoerd. Peereboom: ‘Met een aantal simpele maatrege­len konden we meteen al een fl inke effi ciencywinst boeken. Bovendien hebben we een aantal interessante ideeën opgedaan voor de middellan­getermijn.’Naast twee bestaande processen is er ook een QuickScan gedaan voor een nieuw proces. Peereboom: ‘Het product wordt extern gemaakt in een batchproces. Uit de QuickScan bleek dat het ook kan in een continu proces, waardoor we veel minder oplosmiddel nodig hebben.’ Inmid­dels heeft Chemtura toestemming van het Amerikaanse moederbedrijf om dit proces verder te ontwikkelen. Peereboom: ‘We hebben een voor­sprong op onze concurrenten, maar je moet wel initiatieven nemen om die te behouden.’De uitvoering van de QuickScan had ook nog een onverwacht nevenef­fect. Peereboom: ‘Het maakte bin­nen het bedrijf veel enthousiasme los. Niet alleen bij onze twee proces­ontwikkelaars, maar bij alle mede­werkers. Met de QuickScan en de bijbehorende verbeteringen laat je zien dat je duurzame ontwikkeling van je bedrijf serieus oppakt. Zo’n positieve insteek werkt buitenge­woon motiverend.’

juli/augustus 2011 Chemie magazine 39

Procesintensifi catie

CM1107-8_R_procesintensificatie.indd 39 18-08-11 09:24

Page 40: Chemie magazine juli/augustus 2011

redenen. Om te beginnen zijn veel installaties in de chemische industrie, zeker in de bulkchemie, al lang en breed afgeschreven en goed geopti­maliseerd. Investeren in een nieuw proces en nieuwe installaties, ook al is dat veel efficiënter, brengt extra kos­ten met zich mee. Van der Pas: ‘Je ziet dat procesintensificatie vaak wordt toegepast als bedrijven nieuwe plants neerzetten, in de “groene weide” bou­wen. Vaak is dat in opkomende econo­mieën als China en India.’ Een tweede belangrijke reden is de aarzeling bij plant managers en bedrijfsleiding om nieuwe technieken toe te passen. ‘Heel begrijpelijk,’ vindt Van der Pas. ‘Nieuwe technieken brengen nu eenmaal onzekerheden met zich mee. In het laboratorium en in de proeffabriek kunnen procestech­nologen prachtige resultaten laten zien, maar de werkelijkheid is weer­barstig. Tegelijkertijd wordt wel van je verwacht dat je je targets haalt.’In het kader van het ActiePlan Proces Intensificatie (APPI, inmiddels onder­deel van het Institute for Sustainable Process Technology – ISPT) zijn circa vijftig basistechnieken voor PI beschreven. Dat varieert van technie­ken die zich ruimschoots in de praktijk hebben bewezen tot technieken die zich nog in de laboratoriumfase bevin­den. Van der Pas bespeurt een zekere aarzeling bij grote aannemers om die technieken toe te passen. Voor een deel heeft dat te maken met onbe­kendheid, voor een deel ook met het feit dat er scherp op prijs voor engi­neering wordt geconcurreerd, waar­door er weinig of geen ruimte is voor innovatie. ‘Het initiatief voor PI ligtdus bij de opdrachtgever, de proces­industrie,’ aldus Van der Pas.

AnalyserenOm chemiebedrijven in Nederland bewust te maken van de mogelijk­heden (en beperkingen) van PI voor hun eigen processen, heeft Agent­schapNL de PI QuickScan ingevoerd. Zo’n QuickScan bestaat uit drie ses­

AANMELDEN PI-SCANZowel de QuickScan als de daarop volgende Verdiepingsscan blijken zeer geschikt om bedrijven inzichtte geven in de mogelijkheden vanPI. Als zodanig vormen ze volgens de VNCI een prima instrument om de doelen van de roadmap dichterbij te brengen, dat wil zeggen een sec­tor die internationaal concurrerend is, zijn bijdrage aan het Bruto Bin­nenlands Product heeft verdubbeld en zijn milieu­impact heeft gehal­veerd. Reden genoeg om de leden van de VNCI opnieuw uit te nodigen tot het laten uitvoeren van een QuickScan of VerdiepingsscanProcesintensificatie.

Belangstellenden kunnen zich melden bij Frank van der Pas van Agent-schapNL ([email protected]) of bij Reinier Gerrits, Speerpuntmanager Energie & Klimaat van de VNCI ([email protected]).

SAMENvAttINgEN gEPubLICEErD Onlangs zijn samenvattingen van de 45 QuickScans gepubliceerd op de website van AgentschapNL:www.agentschapnl.nl/content/pro­cess­intensification­quickscans­pin­nl. Ze zijn geschreven door de betrokken bedrijven zelf op basis van de managementsamenvatting van de experts. Die laatste blijft vertrouwe­lijk. Publicatie van de samenvatting is een verplichting die voortvloeit uit het feit dat de QuickScan wordt gefi­nancierd door AgentschapNL.Wat inhoud betreft zijn de meeste samenvattingen vrij summier. Dat heeft voor een deel  te maken met het feit dat er maar een beperkte tijd (vier uur) beschikbaar is voor de QuickScan. Te kort om de diepte in te gaan. Voor een deel heeft het ook te maken met het feit dat bedrijven uit concurrentieoverwegingen bepaalde bedrijfsinformatie niet graag publiek maken. Desondanks kunnen bedrij­ven die een QuickScan overwegen er de nodige inspiratie uithalen.Voor de komende ronde zullen de experts ook suggesties doen voor de openbare samenvatting van de QuickScans.

‘ Door slim gebruik te maken van de warmte die bij sommige reactiesvrijkomt, kon het energieverbruik met 80 procent worden gereduceerd’

sies waarin medewerkers vanuit ver­schillende disciplines van het bedrijf, samen met PI­experts, het proces of de processen analyseren en nagaan of er mogelijkheden zijn voor PI op korte en middellange termijn. Veel bedrijven komen er nauwelijks aan toe om hun processen op gezette tijden te analy­seren. De PI QuickScan kan dan een oplossing zijn.Inmiddels hebben veertig bedrijven een PI QuickScan laten uitvoeren, in sommige gevallen voor meerdere processen. De belangrijkste reden voor deze bedrijven was dat het bedrijf bekend wil zijn met de mogelijkheden voor verbetering van hun processen. Andere redenen waren het kunnen inspelen op verandering van omstan­digheden, bijvoorbeeld een noodzake­lijke capaciteitsuitbreiding.Een QuickScan samen met een expert blijkt ook een goede impuls te zijn om na te denken over de efficiency van een proces. ‘Daarbij moet je je wel realiseren dat het een QuickScan is,’ zegt Van der Pas. ‘De analyse duurt een halve dag. Dat is natuurlijk veel te kort om kant­en­klare oplossingen aan te reiken. Je moet het zien als een externe prikkel.’

VerdiepingsscanUit de evaluatie bij de bedrijven blijkt dat de scan in vrijwel alle gevallen ook zo heeft gewerkt. Zelfs al zagen bedrijven in eerste instantie geen mogelijkheden voor verbetering, dan bleken ze later toch een aantal sug­gesties van de experts ter harte te hebben genomen. Tevens besloten vier bedrijven door te gaan met PI en een zogehetenVerdiepingsscan te laten uitvoeren, eveneens gefinancierd door Agent­schapNL. Daarbij wordt een plant of proces samen met experts diepgaand geanalyseerd en worden tweeveelbelovende PI­technieken zover uitgewerkt dat er aan het einde van de rit voldoende informatie ligt om een investeringsbeslissing te nemen. p

40 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_R_procesintensificatie.indd 40 18-08-11 09:24

Page 41: Chemie magazine juli/augustus 2011

- afvalwater, zuren, logen, beits, ontvettingsbaden, vaste stof, terugwinning metalen

• Distributie chemicaliën• Mengen van chemicaliën

• Regeneratie/recycling ionenwisselaars

Verwerkers van gevaarlijk afval

Wetering 19, 6002 SM WeertT (0495) 457901 F (0495) 457911 E [email protected] I www.bredox.nl

Bredox_ADV_0211.indd 1 2/17/11 11:27:19 AM

09MOB03 chemie B.indd 2 01-03-2010 10:39:58

ADV_Pag_Chemie.indd 41 19-08-11 15:45

Page 42: Chemie magazine juli/augustus 2011

J

Minder Menselijke MissersWaar gehakt wordt, vallen spaanders. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen worden er in de industrie af en toe fouten gemaakt. Met behulp van de Human Factor Analysis (HFA) is het mogelijk om menselijke fouten gestructureerd te analyseren. Doel is het verder verminderen van het aantal ongevallen. Bij DSM maakt de methode al onderdeel uit van de standaardtraining. Tekst: Esther Rasenberg

’ Wat is er precies gebeurd en waarom heeft iemand bepaalde keuzes gemaakt?’

aap de Bruin is Corporate Safety Health & Environment (SHE) manager bij DSM. Samen met zijn collega Jan Schreuder, die SHE & Security manager is bij een DSM Busi-

ness Group, is hij medeverantwoorde-lijk voor de wereldwijde implementa-tie van de HFA-methode. In elke Business Groep wordt bij DSM de HFA-cursus gegeven. Steeds meer DSM-sites gaan de komende jaren incidenten en ongevallen met behulp van deze nieuwe methode analyseren.‘We maken onderscheid tussen bewuste overtredingen en onbewuste fouten,’ vertelt Jaap de Bruin. ‘Zowel een bewuste overtreding als een onbewuste fout wordt uitgebreid geanalyseerd. Wat is er precies gebeurd en waarom heeft iemand bepaalde keuzes gemaakt? In de cur-sus komt uitgebreid aan bod op welke wijze en wanneer mensen fouten kun-nen maken. Het is daarbij van belang om eerst onderscheid te maken tus-sen een onbewuste fout of een bewuste overtreding. Bij een overtre-

Ontvangen van informatie uit buitenwereld

Beslissing op basis van perceptie en informatie uit geheugen

Herinnering van training, procedures, recente gebeurtenissen et cetera

actie gebaseerd op beslissing

Bij het uitvoeren van taken wordt informatie uit de buitenwereld verzameld, gebruikmakend van zintuigen. Deze informatie wordt samen met informatie uit het geheugen gebruikt om de volgende handeling te bepalen. Als je een-maal hebt besloten, ga je tot actie over. Fouten kunnen in elk gedeelte van dit proces - waarneming, geheugen, beslissing, actie – optreden. Bij het analyse-ren van een fout is het belangrijk om het eerste punt in het proces te identifi -ceren waar de fout zich voordeed

42 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_U_veiligheid_humanfactor.indd 42 18-08-11 09:17

Page 43: Chemie magazine juli/augustus 2011

enselijke MissersWat is er precies gebeurd en waarom heeft iemand bepaalde keuzes gemaakt?’

ding wordt namelijk een andere route gevolgd. Als is vastgesteld dat het om een onbewuste fout gaat, volgt een analyse volgens de error-analyseme-thode. Fouten worden volgensdeze methode ingedeeld in viercategorieën. Het kan gaan om een inschattingsfout, bij een vergeten handeling om een geheugenfout, bij een verkeerde beslissing om een beslisfout en als een handeling ver-keerd wordt uitgevoerd, is er sprake van een actiefout.’

OvertredingEen bewuste overtreding hoeft vol-gens De Bruin niet te leiden tot straf-maatregelen. ‘Van belang is waarom iemand de regels heeft overtreden. Soms begaat iemand een overtreding om erger te voorkomen. Zo is het bij-voorbeeld op stations verboden om op de rails te komen. Maar als er een kind van het perron is gevallen, moet je dan iemand straffen als hij het kind redt? Ook moet bij een overtreding worden onderzocht of iedereen de regels kent. Als je mensen niet hebt getraind, kun je niet verwachten datzij volgens de regels handelen. Bij analyse van een overtreding kan ook blijken dat regels in de praktijk niet kunnen worden opgevolgd. In het ver-leden zeiden medewerkers weleens dat alles vastliep als ze de regels zou-den volgen. Dat is intussen niet meer aan de orde, maar bij het updaten van regels blijft de praktische uitvoering altijd een punt van aandacht.’Overigens wordt analyse van mense-lijk gedrag in de chemische industrie al veel toegepast. Grote chemiebedrij-ven maken bijna allemaal gebruik van dergelijke analyses. De HFA-methode die DSM gebruikt, is ontwikkeld door het Keil Centre uit Schotland, een instituut dat veel onderzoek doet naar veiligheid in de procesindustrie. DSM is nu enkele jaren bezig met deze HFA-methode. De Bruin: ‘De cursus is inmiddels een tiental keer gegeven in verschillende delen van de organisa-tie. Daar is door de deelnemers heel positief op gereageerd en om die reden is de training ingevoerd als een standaardtraining.’

Dubbel-checkOmdat in de procesindustrie veel is geautomatiseerd, is het aantal men-

sen dat fouten kan maken gering, stelt De Bruin. ‘Bij kwetsbare processen is altijd een dubbelcheck ingevoerd. Denk bijvoorbeeld aan het betreden van reactorvaten voor onderhoud. Daarbij worden de condities altijddoor meerdere mensen gecheckt voordat iemand een reactorvat ingaat. Ook heb ik in het verleden adviezen gegeven aan ziekenhuizen met betrek-king tot de veiligheid van patiënten. In ziekenhuizen vinden relatief veel fout-gevoelige handelingen plaats die door mensen moeten worden uitgevoerd. Met de HFA-methode is ook in die sector winst te behalen door het ver-minderen van menselijke fouten.’ Bij DSM wordt de methode tevens gebruikt om werkplekken veiliger te maken. De Bruin geeft een voorbeeld: ‘Onlangs was er bij ons een technisch team bezig met het vervangen van een pomp. Daarvoor moest de elektriciteit worden afgeschakeld. Dat werd ook keurig gedaan, maar tijdens de laatste check bleek dat de pomp nog steeds onder stroom stond. Tijdens de ana-lyse bleek dat er door de medewer-kers een verkeerde schakelaar was omgezet. Na verder onderzoek werd duidelijk dat de juiste schakelaar op een onlogische plaats zat en dat het dus niet verwonderlijk was dat de medewerkers de verkeerde schake-laar hadden gebruikt. Die schakelaar heeft nu een logischer plaats gekre-

OnderzOek naar effectiviteitVolgens SHE-manager Jaap de Bruin kan pas over een aantal jaren worden vastgesteld of het aantal ongevallen door het gebruik van de HFA-methode verder is afgenomen. Het onderzoek daarnaar wordt gedaan door SHE & Security Manager Jan Schreuder, die de MoSHE-veiligheidsopleiding bij TopTech, een instituut van TU Delft, volgt. Hij gaat komend jaar in het kader van zijn studie onderzoeken hoe effectief de HFA-methode in de praktijk is: ‘Na een training is iedereen enthousiast, want het is een logisch verhaal. Maar wat betekent het nou in de praktijk? Ik wil onder-zoek doen naar incidentrapportages van diverse DSM-locaties, waarvan een deel gebruikmaakt van de nieuwe methode en een deel niet. Uit het onderzoek moet blijken of de

gestructureerde analyse leidt tot méér begrip van het menselijk handelen en betere aanbe-velingen om de veiligheid te verhogen.’Persoonlijk is hij heel positief over HFA:‘Naar mijn idee is het een uitstekende tool die in de praktijk van grote waarde kan zijn.’Naast het onderzoek naar de effectiviteit wil hij ook nagaan of er verschillen zijn tussen de loca-ties die de HFA-methode gebruiken.‘Als één locatie beter presteert dan een andere ga ik uitzoeken waardoor die verschil-len worden veroorzaakt. Zo kunnen we vast-stellen hoe de methode het beste kan worden ingezet. Over een jaar zal ik mijn onderzoek afronden en dan kunnen we veel meer zeggen over de effectiviteit van de methode in de praktijk.’

gen en daarmee is de werkplek dus veiliger geworden. De methode wordt niet alleen gebruikt om bestaande werkplekken veiliger te maken, maar kan ook gebruikt worden bij het ont-werp van nieuwe werkplekken. De methode is dus geschikt voor zowel technische als organisatorische zaken.’

VertrouwenVolgens De Bruin zijn de deelnemers heel tevreden over de cursus. ‘Zij krij-gen het gevoel dat ze meer grip krij-gen op het gedrag van medewerkers. De cursisten zijn enthousiast en dat leidt tot veel nieuwe aanvragen.Op dit moment worden er bij DSM nog niet veel incidenten geanalyseerd waarbij deze methode als aanvulling wordt gebruikt bij de gebruikelijke analysemethodes zoals TRIPOD en Root Cause analysis. Dat is niet zo gek, want elke extra analyse vraagt tijd en ook zijn niet alle incidenten geschikt om er deze analysemethode op los te laten. Dat doe je niet voor elk wisse-wasje.’Voor het slagen van de methode is van belang dat medewerkers en mana-gers elkaar vertrouwen, stelt De Bruin. ‘Een medewerker moet open kunnen zijn zonder dat hij bang is dat er strafmaatregelen volgen. Als er geen vertrouwen is, heeft analyse geen enkele zin.’ p

juli/augustus 2011 Chemie magazine 43

Veiligheid

CM1107-8_U_veiligheid_humanfactor.indd 43 18-08-11 09:17

Page 44: Chemie magazine juli/augustus 2011

TOPSECTOR OF

SUNSET INDUSTRY?

VNCI en Deloitte brengen toekomst chemische industrie in kaart

44 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_W_visie2030.indd 44 18-08-11 09:17

Page 45: Chemie magazine juli/augustus 2011

ILLU

STR

ATI

E: R

OY

WO

LF

S

‘E

Het kabinet ziet in de chemische industrie een innovatieve topsector, van groot belang voor handhaving van de welvaart. Andere stakeholders, zoals de fi nanciële wereld, bestempelen de chemie als een sunsetindustry. Om het beeld van de stakeholders in lijn te brengen met hoe de industrie er zelf over denkt, besloot de VNCI een grondige verkenning van de toekomst te initiëren. Organisatieadviesbureau Deloitte verricht het veldwerk. Tekst: Jos de Gruiter

e

de gezondheidszorg, gebrek aan grondstoffen, veranderende con-sumptiepatronen en urbanisering. Dat biedt kansen voor bedrijven die erop in weten te spelen, maar voor concerns die niet veranderen en vertrouwen op het aantrekken van de economie bre-ken moeilijke tijden aan, zo waar-schuwt The chemical multiverse.Het rapport was een vervolg op The decade ahead uit 2009, dat 231 chemi-sche bedrijven doorlichtte en 150 top-managers uit de branche aan het woord liet. De conclusie van dat onderzoek was dat veel bedrijven al25 jaar onder toenemende druk staan door afnemende marges, fi nancie-ringsproblemen, valse concurrentie door staatsbedrijven uit andere werelddelen, en door gebrek aan bètatalent. De oplossing werd gezien in radicale innovatie volgens een “open model”, zodat zo veel mogelijk onderzoekers erover kunnen meeden-ken. ‘Het is niet zo,’ benadrukt Vaes-sen, ‘dat we de uitkomsten van eer-dere studies één op één op de Nederlandse situatie kunnen leggen, maar er zijn megatrends en bepalende factoren die ook voor de Nederlandse en Europese industrie gelden.’Medeonderzoeker Peter Sanders: ‘De twee eerdere studies van Deloitte zijn erg gericht op bedrijven. Het onder-zoek dat we in samenwerking met de VNCI doen, is meer geografi sch gericht. We kijken welke acties Noord-west-Europa en specifi ek Nederland kunnen ondernemen om daadkrachtig in te gaan op de veranderende omgeving.’

HarmoniemodelVanzelfsprekend hebben de onderzoe-kers hun conclusies nog niet getrok-ken, maar de grote lijnen zijn volgens hen wel zichtbaar. Sanders: ‘De basis-trends naar duurzame en fi jnchemie zijn evident. In de scenario’s die we ontwikkelen, laten we die trends zich snel of minder snel manifesteren. De snelheid zal onder meer afhangen van technologische ontwikkelingen en maatregelen op het gebied van han-delspolitiek. Zo zal het antwoord op de vraag of er importheffi ngen blijven bestaan op biomassa erg belangrijk zijn. Daarover wordt op dit moment niet in alle EU-landen hetzelfde gedacht.’ In ieder geval is het voor de toekomstige ontwikkeling van de che-mische industrie van belang of de grote economische machtsblokken bereid zullen zijn met elkaar afspra-

r is niet één toekomst. Het idee van één punt waar je naartoe moet werken, is onverstandig. We moeten in scenario’s den-ken om met de belangrijkste onzekerheden om te gaan,’

aldus onderzoeker Willem Vaessen van Deloitte. In opdracht van en in nauwe samenwerking met de VNCI doet het organisatieadviesbureau onderzoek naar de toekomstigeplaats en rol van de chemischeindustrie in Nederland. ‘Het VNCI-bestuur heeft geconsta-teerd dat onze stakeholders een ander beeld van de chemie hebben dan de sector zelf,’ verklaart VNCI-directeur Colette Alma de behoefte aan gede-gen onderzoek. ‘De fi nanciële wereld heeft de chemie zelfs gekarakteri-seerd als een afl opende zaak. Dat staat haaks op de benoeming van de chemie tot innovatieve topsector enop de binnen de sector breed gedra-gen visie dat chemie oplossingen biedt voor belangrijke maatschappelijke vraagstukken.’Het visieproces wordt begeleid en gefaciliteerd door Deloitte. Het orga-nisatieadviesbureau brengt daarbij de kennis in die in recente wereldwijde studies (The decade ahead en The che-mical multiverse) is opgedaan. In de eerste fase van het proces is op basis van literatuurstudie geanalyseerd hoe het industriële landschap er uit gaat zien, wie de verschillende spelers zijn

en wat de kansen en bedreigingen voor de chemische industrie zijn. VNCI-leden en dicht bij de industrie staande stakeholders hebben deze analyse in de vorm van workshops aangevuld. Vertegenwoordigers van de chemische industrie hebbeningebracht welke nieuwe technolo-gieën, producten en grondstoffen zij verwachten in 2030 en 2050. Die jaar-tallen die zijn genoemd als ijkpunten voor het onderzoek. Daarnaast zijn nog interviews gehouden met sleutel-fi guren uit de Nederlandse chemische industrie en zijn rondetafelgesprek-ken gevoerd met topbestuurders van chemiebedrijven. In het najaar wordt het rapport gepresenteerd tijdenseen conferentie.

MegatrendsVolgens het rapport The chemical multiverse van begin 2011 zal de chemiesector het komend decennium geconfronteerd worden met “uitdagin-gen en structurele marktveranderin-gen, waarbij alleen de gezondste chemiebedrijven sterker naar voren zullen komen”. Anders gezegd: veel bedrijven zullen de komende tien jaar moeten inspelen op veranderingen die vele malen sneller zullen gaan dan ooit tevoren. Het rapport benoemt de economische en culturele megatrends waarmee de chemie de komende jaren wordt geconfronteerd: globali-sering, duurzaamheid, kwaliteit van

juli/augustus 2011 Chemie magazine 45

Visie

CM1107-8_W_visie2030.indd 45 18-08-11 09:17

Page 46: Chemie magazine juli/augustus 2011

ken te maken (lees: handelsakkoor-den te sluiten), zodat de wereldhandel zich volgens het harmoniemodel kan ontwikkelen, of dat gekozen wordt voor het confl ictmodel, waarin de grote machtsblokken elkaar bestrij-den en handelsbelemmeringen opwerpen. In de scenario’s zullen de gevolgen van beide mogelijkheden aan de orde komen. Voor een deel eindi-gen de scenario’s bij 2030, voor een ander deel lopen ze door tot 2050.‘Een aantal ontwikkelingen is niet te voorspellen,’ legt Alma uit. ‘Voor die dingen beperken we de scenario’s tot 2030. Maar zaken als bevolkingsgroei en grondstofschaarste zijn langeter-mijnontwikkelingen die we min of meer kunnen voorzien. Die lijnentrekken we door tot 2050, want wezijn per slot van rekening een sector die gewend is te investeren voor de lange termijn.’

DraagvlakAls het gaat om voorspellen: ondanks de breedgedragen verwachting dat trends in de richting van duurzame en fi jnchemie zullen gaan, verwachten de onderzoekers niet dat de productie van bulkchemie de komende decennia uit Nederland zal verdwijnen. Zelfs in 2050 zal ze er nog zijn, vermoeden ze.Sanders: ‘Individuele bedrijven maken strategische keuzes, die voor een deel in de richting van groene of fi jnchemie gaan, maar het feit dat we kunnen kiezen om over te schakelen op fi jn-chemie is te danken aan de aanwezig-heid van bulkchemie. Als die uit Nederland verdwijnt, is het onwaar-schijnlijk dat we de fi jnchemie over-eind kunnen houden.’Ook belangrijk is het draagvlak in de samenleving. Vaessen: ‘Chemie is de industrie van de industrieën. Ze stelt andere industrieën in staat te produ-ceren. We praten dus niet alleen over de toekomst van de chemie, maar over de toekomst van de maakindustrie in Nederland. Het is daarom van groot belang dat de randvoorwaarden, zoals

goede wet- en regelgeving, in orde zijn, dat wil zeggen ook voorspelbaar, en in de praktijk de gewenste effecten hebben. Dat vraagt erom dat de che-mie als onderdeel van de samenleving wordt geaccepteerd. Dan praat je over draagvlak en imago.’Dat imago kan niet via campagnes worden verbeterd, is de overtuiging van Sanders, maar de ontwikkelingen zijn de chemie welgezind. ‘Je ziet dat eindmarkten gaan convergeren. Voe-dingsmiddelen, de agro-industrie, de gezondheidszorg, chemie, biologie, natuurkunde, procestechnologie:de scheidslijnen vervagen en hetklassieke begrip “chemie” verdwijnt naar de achtergrond. Dat biedt de chemie een kans om de beeldvorming aan te passen: het is misschien sexier om te zeggen dat je in de health care gaat werken dan dat je chemie gaat studeren.’

Existentiële vragenDe discrepantie tussen de benoeming van chemie tot topsector en de visie van investeerders die de sector zien als (Vaessen:) sunset industry, heeft volgens de onderzoekers te maken met twee dingen. Sanders: ‘Neder-land heeft de beschikking over assets als de haven en de bestaande indus-triële infrastructuur. Wanneer je dan topsectoren gaat benoemen, dankom je al snel bij de chemie uit.Dus dat is verklaarbaar.’ Dat de fi nan-ciële wereld minder enthousiast is over de sector, heeft volgens hem vooral te maken met de tijdshorizon. ‘Investeerders hebben vaak een kor-ter blikveld.’Vaessen: ‘Het heeft ook te maken met de vraag naar welke chemie je kijkt. Kijk je naar de bestaande chemie of beoordeel je hoe de nieuwe chemie zich zal ontwikkelen? Financiers kij-ken vooral naar het imago van de grote bulkchemie, maar de innovatie komt vanuit het mkb, vanuit doorstar-tende bedrijven en bedrijven die zich-zelf niet meer als chemische industrie willen positioneren. Dat zijn de bedrij-ven waar dingen gebeuren, waar jonge mensen willen werken. Het probleem is bovendien breder dan terughou-dendheid ten opzichte van de chemie. Ik kom ook in andere sectoren bedrij-ven tegen die moeite hebben om fi nanciers te interesseren.’In elk geval is Vaessens eigen kijk op de toekomst van de chemie veran-derd. ‘Ik vond de workshops motive-rend. Ik kan zeggen dat mijn verhaal binnen een paar maanden positiever is geworden,’ erkent hij. p

‘ HET MOET EEN DISCUSSIESTUK WORDEN’

De Visie 2030-2050 wordt dit najaar gepresenteerd tijdens een conferentie. Voor VNCI-directeur Colette Alma is het onderzoek geslaagd als de resultaten worden gedragen door alle partijen die erbij betrokken zijn en als het ‘een begin van een antwoord’ geeft op de vragen die stakeholders ons stellen: hoe gaat het met de chemie in de toekomst, hoe past de chemie in de samenleving en welke bijdrage levert ze aan de samenleving?‘Existentiële vragen,’ realiseert ze zich. ‘Het is niet de bedoeling dat het een rap-port wordt dat uitsluitend de fi nanciers ervan overtuigt dat het zin heeft om in de chemie te investeren. Het moet een dis-cussiestuk zijn dat ons helpt om samen met onze stakeholders een ontwikkeling door te maken. Het moet echt een stuk zijn om over te praten. De conferentie waar het rapport gepresenteerd wordt, is wat mij betreft het startpunt van diediscussie.’ Daarnaast moet het rapport wat haar betreft de beleidsvoornemens van het topsectorenbeleid concretiseren. ‘Het moet een reality check zijn en per-spectief bieden aan bedrijven: welke rol kunnen zij spelen in de ontwikkeling naar de chemie in de toekomst?’ Ze noemt het visieproces ‘van majeur belang’ voor de chemie in Nederland. ‘De uitkomst is in het komende decennium de leidraad voor de ontwikkeling van de sector.’

‘ We praten niet alleen over de toekomst van de chemie, maar over de toekomst van de maakindustrie in Nederland’

46 Chemie magazine juli/augustus 2011

CM1107-8_W_visie2030.indd 46 18-08-11 09:17

Page 47: Chemie magazine juli/augustus 2011

Internationaal Jaar van de Chemie2011 is uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Chemie. Het hele jaar door vinden activiteiten plaats om chemie te promoten als oplossing voor vraagstukken rond energie, huisvesting, gezondheid, voedsel, infrastructuur en economie. Een greep uit het aanbod.

MADAME CURIE & HET GEHEIM VAN DESIDDERENDE STRAALOMSCHRIJVING: Muziektheaterpro-gramma. Marie Curie is bezig met een belangrijke ontdekking (röntgenstraling) als zij ontvoerd wordt. Iedereen is onge-rust, ze zou in Zweden de Nobelprijs in ontvangst nemen. Dan worden zij en een van haar ontvoerders verliefd (chemie!) en weten ze m.b.v. een onzichtbaarheids-erum te ontsnappen.TIJD EN PLAATS: Vanaf maart. O.a. in het Zeeheldentheater, Den Haag.DOELGROEP: Jeugd bovenbouw.ORGANISATIE EN INFO: Briza,[email protected].

CHEMIE AAN ZEEOMSCHRIJVING: De NEMO-zomerten-toonstelling “Chemie aan zee” laat zien welke chemische processen er op het strand te vinden zijn. Er is een surfshop, een cocktailbar, een frietkraam en wc’s met vieze praatjes.TIJD EN PLAATS: 25 juni t/m 4 septem-ber. NEMO, Amsterdam.DOELGROEP: Kinderen 8+ en geïnteres-seerde volwassenen.ORGANISATIE EN INFO: NEMO en VNCI, www.e-nemo.nl.

CHEMIELOOPOMSCHRIJVING: Loopevenement over het fabrieksterrein van Dow en door het Zeeuwse landschap. Er zijn drie varianten: de halve marathon van Dow, de 10 kilome-ter van AkzoNobel en een Kinderloop. DOELGROEP: Iedereen (jong en oud, lopers en toeschouwers).TIJD EN PLAATS: 10 september. Terneuzen.ORGANISATIE EN INFO: VNCI.www.chemieloop.nl.

FOOD FOR NEXT GENERATIONS OMSCHRIJVING: Vervolg op het succes-volle Energy for Next Generations, met als thema voeding. TIJD EN PLAATS: Najaar. Locatie nog niet bekend. DOELGROEP: Industrie, beleidsmakers, overheden, docenten, studenten, young professionals, pers.ORGANISATIE EN INFO: KNCV, overige partners, congresorganisatie en concept-ontwikkeling i.s.m. Industrielinqs. 

TENTOONSTELLING MUSEUM BOERHAAVEOMSCHRIJVING: Tentoonstelling over chemie en de menselijke zoektocht naar bronnen van energie. Bevat belang-rijke objecten van Curie. Bijzonder zijn ook de voorwerpen uit de voormalige bedrijfscollectie van Shell.TIJD EN PLAATS: 30 september tot medio april 2012. Museum Boerhaave, Leiden.DOELGROEP: Iedereen.ORGANISATIE EN INFO: www.museumboerhaave.nl.

MASTERCLASS NANOTECHNOLOGIEOMSCHRIJVING: Afl evering van Curie-lezingencyclus, bestaande uit acht bijeen-komsten waarin topwetenschappers en -industriëlen lezingen houden rondom het thema “Chemie in de Wereld”.TIJD EN PLAATS: 5 oktober. Saxion, Enschede. DOELGROEP: Studenten, young profes-sionals, wetenschappers, R&D-mana-gers, NGO’s, beleidsmakers.ORGANISATIE EN INFO: KNCV en Saxion.

LAB EXPERIENCE DAYSOMSCHRIJVING: Eén of meerdere bedrij-ven in een regio verzorgen samen met tenminste één opleiding mlo en/of één opleiding hlo een Lab Experience Day. Middelbare scholieren gaan aan de slag als laboratoriummedewerker, terwijl hun ouders een interessant programma bij het bedrijf volgen. TIJD EN PLAATS: Onder meer 27 en 29 oktober in Spijkenisse en 12 en 19 novem-ber in Arnhem.DOELGROEP: Middelbare scholieren, ouders, docenten.ORGANISATIE EN INFO: Stichting C3 en Hyphen Projects. www.labexperience.nl.

LEZING: EÉN EN AL CHEMIE!OMSCHRIJVING: Chemici willen het belang van de chemie op ons dagelijks leven wat meer en vooral genuanceerder voor het voetlicht brengen. Een poging daartoe doet Harm Scholte met deze lezing, waarbij bijzondere “proefjes” niet ontbreken.TIJD EN PLAATS: 18 oktober. Bornse Synagoge, Born.ORGANISATIE EN INFO: www.bornsesynagoge.

TWENTSE CHEMIEDAGOMSCHRIJVING: Bezoekers nemen ’s ochtends een kijkje in de wetenschappe-lijke keuken van de Universiteit Twente en maken kennis met onderzoekers. ’s Middags strijden leerlingen om de Twentse Chemie Cup. TIJD EN PLAATS: 10 november. Universi-teit Twente, Enschede.DOELGROEP: Leerlingen 3de t/m de 6de klas vwo, scheikundeleraren, TOA’s.ORGANISATIE EN INFO: www.utwente.nl/twentsechemiedag.

WETENSCHAPPELIJK SLOTEVENEMENT IYC: CHAINS OMSCHRIJVING: Offi cieus sluitstuk van het Internationale Jaar van de Chemie, met onder meer vele lezingen waarbij de raakvlakken tussen de diverse chemi-sche disciplines overschreden zullen worden.TIJD EN PLAATS: 28, 29 en 30 november. DeFabrique, Maarssen.DOELGROEP: Bedrijfsleven, wetenschap-pers, studenten.ORGANISATIE EN INFO: KNCV en NWO, www.chains2011.nl.

Meer informatie: www.chemistry2011.orgwww.jaarvandechemie.nl

WWW

Evenement

juli/augustus 2011 Chemie magazine 47

CM1107-8_V_jaarchemie.indd 47 18-08-11 09:17

Page 48: Chemie magazine juli/augustus 2011

SABIC1073_ADV_VNCI.indd 1 08-08-11 13:05

Page 49: Chemie magazine juli/augustus 2011

Discussie

STELLING

BENADERT DE PERS DE CHEMISCHE INDUSTRIE PER DEFINITIE NEGATIEF?

Chemie is gevaarlijk en vies en die aanname klinkt door in de krantenkolommen. Benadert de pers de chemische industrie per defi nitie negatief? Over deze vraag ging de VNCI-groep op LinkedIn in discussie. Een samenvatting. Tekst: Igor Znidarsic

‘Mensen vinden het prachtig dat de chemie alles voor ze maakt, maar men wil er geen last van heb-ben. Beetje hetzelfde als bij vlees’

‘Investeer in een goed contact met een jour-nalist, praat hem bij over chemische zaken en processen en de kans is groot dat hij een gewogen verhaal vertelt’

‘Acties met betrek-king tot milieu en veiligheid worden hooguit summier aangestipt in niets-zeggende persbe-richten uit vrees dat de details verkeerd worden uitgelegd’

‘De chemische industrie moet gewoon zorgen dat ze echt nieuws heeft, dan happen de media vanzelf’

Volg de discussie op:www.vnci.nl/discussie

en aantal reageerders pleit voor imagocampagnes zoals “Chemie is overal” en komt zelfs met nieuwe slogans (“Chemie c’est la vie”) om het negatieve imago van de chemische industrie op te vijzelen. Als voor-beeld wordt de transportbranche genoemd, die ooit een charmeoffen-sief voerde met de slogan “Zonder transport staat alles stil”. Maar anderen zijn sceptisch over dergelijke campagnes. Ze werken wel een beetje, maar niet voldoende: ‘Voor de burger is chemie altijd onbekend, dus onbemind. Mensen vinden het prachtig dat de chemie alles voor ze maakt, maar men wil er geen last van hebben. Beetje hetzelfde als bij vlees.’

Om positief in de media te komen, is meer nodig. Transparantie wordt als de sleutel gezien. ‘Zo lang de chemische industrie weigert transparant te zijn, kan de journalist niet anders dan schrijven wat er al tientallen jaren wordt geschreven, op basis van wat hij vindt op internet. Gelukkig zijn er veel goede voorbeelden van journalisten die verder kijken dan hun neus lang is en met interesse schrijven over chemie en die zich willen laten voorlichten. Aan de andere kant zijn er ook goede voorbeelden van bedrijven die zich open en als het ware kwetsbaar opstellen. Het is geven en nemen. Investeer in een goed contact met een journalist, praat hem bij over chemische zaken en processen en de kans is groot dat hij een gewogen verhaal vertelt.’

RVDEen journalist ziet het zo: ‘De chemische industrie heeft de neiging om zo veel mogelijk dingen stil te houden. De echt spannende innovaties worden geheimgehouden uit vrees voor de concurrentie, en acties met betrekking tot milieu en veiligheid worden hooguit summier aangestipt in nietszeggende persberichten uit vrees dat de details verkeerd worden uitgelegd. Met als gevolg dat alleen de rampen uitgebreid in de pers komen, omdat je de rookwolken nu eenmaal niet verborgen kunt houden. Ik zou zeggen: doe er iets aan.’ Iemand komt met het idee dat de VNCI als een soort RVD met de pers afspra-ken maakt en in ruil daarvoor serieuze pers als eerste van nieuws voorziet, ontdaan van concurrentiegevoelige zaken. Maar dit idee wordt afgeschoten: ‘De RVD heeft de nei-ging zo veel mogelijk dingen stil te houden en de publiciteit rond het restant zo nauwge-zet mogelijk te regisseren. Met als gevolg dat niemand gelooft dat hij ooit de waarheid rond het Koninklijk Huis te horen krijgt.’

QatarAls voorbeeld van hoe het ook kan, wordt een zaterdageditie van afgelopen juni van de Volkskrant genoemd, met twee hele pagina’s over het gas-to-liquids-project van Shell in Qatar. De toon was uitermate positief. ‘Gewoon omdat dat project groot, innovatief, spectaculair en exotisch is en op termijn een bedrag met elf nullen kan opleveren. Dan hoef je niet eens meer in te gaan op de chemische details om met een bruikbaar nieuwsverhaal thuis te komen. Met andere woorden: de chemische industrie moet gewoon zorgen dat ze echt nieuws heeft, dan happen de media vanzelf.’ Aanvulling hierop: ‘De chemische industrie heeft in wezen genoeg positief nieuws, maar de kunst is om de pareltjes eruit te lichten die zullen aanspreken en om die vervolgens voor het grote publiek beschikbaar te maken.’ En dan brengt iemand de discussie weer terug naar het begin: ‘Het verschil tussen het Qatar-verhaal en “Chemie is overal” is dat deze laatste campagne zich vrijwel uitsluitend richtte op de mooie producten van de chemie, en tussen de regels door suggereerde dat je de chemische industrie moet nemen zoals ze is omdat je anders haar producten niet meer krijgt. Qatar bewijst dat de chemische industrie wel degelijk in staat is om ook zichzelf te vernieuwen en die mooie producten te maken op een andere, betere manier. Proactief in plaats van defensief.’ p

E

juli/augustus 2011 Chemie magazine 49

OPMERKELIJK

WWW

CM1107-8_Y_vox chemici.indd 49 18-08-11 09:46

Page 50: Chemie magazine juli/augustus 2011

Op zoek naar

een unieke

locatie voor uw

proces industrie?

Valuepark Terneuzen beschikt over 140 hectare ideaal gelegen terrein. Als

bedrijf profi teert u van de nabijheid van gevestigde proces industrie waaronder

Dow Benelux BV, de ondersteuning van Zeeland Seaports en diensten van

service bedrijven die zich hier al gevestigd hebben.

Waarom Valuepark Terneuzen kiezen?

- In het hart van de Noord/West-Europese

industrialisatie;

- Diepzeehaven met directe toegang tot de

Noordzee (100.000 dwt);

- Uitstekende verbindingen met het achter-

land via weg, spoor en binnenwateren;

- Rail en shortsea container terminal;

- Granulaatopslag en -overslag;

- Opslagtanks en verwerking;

- Diverse utiliteiten inclusief centrale

brandbluswatersystemen.

NOG 80 HECTARE BESCHIKBAAR!

park your added value where it can grow

www.vpterneuzen.com

Valuepark Terneuzen is een gezamenlijke onderneming van Zeeland Seaports en Dow Benelux.

Page 51: Chemie magazine juli/augustus 2011

aste2Chemical is een spin-off van Wageningen Universiteit en opgericht in mei 2011 door Kirsten Steinbusch en Niels van Stralen. Het bedrijf is gebaseerd op het promotieon-derzoek van Steinbusch binnen de vakgroep Milieutechnologie. ‘Eerst richtte ik me op alcoho-

len, maar uiteindelijk kwam ik terecht bij middellange vet-zuren en konden we met het patent de spin-off starten,’ vertelt Steinbusch. ‘We willen graag een technische oplos-sing bieden om organische afval om te zetten in nuttige chemicaliën. Ons unieke biotechnologische proces is behoorlijk robuust en kan verschillende typen organisch afval omzetten.’ Steinbusch is binnen Waste2Chemical verantwoordelijk voor innovatie en de procesontwikkeling voor verschillende industriële toepassingen. Haar partner Niels van Stralen, die ook in Wageningen heeft gestudeerd, is binnen het bedrijf procesingenieur en bovendien verantwoordelijk voor bedrijfsontwikkeling.

PilotWat Waste2Chemical doet is tweeledig: met de innovatieve fermentatietechnologie kan organisch afval verwerkt wor-den én er kunnen biobased bouwstenen voor de chemie worden geleverd. Het bedrijf is maar net uit de startblok-ken. Steinbusch: ‘Waste2Chemical voert op dit moment op laboratoriumschaal haalbaarheidsstudies uit voor ver-schillende afvalstromen en bereidt de technologie voor op een pilotstudie. We zijn bezig om met partners een pilot op te zetten. Volgend jaar zal de productie op pilotschaal star-ten en in 2015 verwachten we een full-scale plant te bou-wen. De plant zal zich bij voorkeur daar bevinden waar afvalstoffen vrijkomen. Dit kan bijvoorbeeld bij gft-afval-verwerking of een agro-foodbedrijf zijn.’

Vetzuren uit afval

Starter

Kirsten Steinbusch bij haar proefopstelling in het laboratorium

ClustersDe kracht van de technologie is volgens Steinbusch dat deze verschillende afvalstromen kan verwerken, als het maar biologisch afbreekbaar is. Naast een afvalleverancier is natuurlijk ook een afnemer nodig. Steinbusch: ‘We zullen waarschijnlijk in verschillende clusters gaan samenwer-ken. Interessante gebieden hiervoor zijn voor ons bijvoor-beeld Bergen op Zoom, Zeeuws-Vlaanderen (Terneuzen), maar ook Lelystad. Eigenlijk overal waar biobased voet aan de grond heeft, is het voor ons interessant om pilots te starten. We praten nu concreet met drie grote partijen binnen de gft-verwerking. Als ze straks tevreden zijn over de pilot, kan het snel gaan.’ De vetzuren (zes tot negen koolstofatomen lang) die uit het afval worden geprodu-ceerd zijn bruikbaar voor verschillende takken van de che-mische industrie als bouwstenen voor onder meer poly-meren, bioplastics, oplosmiddelen en coatings. p

Waste2Chemical wil organisch afval omzetten in hoogwaardige chemicaliën. Initiatiefnemer Kirsten Steinbusch heeft de tijdens haar promotie opgedane kennis over fermentatietechnologie gepa-tenteerd en als basis voor Waste2Chemical gebruikt. De eer-ste prijs heeft het jonge bedrijf al binnen: met het businessplan is de Biodiversity Award van New Venture gewonnen.Tekst: Emma van Laar

W

Waste2Chemical zet organisch materiaal om in nuttige chemicaliën

STARTENDE ONDERNEMERWaste2Chemical is tot dusver wei-nig problemen tegengekomen. ‘We hebben via een technostarterrege-ling een lening kunnen krijgen en het is fi jn dat we de businessplan-competitie van New Venture 2011 – 20.000 euro – hebben gewonnen,’ legt Steinbusch uit. ‘Daarnaasthebben we veel gehad aan StartLife, een organisatie die startende ondernemers helpt. Ze helpen met de fi nanciën, maar geven bijvoor-beeld ook advies over patenten en

op juridisch vlak.’Steinbusch vindt het ‘een geweldige ervaring’ om een eigen bedrijf op te starten. ‘Niels en ik hebben het erg naar ons zin. Ik zou nieuwe starters aanraden om aan een businessplan challenge als New Venture mee te doen. Dit hele proces laat je naden-ken over wat je wilt en wat bij je past, op welk marktsegment je moet mikken en wat er allemaalbij het opstarten van een bedrijf komt kijken.’

FO

TO: S

AM

RE

NTM

EE

STE

R

juli/augustus 2011 Chemie magazine 51

Starter

CM1107-Z_starter.indd 51 18-08-11 09:16

Page 52: Chemie magazine juli/augustus 2011

NOTOX’ 10 steps to REACH compliance

REACH Are you ready for the future?

CONTACT US NOWand we help you

submit your registration in time.

NOTOX B.V.P.O. Box 3476 5203 DL ’s-Hertogenbosch

The Netherlands [email protected] w w . n o t o x . n l

Seveso-richtlijn:

cultuur telt mee

Renée Bergkamp (EL&I) over

topgebied chemie

De chemie achter

huidverzorging

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 04 • 27 april 2011

AIVD wAArschuwt Voor

BEDRIjfSSpIonagE

Magazine

Ruim baan voor procesintensificatie

Bert Weckhuysen (topteam chemie) waarschuwt voor brain drain

Arbeidsinspectie focust op chemie

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 05 • 25 mei 2011

CommuniCatie Chemie-PaCk

hoe het NIet moet

Magazine

TU Eindhoven stopt duale opleiding

Ambitieuze doelen topteam Chemie Relatie chemie-pers kan beter

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 06 • 29 juni 2011

BioBased economy benut complexiteit biomoleculen

Magazine

Neem eeN gratis proefaboNNemeNt op Chemie magaziNe

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

Ja, ik wil eeN gratis proefaboNNemeNt op Chemie magaziNe

h Chemie magazine proefabonnement (3 edities)h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/OrganisatieNaamFunctieAdresWoonplaatsE-mail

Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag, E-mail: [email protected]

3xgratis

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AMRotterdam-Hoogvliet | [email protected] | www.leschaco.com

LESCHACO –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

Logistics –

and beyond.

Since 1879.

Experienced. Dedicated. Customized.

phone +31

(10) 2953 153

AZ_01:Layout 1 21.12.2010 12:37 Uhr Seite 1

ADV_Pag_Chemie.indd 52 19-08-11 15:45

Page 53: Chemie magazine juli/augustus 2011

Iedere keer als ik in Frankrijk door zo’n pittoresk stadje slenter, verbaas ik me over de elektriciteitsdraden die overal onbeschermd uit het voegwerk priemen en slordig langs de muren hangen. In Nederland zou dergelijke onvei-lige bekabeling meteen afgekeurd worden. Kennelijk zijn de veiligheidsnormen op dit gebied in Frankrijk veel soepeler. Ik verbaas me erover dat na vijftig jaar Europese eenwor-ding dit soort basale zaken nog niet zijn geharmoniseerd. Of neem stopcontacten. Vorig jaar op vakantie in Ierland moest ik op zoek gaan naar een speciale verloopstekker om mijn scheerapparaat en iPod te kunnen inpluggen. Waarom kun-nen we wel één Europese munt invoeren, maar geen uni-form stopcontact? Afgelopen vakantie in Zuid-Frankrijk verbaasde ik me in Marseille over de vis die op de markt ongekoeld werd ver-kocht. Bij mijn weten mag je volgens de Europese Warenwet etenswaren boven de 7 graden bewaren, mits je ze na twee uur weggooit. Dat werd voor zover ik kon zien niet gedaan, laat staan dat er op gecontroleerd werd. In dezelfde stad was ik met stomheid geslagen bij de aan-blik van de vele bedelaars met kleine kinderen. In een der-dewereldland had ik dat verwacht, maar niet in een ontwik-keld West-Europees land, een motor nota bene van de EU? Is er geen wet die de EU-lidstaten verplicht minderjarige kinderen een veilige omgeving te bieden, met andere woor-den: dergelijke kinderen van de straat te halen en bijvoor-beeld in een pleeggezin te plaatsen? En als zo’n wet er wel is, waarom wordt die dan niet overal nageleefd? Reizend door Europa kom je al snel tot de conclusie dat de Europese eenwording vooral een economisch verhaal is. Daar is op zich niks mis mee. Het brengt welvaart en het is fijn dat we geen guldens meer hoeven te wisselen. Maar voor de rest kampt de reiziger nog met veel dagelijkse ongemakken. Zo ben je in Frankrijk in zwembaden verplicht zo’n strakke, korte zwembroek te dragen. Vanwege de hygi-ene, zeggen ze. Daar wordt streng op toegezien. Omdat die dingen al sinds de jaren zeventig uit de mode zijn, heb ik me met mijn twee zonen suf gezocht naar zo’n ‘ballenknijper’. Andere campinggasten hadden daar geen zin in en doken – ongestraft – in hun onderbroek het zwembad in. Hoezo hygiëne?In plaats van de burgers en het bedrijfsleven lastig te vallen met allerlei onzinnige regels, zou Brussel zich misschien ook met dit soort zaken moeten bezighouden. We hebben een Europees emissiebeleid, een Europees energiebeleid, wat is er dan zo moeilijk aan een Europees zwembroeken-beleid?

europahoofdredacteur

Igor Znidarsic is hoofdredacteur van

Chemie magazine

‘De europese eenwording

is een economisch

verhaal’

fo

to: C

as

pe

r r

ila

BY NeLDuPont is op de vestiging in Dordrecht begonnen met de productie van de speci-ale copolymeren Bynel-hechtharsen en Fusabond-modificators. In een later sta-dium zouden daaraan de Appeel-afdich-tingsharsen nog kunnen worden toege-voegd. Bynel wordt onder meer gebruikt om verschillende kunststoffolies aan elkaar te hechten. De extra capaciteit is nodig om tegemoet te komen aan de stij-gende vraag van de verpakkingsindustrie, de bouwsector en industriële markten.

ov erN a meDuPont neemt Innovalight Inc. over, een bedrijf dat zich specialiseert in geavan-ceerde siliciuminkt en procestechnologie waarmee de efficiëntie van kristallijne silicium-zonnecellen wordt verhoogd. De overname versterkt de positie van DuPont als toonaangevend in materialen voor de zonne-energiemarkt, waardoor een bre-der en meer samenghangend aanbod van geïntegreerde fotovoltaïsche materialen en technologieën ontstaat. In 2010 bedroeg de omzet van DuPont op de foto-voltaïsche markt ruim één miljard dollar. Het doel voor 2014 is een omzet van twee miljard dollar.

PoLY mereNfa BrIeKHet Belgische chemiebedrijf Solvay gaat in China een fabriek bouwen voor de pro-ductie van speciale polymeren. Daarmee moet worden voldaan aan de “snelwas-sende vraag,” aldus Solvay. De nieuwe fabriek, die komt te staan in de provincie Jiangsu, zal onder meer de polymeren Solef, PVDF, Tecnoflon, FKM en VF2 pro-duceren. De productie start in 2014. De investering bedraagt 120 miljoen euro.

uItBreIdINgPurac, de melkzuurdivisie van CSM, breidt de samenwerking met BASF op het gebied van biologisch barnsteenzuur uit. BASF en Purac, die sinds 2009 samen onderzoek doen naar de productie van biologisch barnsteenzuur, gaan een joint venture oprichten voor de productie ervan. Die moet uiterlijk in 2013 de eerste com-merciële producent zijn van het zuur. De productie gaat plaatsvinden in de fabrie-ken van Purac in Barcelona. BASF en CSM zijn er naar eigen zeggen in geslaagd een duurzame en zeer efficiënte produc-tiemethode te ontwikkelen voor het barn-steenzuur.

B e d r I j v e N

juli/augustus 2011 Chemie magazine 53

Column

CM1107-8_column_bedrijven.indd 53 18-08-11 09:20

Page 54: Chemie magazine juli/augustus 2011

Colofon

VOLGENDE MAAND (22 SEPTEMBER)

Chemie magazine is het maandbladvan de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en ver-schijnt 11x per jaar

RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)Jos de Gruiter (redacteur)drs. Marieke Moraal (eindredacteur)

Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den HaagT 070 337 87 28, F 070 320 39 03E [email protected], [email protected]

MedewerkersDrs.ing. Inge Janse, ir. Joost van Kaste-ren, drs. Emma van Laar, ir. Gerard van Nifterik, Casper Rila, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, Marga van Zundert

VormgevingCurve, Haarlem

Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17,2551 KS Den Haag,T 070 323 40 70, E [email protected] vallen buiten de verantwoor-delijkheid van de redactie

DrukTen Brink, Meppel

AbonnementenChemie magazine is gratis voor VNCI-leden en voor leden van de aangesloten lidverenigingen. Voor anderen bedra-gen de abonnementskosten per jaar 80 euro in Nederland en 100 euro in ove-rige landen (incl. btw). Abonnementen eindigen per 31 december. Als niet voor 1 november wordt opgezegd, loopt het abonnement door. Nieuwe abonnemen-ten/mutaties schriftelijk opgeven via [email protected]. Meer info: 070 337 87 28 OvernameOvername van artikelen uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld coverRoy Wolfs

ISSN 1572-2996

GRENSWAARDEN VOOR ARBO-BLOOTSTELLING

VROM EN AI OVER QUICK SCAN BRZO-BEDRIJVENREACH VERBINDT OVERHEID EN INDUSTRIE ANDRZEJ STANKIEWICZ OVER TOEKOMST CHEMIE

INDORAMA NEDERLAND VERDUBBELT PRODUCTIE EN NOG VEEL MEER...

MENSEN

DUPONT DORDRECHTPaul Meyers is benoemd tot site manager van DuPont Dordrecht. Meyers werkt sinds 2007 bij de vestiging in Dordrecht, eerst als unit manager van de Viton-fabriek en sinds eind 2008 als unit manager van de Fluoroproducts-fabrieken. Meyers begon zijn loopbaan in 1989 bij DuPont en volgt Gordon Tait op, die benoemd is tot Regional Operations Director in het kader van de integratie van Daniso in DuPont. Marc Reijmers volgt Meyers op als unit manager van de Fluoroproducts-fabrieken. DuPont is actief in meer dan zeventig landen en biedt haar afzetmarkten een uitgebreid vooruitstrevend producten- en dienstenpakket, onder andere op het gebied van landbouw, voedingsmiddelen, bouw, communicatie en vervoer. Het bedrijf heeft in Nederland productielocaties in Dordrecht en Landgraaf.

PVTSinds 1 juli is Peter Toonssen de voorzitter van de PVT, branchevereniging van kunststofverwerkers. Toonssen (43) is werkzaam bij TNO Innovation for Life en reeds drie jaar bestuurslid van de PVT met als portefeuille innovatie. Zijn benoeming onderstreept de PVT-focus op (productie)techniek en innovatie in kunststof. Activi-teiten die buiten die focus vallen, worden uitgevoerd door de koepelorganisatie NRK of krijgen geen prioriteit. De afgelopen jaren heeft Toonssen reeds een belangrijke brugfunctie vervuld tussen de kunststofi ndustrie en TNO. Hij volgt Annelies Batel-aan op, directeur-eigenaar Batelaan Kunststoffen, die vijftien jaar actief is geweest in het bestuur, waarvan drie jaar als voorzitter.

PÂQUESDe Hoogewerff Gouden Medaille 2011 is toegekend aan Jos Pâques. Volgens het bestuur van de Stichting Hoogewerff heeft hij op indrukwekkende wijze over een periode van vele jaren een zeer succesvolle, internationaal opererende onderne-ming opgezet, waarbij hij een breed scala aan innovatieve (bio)procestechnologieën heeft ontwikkeld, getest, opgeschaald en commercieel toepasbaar heeft gemaakt in onder meer hoogwaardige waterzuiveringsprocessen. De medaille wordt iedere drie tot vijf jaar uitgereikt aan iemand die zich op uitzonderlijke wijze heeft onder-scheiden op het gebied van de chemische technologie.

Paul Meyers

Jos Pâques

VNCI ONLINE

WWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan 1000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

54 Chemie magazine juli/augustus 2011

Service

CM1107-8_service.indd 54 18-08-11 09:17

Page 55: Chemie magazine juli/augustus 2011

chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formulerenen mengen van chemische vloeistoffen en poeders

Markweg Zuid 274794 SN HeijningenPostbus 1024793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900F +31 (0)167 - 526 [email protected]

AD Productions B.V.

AD_International_ADV_0211.indd 1 3/1/11 10:35:07 AM

serv

ices

Applied Process EngineerJanssen Biologics creates, acquires and markets unique biopharmaceutical therapies. They strive to be a prominent company by aiming at the highest quality on various levels.Janssen Biologics is looking for an Applied Process Engineer. In this position you are the main expert and vocal point in the field of conceptual, basic and detailed engineering for Process Projects.Are you an experienced BSc or MSc with expertise in process engineering in the chemical and/or pharmaceutical industry? With demonstrated skills and experience in engineering processes for large industrial projects?You have followed cG(a)MP, safety and Process Excellence training. You are highly result oriented, an excellent communicator and due to your great social skills, you are a good team player. A complex organisation with highly detailed rules and regulations is a challenge for you. Interested to work in a company where you can make a difference? Read more at our website about this position.

Janssen Biologics - Leiden

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nlrecruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food

Dedicated to Excellence

ADV_Pag_Chemie.indd 55 19-08-11 15:45

Page 56: Chemie magazine juli/augustus 2011