behandeling van kinderen met kanker in het kinderoncologisch

36
Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch Centrum van VUmc

Upload: phungthu

Post on 11-Jan-2017

227 views

Category:

Documents


6 download

TRANSCRIPT

Page 1: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch Centrum van VUmc

Page 2: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch
Page 3: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

3

| Inhoud

Inleiding 4

Ontstaan van kanker 5

Verschijningsvormen 6

Diagnostisch onderzoek 8

Opname 10

Behandelplan 11

Behandelingsvormen 12

Ondersteunende maatregelen 17

Begeleiding 18

Leefregels 19

Na de behandeling 20

Recidief 21

Wetenschappelijk onderzoek 22

In overleg 25

Alternatieve geneeswijzen 26

Vragen 27

Belangrijke telefoonnummers 28

Verklarende woordenlijst 29

Page 4: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

4

| Inleiding

Uw kind heeft een vorm van kanker. Dit bericht zal een grote schok

voor u zijn geweest. Kanker is een zwaar beladen begrip. Jaarlijks wordt

in Nederland bij ongeveer vijfhonderd kinderen een vorm van kanker

vastgesteld. Kanker bij kinderen is echter anders dan bij volwassenen.

Kinderen hebben meestal andere vormen van kanker, waardoor ze vaak

beter op de behandelingen reageren.

Een groot aantal kinderen met kanker geneest dan ook van de ziekte.

In deze brochure vindt u meer informatie over de ziekte van uw kind

en over de behandeling door de specialisten van de kinderoncologie/

hematologie van VUmc.

In VUmc bevindt zich één van de vijf Kinderoncologische Centra van

Nederland. Samen met twee andere centra voor allogene

stamceltransplantatie leveren zij de zorg voor kinderen met kanker in

Nederland.

Er bestaat een intensieve samenwerking tussen deze centra binnen de

Stichting Kinderoncologie Nederland (SKION), en overigens ook met

centra en groepen in het buitenland.

Het Kinderoncologisch Centrum van VUmc vormt een samenwerkings-

verband met medisch specialisten en vele andere deskundigen.

Gezamenlijk zijn ze betrokken bij de behandeling van kinderen met

kanker. De namen van de betrokkenen staan vermeld op het inlegvel

bij deze brochure.

Page 5: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

5

| Ontstaan van kanker

Een lichaam is opgebouwd uit een zeer grote hoeveelheid cellen. Deze cellen

vermeerderen zich door deling. Uit één cel ontwikkelt zich dan twee nieuwe,

enzovoort. Deze celdeling is noodzakelijk voor de vervanging van oude of

beschadigde cellen, en bij kinderen ook voor de groei van het lichaam.

Soms gaat er bij de celdeling iets mis. Een cel gaat dan door met delen

zonder dat dit nodig is en er treedt geen uitrijping op tot een gezonde cel.

Zo ontwikkelen zich ‘abnormale, zieke cellen’. Als deze abnormale cellen zich

ongeremd blijven delen zonder rekening te houden met het weefsel in hun

omgeving, noemen we dat kanker. Waarom de normale celdeling verstoord

is geraakt, is bij veel vormen van kanker (nog) niet bekend. Wel is duidelijk

geworden dat het meestal niet gaat om een erfelijke oorzaak. Het risico van

het krijgen van kanker voor familieleden is daarom meestal niet verhoogd.

Wanneer dit wel het geval is, zal uw arts dat uitgebreid met u bespreken.

Page 6: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

6

| Verschijningsvormen

Kinderkanker komt gelukkig niet zo veel voor. De ziekte wordt meestal

pas ontdekt als een kind klachten krijgt. Wat voor klachten dat zijn,

hangt af van de vorm van kanker die een kind heeft.

Kanker bij kinderen kan worden ingedeeld in twee hoofdgroepen.

LeukemieBij leukemie zijn de kankercellen afkomstig uit het beenmerg. Beenmerg

is de aanmaakplaats van bloed en bevindt zich in de botten. Bij deze

vorm van kanker worden de kankercellen gewoonlijk verspreid door

het hele lichaam. Ze zitten dan zowel in het bloed als in het beenmerg.

Deze zieke cellen gaan steeds meer ruimte innemen; uiteindelijk

verdringen ze de aanmaak van de gezonde bloedcellen in het beenmerg.

Hierdoor ontstaan op den duur klachten zoals moeheid, bleekheid,

bloedingverschijnselen, koorts en slecht genezende infecties. Bovendien

kunnen de kwaadaardige cellen zich ophopen in andere organen zoals

lymfeklieren, lever of milt, het hersenvocht of de huid. Er zijn veel

verschillende soorten leukemieën. De precieze behandeling hangt af van

de vorm die uw kind heeft. Uw arts zal u hierover verder informeren.

TumorenWanneer de ziekte op een specifieke plaats in het lichaam een groep of

een klomp afwijkende cellen vormt, spreken we van een tumor (gezwel).

Zo’n tumor kan goedaardig zijn (geen kanker) of kwaadaardig (wel

kanker). Een kwaadaardige tumor verdringt op den duur ander weefsel

of groeit erin door. Kwaadaardige tumorcellen kunnen zich ook losmaken

van het oorspronkelijke gezwel. Via de bloedbaan of het lymfestelsel

kunnen deze cellen zich vervolgens naar andere delen van het lichaam

verspreiden. Daar ontstaat dan een nieuwe woekering van cellen. Dit

wordt een uitzaaiing of metastase genoemd. Kwaadaardige tumoren

komen in verschillende vormen voor. Meestal worden ze genoemd naar

het soort weefsel waarin ze zijn ontstaan of naar de plaats waar ze

gevonden worden.

Goedaardige tumoren beperken zich veelal tot één plaats, groeien minder

ongeremd en tasten het omliggende weefsel minder aan. Er ontstaan

Page 7: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

7

geen uitzaaiingen. In het algemeen zijn deze tumoren eenvoudiger te

behandelen. Soms kunnen goedaardige tumoren wel veel klachten en

problemen opleveren. Dit gebeurt met name als ze op een vervelende

plaats in het lichaam voorkomen. Hierbij kunt u denken aan een plaats

als de hersenen. Het kan dan nodig zijn om te behandelen alsof er

sprake is van een kwaadaardige tumor.

De verschijnselen en klachten die het gevolg zijn van een tumor, worden

vooral bepaald door de plaats waar de tumor zich bevindt.

Page 8: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

8

| Diagnostisch onderzoek

Voordat met de behandeling van uw kind wordt begonnen, zal een

aantal onderzoeken plaatsvinden. Deze onderzoeken zijn nodig om de

aard en de uitgebreidheid van de ziekte vast te stellen. Tevens wordt de

gezondheid van een aantal organen en lichaamsfuncties gecontroleerd.

Op grond van de uitslagen van het onderzoek wordt de behandeling

bepaald.

Wij informeren u zo veel mogelijk van tevoren over de diagnostische

onderzoeken die voor uw kind noodzakelijk zijn. Uw kind wordt, in uw

aanwezigheid, zo goed mogelijk op de onderzoeken voorbereid, eventueel

door een pedagogisch medewerker en/of een verpleegkundige. Dit kan

deels samengaan met het bekijken van fotoboeken of videobanden van de

onderzoeken, zodat u en uw kind een zo goed mogelijke indruk hebben

van wat er komen gaat. Goede informatie kan angst en onzekerheid

verminderen.

LaboratoriumonderzoekDe samenstelling van bloed en urine geeft veel informatie over

lichaamsfuncties, zoals de werking van de lever en de nieren.

Daarom vindt er in het laboratorium uitgebreid bloed- en urineonderzoek

plaats. Hiervoor worden bij uw kind een aantal buisjes bloed afgenomen,

meestal uit een ader in de arm. De urine wordt soms eenmalig

opgevangen en soms gedurende 24 uur verzameld. Het kan noodzakelijk

zijn dat deze onderzoeken herhaaldelijk plaatsvinden.

Beeldvormende onderzoekstechniekenMet zogenoemde beeldvormende technieken wordt de uitbreiding van de

tumor precies in kaart gebracht. Belangrijk zijn de grootte en de plaats

van het gezwel. Ook worden hiermee eventuele uitzaaiingen van de

ziekte opgespoord. Meestal vindt er echo-onderzoek (onderzoek met

geluidsgolven) plaats en worden er röntgenfoto’s en scans (doorsneden-

foto’s) gemaakt. De scans worden gemaakt met behulp van röntgen-

stralen (CT) en/of magneetvelden (MRI).

Page 9: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

9

Soms moet een radioactieve stof worden gebruikt om de tumor of

uitzaaiingen zichtbaar te maken, dat gebeurt dan op de afdeling

nucleaire geneeskunde (bijvoorbeeld een botscan of een PET-scan). Over

deze onderzoeken zijn aparte informatiefolders aanwezig op de afdeling.

Voor het maken van de scans wordt soms een speciaal slaapmiddel

toegediend. Dit kan op verschillende manieren; een veel voorkomende

manier is via een injectie. Dit is nodig omdat uw kind tijdens het

onderzoek langere tijd stil zal moeten liggen. Tijdens het maken van de

scans zal meestal via een infuus contrastvloeistof worden toegediend.

Hierdoor wordt een tumor of uitzaaiing beter zichtbaar op de foto.

PunctiesSoms zal ook een beenmerg- en/of lumbaalpunctie nodig zijn.

Bij een beenmergpunctie wordt met een speciale naald beenmerg uit een

bot gezogen. Dit gebeurt vanuit de voor- of achterrand van het bekken.

Bij een lumbaalpunctie, ook wel ruggenprik genoemd, wordt met een

naald een beetje hersenvocht (liquor) uit de ruimte rond het ruggenmerg

gehaald. Deze puncties zijn noodzakelijke, maar voor uw kind pijnlijke en

vervelende ingrepen. We proberen de belasting van deze ingrepen voor

uw kind te beperken door deze onder algehele narcose uit te voeren.

BiopsieSoms kan het nodig zijn om voor onderzoek een klein stukje weefsel uit

een tumor weg te halen (biopt). Dit kan onder (plaatselijke) verdoving

gebeuren en/of na toediening van spierontspannende medicijnen, maar

indien nodig ook onder algehele narcose op de operatiekamer.

Page 10: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

10

| Opname

De tijd die uw kind in het ziekenhuis moet doorbrengen, hangt af

van de aard van de ziekte en de behandeling die nodig is. De totale

behandeling bestaat meestal uit frequente ziekenhuisopnamen en/of

polikliniekbezoeken. De totale periode van behandeling kan variëren van

enkele maanden tot meerdere jaren. We streven ernaar dat de kinderen in

deze behandelingsfase zo veel mogelijk thuis zijn.

Op de verpleegafdeling wordt, naast aandacht voor de lichamelijke

zorgbehoeften, ook aandacht besteed aan de ontwikkeling van uw kind.

Dit om ervoor te zorgen dat uw kind zo min mogelijk wordt geremd

in zijn/haar ontwikkeling. Zo proberen de verpleegkundigen en

pedagogisch medewerkers, in overleg met u, het verblijf op de

verpleegafdeling zo veel mogelijk te laten aansluiten op de leefsituatie

van uw kind thuis. Ook proberen we uw kind wanneer mogelijk onderwijs

te laten volgen tijdens de opnameperiodes. Leerkrachten van de

educatieve voorzieningen zorgen in overleg met de school van uw kind

voor de voortgang van het onderwijs.

De pedagogisch medewerkers bieden uw kind in dagelijkse (spel-)

contacten afleiding en ontspanning, maar ook hulp bij het verwerken van

de belevenissen in het ziekenhuis. Hiervoor zijn ook speciale boekjes

voorhanden, die zijn ontwikkeld in samenwerking met de Vereniging

Ouders, Kinderen en Kanker (VOKK). Maar ook de eerder genoemde

videobanden en fotoboeken over onderzoeken en ingrepen kunnen

hierbij ondersteuning bieden. De contacten met kinderpsycholoog en

medisch maatschappelijk werker zijn eveneens gericht op de verwerking

van ziekte en behandeling. Deze begeleiding is er zowel voor de patiënt

als voor de rest van het gezin. Bovendien wordt zo nodig adequate hulp

geboden bij problemen binnen het ziekenhuis of thuis.

Page 11: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

11

| Behandelplan

De grote verscheidenheid aan ziektebeelden maakt dat de behandeling

bij ieder kind anders verloopt. Afhankelijk van de soort kanker dat uw

kind heeft, wordt een behandelplan opgesteld. In de afgelopen twintig à

dertig jaar zijn er over de behandelwijzen van kinderkanker steeds meer

(inter)nationale afspraken gemaakt. De behandeling van uw kind verloopt

dan ook, indien mogelijk, volgens Nederlandse of Europese richtlijnen.

Deze richtlijnen, ook wel behandelprotocollen genoemd, zijn onder

andere opgesteld door de Stichting Kinderoncologie Nederland

(SKION, Den Haag), de Europese Kinderoncologie Vereniging (SIOP)

of de Amerikaanse Groep (COG). De kinderartsoncologen van VUmc

participeren actief in deze samenwerkingsverbanden. De keuze van een

behandelprotocol en de verkregen informatie worden zo volledig mogelijk

met u besproken. Voor de behandelprotocollen zal u worden gevraagd of

u ermee in wilt stemmen dat de ziekte- en behandelings- gegevens van

uw kind worden doorgegeven aan de Stichting Kinderoncologie Nederland

en/of aan een van de Integrale Kankercentra in Nederland. Deze

instellingen registreren de gegevens van alle kinderen in Nederland met

kanker of aanverwante aandoeningen. Door goede onderzoeksanalyses

van deze gegevens kan de behandeling steeds verder verbeterd worden.

Wanneer u hiervoor toestemming geeft, wordt u tevens gevraagd een

handtekening te zetten op een instemmingverklaring. Overigens kunt

u een dergelijke toestemming te allen tijde en zonder opgave van reden

weer intrekken. Dit zal op geen enkele wijze invloed hebben op de

kwaliteit van de zorgverlening of behandeling.

Omdat er binnen VUmc Kinderoncologisch Centrum verschillende

medische specialismen bij de behandeling van uw kind betrokken zijn,

kunt u te maken krijgen met een groot aantal artsen. De betrokken artsen

overleggen regelmatig met elkaar over de behandeling van uw kind.

Aarzelt u niet uw vaste kinderarts-oncoloog of een van de afdelingsartsen

om informatie of uitleg te vragen als u daar behoefte aan heeft.

Page 12: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

12

| Behandelingsvormen

Voor kinderkanker bestaan in het algemeen drie behandelingsvormen.

Ten eerste is er de chirurgische behandeling (operatie). Ook kan behandeld

worden door middel van bestraling van de tumorplaats (radiotherapie)

en de derde behandelingsvorm is een behandeling met medicijnen

(chemotherapie of immunotherapie). Beenmerg- of stamceltransplantaties

worden als aparte behandelingen gezien. Welke van deze behandelings-

vorm(en) nodig is (zijn) voor uw kind, hangt af van de soort kanker en de

uitbreiding daarvan.

Niet bij iedere vorm van kanker is een operatie noodzakelijk. Soms is

radiotherapie of chemotherapie, of een combinatie ervan, voldoende.

Ook de volgorde van de behandelingsvormen kan verschillen; soms gaat

een behandeling met medicijnen aan een operatie vooraf, soms volgt deze

pas na de operatie. In het eerste geval wordt met medicijnen geprobeerd

de omvang van de tumor en eventuele uitzaaiingen te verkleinen, zodat

deze beter verwijderd kunnen worden.

OperatieAls een operatie noodzakelijk is, zal de chirurg meestal proberen

de tumor in zijn geheel te verwijderen. Soms wordt echter volstaan

met het verwijderen van een klein stukje van de tumor (biopsie), om

te onderzoeken om welke tumorsoort het gaat. De chirurg kan een

kinderchirurg zijn, een kinderneurochirurg, maar ook een KNO-arts,

een oogarts, een orthopeed of een kinderuroloog. Bij de ingreep is het

uiteraard van groot belang dat het omliggende gezonde weefsel zo min

mogelijk wordt beschadigd.

Als het mogelijk is een (kwaadaardige) tumor volledig te verwijderen, is

een vervolgbehandeling soms niet noodzakelijk. Bij bepaalde tumoren is

het echter bekend dat aansluitend op de operatie gestart dient te worden

met een vervolgbehandeling. Ook wanneer gebleken is dat er toch

tumorcellen zijn achtergebleven, is een extra behandeling nodig om de

nog aanwezige kankercellen te vernietigen. De vervolgbehandeling na een

operatie bestaat uit chemotherapie en/of radiotherapie.

Page 13: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

13

In het algemeen kunnen kinderen grote operaties goed doorstaan;

het lichaam heeft een groot herstelvermogen. Soms moeten kinderen

na de operatie een tijd op de afdeling kinder-intensive care (IC)

worden verzorgd. Dit is een afdeling waar zeer intensieve medische

en verpleegkundige zorg wordt geboden. De meeste gevolgen van de

operatie zijn van tijdelijke aard. Er kunnen echter ook ingrepen nodig zijn

die blijvende schade aanrichten aan het gezonde weefsel.

De mogelijkheden van de operatie en de eventuele gevolgen ervan voor

uw kind worden, voor zover die te overzien zijn, van tevoren zorgvuldig

met u besproken door de betrokken chirurg.

RadiotherapieBij enkele vormen van kanker is bestraling (radiotherapie) de meest

aangewezen behandeling, alleen of als onderdeel van de behandeling.

Meestal volgt deze radiotherapie pas na een operatie of na een

behandeling met medicijnen.

De bestraling richt zich in de eerste plaats op het gebied waar de tumor

zich bevindt of is verwijderd. Mogelijk moeten echter ook andere plaatsen

in het lichaam waar zich tumorweefsel kan bevinden, worden bestraald.

De bestraling bestaat doorgaans uit dagelijkse kortdurende behandelingen

op doordeweekse dagen, gedurende enkele tot zes weken. Meestal

moeten de kinderen tijdens de bestralingen heel stil en in een specifieke

positie liggen. Daar moet het kind goed op voorbereid worden. De

pedagogisch medewerker van de kinderafdeling heeft als vertrouwde

persoon voor uw kind ook een informatieve en vooral steunende taak bij

deze voorbereiding. Meestal wordt hierbij gebruikt gemaakt van video’s,

spelletjes of simulaties om kinderen te laten wennen aan de situatie.

In samenwerking met de voorlichtingslaboranten van de afdeling

radiotherapie leert uw kind rituelen in het behandelproces herkennen en

raakt hij/zij vertrouwd met de apparatuur om zich heen. In het algemeen

bestaan er verschillende soorten straling. Alle vormen van straling zijn

onzichtbaar en zijn niet te voelen.

Page 14: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

14

Radiotherapie wordt door de meeste kinderen goed verdragen.

De klachten zijn afhankelijk van de plek waar bestraald wordt. De

voornaamste neveneffecten zijn (afhankelijk van het bestralingsgebied)

lusteloosheid, misselijkheid, diarree, huid- of slijmvliesirritatie en

hoofdpijn. Deze klachten zijn van voorbijgaande aard. Zonodig proberen

we ze met medicijnen te verlichten. Behalve tijdelijke klachten kunnen er

ook blijvende neveneffecten optreden door de radiotherapie. Het mogelijk

ontstaan van deze neveneffecten is afhankelijk van de plaats waarop

bestraald wordt.

Tijdens de behandeling krijgt u te maken met een radiotherapeut-

oncoloog, dit is een arts die gespecialiseerd is in bestraling. De gang van

zaken rond de voorbereiding, de te verwachten effecten en de mogelijke

klachten van de behandeling worden met u besproken.

ChemotherapieChemotherapie, als eerste behandeling of als vervolgbehandeling, bestaat

meestal uit een aantal kuren met cytostatica. Dit zijn medicijnen die een

celgroeiremmende of celdodende werking hebben. De cytostatica worden

meestal per injectie of per infuus toegediend; sommige moeten in tablet-,

drank- of capsulevorm worden ingenomen. Soms worden cytostatica in

het ruggenmergkanaal toegediend om ook in het centrale zenuwstelsel

en de hersenvliezen goed door te dringen. Als de cytostatica gegeven

worden, komen deze in het bloed. Via het bloed worden ze dan door

het hele lichaam verspreid. Zo kunnen kankercellen overal in het lichaam

worden bereikt. Meestal worden verschillende soorten cytostatica

gecombineerd in een behandeling.

Helaas vernietigen de cytostatica niet alleen de abnormale cellen. Ook

gezonde cellen in het lichaam worden aangetast. Daardoor kan uw kind

last krijgen van bijwerkingen van de medicijnen.

De hevigheid van de klachten verschilt per kind en per soort antikanker-

medicijn.

Page 15: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

15

De meeste bijverschijnselen van de chemotherapie zijn van tijdelijke aard.

Veel voorkomende klachten tijdens of na de kuren zijn misselijkheid,

braken en soms diarree. Ook kan tijdelijk haaruitval optreden. Klachten

als misselijkheid en braken kunnen we meestal tegengaan met daarvoor

bestemde medicijnen.

Als gevolg van de behandeling kan er een tekort aan gezonde bloedcellen

ontstaan; hierdoor zijn kinderen in die periode extra vatbaar voor

infecties. Ook is er een grotere kans op bloedarmoede en een verhoogd

risico op blauwe plekken en spontane bloedingen. Vaak is het dan nodig

om rode bloedcellen of bloedplaatjes als transfusie te geven.

Tijdens de kuren houden wij uw kind nauwlettend in de gaten om de

bijwerkingen zo goed mogelijk in de hand te houden. Toch kan het soms

nodig zijn de behandeling tijdelijk te vertragen of te onderbreken. Als

blijkt dat de geplande hoeveelheid chemotherapie te veel bijwerkingen

geeft, kan besloten worden dat andere cytostatica gegeven moet worden

of dat de dosering van de cytostatica verlaagd moet worden. Wanneer de

behandeling te weinig resultaten laat zien, kan besloten worden om de

dosering van de cytostatica juist te verhogen.

Hoewel de meeste bijverschijnselen na verloop van tijd vanzelf weer

verdwijnen, kunnen sommige gevolgen van de ziekte en de behandeling

blijvend zijn. Door regelmatige en zorgvuldige controle van diverse

organen proberen we blijvende schade te voorkomen. Bij dreigende

schade zal men een aanpassing binnen de medicijnen maken. Wanneer

blijvende gevolgen niet te voorkomen zijn, dan zal de behandelend

kinderarts-oncoloog deze situatie met u bespreken.

Bij een klein aantal vormen van kanker (met name sommige vormen van

leukemie en lymfomen) kan na de intensievere behandeling nog een

langdurige onderhoudsbehandeling met medicijnen noodzakelijk zijn.

Deze dient om de kans op een recidief (terugkeer) van de ziekte te

verkleinen.

Page 16: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

16

Beenmerg- of stamceltransplantatieSoms is een zeer intensieve behandeling noodzakelijk om de ziekte te

bedwingen of de kans op terugkeer te verkleinen. Het gezonde beenmerg

van een kind kan deze intensieve behandeling niet verdragen. Daarom

kan dit alleen plaatsvinden als er na de intensieve behandeling gezonde

jonge stamcellen (basiscellen afkomstig uit het bloed of beenmerg)

(terug)gegeven worden. Stamcellen kunnen zich in het lichaam

ontwikkelen tot allerlei soorten bloedcellen waaronder witte bloedcellen

(leukocyten), rode bloedcellen (erythrocyten) en bloedplaatjes

(trombocyten). Stamcellen kunnen afkomstig zijn uit bloed of beenmerg

van iemand anders, een donor. Er wordt dan gesproken van een allogene

stamceltransplantatie (SCT). Deze allogene stamceltransplantatie wordt

bij kinderen niet in VUmc verricht, maar in twee andere Nederlandse

stamceltransplantatiecentra (Leiden en Utrecht).

Bij een zogenoemde autologe stamceltransplantatie worden de stamcellen

van het kind zelf gebruikt. Daarvoor is eerder een ruime hoeveelheid

stamcellen uit het bloed of het beenmerg weggehaald en bewaard.

Na de intensieve behandeling kan dit dan weer worden teruggegeven.

Autologe stamceltransplantaties worden wel binnen VUmc Kinder-

oncologisch Centrum uitgevoerd.

Als een stamceltransplantatie voor uw kind noodzakelijk is, dan zal de

behandelend kinderarts-oncoloog u te zijner tijd nadere informatie geven

over deze procedure.

Page 17: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

17

| Ondersteunende maatregelen

Een behandeling gaat meestal gepaard met veel bloedafnames en

infuustherapie. De therapie kan ervoor zorgen dat uw kind minder

makkelijk te prikken wordt. Het is daarom soms beter om een speciaal

infuussysteem in te brengen. Dit systeem wordt ook wel een lange

infuuslijn of een centraal veneuze katheter genoemd. Er zijn twee

systemen: een port-à-cath (PAC), die onder de huid wordt geplaatst en

door de huid moet worden aangeprikt, of een broviac-katheter, die door

de huid naar buiten komt. De kinderarts-oncoloog bespreekt met u of

dit nodig is en welk systeem voor uw kind het beste is. Dit zijn systemen

om de toediening van medicijnen en dan ook het afnemen van bloed te

vergemakkelijken. Toch zal uw kind ook nog regelmatig ‘gewoon geprikt’

moeten worden.

Wegens verhoogde vatbaarheid voor infecties zijn soms bijzondere

maatregelen noodzakelijk. Hierbij kunt u denken aan geïsoleerde

verpleging of speciale leefregels voor thuis. Soms worden antibiotica

voorgeschreven ter voorkoming van bepaalde infecties.

Als het uw kind gedurende langere tijd niet goed lukt om gewoon te

eten, kunnen adviezen van de diëtiste en speciale energierijke drankjes

worden gegeven. Toch is het soms nodig om vloeibare voeding te geven.

Dit gebeurt meestal via een slangetje door de neus (neussonde). Een

minder gebruikte vorm is het geven van voeding per infuus, hierbij

komt de zeer bijzondere voeding direct in een ader van de arm terecht.

Wanneer deze ondersteunende maatregelen voor uw kind nodig zijn, zal

de behandelend kinderarts-oncoloog deze met u bespreken.

In geval van bloedarmoede of te weinig bloedplaatjes in het bloed is het

soms nodig om bloedtransfusies te geven. Uw kind krijgt dan een of

enkele zakken bewerkt donorbloed toegediend.

Page 18: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

18

| Begeleiding

Kinderkanker is een ernstige, levensbedreigende ziekte. Om beter te

worden moet uw kind zware, soms langdurige behandelingen ondergaan,

waarvan de uitkomst niet van tevoren vaststaat. Zowel voor u als voor uw

kind zal de komende periode moeilijk zijn.

De artsen, verpleegkundigen, hulpverleners van het pedagogisch werk

en andere medewerkers van de afdeling zullen trachten u er zo goed

mogelijk doorheen te helpen. Ook kunt u voor begeleiding terecht bij de

kinderpsychologen en de medisch maatschappelijk werkers die op de

afdeling werkzaam zijn. Er vindt altijd een kennismakingsgesprek met

hen plaats. Daarna kunt u rechtstreeks of via de verpleegkundigen van

de afdeling contact met hen opnemen. Aan VUmc zijn eveneens enkele

predikanten, een priester en een imam verbonden. Ook zij zijn u graag

van dienst. Wilt u met een van hen spreken, dan kunt u een verpleegkundige

van de afdeling vragen contact op te nemen met het pastoraal en

geestelijke verzorging.

Een contact met de Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker (VOKK) kan

eveneens steun bieden. Folders en een vitrine met het beschikbare

voorlichtingsmateriaal van deze vereniging zijn op de verpleegeenheid

aanwezig. Daarnaast houdt de oudervereniging regelmatig spreekuur in

VUmc.

In Nederland bestaan ook enkele vakantiebungalows en diverse soorten

kampweken die speciaal bestemd zijn voor (gezinnen van) kinderen

met kanker. De aanmelding voor deze vakanties en kampen verloopt in

samenspraak met de kinderartsoncologen en de verpleging. Er is een

folder over Wensdagen en vakanties voor ouders met zieke kinderen.

Page 19: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

19

| Leefregels

Voor kinderen met kanker is het belangrijk dat zij ook thuis een zo

normaal mogelijk leven leiden. Een beperkt aantal voorzorgsmaatregelen

blijft echter noodzakelijk, vooral met het oog op het voorkomen van

infecties. In de aparte folder adviezen voor ouders van kinderen met

kanker staan de belangrijkste leefregels uitgeschreven. U vindt hier

adviezen en richtlijnen die u kunt gebruiken tijdens de periode dat uw

kind behandeld zal worden voor kanker. Als u twijfelt over bepaalde

leefregels, kunt u deze met de uw kinderarts-oncoloog bespreken.

Page 20: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

20

| Na de behandeling

Na het afronden van de behandeling bestaat het vervolg doorgaans uit

regelmatige poliklinische nacontroles. Een overleg met de arts,

lichamelijk onderzoek en bloedcontrole horen hier vrijwel altijd bij.

Bij leukemie kunnen gedurende de nabehandeling controle beenmerg-

en/of lumbaalpuncties noodzakelijk zijn. Bij tumoren worden vaak

foto’s (echo’s, röntgenfoto’s of scans) gemaakt ter controle.

Bij de polikliniekbezoeken wordt tevens de algehele gezondheidstoestand

van het kind bekeken. Enerzijds gebeurt dit met het oog op de verdere

ontwikkeling (groei, puberteit) van het kind. Het functioneren van

diverse organen dienen te worden gecontroleerd. Welke van de organen

gecontroleerd dienen te worden is afhankelijk van de therapie die

gegeven is. Anderzijds willen wij goed op de hoogte blijven van de

gevolgen op lange termijn van de ingestelde behandelingen. De controles

gaan dan ook door tot het kind volwassen is en zelfs nog daarna, zij het

met steeds grotere tussenpozen.

Voor de latere controles is er een speciale polikliniek binnen VUmc

Kinderoncologisch Centrum: de polikliniek late effecten kindertumoren

(LATER poli). Deze heeft als doel deze eventuele langetermijneffecten van

de ziekte en behandeling vroegtijdig te signaleren en waar mogelijk te

behandelen. Verder worden de gevonden late effecten geïnventariseerd.

Met deze gegevens wordt naar een antwoord gezocht op vragen naar de

relatie tussen de soort kanker, de behandeling en hoeveelheid therapie

en de eventueel voorkomende late effecten. Voor kinderen (tot ± 18 jaar)

wordt deze polikliniek door kinderartsen gedaan, na die tijd door

internisten.

Page 21: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

21

| Recidief

Soms komt de ziekte tijdens of na de behandeling weer terug. Men

noemt dit een recidief van de ziekte. De mogelijkheden voor hernieuwde

behandeling zijn per ziektebeeld verschillend. Veelal wordt geprobeerd

de ziekte met medicijnen of door middel van bestraling opnieuw tot

stilstand te brengen en zo mogelijk weer te genezen. Soms zal een kind

opnieuw geopereerd moeten worden. Ook is het mogelijk dat gebruik

gemaakt wordt van nieuwe geneesmiddelen of behandelmogelijkheden

waar nog onderzoek gedaan wordt. Als een hernieuwde behandeling

voor uw kind nodig is, worden de mogelijkheden hiervan zorgvuldig met

u besproken. Ook bij kinderen met een recidief is genezing veelal niet

uitgesloten. Het feit blijft dat kanker een levensbedreigende ziekte is.

Uiteraard kunnen we dat in deze folder niet onvermeld laten. Het aantal

kinderen dat geneest van kanker stijgt met de jaren, maar dat betekent

dat er nog steeds een percentage kinderen is dat de ziekte niet overleeft.

Mocht u onverhoopt in een dergelijke situatie terechtkomen, dan staan

wij uiteraard ook tijdens deze periode voor u klaar.

Page 22: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

22

| Wetenschappelijk onderzoek

Nog niet alle kinderen met kanker kunnen door de huidige behandelings-

methoden worden genezen. Daarom wordt op vele plaatsen in de wereld

gezocht naar nieuwe behandelingsmogelijkheden om de genezings-

kansen verder te verbeteren. Ook wordt getracht om manieren te vinden

die de schadelijke neveneffecten van de behandelingen beperken.

VUmc Kinderoncologisch Centrum werkt actief mee aan dergelijke

wetenschappelijke onderzoeken, zowel binnen de kinderkliniek als in

het onderzoekslaboratorium kinderoncologie. VUmc Kinderoncologisch

Centrum heeft nationaal en internationaal een belangrijk aandeel in het

laboratoriumonderzoek naar de gevoeligheid van kinderkankercellen

voor cytostatica en radiotherapie.

Dergelijk onderzoek is van groot belang voor de verbetering van de

behandeling van o.a. leukemie, hersentumoren en retinoblastomen.

Voor de ondersteuning van dit en soort gelijk onderzoek is het project

VONK (VUmc Onderzoek Naar Kinderkanker) opgericht. Indien u daaraan

een bijdrage wilt leveren en/of meer informatie zoekt, raadpleeg dan

www.vumc.nl/vonk.

Soms kan de behandeling van uw kind mede in het kader van een

wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden. In dat geval wordt hierover

met u overlegd en wordt uw toestemming gevraagd. Het is dan nodig

dat de toestemming schriftelijk gegeven wordt door het zetten van een

handtekening onder een toestemmingsformulier. U krijgt ook altijd

schriftelijke informatie over het onderzoek om te kunnen nalezen.

U kunt altijd weigeren om deel te nemen aan een onderzoek. Dit zal op

geen enkele wijze van invloed zijn op de verzorging en behandeling van

uw kind in de kinderkliniek.

Informatie over lichaamsweefsel en medisch onderzoekHet is zeer waarschijnlijk dat er tijdens de onderzoeksperiode wat bloed,

of een klein deeltje van lichaamsweefsel (punctie of een biopsie), wordt

afgenomen. Ook kan het gebeuren dat er voor de behandeling een stukje

weefsel of zelfs een heel orgaan moet worden weggenomen.

Page 23: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

23

Bij het onderzoek naar de soort ziekte, of het stadium waarin de ziekte

zich bevindt, blijft er meestal materiaal over. Dit wordt restmateriaal

genoemd. Dit restmateriaal is vaak onder bepaalde voorwaarden

bruikbaar voor wetenschappelijke doeleinden.

Eén van de voorwaarden is dat u geen bezwaar heeft tegen het gebruik

van het restmateriaal. Deze ‘geen bezwaarregeling’ betekent dat u als

ouders expliciet bezwaar moet maken als u wel bezwaar heeft tegen

gebruik van het restmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek.

Medisch wetenschappelijk onderzoek is noodzakelijk om steeds betere

behandelmethoden te kunnen ontwikkelen.

De voorwaarden voor wetenschappelijk onderzoek met lichaamsmateriaal Het onderzoek moet worden verricht aan de hand van een onderzoeks

protocol waarin de wetenschappelijke aspecten van het onderzoek zijn

beschreven. Ook moeten alle gegevens geanonimiseerd worden, dus niet

tot uw kind herleidbaar worden gemaakt. Voor dit soort onderzoeken

dient de medisch-ethische toetsing-commissie van VUmc toestemming

te geven.

Uw zeggenschap over het restmateriaalIndien u bezwaar heeft tegen gebruik van het restmateriaal van uw

kind voor wetenschappelijk onderzoek, zal deze wens in acht worden

genomen. Het restmateriaal van uw kind zal dan niet worden afgestaan

voor onderzoek. U dient dit bezwaar kenbaar te maken bij uw

behandelend arts.

Indien u geen bezwaar maakt, mag de onderzoeker het restmateriaal

voor wetenschappelijk onderzoek gebruiken. De onderzoeker heeft

hierbij inzage in de ziekte gerelateerde gegevens maar géén beschikking

over persoonsgegevens van uw kind.

Page 24: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

24

Als u geen bezwaar heeft èn geïnformeerd wilt worden over resultaten

uit het onderzoek die voor uw kind van rechtstreeks belang kunnen

zijn, kunt u dit eveneens melden aan de behandelend arts of anderen

die daarvoor in het ziekenhuis zijn aangewezen. Dan zal men eerst de

mogelijke voor- en nadelen met u bespreken.

Page 25: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

25

| In overleg

Gedurende de behandeling(en) zal er regelmatig met u worden overlegd.

U wordt bij alle belangrijke beslissingen over uw kind betrokken.

Afhankelijk van de leeftijd betrekken we natuurlijk ook uw kind in het

overleg. Voor kinderen van twaalf jaar en ouder is overleg met hen zelfs

een wettelijke vereiste.

Soms willen ouders voor het nemen van een belangrijke beslissing het

oordeel vragen van een andere arts (second opinion). Als u overweegt

om een second opinion aan te vragen buiten VUmc, is het belangrijk dat

u dat met ons bespreekt. Immers, de arts die zo’n second opinion gaat

doen, moet ook de beschikking hebben over alle belangrijke medische

informatie omtrent uw kind.

Page 26: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

26

| Alternatieve geneeswijzen

Alternatieve geneeswijzen staan in de belangstelling. Soms besluiten

ouders om als aanvulling op de medische behandeling een alternatieve

geneeswijze voor hun kind te volgen. In het algemeen bestaat

hiertegen geen bezwaar. Als u een dergelijke behandeling voor uw

kind overweegt, is het echter belangrijk dit tijdig met de behandelend

kinderarts-oncoloog te bespreken. Zo kan voorkomen worden dat een

alternatieve behandeling wordt gegeven die niet goed aansluit bij of zelfs

remmend werkt op de behandeling welke gegeven wordt binnen VUmc

Kinderoncologisch Centrum.

Page 27: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

27

| Vragen

Als u na het lezen van dit boekje nog vragen heeft, dan kunt u daarmee

terecht bij de kinderartsoncologen, maar ook bij de andere leden van het

team van VUmc Kinderoncologisch Centrum die bij de behandeling van

uw kind betrokken zijn.

Ook als u zich zorgen maakt over de behandeling van uw kind of over

de bijwerkingen en gevolgen van de behandeling, is het goed dit met

een van de betrokken teamleden te bespreken. VUmc beschikt over een

internetsite met afdelingsgebonden informatie. Voor informatie over de

afdeling kinderoncologie is dit: www.VUmc.nl/kinderoncologie.

Informatie over ons onderzoek vindt u onder www.VUmc.nl/vonk.

Page 28: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

28

| Belangrijke telefoonnummers

VUmc (algemeen nummer) (020) 444 4444

poliklinische kindergeneeskunde (afspraken maken) (020) 444 1130

poliklinische kindergeneeskunde (dagbehandeling) (020) 444 0846

klinische afdeling kindergeneeskunde, locatie 9 B (020) 444 2290

klinische afdeling kindergeneeskunde, locatie 9 C (020) 444 2190

klinische afdeling high care (020) 444 3007

klinische afdeling intensive care (020) 444 3007

secretaresse kinderoncologie (020) 444 2420

educatieve voorzieningen (020) 444 2430

dienst diëtetiek (020) 444 3410

medisch maatschappelijk werk (020) 444 2505

medisch psychologie sectie kinderen (020) 444 0861

pastoraat en geestelijke verzorging (020) 444 3475

bereikbaarheid dienstdoende kinderarts (020) 444 4444

E-mail: [email protected]

Website: www.VUmc.nl/kinderoncologie

www.vumc.nl/vonk

Page 29: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

29

| Verklarende woordenlijst van veel gebruikte termen

ALL Acute lymfatische leukemie

Allogeen Afkomstig van een donor

Alopecia Kaalheid

AML Acute myeloïde leukemie (= ANLL: acute niet

lymfatische leukemie)

Amputatie Afzetting van een lichaamsdeel

Anemie Bloedarmoede of een tekort aan rode bloedcellen

Antistof Afweerstof. Eiwit in het lichaam dat werkt tegen

ziekteverwekkers

Autoloog Eigen lichaamsmateriaal

Beenmerg Aanmaakplaats/productieplaats voor bloedcellen;

bevindt zich in de botten

Beenmergdepressie/beenmergaplasie

Tijdelijk tekort aan productie van bloedcellen, kan

als gevolg van chemotherapie ontstaan

Beenmergpunctie/ -aspiratie

Het voor onderzoek opzuigen van beenmerg met

behulp van een speciale naald

Beenmergtransplantatie (BMT) (=stamceltransplantatie, SCT)

Toediening van stamcellen uit allogeen beenmerg

(afkomstig van een donor) of uit autoloog (eigen)

beenmerg nadat het zieke beenmerg behandeld is

met zeer intensieve chemotherapie en/of bestraling

Benigne Goedaardig

Biopsie Weghalen van klein stukje weefsel voor onderzoek

(biopt)

Blastoom Vorm van kanker

Blauwe box Kamer met beschermende isolatie op de afdeling

Bloedarmoede Anemie of een tekort aan rode bloedcellen

Brachytherapie Inwendige bestraling

Bronchoscopie Kijkonderzoek naar de luchtwegen en vertakkingen

met behulp van een kleine flexibele camera

Page 30: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

30

Broviac-katheter Infuus dat onder narcose door de chirurg in een

ader wordt ingebracht en dat door de huid naar

buiten komt, meestal op de borstkas

Carcinoom Vorm van kanker

Centrale zenuwstelsel

De hersenen, hersenstam en het ruggenmerg

Centrale veneuze katheter

Infuuslijn in een van de grote aderen van het

lichaam. Voorbeelden zijn een port-à-cath (PaC) en

een broviac-katheter

Chemotherapie Antikanker medicijnen, worden meestal in een

combinatie gegeven als een zogenaamde kuur.

Chirurgie Operatieve ingreep voor het wegnemen van tumor/

weefsel voor diagnostiek en/of therapie

Chromosoom Drager van erfelijke eigenschappen in een cel

Chronisch Voortdurend, langdurig

CML Chronische myeloïde leukemie

CT-scan Doorsnedefoto met behulp van röntgenstralen

Curatief Gericht op genezing

Cytopenie Een verlaagd aantal cellen

Cytostaticum/cytostatica

Antikankermedicijn. Celgroeiremmende of

celdodende middelen, kunnen gegeven worden via

een infuus, injectie, tablet of in drankvorm

Diagnose Vaststellen van de aard en de uitgebreidheid van

een ziekte

DNA-onderzoek Onderzoek van de cellen op erfelijke eigenschappen

Echo-onderzoek/echografie

Onderzoek met geluidsgolven, waarbij organen op

een beeldscherm zichtbaar gemaakt worden

Endoscopie Inwendig kijkonderzoek

Erytrocyten Rode bloedlichaampjes

Page 31: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

Geïsoleerde verpleging

Verpleging in een speciale kamer ook wel box

genoemd, in verband met vatbaarheid voor infecties

Immunotherapie Behandeling met medicijnen die de eigen afweer van

het lichaam tegen ziekte kunnen verbeteren

Infectie Ontsteking veroorzaakt door bacteriën, virussen,

gisten of schimmels

Infiltratie Binnendringen

Informed consent Schriftelijke akkoordverklaring, dat ouders

(en kind) na geïnformeerd te zijn, toestemming

geven voor een speciaal deel van de therapie of voor

een onderzoek

Infuus Vochttoediening via een slangetje in een ader welke

wordt ingebracht met een naald

Intensive-care afdeling (IC)

Speciale afdeling voor zeer intensieve medische en

verpleegkundige zorg

Intrathecaal Toediening in het ruggenmergvocht met een

ruggenprik

Kanker Ongeremde, abnormale woekering van cellen die

kunnen ingroeien in omgevend weefsel en

kunnen uitzaaien

Leukocyt Witte bloedcel met een afweerfunctie

Leukopenie Tekort aan witte bloedcellen

Leukemie Kanker uitgaande van het beenmerg

Liquor Hersenvocht, dat zich bevindt in en rondom de

hersenen en rond het ruggenmerg

Lumbaalpunctie Weghalen van hersenvocht uit de ruimte rond het

ruggenmerg met behulp van een lange naald.

Soms worden bij lumbaalpuncties ook medicijnen

ingespoten (intrathecaal).

Page 32: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

32

Lymfestelsel Voert de afvalstoffen uit lichaamsweefsels weg

naar de bloedbaan. Het lymfestelsel bestaat uit

lymfevocht, lymfevaten en lymfeklieren. Het is net

als het systeem van de bloedvaten door het hele

lichaam heen vertakt.

Maligne Kwaadaardig

Metastase Uitzaaiing

MRI-scan Magnetic resonance imaging: doorsnedefoto met

behulp van magneetvelden

Multipel Meervoudig

Narcose Algehele verdoving

Neuroloog Specialist van het zenuwstelsel en de hersenen

Neurochirurg Specialist in operaties van het centrale

zenuwstelsel

Nucleaire scan Beeldvormend onderzoek met radioactieve straling.

Voorbeelden zijn PET-scan, botscan, MIBG-scan

Oncoloog Specialist in het behandelen van kanker

Oraal/per os Via de mond

Orthopedisch chirurg Specialist in operaties van de botten.

Palliatief Verzachtend en klachtenbestrijdend

PEG-sonde Percutane endoscopische gastrostomie: katheter

door de buikwand en in de maag ingebracht voor

het toedienen van voedsel

PET-scan Positron emissie tomografie. Een beeldvormend

onderzoek waarin een radioactieve stof per infuus

wordt toegediend om activiteit van kankercellen

zichtbaar te maken.

Port-à-cath (PAC) Klein kastje dat onder narcose vlak onder de huid op

de borst wordt ingebracht en dat wordt aangesloten

op een bloedvat. Het kastje kan makkelijk worden

aangeprikt met een speciale naald.

Protocollaire Behandeling volgens (inter)nationaal afgesproken

behandeling richtlijnen

Page 33: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

33

Punctie Het via een naald opzuigen van cellen voor onderzoek

Randomisatie Het op onderzoek gericht verdelen van patiënten in

groepen. Eén groep krijgt de standaardbehandeling

en bij de andere groep wordt een specifieke

aanpassing in de behandeling gegeven.

In welke groep een patiënt komt, wordt via loting

bepaald. Randomisatie kan alleen plaatsvinden

wanneer er van tevoren getekend is voor deelname

aan dit onderzoek via een informed consent-

formulier.

Radiotherapie Behandeling door middel van bestraling door een

specialist op dat gebied (radiotherapeut)

Recidief/relapse Terugkeer van de ziekte

Remissie Geheel (complete remissie) of gedeeltelijk (partiële

remissie) afnemen van de ziekte

Resistentie Ongevoeligheid

Sarcoom Vorm van kanker

Scan Doorsnedefoto van een plaats in het lichaam

Second opinion Beoordeling door een tweede, onafhankelijke arts

Sedatie Kalmeren met behulp van medicatie

Sonde Slangetje in een neusgat dat uitkomt in de maag

waar voeding en/of medicijnen door gegeven

kunnen worden

Sondevoeding Vloeibare voeding die geschikt is om door een

sonde te worden gegeven, meestal via een neus-

maagsonde

Stamcel Zeer jonge cel. Bestaat als voorstadium van alle

typen bloedcellen.

Stamceloogsten Met medicijnen wordt de productie van nieuwe

stamcellen sterk gestimuleerd. Hierna komen de

stamcellen uit het beenmerg in het bloed. Ze kunnen

vervolgens uit dit bloed gezuiverd worden (perifeer

stamceloogsten).

Page 34: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

34

Trombocyt Bloedplaatje welke mede verantwoordelijk is voor

de bloedstolling.

Trombopenie Tekort aan bloedplaatjes

Transfusie Toediening van bloedproducten per infuus

Tumor Goedaardig of kwaadaardig gezwel

Weefsel Een groep cellen met dezelfde bouw en functie

Page 35: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

35

Page 36: Behandeling van kinderen met kanker in het Kinderoncologisch

Uitgave

VUmc©

Postbus 7057

1007 MB Amsterdam

Telefoon (020) 444 4444

303023

augustus 2014

www.VUmc.nl