carmel magazine april 2015
DESCRIPTION
Carmel Magazine april 2015TRANSCRIPT
1JA
AR
GA
NG
12
NU
MM
ER
29
AP
RI
L 2
01
5
WE SPREKEN NU DEZELFDE TAAL
AANDACHT VOOR GROEI LEERLINGEN
FUSIE VERGROOT RUIMTE VOOR KEUZES
OOK BEWEGEN IS EEN LEERVAK
IN DIT MAGAZINE:
2
ANDERE RUBRIEKEN
STANDPUNT VAN EEN SCHOOLLEIDER . . . . . . . . . . . 3
BELPANEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
MIJN PASSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
COLUMN ROMAIN RIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
CARMEL IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
KORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
HOE GING HET VERDER MET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
COLUMN JOS BAACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen
voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties
verzorgen we een breed onderwijs aanbod in een
kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we
onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande
- voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan
Carmel verbonden:
◗ Almelo, Pius X College, Canisius
◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum
◗ Eindhoven, Augustinianum
◗ Emmen, Carmelcollege Emmen
◗ Enschede, Bonhoeffer College
◗ Gouda, Carmel college Gouda
◗ Groenlo, Marianum
◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen
◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo
◗ Oldenzaal, Twents Carmel College
◗ Oss, Het Hooghuis
◗ Raalte, Carmel College Salland
In dit nummer
‘WE SPREKEN NU DEZELFDE TAAL’
FUSIE OSS VERGROOT RUIMTE VOOR
KEUZES LEERLINGEN
‘EXTRA TIJD EN AANDACHT VOOR GROEI
LEERLINGEN’
OOK BEWEGEN IS EEN LEERVAK16
8
18
4
LAYARDit nummer van Carmel Magazine
heeft een heel leuk extraatje: Layar.
Met je smartphone of tablet heb je nu
nog meer plezier van dit papieren
magazine! Bij de artikelen op pagina
13 en 22 zie je het Layar-logo.
Hoe werkt Layar?
◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie
Layar en download deze (gratis) applicatie (app).
◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina
met het Layar-logo.
◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de
extra ervaring!
LEERLINGEN
Volg ons op Twitter:
Volg ons op Twitter: @ @stgcarmel
stgcarmel @ @CarmelVacaturesCarmelVacatures
3
A P R I L 2 0 1 5
een frisse blik naar jouw opgave laten kijken als je het
zelf niet meer ziet. Of is dat je professionele eer te na?
Ook valt me de ruimte op, voor leerlingen, leraren en
scholen. Om je eigen keuzes te kunnen maken en daarvoor
verantwoordelijkheid te nemen. In die ruimte is het goed
toeven en komt professionaliteit tot ontplooiing. Tot mijn
verbazing omvat die ruimte ook het uitvoeren van allerlei
secundaire processen. Processen die in mijn ogen niets met
het onderwijs te maken hebben, sterker nog, in veel
gevallen daar zelfs van afl eiden. Dat kan anders. Een
voorbeeld daarvan is het inrichten van een Carmel ICT
Infrastructuur. Daar wordt nu volop aan gewerkt. Scholen
kunnen zich straks richten op het benutten van ICT-
toepassingen voor het onderwijs in plaats van op de
techniek. Hoe vul jij je professionele ruimte? Word je
voldoende ontzorgd om aan je echte werk toe te komen?
Na vier maanden Carmel gaat mijn verwondering
langzaamaan over in bewondering. De ruimte in mijn
hoofd vult zich met beelden en opvattingen. Achter me
ligt een inspirerende periode van open kijken en nieuwe
ervaringen opdoen. Hoe staat het met de ruimte in jouw
hoofd? Kun je je werk nog met een open mind bekijken
en je professionaliteit verder ontwikkelen? Lukt dat niet?
Vraag hulp! ◗
Deels verkeer ik nog in verwondering. En ik houd mezelf
voor dat dat mag na ruim vier maanden werken bij
Carmel. De verschillen tussen Carmel en vorige
werkgevers zie ik nog scherp, hoewel het beeld al
vervaagt. Over zes maanden zie ik die verschillen niet
meer en deze column geeft mij de gelegenheid om de
verschillen te etaleren. Wat valt me op?
Carmel is een stichting waar heerlijke mensen werken:
begaan met leerling, werk, elkaar en de wereld.
De waarden die spreken uit “heel de mens, iedere mens
en alle mensen” herken ik in de collega’s. Collega’s met
het hart op de goede plaats. Die vinden dat het
onderwijs meer is dan een cijferfabriek. Dat het in het
onderwijs ook gaat om persoonsvorming en socialisatie,
naast de kwalifi catie. Natuurlijk moeten we ook voldoen
aan de eisen van de inspectie, daar niet aan voldoen is
onze professionele eer te na.
Met een aantal scholen voer ik extra gesprekken
vanwege de tegenvallende schoolresultaten en dito
inspectieoordelen. In die managementteams ontmoet ik
veel “drive” om de schoolresultaten weer ten goede om
te buigen. Vaak lukt dat, niet altijd. En binnen onze
stichting worden er zo nodig hulpbronnen ingezet om de
school er weer bovenop te helpen. Zoals een ander met
STANDPUNT
Fridse MobachLid College van Bestuur
Lerende
organisatie, ruimte
in je hoofd
4
ZORGVIERKANT
‘We spreken nu dezelfde taal’Van papieren begeleidingsdossiers naar een digitaal “Zorgvierkant”: het lijkt een administratief project, maar
niets is minder waar. Op diverse Carmelscholen gaf de digitalisering van begeleidingsgegevens een impuls aan
de kwaliteit van de begeleiding. ‘We bespreken veel gerichter de leerlingen die dat nodig hebben.’
Zorgvierkant leidt tot betere begeleiding
5
A P R I L 2 0 1 5
op Pius X is vervangen door een leerlingbespreking.
Waarom zou je een hele vergadering wijden aan het
langslopen van cijfers die al in het systeem zitten?
Veel effectiever is het om gericht de leerlingen te
bespreken die dat nodig hebben. ‘Nu alle gegevens
gedigitaliseerd zijn, kunnen mentoren goed zien welke
leerlingen dat zijn’, zegt teamleider Grootherder.
Een ander uitvloeisel is dat vakdocenten niet langer
beschikbaar hoeven te zijn voor tienminutengesprekken
met ouders. Omdat de mentoren in het Zorgvierkant
een totaaloverzicht hebben van de ontwikkeling van de
leerling, kunnen zij die gesprekken prima voeren.
OLIEVLEK
Ook op het Bonhoeffer College heeft de overstap
naar het Zorgvierkant meer opgeleverd dan alleen
gedigitaliseerde dossiers. Directeur Coehorst: ‘Wij zijn
bewust klein begonnen, alleen op de Vlierstraat, toen
nog een zorglocatie. De collega’s daar waren al gewend
begeleidingsinformatie te delen, dat scheelde. Intussen
hebben we in het kader van passend onderwijs onze
ondersteuningsstructuur aangepast.
We bieden nu ondersteuning op alle
locaties en vormen onze zorglocatie
om tot een expertisecentrum met
tijdelijke opvang voor leerlingen en
ondersteuning voor vakdocenten en
mentoren. Enkele collega’s die op de
Vlierstraat de digitalisering hebben
meegemaakt, werken inmiddels op
de andere locaties en dragen daar
het werken met het Zorgvierkant uit.
Zo ontstaat een olievlek.
Dat moet ook wel, want nu het
expertisecentrum álle locaties ondersteunt, wisselen
we veel meer uit en zijn digitale dossiers onmisbaar.
Het mooie vind ik dat de locaties dichter bij elkaar
komen. We zijn meer één instelling geworden.’ Onder-
steuningscoördinator Overkemping knikt: ‘We denken
minder in termen van “mijn leerling” en “mijn locatie”.
Alle leerlingen zijn ónze leerlingen.’
HERKENNING
Hoe zien de directeuren de toekomst? Coehorst:
‘Over een jaar of twee heeft de olievlek van het
Zorgvierkant zich verder uitgebreid en kunnen onze
vakdocenten en mentoren beter uit de voeten met
de groeiende diversiteit aan leerlingen in hun klas.’
Van Schilt verwacht voor Pius X iets vergelijkbaars:
‘Over twee jaar is het werken met het Zorgvierkant in
Almelo vanzelfsprekend. Verder zullen alle collega’s hun
didactische repertoire hebben uitgebreid waardoor ze
alle leerlingen die bij ons binnen komen, beter kunnen
bedienen.’ Na een korte pauze: ‘Toch wel bijzonder dat
we als scholen zo op één lijn zitten. Die herkenning was
er dus in dit hele project.’ ◗
Het is alweer ruim drie jaar geleden dat de kast met
leerlingdossiers op het Pius X College in Almelo op slot
ging. Samen met andere Carmelscholen ging de locatie
Van Renneslaan over op het Zorgvierkant: een onderdeel
van het digitale informatiesysteem SOM waar alle
gegevens over schoolprestaties, gedrag, capaciteiten
en ontwikkeling van een leerling overzichtelijk bij
elkaar staan. De scholen hoefden deze overstap niet
helemaal op eigen kracht te maken. In het kader van
een zogeheten SLOA-project (onderzoeksvraag: dragen
digitale dossiers bij aan beter leerwegondersteunend
onderwijs?) kregen ze begeleiding van KPC Groep.
PASSEND ONDERWIJS
Bij het digitaliseren van de dossiers had het Pius X College
er fl ink de vaart in. ‘Maar ik zat er dan ook bovenop’, zegt
directeur Pieter van Schilt. ‘Passend onderwijs kwam
eraan en voor mij was glashelder dat we alleen aan
iedere leerling passende ondersteuning kunnen bieden
als we alle dossiers op orde hebben.’ Dat laatste is niet
vanzelfsprekend. Op veel scholen staat een deel van de
begeleidingsgegevens op papier en is
een ander deel digitaal. Ook houden
docenten soms eigen dossiers bij.
‘Het is heel frustrerend als je informatie
nodig hebt die niet in het systeem
blijkt te staan’, zegt teamleider
onderbouw Mirella Grootherder van
Pius X, Van Renneslaan. ‘Vakdocenten
en mentoren zien het belang van
digitale dossiers dan ook wel in.’
Dit belang wordt alleen maar groter
door de toenemende aandacht
voor maatwerk; denk aan passend
onderwijs en gepersonaliseerd leren. Vandaar dat veel
Carmelscholen gaandeweg alsnog aanhaakten bij het
project. Zo ook het Bonhoeffer College uit Enschede,
dat in januari 2013 begon. ‘Eerder lukte niet, want
we zaten nog middenin het ontwerp van een nieuwe
ondersteuningsstructuur’, zegt directeur Frans Coehorst.
‘Maar we hebben de achterstand snel ingehaald.’
DEZELFDE TAAL
De samenwerking binnen Carmel leverde veel op.
‘Iedereen gaf tips én kreeg tips; we konden allemaal
van elkaar leren’, zegt ondersteuningscoördinator
Eva Overkemping van het Bonhoeffer College, locatie
Van der Waalslaan. Dat leren ging verder dan de
vraag hoe je dossiers kunt digitaliseren, legt Pius
X-directeur Van Schilt uit: ‘Al werkende ga je meer en
meer dezelfde taal spreken over begeleiding en dat
genereert ontwikkeling in de school. Bij ons heeft de
overstap naar het Zorgvierkant docenten gestimuleerd
om meer handelingsgericht te gaan werken, met
gepersonaliseerd leren als volgende stap.’
Een praktisch voorbeeld is dat de rapportbespreking
‘Alle leerlingen
zijn ónze
leerlingen’
6
“Alle scholen een rookvrij schoolterrein!” Het Longfonds roept middelbare scholen op het roken op hun pleinen te
verbieden. Want de helft van alle rokers “begint” daar. Als scholen écht gezond willen zijn, is zo’n peukenvrij plein volgens
het Longfonds vanzelfsprekend. Critici stellen dat zo’n verbod het probleem enkel verplaatst. Dan paffen leerlingen en
docenten buiten het hek en is de rommel voor de buren. Dus is het beter leerlingen bewust te maken van de risico’s, want
verbieden helpt niet. Het is uiteindelijk hun eigen verantwoordelijkheid. De discussie wordt boeiender voor wie bedenkt dat
een aantal Carmelscholen rookvrije pleinen heeft. Maar lang niet allemaal. Hoe gewenst is dat? Het belpanel laat er zijn
gedachten over gaan, aan de hand van de stelling:
Een peukenvrij plein staat mooi, maar lost niets op.
JOMANA AL SAMARRAI, LEERLING 5 HAVO, CARMEL COLLEGE SALLAND, RAALTE
‘Bij ons op school hangt
ook zo’n bordje: “Rookvrij
schoolplein”. Alleen wordt
er niets mee gedaan. In de
pauze wordt er gewoon ge-
rookt. Ook door docenten.
Eerst werden leerlingen
nog aangesproken, maar
dat gebeurt niet meer.
Aan de overkant, bij de vmbo-afdeling, gaat het strenger. Daar
wordt het niet toegestaan. Misschien leeft de gedachte dat wij
van havo/vwo meer vanzelf gehoorzamen. Niet dus. We zien
bovendien steeds vaker vmbo-leerlingen op ons plein roken.
Daarom ben ik het eens met de stelling. Dat bordje stelt toch
niets voor. Als je wilt dat leerlingen niet roken, moet je het echt
anders aanpakken. Nu is het dweilen met de kraan open.’ ◗
NICO VAN DER WOUDE, DOCENT NEDERLANDS EN DEBATCOÖRDINATOR, PIUS X COLLEGE, ALMELO
‘Ik heb het niet zo op dit
soort bordjes. Je maakt
dingen alleen maar
spannender als je ze
verbiedt. En wat is de
betekenis als docenten in
de school een rookruimte
hebben? Leerlingen
komen daar niet, maar ze
weten dat die ruimte bestaat. Hoe geloofwaardig ben je dan
met een rookvrij plein? Wij hebben bij ons op school op het
plein een klein rookgedeelte. Een realistische oplossing. Ik voel
meer voor een nieuw schoolvak, over eigen verantwoordelijk-
heid in brede zin. Dan gaat het over roken maar ook over
alcoholgebruik, pesten, de omgang met homo’s. Daarvan
verwacht ik meer dan een bordje aan de schoolmuur. Dat is
toch te veel symboolpolitiek.’ ◗
CONNIE VAN DER VEGT, OUDER, ETTY HILLESUM LYCEUM, LOCATIE HET STORMINK, DEVENTER
‘Roken is allereerst de
verantwoordelijkheid van
leerlingen en docenten
zelf. Als het op het
schoolplein niet mag,
doen ze het ergens
anders. Ik vraag me af of
het aan de school is om
zo het roken op het plein
te verbieden. Je staat met lege handen als de kinderen het
thuis mogen. Dat het ín school niet mag, vind ik vanzelf-
sprekend. Maar daarbuiten? Verbieden we dan ook de uitstoot
van fabrieken en auto’s? De school kan beter investeren in
voorlichting. Meer kan ze niet; roken is de keuze van de rokers
zelf. Met een rookvrij schoolplein bereik je echt niet dat
kinderen niet gaan roken.’ ◗
DIRK VAN BREE, LEERLING 6 VWO, HET TWICKEL COLLEGE, HENGELO
‘Ik ben het er half mee
eens. Je lost het
rookprobleem niet op,
maar verlost wel veel
mensen van overlast.
Nu hebben wij geen
schoolplein: in de
fi etsenstalling is een
afdakje voor rokende
leerlingen gemaakt. Dat zijn er overigens niet veel. Als het daar
niet meer zou mogen, zouden die met wat duwen en trekken in
het bushokje voor de school kunnen. Ik denk niet dat de
omwonenden dat zouden waarderen. Je zou daarnaast
consequent moeten zijn en de rookruimte voor leraren ook
moeten sluiten. En die passen samen niet in dat bushokje!
Maar anders is het niet geloofwaardig. Als je gaat verbieden,
moeten de docenten het goede voorbeeld geven.’ ◗
Belpanel
7
A P R I L 2 0 1 5
7
JACKIE BOSCH (57) BEGON HAAR LOOP-BAAN ALS MUZIEKDOCENT EN IS NU TEAM-LEIDER VAN HET TWICKEL COLLEGE DELDEN
‘Als je me tien jaar geleden had gezegd dat ik in mijn werk niets
meer met muziek zou doen, had ik je niet geloofd. Maar hoewel ik
thuis wel achter de piano kruip - het begon toch te kriebelen - mis
ik het op school niet. De energie die ik vroeger haalde uit de
muziek, haal ik nu uit het werken met mensen. Ik bof zó met dit
betrokken team! Een team dat graag het beste uit kinderen wil
halen, dat wil differentiëren en durft te experimenteren.
Het bruist hier. Zo hard zelfs dat we in november tegen
elkaar hebben gezegd: stop, nu gaan we eerst een tijdje
gewoon lesgeven...
De keuze voor een onderbouwlocatie heb ik heel
bewust gemaakt. Veel docenten in de onderbouw zijn
eerst pedagoog, dan vakdidacticus. Dat vind ik mooi:
een kind moet goed in zijn vel zitten voor het goed
kan presteren. Ook vind ik het belangrijk dat elk kind
op zijn schooltijd kan terugkijken met het gevoel: hier
heb ik wat aan gehad, ze hebben me gezien. Dat lukt
alleen als je voldoende differentieert. Daar werken we
hier op school heel hard aan; ik heb er ook de
praktijkopdracht voor mijn masteropleiding Educational
Leadership aan gewijd.
Of ik ooit het onderwijs nog verruil voor een andere sector?
Er moet nog zó veel gebeuren. En werken aan de ontwikkeling
van mensen is zo machtig interessant. Nee, ik kan het me echt
niet voorstellen.’ ◗
‘Ik bof zó met
mijn betrokken
team’
MIJ
N P
ASSI
E
8
“Onderwijs op maat” of gepersonaliseerd onderwijs is één van de mantra’s van dit moment. Wie de
leerling meer naar diens wensen bedient, stimuleert en motiveert meer, is de achterliggende gedachte.
Ook het nieuwe Koersdocument (Koers 2020) van Stichting Carmelcollege besteedt er aandacht aan.
Maar werkt het? Of duikt toch Willem Elsschot op: “Tussen droom en daad staan wetten in de weg en
praktische bezwaren”?
Drie uitspraken als begin. ‘Ik geloof niet in radicale
onderwijsvernieuwingen, maar ben wel overtuigd dat
we meer moeten doen om onze leerlingen te betrekken’,
zegt Carel Vaneker, adjunct-directeur havo van locatie
De Thij van het Twents Carmel College in Oldenzaal.
Zijn collega Tom Brocks, directeur van locatie Titus
Brandsmalyceum in Oss, verwoordt het zo: ‘In het vmbo
heb ik gezien hoe belangrijk het is aan te sluiten bij wat
de leerling kan en wil.’ En Harm Middelburg, adjunct-
directeur van de locatie Potskampstraat van het Twents
Carmel College: ‘Past het nog: een lesrooster waarin
leerlingen om de drie kwartier een ander vak hebben en
de focus moeten verleggen?’
Alle drie hebben ze ervaring met onderwijs op maat.
Vaneker verwijst naar de school in Nottingham die
hij vorig jaar bezocht. In de eerste drie leerjaren ligt
het accent er op de vorming van een brede algemene
ontwikkeling. ‘De vakken zijn er geïntegreerd in projecten
en buitenschoolse activiteiten. Daarna krijgen ze
nauwelijks les, twee tot drie uur per dag misschien, maar
zijn de hele dag aanwezig en doen veel door zelfstudie.
Ze maken zelf keuzes. Als ze liever eerst één vak afronden
om daarna meer tijd te hebben voor andere vakken, kan
dat. Ik was onder de indruk’, legt hij uit.
Het “en, en” sprak hem aan. Elementen van het
gangbare onderwijssysteem blijven aanwezig, maar de
leerling krijgt meer ruimte voor eigen prioriteiten.
‘Je ziet dat gepersonaliseerd onderwijs niet hetzelfde is
als een individueel traject’, benadrukt Brocks. ‘School is
belangrijk voor de vorming van je persoonlijkheid.’
Of, zoals Middelburg het kernachtig uitdrukt:
‘Zo komen we bij de relatie uit. Wat hebben onze
leerlingen nodig? Hoe kunnen wíj hen in
hun kracht zetten?’
ZOMERSCHOOL
Het Twents Carmel College heeft uit
de verschillende mogelijke antwoorden
op Middelburgs laatste vraag gekozen
voor deelname aan een pilotproject rond
de Zomerschool. In de zomervakantie van
vorig jaar keerden 23 leerlingen twee weken lang terug
voor een laatste kans om toch nog over te gaan. ‘Een
intensief programma’, verduidelijkt Middelburg, ‘het was
niet “even erbij” doen.’ Deelnemers moesten aan de slag
voor één of twee vakken. Aanwezigheid was verplicht en
dagelijks moesten ze hun vorderingen laten zien. Aan
het eind moesten ze bovendien door het maken van een
toets aantonen de overgang alsnog te verdienen.
De resultaten zijn bevredigend. Van de 23 leerlingen zijn
er uiteindelijk achttien overgegaan. Middelburg zoekt de
verklaring in de individuele aandacht en ondersteuning,
verzorgd door externe begeleiders van adviesbureau
BMC, dat de Zomerschool heeft ontwikkeld in opdracht
van de VO-raad en CNV Onderwijs. ‘We hebben bewust
niet voor eigen medewerkers gekozen, het leek ons beter
dat de leerlingen eens iemand anders zouden zien.
Als je al twee jaar dezelfde leraar hebt en het klikt niet,
dan werkt dat ook op de Zomerschool niet.’ Vaneker
wijst op nog een ander element: ‘Je krijgt een vak niet
versnipperd in lesuren en over een heel schooljaar, je
gaat er twee weken lang vijftien tot twintig uur mee aan
de slag.’
‘Extra tijd en aandacht voor groei leerlingen’
Gepersonaliseerd onderwijs gaat over grenzen bestaand systeem
‘Deel leerlingen
toe aan andere
didactiek en
organisatie’
Uiteraard heeft later een kritische evaluatie
plaatsgevonden. Opgesteld door Vaneker, één van de
initiatiefnemers voor deelname aan de Zomerschool.
Ze dient als opmaat voor de zomer van 2015, want ook
dan doet het Twents Carmel College mee. ‘Wel met
wat accentverschillen. Zo kondigen we de Zomerschool
vroeger aan, scherpen we de procedures aan en
stellen we met de deelnemers een intentieverklaring
voor duurzame inzet op. We bieden bovendien meer
leerlingen die kans. Omdat we ons richten op de
vooreindexamenklas laten we ook 5 vwo’ers toe.
We vermoeden uit te komen op 40 leerlingen.
Dan hebben we de massa om zeven begeleiders in
te zetten, allen vakdocenten voor de bovenbouw.
Die moeten er wel zijn, hebben we vorig jaar gemerkt.’
Hij vertelt hoe de ouders van één van de leerlingen
hun vakantie aanpasten. Ze gingen met hun kinderen
naar Amerika, de deelnemer aan de Zomerschool
zou nakomen. Uiteindelijk bleef hij zitten. Voor de
tweede keer in hetzelfde leerjaar, zodat hij De Thij
moest verlaten. ‘Hij zit nu op een andere school en dat
gaat goed. Zijn vader en moeder zijn positief over zijn
deelname aan de Zomerschool, hij heeft ervan geleerd.
Daar gaat het om. En het is voor ons prettig te weten
dat hij goed terechtgekomen is.’ In de opzet voor zomer
2015 krijgen de deelnemers verder te horen dat de
school hen na de zomer blijft volgen. ‘Het probleem is
vaak de werkhouding. Ze zijn puber, ze mogen leren van
hun fouten en krijgen een nieuwe kans. Daaraan willen
we meewerken.’ En: ‘We zien dat een fl inke groep van
de tegenwoordige leerlingen een andere didactiek en
organisatie nodig heeft.’
ERKENNING
In Oss wordt al geruime tijd volgens dat spoor gewerkt.
Deels ingegeven door de omstandigheden, erkent
Brocks: ‘Een aantal jaren terug stonden we er als
Titus Brandsmalyceum niet goed voor. We hadden
weinig aanmeldingen en stonden bekend als arrogant
en zakelijk.’ Om het tij te keren, zette de locatie
in op masterclasses voor science, art en versterkt
taalonderwijs. Inmiddels is daar business bijgekomen.
‘Leerlingen zijn er een dagdeel per week mee bezig.
Ze vinden het de leukste lessen. Er gaat zeker een
wervend effect vanuit, maar er is daarnaast een
didactische invalshoek: eigenlijk vragen we de
leerling wat hem boeit of interesseert. Hij wordt
gezien, erkend.’
En dan kan er meer. ‘We geven onze leerling de ruimte
om hun talenten te etaleren. Iedereen wil immers laten
zien waarin hij of zij goed is. Wij willen iedereen, elke
9
A P R I L 2 0 1 5
‘Iedereen wil
laten zien waarin
hij goed is’
10
leerling én elke medewerker, op het individu afgestemde
mogelijkheden aanbieden.’ Zo wordt gewerkt aan de
invoering van een driejarige brugperiode. ‘Ik vind dat
er te weinig leerlingen naar het vwo gaan. We gaan
nu meer inspelen op het gegeven dat verwachtingen
van docenten in hoge mate de keuze van de leerlingen
bepalen. In zo’n brugklas voor havo en vwo ziet de
leerling zelf zijn scores in een havo- en een vwo-kolom.
Dat doet recht aan wat bij hem of haar past. Hij of zij
krijgt een beeld van zijn of haar talenten en kwaliteiten.
Zo wijzen we er onze havoleerlingen ook op dat ze door
kunnen naar het vwo. Er zijn nu al twintig leerlingen
die daarvoor kiezen. Samen kijken we wat zij nodig
hebben om van het vwo een succes te maken. Ons extra
curriculum draagt daartoe bij. Onze leerlingen kunnen
een leergang debatteren volgen, een fi losofi e-opleiding,
een opleiding voor het Cambridge-diploma Engels en
gelijkwaardige certifi caten voor Duits, Frans en Spaans,
meewerken aan sCOOLradio of een musical.’
Zo gaat de blik vanzelf verder. ‘We zoeken mogelijkheden
om de leerling nog meer in staat te stellen te versnellen,
te verbreden en te verdiepen. Daarom streven we naar
meer gepersonaliseerde roosters en gedifferentieerd
examineren. Zodat je als havoleerling voor enkele vakken
op vwo-niveau examen kunt doen. Met het ministerie
en enkele andere scholen kijken we hoe dat zou kunnen.
Daaronder overigens geen andere Carmelscholen. ‘
ONTWIKKELING
Brocks wijst op nog iets anders: ‘De samenleving werkt niet
helemaal mee. Opbrengstgericht werken, accountability,
de OESO-lijstjes… We moeten ons meer richten op
ontwikkeling in plaats van accountability.’ Vanuit Oldenzaal
valt Vaneker hem bij: ‘Dat is het rendementsdenken.
Terwijl we allemaal weten dat groei geen lineair proces
is; dat leerlingen soms wat extra tijd en aandacht nodig
hebben.’ Middelburg wijst op de gesprekjes die hij
heeft gevoerd met twee leerlingen die afgelopen zomer
deelnamen aan de Zomerschool: ‘De jongen zei niet beter
te zijn geworden, maar hij heeft zijn aanpak veranderd.
Het meisje maakt nu álle opgaven, terwijl ze voorheen de
moeilijke omzeilde. Ik leer hieruit dat we ons onderwijs
en onze begeleiding zo moeten inrichten dat we
meer ruimte hebben voor de begeleiding van
onze leerlingen.’
‘We hebben
rebellen nodig’
RUIMTE VOOR TALENT
11
A P R I L 2 0 1 5
Vaneker verwijst nog eens naar de school in Nottingham.
Daar zijn eveneens structuren, maar er is ook een
“schil” met ruimte voor verdieping en eigen keuzes.
‘Aan die schil komen wij te weinig toe. Als we onze
leerlingen meer willen bieden, zullen we hen meer
moeten betrekken en verantwoordelijkheid moeten
geven. Wettelijk kan dat. Het is alleen ingewikkeld;
gepersonaliseerd onderwijs is erg arbeidsintensief.’
Daar staat tegenover dat de docenten meegroeien, is
Brocks’ ervaring. ‘Het is congruent: wat ik mijn leerlingen
bied, bied ik ook mijn collega’s. We proberen hun
individuele talenten te stimuleren en voor de school in te
zetten. Dan gaat het gelijk op en ontstaat innovatie van
onderaf. We zijn te veel een toetsfabriek. Feedback geeft
meer groei.’
Hij realiseert zich dat daarvoor tijd nodig is. En: ‘Wat we
nu doen, past allemaal nog in het systeem. Maar door
het gepersonaliseerde leren lopen we steeds vaker tegen
de grenzen aan. De lokalen, urentabellen, de afrekening
op resultaten. Als we echt ruimte willen maken voor
de groei van onze leerlingen, zullen we soms grenzen
moeten overschrijden. We hebben rebellen nodig.’ ◗
KOERS 2020
Het proces van totstandkoming van het nieuwe
richtinggevende strategische reisdocument voor Carmel
nadert het einde. Mooi samenspel tussen schoolleiders en
bestuur levert een waardevol document op dat onze
scholen helpt richting te kiezen en accenten te leggen die
de kwaliteit van ons onderwijs en onze organisaties
verder verbeteren. Een reisdocument dat pas echt waarde
krijgt in de vorm van keuzes, accenten en concretiseringen
op schoolniveau. Die kaderstellende ruimte voor het
maken van keuzes is heel nadrukkelijk aanwezig in Koers
2020. Maar wel binnen de gedeelde opvatting dat vier
aspecten in samenhang de kwaliteit van ons onderwijs
bepalen:
• De basiskwaliteit is in de ogen van de inspectie altijd
minimaal voldoende.
• De drie functies van onderwijs (kwalificatie, socialisatie
en persoonsvorming) zijn gelijkwaardig en geven samen
inhoud aan het begrip brede vorming.
• 21e eeuwse vaardigheden als doelen stellen, reflecteren,
gemotiveerde en verantwoorde keuzes maken en
digitale geletterdheid maken integraal onderdeel uit
van ons curriculum.
• We maken in onze organisatie echt ruimte om recht te
doen aan verschillen tussen leerlingen in de vorm van
meer gepersonaliseerd leren.
Daarmee is Koers 2020 nadrukkelijk een uitnodiging maar
tevens een opdracht om op schoolniveau met elkaar het
inspirerende gesprek aan te gaan. De focus ligt daarbij
nadrukkelijk op onderwijs en leerlingen in het besef dat
alle andere processen ook belangrijk zijn, maar secundair
aan onze primaire raison d’être: leerlingen voorbereiden
op een onbekende toekomst. Een leerling is echter geen
leerling zonder een leraar, maar ook omgekeerd is het
begrip leraar leeg zonder de leerling. Leraar en leerling als
ondeelbaar geheel. ◗
ROMAIN RIJKVoorzitter College van Bestuur, Stichting Carmelcollege
COLU
MN
12
Op Marianum, locatie Groenlo, volgen alle havo- en vwo-leerlingen één uur per week het vak 3xO:
Onderzoeken, Ontwerpen, Ondernemen. In modules van tien weken leren ze hoe je een onderzoek opzet en
uitvoert en producten op de markt brengt. Niet alleen een goede voorbereiding voor het profi elwerkstuk
in de bovenbouw, maar ook nuttig voor hun latere loopbaan!
3xO
In leerjaar 1 staan een enquête en een observatie-
onderzoek naar gedrag op het programma.
Eerst maar eens die vragenlijst opzetten. Kay,
Matthias en Timon hebben er wel zin in.
1
Kan deze taak al van het lijstje “busy” naar “done”?
Eduscrum is een handige manier om projecten te
organiseren. Zo’n pakje Post-its komt daarbij goed
van pas.
2
Naast “eduscrummen” leren de tweede-
en derdeklassers interviews houden,
natuurwetenschappelijk onderzoek doen,
bronnenonderzoek doen en meer. Onder
deskundige begeleiding.
3
Carmel in beeld
A P R I L 2 0 1 5
Zo. Na zes jaar 3xO zijn deze onderzoekers,
ontwerpers en ondernemers er klaar voor.
Laat die vervolgstudie maar komen!
En hier komt het dan allemaal in samen: het
profi elwerkstuk! Willem te Kronnie en Antony
Porskamp (6 gymnasium) kozen een prikkelend
onderwerp: brandnetels.
4
Zomaar een PET-fl es? Welnee, een prototype van
een bioreactor voor algen. Sander Rots wijdt er zijn
profi elwerkstuk aan.
5
13
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
filmpje zien over 3x0? filmpje zien over 3x0?
Scan deze pagina met Layar!Scan deze pagina met Layar!
14
Kort
NIEUW LID RAAD VAN TOEZICHT
Na positief advies van het Convent van School-
leiders en de GMR is mevrouw R. (Rosa) Jansen
per 1 januari 2015 benoemd tot lid van de Raad
van Toezicht van Stichting Carmelcollege.
Sinds 2008 is Jansen voorzitter College van
Bestuur Studiecentrum Rechtspleging (SSR),
rector van de Raio-opleiding en coördinerend
vice-president van de rechtbank Utrecht.
Daarnaast is ze betrokken geweest bij diverse
internationale programma’s en projecten
omtrent de opbouw van opleidingen voor de
rechterlijke macht en versterking van de
opleidingsinstituten.
Jansen is de opvolgster van mevrouw E. Diender-
van Dijk die afscheid heeft genomen in juli 2014.
De Raad is ervan overtuigd dat Rosa Jansen de
komende jaren een belangrijke bijdrage zal
leveren aan het werk van de Raad van Toezicht. ◗
VOLG JE ONS OP SOCIAL MEDIA?
@stgcarmel en @CarmelVacatures
stgcarmel
stgcarmel
stichting-carmelcollege ◗
PROFIELWERKSTUK 2015
De winnaars van de Carmel Award 2015 zijn
bekend. Bij het verschijnen van dit magazine
vindt u de uitslag op onze website www.carmel.nl
onder “Nieuws en publicaties”.
Nominaties
De leden van de nominatiecommissies havo en
vwo hebben de maar liefst 55 ingezonden
Carmelprofi elwerkstukken weer met veel interesse
gelezen. Na twee waardevolle dagen zijn zij tot
onderstaande selectie gekomen. Felicitaties gaan
uit naar de genomineerde leerlingen!
Finale en fi nalisten
Tijdens de fi nale op donderdag 9 april 2015
mocht het publiek, naast een pitch van alle
genomineerden, genieten van het muzikale talent
van leerlingen van Lyceum De Grundel. Zoals
onderstaande titels al aangeven grijpen de
onderwerpen van dit jaar in op de actualiteit en
op het onderwijs. “Van boek naar doek” is
bijvoorbeeld een onderzoek dat interessant is ter
ondersteuning van hedendaags literatuur-
onderwijs. In het onderzoek naar passend
onderwijs in Oldenzaal doken de leerlingen in
leer- en gedragsproblemen op Oldenzaalse
basisscholen. Oude verhalen werden
geactualiseerd (Andromache) voor docenten
Latijn en Grieks om te gebruiken in hun lessen.
Al met al zeer diverse profi elwerkstukken, die hun
nominatie dik hebben verdiend.
Havo
• Hoe van boek naar doek, door Demi Vallery
Plettenburg, Pius X College locatie
Aalderinkshoek
• De pest en de Spaanse griep, door
Yvonne Börgeling en Eva van der Cammen,
Scholengroep Carmel Hengelo locatie
Het Twickel College
• Menu van de dag, door Aynur Nungur,
Renée Christon en Eefje Groot Koerkamp,
Etty Hillesum Lyceum locatie Het Vlier
• Techniek in de zorg, door Silke van
Dooremolen en Marit Overmars, Carmel
College Salland locatie Hofstedelaan
Vwo
• Dynamiek van wind en water, door Noah
Zijlstra en Sytze Tirion, Maartenscollege
• Survival of the strongest, door Christiaan van
den Berg en Thom Nijboer, Maartenscollege
• Passend onderwijs in Oldenzaal, door Merle
Koertshuis, Naomi Schreurs en Carmen Poort,
Twents Carmel College locatie De Thij
• Andromache, door Sofi e Jansen, Wietske
Wijnja en Hanneke Oosterwegel, Etty
Hillesum Lyceum locatie Het Vlier. ◗
15
A P R I L 2 0 1 5
Waardengericht LerenVanuit haar wortels in de Karmeltraditie hecht Stichting Carmelcollege grote waarde aan identiteit en brede
vorming. In Carmel Magazine gaan Ben Wolbers en andere karmelieten op zoek naar raakvlakken tussen
Karmel en Carmel in het onderwijs van alledag.
Hoe ging het verder met...
De band tussen Karmel en Carmel voert helemaal terug
tot het jaar 1653, toen karmelieten in Boxmeer hun
eerste Latijnse school stichtten. Het onderwijzen van
jongeren die van huis uit minder kansen hadden, kwam
voort uit de Karmeltraditie van zorg voor zwakken in
de samenleving. Na de Franse Revolutie bloeiden de
onderwijsactiviteiten van de orde in Nederland op
en werd de basis gelegd voor veel Carmelscholen van
vandaag.
DIEP VERANKERD
Hoewel er niet langer karmelieten voor de klas staan,
is de orde nog altijd vertegenwoordigd in de Raad van
Toezicht. Ook is de spiritualiteit diep verankerd in het
DNA van de scholen. Maar wat is daar dan kenmerkend
voor? Waar is dat zichtbaar en tastbaar? De Brede
Werkgroep Waardengericht Leren heeft in haar
zoektocht naar de Karmelspiritualiteit Ben Wolbers
(69) uitgenodigd, voormalig prior-provinciaal van de
Karmelieten in Nederland. Samen zijn ze in gesprek
gegaan over de vraag waar de leefregel van Karmel en
de praktijk op Carmelscholen elkaar raken.
ZEVEN RAAKVLAKKEN
In een inleiding beschrijft Wolbers zeven van deze
raakvlakken. ‘De Karmelregel verwijst bijvoorbeeld naar
de “open ruimte” in het leven van iedere mens’, vertelt
hij. ‘Er is iets in de mens dat je nooit helemaal kunt
vatten. Dit is het geheim, het ongrijpbare dat in ons
leven besloten ligt en dat we in de Karmeltraditie God
noemen. Op Carmelscholen zie ik dat terug in het grote
respect dat er is voor de binnenkant van de leerling.
De leerling is een persoon in ontwikkeling en leraren
groeien met hem of haar mee.
Een andere overeenkomst zie ik in de manier van
leidinggeven. De Karmelregel zegt dat degene die
leiding geeft, nooit de baas mag willen spelen.
Leiderschap gaat uit van dienstbaarheid, naar
het voorbeeld van Jezus. Dat zie ik terug bij
Carmelbestuurders die hun medewerkers willen dienen
en bij medewerkers die op hun beurt bereid zijn om
met het bestuur mee te bewegen. Want dienstbaarheid
moet altijd van twee kanten komen.’
ARTIKELENSERIE
De raakvlakken uit de notitie van Wolbers vormen
het uitgangspunt voor een nieuwe, zevendelige
artikelenserie onder de titel “Karmel en Carmel”.
In elk nummer van Carmel Magazine gaat een
karmeliet op bezoek bij een school waar een van de
zeven raakvlakken concreet aanwezig is in de praktijk
van alledag. Wat betekent dit voor de leerlingen, de
docenten en de schoolleiding? Is het een verrijking of
soms ook een worsteling? Het eerste artikel verschijnt in
september 2015. ◗
IDEN
TITE
IT
16
Wie de Mondriaanlaan in Oss vanaf de westkant
binnenloopt, ziet links de vmbo-locatie Stadion van Het
Hooghuis, als onderdeel van de voetbaltempel van FC Oss.
Daartegenover het Mondriaan College, tot 1 januari een
zelfstandige openbare scholengemeenschap voor vmbo-
theoretisch, havo en vwo. Het gebied staat bekend als
Talentencampus. Onderwijs en ondernemers willen hier van
en met elkaar leren. ROC De Leijgraaf bouwt er zijn afdeling
Zorg & Welzijn, terwijl de centrale directie van Het Hooghuis
verhuist naar een kantoorpand in deze omgeving.
‘De Talentencampus past bij ons streven leerlingen zo
goed mogelijk te begeleiden in hun talenten en passie,
zodat we hen optimaal voorbereiden op hun toekomst’,
licht Jan Rijkers toe. Later in het gesprek citeert hij
de Duitse fi losoof Peter Sloterdijk: “Onderwijs moet
leerlingen voorbereiden op een maatschappij die er niet
is.” Toelichtend: ‘Alleen al de afgelopen jaren is er 25%
aan nieuwe beroepen ontstaan. Onze leerlingen moeten
straks wendbaar zijn en toegerust om te kunnen inspelen
op nieuwe ontwikkelingen.’
VARIANTEN
Zo slaat Rijkers de brug naar de fusie. ‘Die stelt ons in
staat twee varianten van vmbo-theoretisch en havo
aan te bieden’, vertelt hij. Erik Jan Bakker, de kersverse
Op de gevel van de school staat de naam Mondriaan College. Daarboven, op de daklijst, die van Het
Hooghuis. Op 1 januari van dit jaar zijn de scholen gefuseerd. ‘Ik stond erbij toen onze naam werd geplaatst.
Het ging me aan het hart’, herinnert zich Jan Rijkers, voorzitter van de centrale directie van Het Hooghuis.
Met bijna 6.000 leerlingen in zeven locaties is het nu de grootste school van Nederland. ‘Dat is onbelangrijk.
Wat telt is dat we nu nog meer voor onze leerlingen kunnen doen.’
‘Fusie Oss vergroot ruimte voor keuzes leerlingen’
Mondriaan College onderdeel van Het Hooghuis
DIV
ERSI
TEIT
17
A P R I L 2 0 1 5
De problemen van het Mondriaan
hebben het fusietraject hooguit
versneld, meent Rijkers. Hij wijst
erop dat beide scholen al in gesprek
waren over de langere termijn en veel
overeenkomsten vonden. ‘Deze fusie
gaat over verbetering en aanvulling van het
onderwijs, niet alleen maar over het overeind houden
van een school.’
VOLWAARDIG
Sinds 1 januari is het Mondriaan een volwaardige
locatie van Het Hooghuis. Rijkers: ‘We zijn één school
met zeven locaties. Allemaal eigenstandig, eigenwijs
en eigengereid. Erik Jan is als locatiedirecteur lid van
het managementteam en vervult ook taken voor de
organisatie als geheel.’ Bakker: ‘Onze leerlingen zitten
intussen gewoon op het Mondriaan. Voor hen speelt
veel minder dat we een locatie van Het Hooghuis zijn
geworden. We blijven ons bovendien onderscheiden.’
En dat kan in harmonie, weten beide schoolleiders.
Ze noemen de Hooghuisdag, een scholingsdag voor
alle personeelsleden in januari als voorbeeld.
De collega’s mengden vanzelf. Even daarna gebeurde
op de postactievendag hetzelfde. ‘Het verschil in
afkomst, katholiek en openbaar, is geen obstakel.
Onze waarden en normen liggen voldoende dicht
bij elkaar.’ Door de fusie zijn beide scholen wel van
kleur verschoten: Het Hooghuis is sinds 1 januari een
“algemeen bijzondere” school.
‘Ons samengaan heeft de diversiteit van het voortgezet
onderwijs in Oss versterkt. Er is altijd de vrees dat een
fusie het aanbod beperkt, maar hier vergroot ze de
keuzemogelijkheden’, concludeert Rijkers. In de weken
van open dagen en aanmelding blijkt of het publiek er
net zo over denkt. Vorig jaar lekten nog leerlingen weg
omdat ouders zich afvroegen of hun kind hier de school
zou kunnen afmaken. Nu zou het beeld anders moeten
zijn. ‘We hebben er veel vertrouwen in, maar het is zeker
spannend’, besluit Bakker. ◗
locatiedirecteur van het Mondriaan College: ‘Onze
havo richt zich op de leerlingen die naar het hbo willen.
Met veel aandacht voor de competenties die het hbo
verlangt.’ Rijkers: ‘De overstap van havo naar hbo is in te
veel gevallen niet succesvol. We willen de leerlingen nog
beter op weg helpen.’ De andere havo van Het Hooghuis
legt zich toe op de leerlingen die willen doorstromen
naar het vwo. Zij kunnen terecht op de locatie Titus
Brandsmalyceum. Net als de vwo’ers van het Mondriaan
College waar de vwo-afdeling te klein was geworden.
Een vergelijkbaar onderscheid geldt voor de vmbo-
theoretisch-opleidingen. Op locatie Stadion ligt het
accent op de doorstroming naar het mbo; locatie
Mondriaan College bereidt leerlingen voor op een
overstap naar de havo. ‘Vorige week was ik bij de
Onderwijsraad, voor een bijeenkomst over de versterking
van vmbo-theoretisch’, zegt Bakker. ‘Ik heb verteld hoe
we het hier gaan doen. En kúnnen doen, dankzij de
massa die we hebben. Collega’s van andere scholen
waren jaloers.’ Rijkers knikt: ‘Door onze omvang kunnen
we verschillende invullingen geven aan zowel vmbo-t als
havo. Iedere leerling krijgt een passende opleiding.’
FUSIEWAAKHOND
Maar scholenfusies zijn niet populair. Daarom heeft
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een
waakhond in de vorm van de Commissie Fusietoets
Onderwijs (CFTO). Deze ziet erop toe dat er voor
leerlingen en ouders genoeg te kiezen blijft. In haar
rapport schetst de CFTO hoe de concurrentie op de
plaatselijke onderwijsmarkt - Het Hooghuis, Mondriaan
College en Maasland College (onderdeel van OMO) - en
de bevolkingskrimp een zware tol van het Mondriaan
hebben geëist. De continuïteit van de vwo-afdeling was
al in gevaar, voor het havo dreigde hetzelfde scenario.
Daarom heeft de CFTO de minister geadviseerd de fusie
goed te keuren.
‘Het verschil in
afkomst, katholiek
en openbaar, is
geen obstakel’
‘Ook bewegen is een leervak’Een unieke menukaart helpt Carmelscholen om hun bewegingsonderwijs en -faciliteiten in te richten voor de
toekomst. Een hele puzzel: jongeren hebben een minder actieve levensstijl dan vroeger en vinden andere
dingen leuk. Hoe kun je ze in en om school dan toch goed leren bewegen?
‘Vergelijk het maar
met een toeristische
menukaart met
plaatjes, waarop je
ook zonder de taal te
spreken een gerecht
naar smaak kunt
uitkiezen’
Menukaart bewegingsonderwijs helpt Carmelscholen op
weg naar 2020
18
A P R I L 2 0 1 5
Een judozaal annex danszaal, een fi tnesscentrum en
een praktijkruimte voor een fysiotherapeut: dat is wel
wat anders dan het stereotiepe beeld van handballende
leerlingen in een gymzaal. Het Twickel College
Hengelo heeft de komst van een nieuw schoolgebouw
aangegrepen om ook het bewegingsonderwijs een impuls
te geven. Drie sportzalen worden vernieuwd en één maakt
er plaats voor de bovengenoemde faciliteiten.
De school wil aan de komende generaties leerlingen
gevarieerd en aantrekkelijk bewegingsonderwijs blijven
bieden, vertelt docent Martin Bakker. ‘Dat jongeren
op school goed leren bewegen, wordt alleen maar
belangrijker. Hun motorische vaardigheden gaan
achteruit doordat ze in hun dagelijks leven minder actief
zijn, blijkt uit onderzoek. Tegelijkertijd worden traditionele
verenigingssporten minder populair. Jongeren kiezen voor
meer individuele vormen van bewegen. Daar gaan we bij
de bouw rekening mee houden.’
SLUITPOST
Investeren in bewegingsonderwijs past bij het sportieve
profi el van Het Twickel College Hengelo, dat in de onder-
bouw sport+ aanbiedt en in de bovenbouw
‘Het vitaliteitscentrum bouwen
we toch, maar door het op
deze manier te doen, levert
het allerlei plussen op’
19
20
FREE SPORT
Net als de menukaart huisvesting is de menukaart
bewegingsonderwijs samen ontworpen met M3V-
adviseurs. Mede-eigenaar en adviseur Harry Vedder
signaleert drie belangrijke trends die de toekomst van
het bewegingsonderwijs beïnvloeden. ‘De eerste is
dat instructie net als in de rest van het onderwijs een
kleinere rol gaat innemen’, zegt hij. ‘Leerlingen gaan
meer zelfstandig en zelfsturend aan projecten werken,
individueel en in groepjes.’
Dit is mogelijk dankzij trend nummer twee: de opkomst
van ICT. Vedder: ‘Leerlingen bekijken bijvoorbeeld eerst
op de iPad een instructie voor een oefening, maken
dan opnames tijdens de oefening en kijken daarna
terug hoe ze de oefening hebben uitgevoerd en hoe
het nog beter kan. In een traditionele gymles was dat
niet mogelijk.’ Een goed voorbeeld is de app die is
ontwikkeld door docent Koen Kockman van het Twents
Carmel College (zie Carmel Magazine, december 2014).
Als derde trend noemt Vedder de opkomst van
andersoortige manieren van bewegen, waarin het vaak
gaat om de kick: ‘Denk aan free sports, die je op straat
doet, zoals free running en free biking. Een kenmerk
is dat deze sporten individueel en toch samen worden
uitgevoerd. Jongeren zijn wel gemotiveerd om samen
te bewegen, maar ze willen niet meer “verdwijnen”
in een team.’ Voor scholen is hiervoor al materiaal
beschikbaar: SLO heeft voor het fenomeen free sport
een handreiking gemaakt met mogelijkheden voor de
gymzaal en het schoolplein.
KOERS 2020
Carmelscholen die al deze trends vertalen in hun
bewegingsonderwijs, sluiten daarmee goed aan bij
bewegen, sport & maatschappij als examenvak.
Het gaat de school er niet alleen om dát leerlingen
lichamelijk actief zijn, beklemtoont Peter Dooijeweerd,
lid van de centrale directie van Scholengroep Carmel
Hengelo, waar Twickel deel van uitmaakt. ‘Dan zouden
we leerlingen net zo goed alleen een kaart voor de
sportschool kunnen geven. Wij willen dat ze góed leren
bewegen, want dat is belangrijk voor de rest van hun
leven. In dat opzicht is bewegingsonderwijs evengoed
een “leervak” als alle andere vakken op school. Een vak
dat vraagt om goede docenten en nadrukkelijk ook om
goede faciliteiten.’
Vergeleken met andere vakken is het bewegings-
onderwijs op dat laatste punt geregeld in het nadeel.
Bij nieuwbouwprojecten wordt vaak eerst naar het
schoolgebouw gekeken; aan het eind “moet er ook nog
iets” met de sporthal. Een andere complicerende factor
is dat het geld vaak uit een ander potje bij de gemeente
moet komen. Dit maakt van het bewegingsonderwijs
vaak de sluitpost.
MENUKAART
Dit was ook wat er gebeurde bij de drie bouwprojecten
die binnen Scholengroep Carmel Hengelo op stapel
staan - tot het verschijnen van de menukaart
bewegingsonderwijs. Dit instrument - uniek in
Nederland - is het nieuwste product van de afdeling
Huisvesting & Facilities, die eerder de bredere menu-
kaart huisvesting uitbracht. Dooijeweerd, zelf van
oorsprong docent lichamelijke opvoeding, dacht mee
over de totstandkoming.
Het idee erachter is gelijk aan dat van de eerdere
menukaart: help scholen om vernieuwende onderwijs-
concepten te vertalen in huisvestingsconcepten en
ruimtesoorten zonder dat ze daarvoor specialistische
kennis hoeven te hebben. Vergelijk het maar met een
toeristische menukaart met plaatjes, waarop je ook
zonder de taal te spreken een gerecht naar smaak kunt
uitkiezen.
De aanleiding voor het doorlichten van het bewegings-
onderwijs ligt vaak hetzij in nieuwbouwplannen,
hetzij in acute knelpunten die worden ervaren, vertelt
teamleider Huisvesting & Facilities Leo van Wijchen.
‘In alle gevallen kun je er maar beter op tijd bij zijn.
Daarom is in de kwaliteitsscan huisvesting, die we
tussen 2010 en 2012 op alle Carmelscholen hebben
afgenomen, ook gekeken naar bewegingsonderwijs.
Kwamen er ergens knelpunten uit, dan hebben we de
school gevraagd: wat willen jullie en wat is fi nancieel
haalbaar?’
Bij het beantwoorden van die vragen komt de nieuwe
menukaart goed van pas. De kaart geeft een
overzicht van alle actuele ontwikkelingen in en rond het
bewegingsonderwijs en biedt een complete route-
beschrijving van idee naar faciliteiten. Vier beslis-
bomen voeren de gebruiker stapsgewijs door dat
hele proces.
‘HIER IS BEHOEFTE AAN’
Remon Bahnerth, adviseur huisvesting van
de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke
Opvoeding: ‘Deze menukaart is een mooi
voorbeeld van hoe je een visie op onderwijs,
op jongeren en op bewegingsonderwijs kunt
vertalen in de vormgeving van voorzieningen.
Bij ons zijn eigenlijk geen andere voorbeelden
bekend van Nederlandse schoolbesturen die
samen met deskundigen een vergelijkbare
denkwijze en beslisboom hebben neergezet.
En dat terwijl er wel behoefte aan is.
Onlangs nog werd ik nog gebeld door een
ambtenaar die zei dat hij de besturen in zijn
gemeente al heel lang vraagt een visie op
bewegingsonderwijs te formuleren. ◗
21
A P R I L 2 0 1 5
EINDELIJK RUST
Vol enthousiasme presenteren ze hun profi elwerkstuk.
De invloed van de mobiele telefoon en de sociale media op
het gedrag van de groep 14-19 jaar en de groep 20-30 jaar.
Natuurlijk, ik heb al vaker gelezen dat je niet naar een
scherm moet kijken voor het slapengaan en ik zie dagelijks
hoe het mobieltje alle aandacht opzuigt. Maar toch heeft
deze fl itsende posterpresentatie van nog geen twintig
minuten het effect van een slotpleidooi van een advocaat:
bagatelliseer het probleem niet en leg het gebruik aan
banden.
Brechtje maakt ons met de nodige biologische termen en
schema’s duidelijk dat we met recht kunnen spreken van
een verslaving. Er wordt net als bij andere verslavingen
telkens dopamine aangemaakt. Pien vertelt dat de helft van
de jongeren toegeeft dat ze verslaafd zijn. Gemiddeld slapen
jongeren een uur minder door de moderne media: geen
9 maar 7,8 uur. Liz gaat ondertussen met een mandje rond.
Of we allemaal even ons mobieltje willen inleveren, zodat we
geconcentreerder kunnen luisteren. Anne vertelt over het
experiment dat ze hebben gedaan waarbij 43 proef-
personen een week lang afzien van mobieltje en sociale
media. Van de jongste groep hield 58% het vol, de andere
groep slechts 41%. De vijf onderzoeksters zelf vonden die
week een verademing. Veel meer concentratie in de les en
meer slaap. De grootste winst en de belangrijkste
eyeopener: eindelijk rust. Er hoeven geen berichten meer te
worden gecontroleerd, heerlijk.
We besteden gemiddeld twee uur per dag aan sociale
media. Het publiek wil weten wat dit onderzoek hun heeft
opgeleverd. Jet vertelt dat ze het mobieltje nu vaker en
bewuster weglegt. Ik zie om me heen wat de media met ons
doen. En als ik ’s avonds naar bed ga, dan altijd zonder
telefoon. Iemand uit het publiek reageert, de moeder van
Jet: Nou Jet, altijd, altijd?
Gelukkig, het klonk ook haast te mooi om waar te zijn.” ◗
JOS BAACKDocent Frans en CKV, Twents Carmel College, locatie De Thij
COLU
MN
Koers 2020, zegt Van Wijchen. ‘Ook daarin ligt nadruk
op maatwerk, op 21e-eeuwse vaardigheden en
gepersonaliseerd leren.’ Gevraagd naar voorbeelden
noemt hij Twents Carmel College De Thij, dat twee
jaar geleden een vernieuwde sporthal in gebruik nam
(zie foto). Bijzonder is dat deze hal een fi tnessruimte
bevat en dat ook een sportvereniging gebruik maakt
van de voorzieningen. Van Wijchen ziet daar kansen in:
‘Door medegebruik en avondverhuur kun je met weinig
meerkosten heel mooie voorzieningen haalbaar maken.’
Een lopend project is dat van het Maartenscollege,
dat op eigen terrein nieuwe sportvelden ontwikkelt
en binnen het bestaande gebouw een fi tnessruimte
realiseert. Eveneens in de pijplijn zit Marianum, locatie
Groenlo, waar de gemeente onlangs goedkeuring
gaf voor de revitalisering van het schoolgebouw.
Nu gaat de school met de menukaart in de hand
de mogelijkheden voor de sportvoorzieningen
onderzoeken.
MAATSCHAPPELIJKE CONTACTEN
Binnen Scholengroep Carmel Hengelo worden met
diezelfde menukaart op tafel inmiddels druk plannen
gemaakt. Het Twickel College Hengelo is het verst:
daar gaat de schop in augustus al de grond in.
Een jaar later kunnen docenten en leerlingen de
nieuwe accommodatie betrekken.
Docent Martin Bakker kijkt ernaar uit, en niet alleen
vanwege de kwaliteitswinst in het bewegingsonderwijs
voor de leerlingen. De komst van het vitaliteitscentrum,
zoals de combinatie van judozaal/danszaal, fi tness-
centrum en fysiotherapieruimte heet, biedt ook
andere mogelijkheden. Zo kan de school bijvoorbeeld
leefstijltrainingen aanbieden aan personeelsleden.
Ook kan de fysiotherapeut die toch al leerlingen
screende en begeleidde, waarschijnlijk vast zijn intrek
in het centrum nemen. En judo- en dansscholen kunnen
na schooltijd de zalen huren.
‘Het is niet dat we erop willen verdienen’, zegt
Dooijeweerd, ‘als we de kosten eruit halen, is het
genoeg. Zie het maar zo: het vitaliteitscentrum
bouwen we toch, maar door het op deze manier te
doen, levert het allerlei plussen op. Er staan geen
mooie voorzieningen leeg en er komen allerlei
mensen de school in: aankomende leerlingen, ouders,
sporters… Dat is belangrijk voor onze plaats in de
samenleving.’ ◗
Lees meer over de menukaart bewegings-
onderwijs op carmel.nl/carmel/themas onder
“Vastgoedmanagement”. Meer informatie bij
de afdeling Huisvesting & Facilities, telefoon
074 245 5555, of via [email protected] ◗
OPM
ERKE
LIJK
22
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
Meer informatie lezen en filmpje zien? Meer informatie lezen en filmpje zien?
Scan deze pagina met Layar!Scan deze pagina met Layar!
23
A P R I L 2 0 1 5
EEN VLIEGENDE START MET “HET BESTE IDEE”
‘ANW is cool!’ Dat hoor je leerlingen niet vaak zeggen, toch?
Het Augustinianum blies het vak ANW nieuw leven in. En niet zonder
succes: het heeft de school een nominatie voor de Onderwijsprijs
Noord-Brabant opgeleverd. Op 28 januari 2015 schitterde docente
Wilma Paulij samen met haar leerlingen tijdens de finalepitch in het
Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch. Ze werden tweede én gingen naar
huis met de presentatieprijs.
‘Ik was supertrots, want we hebben ook echt geweldige leerlingen en
dat werd alleen maar bevestigd die avond!’, vertelt Wilma Paulij.
In 2010 heeft het Augustinianum het roer omgegooid en
introduceerde het nieuwe curriculum. ‘Van vwo-leerlingen wordt best
wat verwacht: die slagen toch met vlag en wimpel, kiezen met
gemak een vervolgstudie en krijgen dan een goede baan? Dat is
natuurlijk niet de werkelijkheid en het kan de nodige druk en
onzekerheid met zich meebrengen.’
Het nieuwe curriculum bestaat uit zes clusters en geeft leerlingen een
vliegende start in het wetenschappelijk vervolgonderwijs. Bovendien
gaan ze op zoek naar hun talenten. Tijdens het project “Het beste
dee”, wat onderdeel vormt van het derde cluster “Wetenschap in
opdracht”, maken de leerlingen op praktische wijze kennis met
vaardigheden zoals teamwork, brainstormen, creatief denken,
onderzoek, productontwikkeling en presenteren. Daarnaast moeten ze
rekening houden met aspecten zoals eisen en randvoorwaarden,
budget, tijdsdruk, intellectueel eigendom en media-aandacht.
Nadat de leerlingen een goed team hebben samengesteld, waarbij
de verschillende talenten elkaar moeten aanvullen, gaan ze aan de
slag voor een echte opdrachtgever. Dit jaar voerden de leerlingen uit
5-vwo een opdracht uit voor de Hartstichting. Ze buigen zich over
de vraag: welk product voorkomt dat jongeren tussen de 12 en
18 jaar beginnen met roken? De winnaars zijn inmiddels bekend
(zie foto): Linde Klasker, Bas Oversteegen en Kirsten van Kooten
wonnen met hun spel “Adem Nood”. Voorgaande
opdrachtgevers waren het Reumafonds, het
Diabetes Fonds en de Brandwondenstichting.
Een voorbeeld van een winnend idee is de
InsuLight: een injectiepen met ingebouwde
led-lampjes, waarmee diabetespatiënten
ook in het donker insuline kunnen spuiten
(Diabetes Fonds). Een jaar later, toen de
volgende groep research deed naar
patenten, kwam vwo 6-leerling Thomas
Hoogeveen erachter dat Chinezen patent
wilden aanvragen op de InsuLight (scan de
pagina met Layar voor meer informatie over deze
bizarre ontdekking).
Uit de evaluatie onder leerlingen blijkt dat ze het vak een dikke acht
geven. Een kroon op het werk is dat 70% van de leerlingen het vak
achteraf als examenvak zou kiezen. En de helft van deze leerlingen
heeft géén N-profiel. Voorlopig blijft het vak ANW dus gewoon
bestaan op “het Aug”!
Benieuwd naar de ideeën voor de Hartstichting? Check dan
augustinianum.nl en carmel.nl. Wil je weten wat “Het beste idee”
was? Scan dan de pagina met Layar. ◗
‘Leerlingen
geven het vak ANW
een dikke 8!’
COLOFON
Carmel Magazine wordt gemaakt
voor medewerkers en relaties
van Stichting Carmelcollege en
verschijnt drie keer per jaar.
REDACTIE
Fijke Hoogendijk
Daphne Razi
(Stichting Carmelcollege)
Hans Morssinkhof
(Hans Morssinkhof Publicity,
Arnhem)
Suzanne Visser
(Perspect, Baarn)
VORMGEVING EN OPMAAK
Digidee, Enschede
FOTOGRAFIE
Marty van Dijken
(Van Dijken, Enschede)
DRUK
Gildeprint, Enschede
OPLAGE
4.770
24
Stichting Carmelcollege
Drienerparkweg 16
Postbus 864
7550 AW Hengelo
(074) 245 55 55
www.carmel.nl
IN EIGEN KRACHT
De grimas verraadt veel. Hier zwoegt iemand om los te
komen. Zorgvuldig geïnstrueerd en begeleid. Toch gaat
het nog moeilijk. Vandaar het relativerende lachje.
Hij zál omhoog. Liefst vandaag, anders morgen.
Gelukkig hoeft het niet in één keer.
Dan komt het moment waarop het haast vanzelf gaat.
En hij zich moeiteloos optrekt, omdat hij weet wat hij
kan. De begingrimas zal er zeker zijn. Maar de glimlach
wordt breder: gelukt!
Zie hier het verhaal van ons onderwijs. We vertellen
het overal. Goed doordacht, theoretisch gefundeerd en
doorspekt met reeksen getallen. Instroom, doorstroom,
uitstroom - we leggen het vast tot in decimalen.
Maar het beeld van die jongen in de ringen zegt in één
keer alles. Want alles draait om die éne leerling.
Om 38.000 maal die éne leerling. Die we in zijn kracht
zetten zodat hij verder kan. Op eigen kracht.
Dat is ons onderwijs. Dag in, dag uit. Voor elke mens,
heel de mens en alle mensen.
@stgcarmel
@CarmelVacatures
stgcarmel
stgcarmel
stichting-carmelcollege